Jeugdzorg biedt moeders een uitweg voor vondelingen



Vergelijkbare documenten
JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

Directe Hulp bij Huiselijk. U staat er niet alleen voor!

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is

Bijlage 3: Vragen bij Misbruikt onder toezicht

vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik

Veilig Thuis. Advies- en meldpunt voor Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Meld. seksueel misbruik. aan de commissie-samson

amersfoort Hoe bereik ik CJG Amersfoort?

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG

Wat doet NIM Maatschappelijk Werk?

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

ALCOHOL EN OPVOEDING UW KIND OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS DE GEZONDE SCHOOL EN GENOTMIDDELEN. Folder Alcohol en opvoeding.indd :42:29

TKM Online, april 2012

Geweld in huis raakt kinderen. Informatie en advies voor ouders. huiselijkgeweldwb.nl cent per minuut

Iedereen heeft een eigen verhaal

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling cent per minuut

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

OpGroeieN. OpGroeieN. DaT doen We in Best SaMen! Beste Betsy geeft antwoord op al je vragen over opvoeden en opgroeien

vooruitkomen OUDERS & OPVOEDERS

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Handleiding informatie uitwisseling tussen (G)GZ, AMK, Bureau Jeugdzorg en Raad

JEUGDBESCHERMING NOORD. Voogdij

Werken met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor de kinderopvang en gastouderopvang De meldcode inclusief afwegingskader

gezinsvormen [ behandeling in een gezin ]

Bureau Jeugdzorg Noord-Holland

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Diagnostisch centrum

Gezinsinterventie Gezinsgesprekken voor gezinnen waarbij de ouder psychische problemen heeft

voor al uw vragen over opgroeien en opvoeden en voor gezondheidsonderzoeken

INFORMATIE. Voor iedereen die zich zorgen maakt over kinderen in zijn of haar omgeving

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

Informatie voor gezinnen over Jeugdbescherming

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Reality Reeks Verwerkingsopdrachten. Mooi meisje Verliefd op een loverboy

Iedereen heeft een verhaal

Rotterdamse Meldcode. huiselijk geweld en kindermishandeling

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Leren & Werken

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming

Team Bemoeizorg Wageningen. Tientallen hulpvragen, twee organisaties, één meldpunt

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

KOPPen bij elkaar en schouders eronder. Informatie voor kinderen van ouders met psychiatrische problemen

Als opvoeden even lastig is

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Werken met. ESAR werkt! Werken met ESAR werkt! betere en snellere hulp

MAAK KENNIS MET SGJ CHRISTELIJKE JEUGDZORG. SGJ Christelijke Jeugdzorg Samengevat

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

2 Verhalen... Inleiding. Het Verhaal Van Roos (14) in Het blijven toch je ouders. Het Verhaal van Tamara (23) in Het blijven toch je ouders.

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

ALLES DUBBEL. Survivalgids. voor startende tweelingmama s. Denise Hilhorst

Pleegzorg Kompaan en De Bocht

Advies en steun voor uw kind en uzelf

Kindermishandeling. Voor de minderjarige bedreigende of gewelddadige interactievan fysieke, psychische of seksuele aard,

Werktitel: Kindermishandeling.signaleren vermoedens en dan?

Trainingsaanbod. Studiecentrum Bureau Jeugdzorg Utrecht Voor beroepskrachten die met ouders en kinderen werken

secundaire preventie kindermishandeling

De muur. Maar nu, ik wil uitbreken. Ik kom in het nauw en wil d r uit. Het lukt echter niet. De muur is te hoog. De muur is te dik.

Wat is kindermishandeling? Hoe kan kindermishandeling stoppen? Wie kan je hierbij helpen?

AWBZ zorg bij Bureau Jeugdzorg (BJz)

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Voor cliënten

7,4. Spreekbeurt door een scholier 2552 woorden 16 december keer beoordeeld. Nederlands

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1

Voor iedereen die beroepshalve met kinderen te maken heeft INFORMATIE

Dounia praat en overwint

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder!

AMK: Bij een vermoeden van kindermishandeling

Uit de burn-out Therapiegroep werkstresshantering

Dit boekje is van... Mijn naam is: Mijn gezinsvoogd heet: Het telefoonnummer van de gezinsvoogd is:

Info. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde

Kinderrechtenverdrag VOOR KINDEREN EN JONGEREN

ALLES OVER DE WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING

Kinderrechtenverdrag VOOR KINDEREN EN JONGEREN

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Mishandeling en seksueel. Laat het niet zomaar gebeuren

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening

ADHD. en kinderen (6-12 jaar)

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Onder druk Geen uitweg voor Aïsha

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Persona s zorgtechnologie ouderenzorg Tangenborgh najaar 2015

Pleegzorg doe je samen

Informatie en advies voor ouders

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik.

Ik krijg ondersteuning bij de opvoeding en zorg voor mijn kind. Wat verandert er in 2015?

Hulp voor jonge ouders. Informatie voor professionals

Ik heb een vraag over: Voorwoord. Ik voel me thuis niet prettig, kan ik met iemand praten?

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen.

Informatie voor ouders. voorzijde. uw kind bij

Koppeling overschreidt grenzen

Literatuur 145. Het Nederlands Jeugdinstituut: kennis over jeugd en opvoeding 173

Gespreksvoering - 1 -

Meldcode bij een vermoeden van kindermishandeling

Nieuwsbrief Centrum voor Jeugd en Gezin Roosendaal

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDER MISHANDELING BEELDENBOX BEELDEND JEUGDHULP VERLENEN

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Transcriptie:

