Gemeente Zoersel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Domein Martinus Stedenbouwkundige voorschriften Dossier ZOE137 Opdrachtgevend bestuur: Gemeentebestuur van Zoersel September 2016
Provincie: Gemeente Opdrachtgever: Ontwerper: Dossiergegevens: Antwerpen Zoersel Gemeentebestuur van Zoersel Handelslei 167 2980 Zoersel Tel. : 03/380.13.00 IGEAN dienstverlening Doornaardstraat 60 2160 Wommelgem Tel: 03/350.08.11 Fax: 03/353.34.10 E-mail: ontwerp@igean.be Projectnummer ZOE137 Opgemaakt: 6.02.2014 Aangepast: - 31.10.2014 aan opmerkingen gemeente d.d. 27.06.2014-1.02.2016 aan bespreking gemeente d.d.23.10.2015-21.03.2016 aan opmerkingen gemeente d.d. 21.03.2016-19.05.2016 aan opmerkingen gemeente d.d. 19.05.2016-14.09.2016 aan plenaire vergadering d.d. 2.09.2016 E. Symens Ruimtelijk planner Stedenbouwkundige voorschriften voorontwerp september 2016 1
Inhoud Artikel 0: Algemene bepalingen... 3 0.1. Terminologie... 3 0.2. Algemeen geldende voorschriften... 3 0.2.1. Reliëfwijzigingen... 3 0.2.2. Reclame... 3 0.2.3. Integraal waterbeheer... 3 0.2.4. Verlichting... 4 0.2.5. Platte daken... 4 0.2.6. Nutsvoorzieningen... 4 Artikel 1: Zone voor hotel, feestzaal en conferentiecentrum... 5 1.1. Bestemming... 5 1.2. Inrichting... 5 1.2.1. Bebouwing... 5 1.2.2. Aanleg van de zone... 6 1.2.3. Aanvragen tot stedenbouwkundige vergunningen... 7 Artikel 2: waterloop... 9 2.1. Bestemming... 9 2.2. Inrichting... 9 2.2.1. Toelaatbare werken... 9 2.2.2. Verboden werken... 9 Artikel 3: Openbare wegenis... 11 3.1. Bestemming... 11 3.1.1. Hoofdbestemming... 11 3.1.2. Nevenbestemming... 11 3.2. Inrichting... 11 Stedenbouwkundige voorschriften voorontwerp september 2016 2
Artikel 0: Algemene bepalingen 0.1. Terminologie Voor de toepassing van het hiernavolgende wordt verstaan onder: Afstand tot de zonegrens: de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de zonegrens zoals aangeduid op het plan; Bijgebouw: een gebouw, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw; Bouwlaag: een verdieping boven het maaiveld; Constructie: elk bouwwerk, van hout, steen, beton, metaal of ander bouwmateriaal, dat met de grond verbonden is of erop geplaatst is; Gebouw: een door de mens gemaakte, toegankelijke, overdekte en geheel of gedeeltelijk omsloten ruimte; Kroonlijsthoogte: afstand vanaf het straatniveau (maaiveld) tot aan de bovenkant van de dakgoot; Nokhoogte: afstand vanaf het straatniveau (maaiveld) tot aan het hoogste punt van het gebouw; Terreinbezetting: in procent van de totale zone uitgedrukte oppervlakte van het gebouw aan de grond, inclusief buitenmuren; Zone (of bestemmingszone): grondoppervlakte met eigen stedenbouwkundige voorschriften. 0.2. Algemeen geldende voorschriften 0.2.1. Reliëfwijzigingen Wijzigingen van het reliëf mogen geen invloed hebben op de waterhuishouding en op de natuurlijke loop van het hemelwater van de aanpalende eigendommen. Hoogteverschillen worden op het eigen terrein opgevangen en er wordt steeds aangesloten op het peil van de aanpalende eigendommen. 0.2.2. Reclame Elke publiciteit die storend is voor het landschap of straatbeeld of die de verkeersveiligheid in het gedrang brengt is verboden. 0.2.3. Integraal waterbeheer De gewestelijke verordening voor hemelwater is van kracht. Hemelwater en afvalwater dienen gescheiden afgevoerd te worden. Indien de woning niet is aangesloten op het gemeentelijk rioolnet, moet ze ten minste aangesloten zijn op een septic tank en/of een alternatief waterzuiveringssysteem. Rechtstreekse lozing van het afvalwater in waterlopen is verboden. Stedenbouwkundige voorschriften voorontwerp september 2016 3