JAARGANG 3 SEPTEMBER 2003 NUMMER 3 JONGAAN DE AMSTEL KORT Amsterdam-Noord en Zaanstreek/Waterland pakken kindermishandeling aan In juli startte de Refletie- en Atiegroep Aanpak Kindermishandeling (RAAK) in Zaanstreek/Waterland en Amsterdam-Noord met een proef voor een sluitende aanpak van kindermishandeling. RAAK heeft al lange tijd kritiek op het langs elkaar heen werken van instellingen, waardoor kindermishandeling niet effiiënt zou worden aangepakt. De groep vond gehoor bij het ministerie van VWS die bereid was een proefprojet te finanieren in drie regio s. De derde regio naast Amsterdam-Noord en Zaanstreek/Waterland is de Westelijke Mijnstreek. RAAK heeft drie jaar de tijd om in deze regio s aan te tonen dat een effetieve aanpak van kindermishandeling mogelijk is. Meer informatie: http://www.minvws.nl/douments/djb/kamerstuk/237394 8.pdf Zie ook het thema van deze Jong aan de Amstel. Politie Amsterdam-West pakt 500 jongeren op De politie in Amsterdam-West pakte in het eerste kwartaal van 2003 557 jongeren op, zo maakte de politie in juni bekend. De aanhoudingen werden gedaan in het kader van het atieprogramma Aanpak Harde Kern Jeugd. Doel hiervan is een direte aanpak van de problemen om de overlast van jongeren in dit deel van de stad terug te dringen. Als de aanpak slaagt, dan wordt het atieprogramma uitgebreid naar de hele stad. Ongeveer 50 proent van de jongeren kwam voor het eerst in aanraling met de politie. Zij werden doorverwezen naar het Jongeren Opvang Team (JOT). 30 Proent noemde de politie liht rimineel. Zij zijn doorverwezen naar Nieuwe Perspetieven of de jeugdrelassering. De resterende 20 proent maakte deel uit van de Harde Kern. Zij kwamen tereht in Den Engh, Glen Mills Shool of een jeugdgevangenis. Meer informatie: Marieke Terhürne, Aanpak Harde Kern Jeugd, tel. 020-552 36 15. Amstelland bundelt opvoedingsondersteuning Drie aanbieders van opvoedursussen in de regio Amstelland en Meerlanden hebben deze zomer hun aanbod gebundeld en toegankelijk gemaakt. Op het internetadres: www.loketopvoedursussen.nl staat alles over het gezamenlijke aanbod van GGD Amstelland - de Meerlanden, Bureau Jeugdzorg en Amstelring. Daarnaast is een entraal telefoonnummer geopend: 0900-8806. De initiatiefnemers van de website hopen dat andere aanbieders van ursussen zullen aanhaken zodat een ompleet en overzihtelijk aanbod ontstaat van alle opvoedingsondersteuning in de regio Amstelland en Meerlanden. Het aanbod van de instellingen is bedoeld voor ouders van kinderen van nul tot negentien jaar, voor aanstaande ouders en voor hulpverleners. N I E U W S B L A D O V E R D E J E U G D Z O R G I N D E A G G L O M E R A T I E A M S T E R DA M Nieuwe wet dwingt jeugdzorg tot samenwerken Jeugdzorg biedt shoolwisselaars extra hulp ADHD: Niet te genezen, wel te behandelen D O O R : M A R T I N G E R R I T S E N 3 3 4 Staatsseretaris Ross van Volksgezondheid is tegen het idee om een babyluik te openen voor vondelingen. Dat zei ze 21 augustus 2003 in de Tweede Kamer. Maar het te vondeling leggen van een kind is in feite niet nodig. Moeders kunnen in de regio Amsterdam via een zorgvuldige proedure afstand doen van hun pasgeboren baby. De Amsterdamse jeugdzorg kijkt in die proedure zowel naar de belangen van de moeder als die van het kind. Jaarlijks vinden zo ongeveer zes kinderen een nieuw gezin. Amsterdam werd begin juli geshokt door de vondst van twee pasgeboren kinderen op straat. Reden voor Bureau Jeugdzorg agglomeratie Amsterdam voor te stellen een babyluik in te voeren, waar Amsterdamse moeders hun kind anoniem kunnen afgeven. De staatsseretaris was het hier niet mee eens omdat een babyluik zou suggereren dat het te vondeling leggen van een kind niet strafbaar zou zijn. Zover hoeft het ehter allemaal niet te komen. Zwangere meisjes en vrouwen kunnen bij problemen namelijk tereht bij het FIOM-team. Soms willen die vrouwen geen kind. Vaak spelen daarbij meerdere problemen een rol, zoals het gebrek aan huisvesting, illegaliteit, finaniële problemen, prostitutie en verslaving. Soms gaat het om vrouwen die een kind van een ander dan hun partner verwahten of meisjes van wie de familie niet weet dat ze zwanger zijn. Het FIOM probeert zo laagdrempelig mogelijk te zijn, vertelt Narda de Jonge van SaC-Amstelstad Jeugdzorg. Ze is ambulant begeleider pleegzorg en verantwoordelijk voor de plaatsing van kinderen van wie de moeder afstand wil doen. Het FIOM probeert zo veel mogelijk de wens van de moeder te volgen. Juist om te voorkomen dat zij de hulpverlening de rug toekeert en het kind te vondeling legt, weggeeft, verkoopt of nog erger. Ze zullen dan ook niet beweren dat het verwerpelijk is om afstand te doen van het kind. Pleeggezin Als het er naar uitziet dat een moeder afstand wil doen van haar kind, dan neemt het FIOM ontat op met SaC- Amstelstad Jeugdzorg. Ze vertellen wanneer de moeder 1 Thema: Kindermishandeling Het leed lijkt steeds minder verborgen. Het aantal meldingen bij de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) nam het afgelopen jaar met 20 proent toe. Toh gaat het om een topje van de ijsberg. Veel partiulieren en beroepskrahten deinzen ervoor terug om een vermoeden van mishandeling te melden. Je geeft niet iemand zo maar aan, zo redeneren ze, en het kan de onderlinge vertrouwensband shaden. Lees verder op blz. 5 Jeugdzorg biedt moeders een uitweg voor vondelingen MARCEL VAN DEN BERGH/HH Het graf van een dood gevonden vondeling. is uitgerekend, zodat SaC-Amstelstad Jeugdzorg voor een pleeggezin kan zorgen. Narda de Jonge: Wij zoeken dan een gezin dat het kind de eerste paar maanden kan opvangen. Dat zijn speiale gezinnen die het kind opvangen ter overbrugging van het moment dat het kind geadopteerd wordt. In de regel gaat het om de opvang van ongeveer zes maanden. De eerste drie maanden na de geboorte behoudt de moeder de ouderlijke maht, tenzij zij daar door bijvoorbeeld ernstige psyhishe problemen of een zware verslaving niet toe in staat is. In die eerste drie maanden kan de moeder zih op elk moment bedenken en alsnog voor het kind gaan zorgen. Tenminste als volgens het FIOM voldoende duidelijk is dat de moeder eht voor de baby wil en kan zorgen. In dat geval brengen de pleegouders en de begeleiding de baby bij de moeder. Lees verder op bladzijde 2

COLOFON Jong aan de Amstel is een gezamenlijke uitgave van vier instellingen voor de jeugdzorg in de agglomeratie Amsterdam: Bureau Jeugdzorg agglomeratie Amsterdam, Afra Boddaert PPI, MKD t Kabouterhuis en SaC-Amstelstad Jeugdzorg. Jong aan de Amstel vershijnt vier keer per jaar. De artikelen in dit blad vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de organisaties. Evenmin kunnen aan de inhoud van dit blad rehten worden ontleend. Overname artikelen Overname van artikelen uit Jong aan de Amstel is alleen toegestaan na voorafgaande shriftelijke toestemming van de redatie. Hoofdredatie Martin Gerritsen Kernredatie Sanne Bender (SaC-Amstelstad Jeugdzorg) Anita van Ewijk (Bureau Jeugdzorg agglomeratie Amsterdam) Hans van der Jagt (Afra Boddaert PPI) Inez Zuiderveld (MKD t Kabouterhuis) Redatie Rik van Beijma (SaC-Amstelstad Jeugdzorg) Herbert Budde (Bureau Jeugdzorg agglomeratie Amsterdam) Niola Offergelt (Bureau Jeugdzorg agglomeratie Amsterdam) Annette van der Poel (SaC-Amstelstad Jeugdzorg) Loeki Stoeller (Afra Boddaert PPI) Vaste medewerkers Marnix de Bruyne, Tamara Franke, Corina de Feijter, Suzan Hilhorst, Jaap Maars, Dorine Mobron, Sake Rijpkema, Maarten Terlage en Ellen de Vries. Redatie-adres Jong aan de Amstel - Fred. Roeskestraat 73 1076 EC Amsterdam - email: jongaandeamstel@tisalimail.nl Ontwerp en DTP Roggeveen Grafish Ontwerp Druk Rob Stolk BV JEUGDZORG De jeugdzorg in de agglomeratie Amsterdam Bureau Jeugdzorg agglomeratie Amsterdam is verantwoordelijk voor de intake van liënten. Deze organisatie vormt als het ware de voordeur voor de jeugdzorg. Hier wordt ook vastgesteld welke hulp de jongeren en hun ouders nodig hebben. Als kan worden volstaan met kortdurende, eenvoudige hulp, dan wordt deze door Bureau Jeugdzorg verleend. Indien er meer nodig is, dan leidt Bureau Jeugdzorg de liënt naar een zorgprogramma. Deze programma s worden uitgevoerd door drie instellingen voor Hulp Op Indiatie (HOI): Afra Boddaert PPI, MKD t Kabouterhuis en SaC-Amstelstad Jeugdzorg. Zij bieden zowel ambulante als residentiële hulp. Bureau Jeugdzorg agglomeratie Amsterdam Jan Luijkenstraat 76-1071 CT Amsterdam tel.: 0900-200 300 4 - website: www.bja.nl Afra Boddaert PPI Plantage Middenlaan 33-1018 DB Amsterdam tel.: 020-555 83 33 - website: www.abppi.nl email: seretariaat@abppi.nl MKD t Kabouterhuis Amsteldijk 196-1079 LK Amsterdam - tel.: 020-644 53 51 website: www.kabouterhuis.nl - email: zuid@kabouterhuis.nl SaC-Amstelstad Jeugdzorg Fred. Roeskestraat 73-1076 EC Amsterdam tel.: 020-540 05 00 - fax.: 020-644 08 64 email: info@sa-amstelstad.nl website: www.sa-amstelstad.nl Vervolg van voorpagina Jeugdzorg biedt moeders een uitweg voor vondelingen Als de moeder het kind eht niet wil hebben, doet ze na drie maanden offiieel afstand van het kind. De Raad voor de Kinderbesherming biedt het kind dan ter adoptie aan, zoekt adoptiefouders, waarna het kind uiteindelijk wordt overgedragen van de pleegouders naar de adoptiefouders. Deze proedure duurt ongeveer drie maanden, zodat de baby s in totaal ongeveer zes maanden bij de pleegouders blijven. Emoties De proedure klinkt helder, maar er komen nogal wat emoties bij kijken weten Walter en Niki Faber uit Amstelveen. Zij zijn een van de pleeggezinnen die deze baby s opvangen. De overdraht vindt plaats in het ziekenhuis, vertelt Niki Faber. We worden daar ontvangen in een speiaal kamertje waar we de baby krijgen. Je ziet dat het voor de verpleging heel speiaal is. Zo is er eens een verpleegkundige geweest die in haar vrije tijd bij het bedje bleef zitten, omdat er niemand was. Het is ook zo hard. Je ziet op de kraamafdeling een bed zonder ballon, zonder geboortekaartje, zonder knuffel, niets We hebben ook meegemaakt de verpleging geld had ingezameld om kleren voor het kindje te kopen. Zo gaat het niet altijd, zegt Narda de Jonge. De moeder krijgt altijd de mogelijkheid om afsheid van het kind te nemen. Het geeft ze vaak een gerust gevoel als ze de pleegouders hebben gezien. Dan hebben ze het idee dat hun kind goed tereht komt. Maar het gebeurt soms ook dat de moeder het kind helemaal niet wil zien. En dat roept vaak heel wat emoties op bij het ziekenhuispersoneel. De jeugdzorg opereert bij deze overdraht in elk geval duidelijk gesheiden. Het FIOM begeleidt de moeder en SaC-Amstelstad Jeugdzorg de pleegouders. De Jonge; Het is belangrijk dat we die hulp strikt gesheiden houden. Bedenktijd De baby gaat naar de pleegouder, het ziekenhuis doet aangifte, maar het gezag blijft dus bij de moeder. Dan begint de periode van drie maanden bedenktijd. De Jonge: De moeder heeft dan te allen tijde de mogelijkheid om het kind te zien. Als ze aangeeft ontat te willen, dan organiseren we dat als de donder. Vaak begint het met foto s. Het FIOM vraagt ook nadrukkelijk of de moeder foto s wil zien. Wil ze dat, dan regelen we dat diret. Als dat gebeurt, weet je eigenlijk al dat het geen Afstand wordt, vervolgt De Jonge. Het is wel eens gebeurd dat een moeder binnen twee dagen terugkwam op haar beslissing. Het pleeggezin had net alles in huis gehaald; luiers, speentjes, Frisola Gebeurt dat niet, dan doet de moeder na drie maanden afstand van het kind en begint de Raad voor de Kinderbesherming de adoptieproedure. Noorderzon Maar soms loopt het anders, zoals Walter en Niki Faber nu al twee keer hebben gemerkt. Dan verdwijnt de moeder in de eerste drie maanden met de noorderzon en kan ze niet offiieel afstand doen van het kind. Zeker de tweede keer kwam dat als een volslagen verrassing. Niki: De moeder had net foto s van de baby gevraagd, dus Narda had ons al gezegd dat we ons moesten voorbereiden dat het meisje weer naar haar moeder zou gaan. Maar toen was ze ineens verdwenen. Het huis was leeg, alsof ze gevluht was. Misshien zag ze op tegen de beslissing om afstand te doen, misshien durfde ze niet te tekenen. Walter Faber: Ze had nog een zoon die Walter en Niki Faber met hun eerste pleegkind op shoot: Het is ook zo hard. Je ziet op de kraamafdeling een bed zonder ballon, zonder geboortekaartje, zonder knuffel, niets wel bij haar woonde en niet lang na haar verdwijning, hoorden we dat er een vondeling was aangetroffen in Amsterdam-Oost. We dahten gelijk dat het om die jongen ging, maar dat was niet het geval. Niki Faber: Ik heb het idee dat ze elk moment weer terug kan komen. Narda de Jonge: Als de moeder spoorloos verdwijnt, ontstaat een gezagsvauüm. De Raad voor de Kinderbesherming start dan ook een onderzoek naar de ouders. Als ze die niet vinden, wordt er een voorlopige voogdij ingesteld. Het kind wordt dan ondergebraht bij een pleeggezin en niet ter adoptie aangeboden. De moeder kan namelijk altijd weer terugkomen en naar het kind vragen. Pas na twee jaar en als er aan allerlei voorwaarden is voldaan, kan alsnog tot adoptie worden besloten. Vondeling Een vondeling krijgt met een soortgelijke proedure te maken. In dat geval is de moeder namelijk ook onvindbaar waardoor ze offiieel geen afstand kan doen van haar kind. Dat betekent dus dat de rehter ook een voorlopige voogdij uitspreekt en het kind wordt ondergebraht in een pleeggezin. Narda de Jonge: Er is ehter één belangrijk vershil. De moeder kan niet zo makkelijk het kind meenemen als ze zih alsnog meldt. Het te vondeling leggen is namelijk een zorgsignaal, zodat de rehter eerst zal kijken of het kind veilig terug kan naar de moeder. Een voogdijmaatregel en pleegzorg liggen dan meer voor de hand. Toh is het te vondeling leggen van kinderen nog een zeldzaamheid in Amsterdam, hoewel de ophef van afgelopen zomer anders doet vermoeden. Misshien wel omdat er een goede proedure bestaat waarin moeders afstand kunnen doen van hun kind. Het FIOM-team is te bereiken via telefoonnummer: 020-305 93 59. FOTO: SAKE RIJPKEMA 2

D O O R : C O R I N A D E F E I J T E R Nieuwe wet dwingt jeugdzorg tot samenwerken De Wet op de jeugdzorg wordt 1 januari 2004 definitief ingevoerd. Jongeren die hulp nodig hebben, krijgen dan een reht op zorg. Ze moeten hulp krijgen binnen drie maanden nadat het bureau jeugdzorg een indiatie heeft afgegeven. Maarten Elling, hoofd van Jeugdzorg Advies & Ondersteuning en ambtelijk seretaris van het Overleg Jeugdzorg agglomeratie Amsterdam: Nu staan er altijd een paar honderd jongeren langer dan drie maanden op de wahtlijst. Voor hen moet een oplossing komen. Dat vraagt veel reativiteit van managers en hulpverleners.' Elling hield de ontwikkelingen van de nieuwe wet de afgelopen jaren nauwlettend in de gaten. Elling stelt dat de positie van de liënt over de hele linie wordt versterkt. Er is een reht op jeugdzorg en de hulpverlening moet van meet af aan zoveel mogelijk vraaggeriht zijn. Dit betekent dat hulpverleners meer dan voorheen de dialoog met de liënt moeten aangaan en moeten inspelen op de wensen, behoeften en mogelijkheden van de liënt en zijn opvoeders. Het vereist tat en allerlei vaardigheden om een dergelijk vraaggerihte benadering in praktijk te brengen. Het is niet meer aan een hulpverlener om op eigen gezag te beslissen wat het beste is voor de liënt. Natuurlijk zijn er altijd situaties waarin ze wel rigoureus diretief moeten ingrijpen vanwege besherming en veiligheidsbelangen. Die afweging moeten hulpverleners maken. Ook voor de begeleiders van de hulpverleners verandert er veel. Elling: Zij moeten naast het resultaat ook het proes nadrukkelijk in de gaten houden. Ze moeten de medewerkers sherp houden. Brede loket In het Ontwerp Besluit kwaliteit en werkwijze bureau jeugdzorg staat onder andere welke deskundigheden de bureaus jeugdzorg moeten hebben. Elling: Dat is niet niks. Het moet eht het brede loket worden waar ze op uiteenlopende problemen een antwoord kunnen bieden. Zo moeten de medewerkers bijvoorbeeld allerlei psyhishe symptomen kunnen herkennen en somatishe en psyho-somatishe klahten bij kinderen en jongeren kunnen ondersheiden. De bureaus jeugdzorg moeten daarvoor ook deskundigheid inhuren en een D O O R : H A N S VA N D E R J A G T Jeugdzorg biedt shoolwisselaars extra hulp Met ingang van dit nieuwe shooljaar startte Afra Boddaert PPI met een nieuwe vorm van ambulante hulp in het Amsterdamse voortgezet onderwijs. Ongeveer 600 shoolwisselaars, bij wie het risio bestaat dat ze het ook op hun nieuwe shool niet zullen redden, krijgen een jaar lang begeleiding. Doel: het suesvol ontinueren van hun shoolloopbaan. Uit de ijfers blijkt dat elk jaar weer een grote groep leerlingen binnen het voortgezet onderwijs van shool wisselt. Sommigen zelfs tweemaal binnen één shooljaar. Vaak is de ahtergrond van deze overstap bij de nieuwe shool niet of onvoldoende bekend. Van shool wisselen hoeft ook niet altijd een problematishe reden te hebben. Als een verhuizing de oorzaak van de shoolwisseling is, is er meestal weinig aan de ILLUSTRATIE: WIM STEVENHAGEN netwerk ontwikkelen. Het is voor het management een hele klus om met beperkte middelen zo n organisatie op te bouwen en om al die deskundigen die een multidisiplinair oordeel moeten vellen in een samenhangend verband te laten funtioneren. Van deze deskundigen wordt verwaht dat ze in wisselende ombinaties goed met elkaar kunnen samenwerken. Shakel Elling benadrukt dat het werk van de hulpverleners en de managers in de jeugdzorg door de invoering van de wet nog interessanter wordt. De jeugdzorg wordt een shakel binnen de hele opvoedings- en zorgketen voor de jongere generatie en hun ouders. Samenwerking is het parool. Samenwerking met het onderwijs, de verslavingszorg, de soiaal-ulturele voorzieningen voor jongeren en met andere jeugdvoorzieningen die onder regie staan van het lokale jeugdbeleid. Jongeren moeten zoveel mogelijk buiten de jeugdzorg worden gehouden. Dat vraagt volgens Elling om adequate adviezen van medewerkers van de jeugdzorg aan de werkers van het lokale jeugdbeleid. De jeugdzorg vormt zo een sterke shakel in een gevarieerde keten. Meer informatie : http://www.minvws.nl/douments/djb/kamerstuk/2377251.pdf hand. Het ligt ehter anders als de leerling een shoolverleden heeft van spijbelen, problemen met andere leerlingen of doenten, afstroom van een hoger onderwijsniveau of een ombinatie van deze fatoren. Deze informatie moet bij de nieuwe shool bekend zijn, zodat de leerling via de zorg(strutuur) van de shool een adequate begeleiding kan krijgen en voorkomen wordt dat de geshiedenis zih herhaalt. Gesprekken Het zorgprogramma van Afra Boddaert PPI bestaat uit individuele gesprekken met de leerling, groepstrainingen en ontat met de mentor en de ouders. Als blijkt dat meer of andere hulp nodig is, wordt de leerling verwezen naar de onderwijshulpverlener van Bureau Jeugdzorg op de shool. Meer informatie over dit projet is te verkrijgen bij Hans Kruijssen, 020-5650222 of h.kruyssen@abppi.nl 3 KORT Jongeren vinden hulpplan belangrijk Verreweg het grootste deel van de jongeren in de jeugdhulpverlening vindt het belangrijk dat er hulpverleningsplan is en zij willen ook graag zelf een hulpverleningsplan hebben. Dat blijkt uit een onderzoek dat Stihting Collegio uitvoerde onder 239 jongeren en dat binnenkort zal worden gepublieerd. Het unieke van dit onderzoek was dat het werd uitgevoerd door jongeren zelf. Ruim dertig jongeren van twaalf tot ahttien jaar kregen een speiale interviewtraining, waarna zij op pad gingen met hun vragen. Het idee ahter deze methode is dat jongeren openhartiger zijn tegenover leeftijdsgenoten dan tegenover ouderen. De leeftijd van de geïnterviewden lag tussen de twaalf en tweeëntwintig jaar. Ongeveer 90 proent van de geïnterviewden had een hulpverleningsplan. 62 Proent had het plan ondertekend, terwijl 88 proent dat eigenlijk graag zou willen. Slehts vier jongeren gaven aan het plan niet te willen tekenen, want dan kun je er niet meer onderuit. De ondervraagden vinden dat een hulpverleningspan vooral moet bestaan uit leer- en werkdoelen, de toekomst en de vervolgplek. Privé-aangelegenheden horen er volgen veel jongeren niet in thuis. Weer meer pleegkinderen in 2002 Pleegzorg wordt een steeds populairdere vorm van hulpverlening, zo blijkt uit ijfers die de Stihting Pleegzorg Nederland onlangs publieerde. Uit die ijfers bleek dat het aantal pleegkinderen van 9560 op 1 januari 2002 groeide tot 14.750 op 1 januari 2003. Dat betekende een groei van bijna 50 proent. De groei is voornamelijk toe te shrijven tot de ontwikkeling van nieuwe pleegzorgvarianten, zoals deeltijdpleegzorg. Pleegzorg wordt hierbij ingebed in het gehele hulpverleningstrajet, waardoor pleegzorg bereikbaar komt voor kinderen die hier tot voor kort niet voor in aanmerking kwamen. Stihting Pleegzorg Nederland waarshuwt ehter wel dat er grenzen aan de groei zitten. Het aantal pleegouders is nu eenmaal niet onbeperkt en bovendien vragen intensievere vormen van pleegzorg ook een intensievere begeleiding Volgens Stihting Pleegzorg Nederland moet de overheid voor deze extra begeleiding meer geld vrijmaken. Inspetie kritish over pleegzorg De aanbieders van pleegzorg zijn vanaf 1 januari 2004 verpliht om voor iedere liënt een hulpverleningsplan te maken. Dit stelt het ministerie van VWS in een persberiht. Een dergelijk plan moet bovendien aan Kwaliteitseisen voldoen. Verder moeten de zorgaanbieders jaarlijks over de hulpverleningsplannen rapporteren aan de provinie. Met onder meer deze maatregelen wil het ministerie van VWS de kwaliteit van de pleegzorg verhogen. Dit is nodig omdat de pleegzorg in Nederland lang niet altijd voldoet. Dit stelt de Inspetie jeugdhulpverlening en jeugdbesherming in haar landelijke rapport Toeziht pleegzorg in Nederland. Uit dit rapport blijkt onder meer dat er niet altijd een hulpverleningsplan is. Zijn ze er wel, dan zijn ze niet altijd atueel of ompleet. De Inspetie zal in 2004 speifiek toeziht houden op de aanwezigheid van hulpverleningsplannen en de kwaliteit ervan.in haar rapport stelt de Inspetie verder dat de indiatiestelling niet altijd voldoet. Daarom lopen er, in voorbereiding op de invoering van de Wet op de Jeugdzorg, vershillende aties die de indiatiestelling en de werkwijze van de bureaus jeugdzorg moeten verbeteren. Het gaat hierbij onder andere om bijsholing van medewerkers van de Bureaus Jeugdzorg.

D O O R : S U Z A N H I L H O R S T ADHD: Niet te genezen, wél te behandelen Over de oorzaak van Attention Defeit Hyperativity Disorder, oftewel ADHD, is weinig bekend. Reent onderzoek wijst op een neurobiologishe stoornis in de hersenen, maar zeker is dat niet. Duidelijk is wel dat veel jonge patiënten een hoop last ondervinden van hun ziekte. Door hun haotishe gedrag roepen zij negatieve reaties op uit hun omgeving waardoor het moeilijk is een positief zelfbeeld te ontwikkelen. Het rapport van de Gezondheidsraad over diagnostiek en behandeling van ADHD stelt dat 2 tot 6 proent van de shoolgaande kinderen ADHD heeft. Vaak gaat de ziekte gepaard met andere stoornissen, zoals leerstoornissen en agressieve gedragsstoornissen. Ids Terpstra, direteur van de landelijke vereniging voor ontwikkelings-, gedrags-, en leerproblemen Balans, komt in zijn werk veel in aanraking met zowel ADHD-patiënten als hun omgeving: Kinderen met ADHD hebben vaker en sterker dan gemiddeld last van aandaht- en onentratieproblemen, impulsiviteit en hyperativiteit. Speifieke stoornis Volgens Terpstra wordt de diagnose ADHD alleen gesteld en behandeld door de kinderarts of de psyhiater. Huisartsen shrijven zelden mediatie voor. Uiteindelijk gaat het om een speifieke stoornis, meent hij. ADHD komt ook voor bij volwassenen. Volgens Terpstra is er dan ook geen sprake van genezing. De ziekte is eerder in goede banen te leiden. Door de juiste therapieën te volgen kunnen de patiënt en zijn omgeving leren met de stoornis om te gaan. Mediatie kan daar bij helpen, maar is niet de enige oplossing. Om de ziekte vast te kunnen stellen, wordt gewerkt met een heklist. Terpstra: Op die lijst staan symptomen die typerend zijn voor het gedrag van een kind met ADHD. Enkele voorbeelden zijn veel praten, snel afgeleid zijn en overdreven spontaniteit. Voor alle kenmerken geldt dat ze behoorlijk grensovershrijdend zijn. Informatie verkegen van ouders en leerkrahten, en bevindingen uit onderzoek van andere deskundigen helpen de speialist om tot een juiste onlusie te komen. Ritalin en Conerta Wanneer ADHD is geonstateerd kunnen er mediijnen worden voorgeshreven. Tot voor kort bestond er alleen Ritalin, een kortwerkend mediijn dat om de vier uur moet worden ingenomen. Het probleem is dat pubers niet mediijngetrouw zijn. Conerta is een nieuw en langwerkend mediijn. Een kind hoeft dan niet ontinu aan zijn pillen te denken, legt Terpstra uit. Vervelend is wel dat Conerta niet, of slehts deels, door de verzekeraars wordt vergoed. De diagnose ADHD is vaak een opluhting voor het hele gezin. Terpstra: Als de oorzaak bekend is, zijn er ook behandelmethodes. Oók op shool kan de diagnose in het voordeel van het kind werken. Als de doent van de stoornis weet, dan kan hij het kind bewust de ruimte geven om te ontladen. Beroepskrahten kunnen op werkdagen bij Balans tereht voor informatie en advies over ADHD: 030-225 50 50. OPINIE Stellen we ADHD niet te snel vast? Volgens nieuwe rihtlijnen van het Trimbosinstituut, mogen huisartsen alleen nog in hoge uitzondering ADHD vaststellen. Huisartsen zouden de stoornis te snel onstateren en lukraak Ritalin voorshrijven. Volgens de gezondheidsraad is het aantal voorgeshreven tabletten Ritalin gestegen van 2,2 miljoen in 1995, naar 22 miljoen in 1999. Dat zou betekenen dat er in vier jaar tijd, tien keer zoveel kinderen rondlopen met ADHD of een andere vorm van hyperativiteit. Is de ziekte niet een pseudoniem geworden voor het probleemgedrag van het kind, dat net iets meer strutuur verlangt? Een peuterleidster heeft problemen met een hyperatief kind. FOTO: DAVID TROOD/BAM Carla de Lathouder Jeugdarts MKD t Kabouterhuis Er worden steeds meer kinderen met ontwikkelingsproblemen herkend, onder andere binnen de kinderopvang en de shool. 1 Tot 3 proent van de kinderen heeft ADHD-ahtig gedrag. Geen wonder dat er in de media veel aandaht aan wordt besteed. Dit heeft tot gevolg dat ouders van een druk, impulsief of ongeonentreerd kind de spreekkamer binnenkomen met de diagnose al in de hand. Maar gedragskenmerken als druk en impulsief kunnen óók voorkomen bij kinderen die opgroeien in situaties waarin onvoldoende strutuur wordt geboden of als het kind niet kan voldoen aan de eisen van de omgeving. ADHD is een diagnose die na een nauwkeurig, multidisiplinair onderzoek wordt gesteld. Het lijkt er steeds meer op dat er een genetishe oorzaak aan ten grondslag ligt. Het kan dus geen verzamelnaam zijn voor alle drukke of strutuurloze kinderen. Dat neemt niet weg dat het lastig kan zijn de diagnose te stellen als een kind opgroeit in een haotishe opvoedingssituatie. Petra Wempe Huisarts bij huisartsenpraktijk Haverkort-Wempe Of de diagnose ADHD te vroeg gesteld wordt, kan ik niet zo zwart-wit zeggen. ADHD is een psyhiatrishe diagnose. Persoonlijk vind ik niet dat ik over de expertise beshik om die diagnose te stellen en ik zal dus ook niet starten met mediatie. Mijn beleidslijn is dat je dat soort zaken moet overlaten aan de speialist. Dat betekent wel dat er bij die speialist of gespeialiseerde instanties geen lange wahttijden mogen zijn. Als huisarts vind ik dat je in dat geval verpliht bent te zoeken naar de juiste hulp voor een patiënt. Mogelijk zullen er inmiddels huisartsen zijn die wél de expertise hebben verworven om een patiënt met ADHD te diagnostieren en te behandelen. Het blijft altijd van belang dat je bij jezelf nagaat of je voldoende van de ziekte afweet vóórdat je er iets mee doet. Anoeska Kloes Groepswerker risisgroep de Papegaaien, Afra Boddaert PPI Bij erg jonge kinderen is het bijna onmogelijk om de ziekte ADHD vast te stellen. Chaotish en druk gedrag kan ook gewoon bij de leeftijd horen. Op de risisgroep komen wel eens kinderen binnen van wie wordt vermoed dat ze ADHD hebben. Wij bieden het dan duidelijke regels en een vast dagritme. Na een paar maanden gaat het in de meeste gevallen al veel beter. Dan blijkt ineens dat het onrustige gedrag te maken had met de risissituatie waarin het kind verkeerde. In zo n geval vind ik dat er net iets te snel aan ADHD gedaht wordt. Natuurlijk kan een kind mét de stoornis ook goed reageren op strutuur, maar het vershil is en blijft dat een ADHD-er zih altijd op een bepaalde manier zal blijven gedragen. Het is eht een ziekte die behandeld moet worden. Bijvoorbeeld door therapie en mediatie. Het kind moet met de ziekte leren omgaan. 4

THEMA. KINDERMISHANDELING Het tekent een kind voor het leven Het leed lijkt steeds minder verborgen. Het aantal meldingen bij de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) nam het afgelopen jaar met 20 proent toe. Toh gaat het om een topje van de ijsberg. Veel partiulieren en beroepskrahten deinzen ervoor terug om een vermoeden van mishandeling te melden. Je geeft niet iemand zo maar aan, zo redeneren ze, en het kan de onderlinge vertrouwensband shaden. Daartegenover staat dat fysieke of geestelijke mishandeling een kind voor het hele leven tekent. En dan hebben we het nog niet eens over de extreme gevallen, zoals de 24-jarige Zaanse vader die afgelopen jaar zijn anderhalf jaar oude zoontje doodsloeg. In oktober start dan ook een landelijke ampagne om partiulieren en beroepskrahten te wijzen op het belang van het melden van kindermishandeling. Dat kan bij het landelijk meldnummer 0900-123 12 30 (10 ent per minuut). FOTO: SAKE RIJPKEMA Pedagoge Margaretha Vergeer: De kern van kindermishandeling is dat het zelfvertrouwen van het kind wordt aangetast. D O O R : M I C H E L VA N D I J K Een onvoorspelbare en onbetrouwbare wereld Kindermishandeling kent meerdere gezihten. Het varieert van slaan tot negeren, van uitshelden tot seksueel misbruik. In alle gevallen lijdt het kind eronder. Dat stelt pedagoge Margaretha Vergeer. Zij is als onderzoekster verbonden aan het SCO-Kohnstamm Instituut van de Universiteit van Amsterdam. Kindermishandeling is meer dan klappen krijgen of seksueel misbruik. Ook psyhishe mishandeling en verwaarlozing noemen we kindermishandeling. Denk aan het uitshelden van het kind of, in geval van verwaarlozing, het ontbreken van aandaht voor het kind. Vergeer ondersheidt lihamelijke mishandeling, lihamelijke verwaarlozing, psyhishe mishandeling, psyhishe verwaarlozing en seksueel misbruik. Alle vijf zijn sleht voor het kind. Je shept daarmee niet de voorwaarden om het kind te laten opgroeien tot een gelukkig en volwaardig mens. Integendeel, de kern van kindermishandeling is dat het zelfvertrouwen van het kind wordt aangetast. Het kind wordt opgevoed met een beeld van een onvoorspelbare en onbetrouwbare wereld. Als je eigen ouders al onbetrouwbaar zijn, dan zal de rest van de wereld dat zeker zijn. Alert Harde ijfers over het aantal mishandelde kinderen zijn er niet. De shattingen liggen tussen de 50.000 en 80.000 gevallen per jaar. Een ruime marge, waaruit blijkt dat het noemen van getallen enigszins natte vingerwerk is. Vergeer: Kindermishandeling is niet een onderwerp waarbij je zomaar het aantal inidenten kunt turven. Als het plaatsvindt, wordt het immers vaak verzwegen. Ook ontbreekt een goede afbakening van wat kindermishandeling is. Rekenen we de pedagogishe tik bijvoorbeeld tot kindermishandeling of vinden we dit toelaatbaar? Daarover vershillen de meningen. Het aantal meldingen bij de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling is wel bekend. De laatste vijf jaar neemt dat aantal toe, van 16.000 nieuwe ontaten in 1998 tot ruim 25.000 nieuwe ontaten vorig jaar. Volgens Vergeer hoeft dit niet te betekenen dat het aantal inidenten toeneemt. Het zou zelfs positief kunnen zijn. Blijkbaar weten mensen de weg naar het meldpunt de laatste jaren makkelijker te vinden. Dat kan wijzen op een meer alerte houding van de omgeving van het kind. Categorish Kinderen uit vershillende leeftijdsgroepen zijn slahtoffer van vershillende vormen van mishandeling. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat de ernst van lihamelijke mishandeling afneemt met het ouder worden van de kinderen, maar het seksueel misbruik toeneemt, vooral bij meisjes. Jongens in de puberteit worden minder vaak fysiek mishandeld. Waarshijnlijk omdat zij dan inmiddels behoorlijk weerbaar zijn. Onderzoek naar het effet van kindermishandeling staat volgens Vergeer nog in de kindershoenen, vooral naar de effeten op langere termijn. Het is ook een omplex terrein. Het maakt bijvoorbeeld veel uit of een kind op jonge leeftijd is mishandeld of dat de mishandeling op latere leeftijd is begonnen. In beide levensfasen spelen andere fatoren een rol. Daardoor kunnen de effeten van de mishandeling op latere leeftijd sterk uiteenlopen. Aandaht voor de levensfase van het kind hoort dus thuis in het onderzoek naar de effeten van de mishandeling. Toh is één ding zeker, stelt Vergeer. Zelfvertrouwen en zelfbeeld van het kind krijgen door de mishandeling een forse knauw. En er zijn effeten op de leerprestaties en op de relaties met leeftijdsgenoten. En al zijn de effeten op latere leeftijd onvoorspelbaar, vast staat dat kindermishandeling shadelijk is. De samenleving moet het dus ategorish afwijzen. Meer informatie over kindermishandeling is te vinden op www.kindermishandeling.info. 5

THEMA. KINDERMISHANDELING D O O R : H A N S VA N D E R J A G T Veel ouders kunnen niet anders Het zijn niet de gemakkelijkste gesprekken die de maatshappelijk werkers van Bureau Jeugdzorg moeten voeren met vaders en moeders die hun problemen op botte en soms hardhandige wijze afreageren op hun kinderen. Een gesprek met werkbegeleider Thilde Derkman. Veel ouders willen wel anders, maar kunnen niet. Thilde Derkman: Als eenmaal het hoge woord eruit is zijn de meeste ouders blij dat ze er eindelijk hardop over kunnen praten. nen worden. Zo niet, dan kunnen wij niets doen. In dat laatste geval kan het een zaak worden voor de Raad voor de Kinderbesherming. Als de situatie zeer ernstig is, kan de rehter besluiten het kind onder toeziht te stellen van een voogdij-instelling. De gesprekken bij Bureau Jeugdzorg zijn bedoeld om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de problemen binnen het gezin en vervolgens vast te stellen welke hulp noodzakelijk is. Vervolgens wijst de zorgtoewijzingsommissie de instantie aan die de uiteindelijke hulp moet gaan bieden. Voor de kinderen kan dat bijvoorbeeld Afra Boddaert PPI of SAC-Amstelstad zijn. De ouders worden, afhankelijk van de problematiek, verwezen naar instellingen als de Jellinek of de gespeialiseerde gezinsverzorging. In alle gevallen blijft Bureau Jeugdzorg nauwlettend volgen hoe de hulpverlening verloopt. Het Bureau treedt op als asemanager : de spin in het web die het hulpverleningstrajet bewaakt. Opmerkelijk genoeg reageren de meeste ouders tamelijk open en sommige zelfs opgeluht als ze worden geonfronteerd met de shade die ze bij hun kinderen hebben aangeriht. Dat is althans de ervaring van Derkman. Zij werkt op een van de regiokantoren van Bureau Jeugdzorg waar maatshappelijk werkers de eerste hulpgesprekken voeren met ouders die door het AMK zijn doorverwezen. Als eenmaal het hoge woord eruit is zijn de meesten blij dat ze er eindelijk hardop over kunnen praten. Dan blijkt dikwijls dat ze zelf ook verandering willen. Vrijwillig Ouders moeten zelf iets aan hun situatie willen veranderen. Het is een belangrijke voorwaarde voor de hulpverlening door Bureau Jeugdzorg, zegt Derkman. Onze hulp is altijd op vrijwillige basis; ouders moeten gemotiveerd zijn voor hulp of op z n minst gemotiveerd kun- FOTO: SAKE RIJPKEMA Verantwoordelijkheid Vaak gaat het goed, zegt Derkman, maar het komt ook regelmatig voor dat ouders het toh niet aankunnen en de afspraken niet nakomen. Vergeet niet dat we vaak te maken hebben met multi-problem gezinnen, verslaafde ouders of mensen met een psyhiatrishe ahtergrond. Ze willen wel anders, maar het lukt hen gewoon niet. Vrijwillige hulpverlening wordt dan alsnog gedwongen hulp nadat de rehter het kind onder toeziht heeft gesteld. We kiezen sowieso altijd voor het kind. Als ouders zelf hun verantwoordelijkheid niet kunnen nemen, doen wij het. Derkman noemt de drie belangrijkste riteria om de Raad voor de Kinderbesherming in te shakelen: er is een levensbedreigende situatie, de ontwikkeling van een kind wordt ernstig bedreigd en het gezag ontbreekt. Als ze alledrie tegelijkertijd aan de orde zijn is het zelfs aanleiding de Raad te vragen nog dezelfde dag atie te ondernemen. Derkman: Als er sigarettenpeuken op een kinderarm worden uitgedrukt, kun je moeilijk een paar weken wahten. Dan moet alles wijken. Bureau Jeugdzorg agglomeratie Amsterdam is te bereiken via het algemene aanmeldnummer 0900-200 30 04 (lokaal tarief). D O O R : S U Z A N N E H I L H O R S T Meldpunt verzoekt beroepskrahten open kaart te spelen Een slahtoffer zal niet snel zelf melding maken van mishandeling. Vaak is het aan de omgeving om problemen te signaleren. Onderwijzers, peuterleidsters en andere professionals kunnen net als partiulieren - met hun vermoedens tereht bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Maar hoe zit het met de anonimiteit en wat gebeurt er met een melding van mishandeling? Volgens het AMK zijn ruim 80.000 kinderen jaarlijks het slahtoffer van mishandeling. In 2001 namen 23.296 mensen ontat op met het AMK. In de meeste gevallen werd er om advies gevraagd, maar er kwamen ook ruim 6000 meldingen binnen. In oktober start het AMK een publieksampagne met als doel het meldpunt meer bekendheid te geven. Nederlanders moeten vaker en sneller ontat opnemen met het AMK als zij denken dat een kind mishandeld wordt. Ook professionals worden bij de ampagne betrokken. Niet alleen om het publiek te informeren, maar ook om duidelijk te maken wat het AMK voor beroepskrahten kan betekenen. Mensen die beroepshalve veel met kinderen werken, bellen het AMK voornamelijk voor advies of onsult. Een advies is eenmalig, een onsult bestaat uit begeleidende gesprekken tussen de beller en het AMK. Is de situatie dusdanig ernstig dat eigen hulp niet genoeg is, dan kan de beroepskraht de mishandeling melden. Na elke onrete melding wordt een onderzoek gestart. Een maatshappelijk werker heeft ontat met de ouders en voert gesprekken met iedereen die met het kind te maken heeft, zoals de huisarts, een doent en het onsultatiebureau. Na het onderzoek besluit de maatshappelijk werker of er sprake is van kindermishandeling. Geen namen Vraagt een professional alleen om advies of onsult, dan worden er geen namen gevraagd van de gezinsleden of de beller. Bij een melding ligt dat anders. Het AMK heeft gemerkt dat een anonieme melding het vertrouwen van de ouders in hun omgeving kan shaden. Daarnaast kunnen professionals, die toh al veel met het gezin te maken hebben, een goede bijdrage leveren aan het onderzoek. Ze kunnen bijvoorbeeld in gesprek gaan met de ouders en de maatshappelijk werker ondersteunen in het onderzoek. Het AMK heeft daarom besloten dat een professional die intensief met het gezin werkt niet anoniem kan blijven. Dit in tegenstelling tot partiulieren. Een beroepskraht zónder hulpverleningsontat, wordt dringend verzoht open kaart te spelen. Voor een advies over, of melding van kindermishandeling kunt u bellen met: 0900-123 12 30. U wordt dan automatish doorgeshakeld naar een AMK in uw eigen regio. Voor een professionele training of voorlihtingsmateriaal kunt u ontat opnemen met de afdeling Voorlihting & Training: 020-314 17 14. 6

THEMA. KINDERMISHANDELING D O O R : C O R I N A D E F E I J T E R Protool biedt houvast bij vermoeden mishandeling Een protool bij kindermishandeling biedt in een aantal stappen wat een professional kan doen als deze vermoedt dat een kind wordt mishandeld. Diverse kinderdagverblijven hanteren inmiddels een dergelijk protool. Waarheidsvinding is onze taak niet en in die valkuil willen we niet trappen. Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) stelde afgelopen voorjaar een protool kindermishandeling op voor iedereen die in de Zaanstreek met kinderen werkt. Imke Odé, leidinggevende in het kinderdagverblijf De Wielewaal in Koog aan de Zaan: Wij hebben meegelezen en ommentaar geleverd op het protool. Nu is het klaar en we hebben afgesproken het in ons kinderdagverblijf te gebruiken. We hadden al een soort protool, waarin stond wat we deden bij een vermoeden van mishandeling, maar dat was lang niet zo uitgebreid als het nieuwe protool. Dat geeft veel meer ahtergrondinformatie, bijvoorbeeld over de signalen die je kunt zien bij een kind. En wat de gevolgen zijn als je melding maakt van kindermishandeling. Het staat allemaal duidelijk op een rij. Ouders Hoe het nieuwe protool uitpakt, moet de praktijk nog uitwijzen. Odé: Ook wij hadden wel eens het gevoel bij een kind dat er iets mis was. In dat geval belde ik met het AMK om de signalen die we zagen te bespreken en na te gaan of het kind mishandeld of misbruikt kon worden. Je doet dat om je vermoeden te heken. Ik denk wel eens dat we te voorzihtig zijn als we vermoeden dat een kind wordt mishandeld. We stellen het lang uit om er iets mee te doen, omdat we zorgvuldig willen zijn. Vooral de stap om met de ouders te gaan praten, vinden we heel moeilijk. Dat is natuurlijk ook eng. We zijn ook bang dat we het bij het verkeerde eind hebben. Dat zou immers heel pijnlijk zijn. De ouders zijn in dit geval ook klanten en dat maakt het extra lastig om een vermoeden van kindermishandeling te bespreken, stelt ze. Je wilt de ouders niet onnodig tegen je in het harnas jagen. Je loopt het risio dat ze hun kind van het kinderdagverblijf halen en dan ben je helemaal de grip kwijt. Dan kan het kind beter hier blijven, maar het is een lastig dilemma. Wat het volgens haar ook extra ingewikkeld maakt, is dat de jonge kinderen in een kinderdagverblijf niet uit zihzelf vertellen dat ze worden mishandeld. Maar als we ons zorgen maken om een kind, dan is het onze pliht om dat intern, maar ook met de ouders te bespreken. Volgens mij is het inziht ook wel veranderd, in die zin dat ook al heb je vage vermoedens, je het toh moet aankaarten. Het protool kan ons daarbij helpen. Een volgende stap zou zijn om leidsters te trainen in gespreksvoering. Dit is nog niet gebeurd, omdat we het protool nu pas gaan invoeren. Kabouterhuis De medewerkers van het MKD t Kabouterhuis in Amsterdam werken eveneens aan een nieuw protool omdat ze het bestaande eerder als een belemmering ervaren dan als hulpmiddel. We vangen signalen op bij een kind, gaan het onderzoeken en voor we het weten zitten we met de vraag: is het waar of niet waar? Maar waarheidsvinding is onze taak niet en in die valkuil willen we als hulpverleningsinstantie niet trappen. Het brengt ons ook in een lastige positie tegenover de ouders. Het kan onze vertrouwens- en behandelrelatie met de ouders shaden. Maar de vraag blijft wel: hoe gaan we verder?, legt behandeloördinator Marijke Zwolshen uit. Daarom werken ze nu aan een bruikbaarder protool. Ouders hebben er reht op om te weten wat wij doen als we bepaalde vermoedens hebben. We willen ook onze medewerkers die servie bieden. Het protool geeft houvast, vervolgt ze. Signaleringsformulier Het is de bedoeling dat de medewerkers voortaan elk signaal vermelden op een signaleringsformulier. Er staan ook plaatjes van een jongen of meisje op waarop bijvoorbeeld blauwe plekken of brandwonden aangetekend kunnen worden. Dat gebeurt heel feitelijk, zonder interpretaties. We verwahten dat dit formulier met deze onrete feiten een hulpmiddel wordt de gesprekken met de ouders. We kunnen ons vermoedens op deze manier beter onderbouwen en een dossier opbouwen, verklaart jeugdarts Carla de Lathouder die aan t Kabouterhuis is verbonden. De artsen hebben vanuit hun beroepsgroep te maken met een meldode waarin hun verantwoordelijkheden staan bij signalering en aanpak van kindermishandeling. Volgens Zwolshen moet een protool helder en onreet zijn. Het nieuwe protool heeft de vorm van een staafdiagram. De diverse stappen worden snel duidelijk. Vermoedens die iemand heeft, wie dan ook, heken we altijd bij ollega s. We wijden er daarna een werkbespreking aan. Zijn er regelmatig signalen, dan Kinderen krijgen te drinken op het kinderdagverblijf De Wielewaal in Koog aan de Zaan. De Wielewaal is een van de Zaanse kinderdagverblijven die werkt met het nieuwe protool kindermishandeling. vindt verder onderzoek plaats. Soms krijgt het geen vervolg of er breekt een periode van verhoogde waakzaamheid aan. We informeren de ouders over alles. Het komt ook voor dat we een kind aanmelden bij het AMK. Deze stap beshouwen we als een verantwoordelijkheid van t Kabouterhuis. Het wordt dan een zaak tussen de ouders en het AMK. Verder onderzoek De ouderbegeleider praat met de ouders. Je beshrijft wat je ziet aan een kind en vraagt hoe dat komt. Als ouders ontkennen, of vreemd reageren, of als de signalen blijven, dan bespreken we met elkaar wat we verder doen, aldus Zwolshen. Lastig is dat het gaat om kinderen tussen de drie en vijf jaar, die in de meeste gevallen een spraak- of taalahterstand hebben. We hebben meer onderzoek en psyhologish testen nodig om onze vermoedens steviger te maken. Zelf doen is lastig, want het shaadt onze relatie met de ouders. Het AMK heeft ook onvoldoende mogelijkheden. We missen in Amsterdam eigenlijk een plek waar we een kind verder kunnen laten onderzoeken. Ik weet dat het op andere plaatsen wel kan. Belangstellenden kunnen het Zaanse protool opvragen via protkm12minzw@zonnet.nl FOTO: SAKE RIJPKEMA 7

T E K S T: W W W. K I N D E R M I S H A N D E L I N G. N L F O T O : M I A D A N G E L O U / D I G I TA L V I S I O N DE CLIENT Huilend ben ik in bed gekropen Ik keek televisie en toen gebeurde het weer. Mama werd heel boos. Ze trok me aan mijn staart overeind. Ruim je shooltas op, shreeuwde ze en ze begon te slaan. Het deed pijn en ik rende naar mijn kamer. Toen ben ik huilend in bed gekropen. Randy huivert. Hij denkt aan die keren dat hij bij zijn oom logeert. Altijd als Randy zih daar omkleedt om naar bed te gaan, komt zijn oom binnen. Hij streelt Randy dan overal. Randy wil dat niet en trekt dan snel zijn pyjama aan. Rustig, zegt zijn oom dan. Straks gaat je pyjama kapot en wil je moeder weten hoe dat komt. En dan moet je liegen, want dit is ons geheim, hè? Ik doe altijd heel erg mijn best: op shool, met sporten en thuis. Maar het is nooit goed wat ik doe. Als we bij handbal gelijk spelen, durf ik haast niet naar huis. Mijn vader wordt dan woedend en sheldt me uit. Hij roept: Je bent lui en je benut je talenten niet.. Halverwege de film werd zijn moeder heel stil en toen ineens kreeg ze het weer... Ze sleurde Tim van de bank en sloeg hem bont en blauw. Ze riep dat Tim egoïstish was omdat hij de bak met nootjes had leeggegeten. Bij mij is er nooit iemand thuis. M n ouders zijn gesheiden. Mijn moeder is altijd maar aan het werk, of bij haar vrienden. Ik moet altijd zelf voor mijn eten zorgen, de was doen en... Zelfs toen ik ziek was, ging mijn moeder s avonds weg. En vandaag ben ik de boodshappen vergeten, dus heb ik morgenohtend weer geen brood. De bovenstaande teksten zijn delen van verhalen van de internetsite www.kindermishandeling.nl. Deze site is gemaakt door NIZW Jeugd/Expertiseentrum Kindermishandeling en biedt kinderen die worden mishandeld hulp en ondersteuning. 8 D O O R : M I C H E L VA N D I J K Ingrid Struikenkamp: Er bestaat geen standaard oplossing Casemanager Ingrid Struikenkamp werkt in het Voordeurteam van Bureau Jeugdzorg aan de Overtoom. Ze inventariseert klahten van mishandeling na een zorgmelding, en zet vervolgens passende hulp op de rails. Lukt dat niet, dan meldt zij dit alsnog voor verder onderzoek bij de Raad. roeger ging een melding van kindermishandeling Vanoniem naar het AMK of rehtstreeks naar de Raad voor de Kinderbesherming. Nu is Bureau Jeugdzorg het voorportaal van de Raad. Dat is niet altijd eenvoudig. Zwaardere zaken blijven daardoor langer hangen in het vrijwillige iruit. Maar ouders krijgen wel de kans om onder begeleiding van de hulpverlening hun verantwoordelijkheid te nemen. En soms valt er een last van ze af. Want alle ouders kennen dezelfde angst: O God, straks pakken ze mijn kind van me af. Ze reageren opgeluht als ik vertel dat wij er voor hen zijn en dat het niet onze bedoeling is om hun kinderen uit huis te plaatsen. Wel bekijken we samen welke hulp ze in de thuissituatie nodig hebben om hun kinderen een veilige en stabiele opvoeding te geven. nen dezelfde angst: O God, straks Ingrid Struikenkamp: Alle ouders ken- pakken ze mijn kind van me af. Eieren De reatie van ouders op een melding kan sterk uiteenlopen. Sommige ouders erkennen het probleem, anderen willen er niets van weten. Toh kiezen de meeste ouders eieren voor hun geld. Sommigen zijn bang voor een doorverwijzing naar de Raad, anderen zijn eht gemotiveerd voor hulp. En sommige ouders werken wel mee, maar begrijpen niet wat het probleem is. Ik had pas geleden een liht verstandelijk gehandiapte moeder in behandeling. Ze wilde heel graag een goede moeder zijn en meewerken aan de hulpverlening, maar ze kon het niet. Ze gaf haar kinderen geen brood en drinken mee naar shool, en was niet op de hoogte van basale opvoedingsvaardigheden. Uiteindelijk hebben we de Raad ingeshakeld, om het uitgezette hulpverleningstrajet te kunnen waarborgen. FOTO: ARJEN VOS Uniek Als asemanager inventariseer ik de klahten en zoek ik naar steunfatoren. Vervolgens spreek ik samen met de ouders een behandeltrajet af. In de meeste gevallen volg ik daarna op afstand de behandeling. Ik onderhoud de ontaten met gezin, shool, huisarts en intensieve thuiszorg. Als het nodig is, doe ik ook huisbezoek. Het mooiste is wanneer we na verloop van tijd zoveel vooruitgang boeken, dat we de asus kunnen afsluiten. Lukt dat niet, dan moet ik overwegen of ik het gezin aanmeld bij de Raad. Voor zulke besluiten kan ik altijd tereht bij ons interollegiaal overleg. Daar beoordelen we of een bepaalde asus nog wel past in de vrijwillige hulpverlening, of dat we moeten melden. We vragen ons bijvoorbeeld af of er sprake is van een levensbedreigende situatie, of dat de ontwikkeling van het kind ernstig wordt bedreigd. Soms is het lastig deze riteria te vertalen naar de praktijk. Er bestaat geen standaard oplossing voor kindermishandeling. Elk gezin is uniek. Dat bepaalt grotendeels het resultaat van onze hulpverlening. DE WERKER