0.2.4. Verlichting Verlichting voldoet aan de volgende voorwaarden: de verlichting wordt tot een minimum beperkt; bij het voorzien van verlichting wordt rekening gehouden met de best beschikbare technieken; opwaarts licht wordt vermeden; de hoeveelheid weerkaatst licht wordt tot een minimum beperkt; de verlichting straalt uitsluitend het doelgebied aan. 0.2.5. Platte daken Platte daken, zowel van hoofd- als bijgebouwen, die niet gebruikt worden voor hemelwaterhergebruik of voor de plaatsing van zonnepanelen/zonneboilers kunnen uitgevoerd worden als groendak, als terras of als zwembad. De oppervlakte van de terrassen en zwembaden moet ondergeschikt zijn aan de totale dakoppervlakte 0.2.6. Nutsvoorzieningen Van de bepalingen van de hiernavolgende artikelen en van de aanduidingen op de kaart, kunnen ten opzichte van de bestemmingsvoorschriften afwijkingen worden toegestaan voor de inplanting van kleinschalige openbare gebouwen en voor gebouwen met publieke bestemming (o.a. elektriciteitscabines). Stedenbouwkundige voorschriften voorontwerp september 2016 4
Artikel 1: Zone voor hotel, feestzaal en conferentiecentrum (categorie van gebiedsaanduiding: bedrijvigheid) 1.1. Bestemming Deze zone is bestemd voor een hotel, een feestzaal, een conferentiecentrum en wellnessactiviteiten. Conciërgewoning geïntegreerd in de hoofdbouw is toegestaan. 1.2. Inrichting 1.2.1. Bebouwing De bestemming wordt gerealiseerd volgens een globaal project, eventueel te realiseren in fasen en rekening houdend met de hierna aangegeven bebouwingscoëfficiënten en -voorschriften. Hoofdgebouwen Plaatsing van de gebouwen Maximale terreinbezetting Afmetingen van de gebouwen Welstand van de gebouwen Binnen de op het plan aangegeven bouwzone voor het hoofdgebouw. 65% van de op het plan aangegeven bouwzone De bouwzone mag voor 100 % gebruikt worden voor ondergrondse bouwlagen. bouwhoogte max. 13 m; De bovenste bouwlaag springt terug t.o.v. de onderliggende bouwlagen. een ondergrondse parkeergarage is verplicht op te richten, met min. 150 parkeerplaatsen wanneer meer dan 50% van de bouwzone bebouwd is. Dakvorm Plat dak Materialen Esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen in harmonie met het karakter en het uitzicht van de omgeving. gevels, exclusief ramen: gevelsteen; natuursteen, sierbepleistering, hout en/of andere esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen; dakbedekking: van platte daken: - grind, groendak, tegels voor terrassen Stedenbouwkundige voorschriften voorontwerp september 2016 5
Bijgebouwen Bergingen voor het onderhoud van het park, voor de opslag van materialen en bijgebouwen in functie van activiteiten in het hotel, de feestzaal, het conferentiecentrum en het wellnesscentrum zijn toegestaan. Plaatsing van de gebouwen Maximale terreinbezetting Afmetingen van de gebouwen Welstand van de gebouwen Op 5 meter van de perceelsgrens. Bijgebouwen in functie van activiteiten in het hotel, de feestzaal, het conferentiecentrum en het wellnesscentrum zijn enkel toegestaan in het verlengde van de bouwzone aangeduid op het grafisch plan. max. 200m² Kroonlijsthoogte: max 3,5 m Dakvorm Plat of schuin dak met nokhoogte van max. 5 m Materialen Esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen in harmonie met het karakter en het uitzicht van de omgeving. dakbedekking: grind, groendak, pannen en riet 1.2.2. Aanleg van de zone Interne wegenis en parkeerplaatsen 1. Zone ten noorden en ten oosten van de op plan aangeduide bouwzone: Maximum 70% van deze zone mag verhard worden. De zones mogen verhard worden om toegang te geven tot de gebouwen, voor brandwegen en om parkeerplaatsen te voorzien. Deze wegenis wordt aangelegd als woonerf en kan zowel een privaat als publiek karakter hebben. De parkeerplaatsen moeten geïntegreerd worden in een groen kader. 2. Zone ten zuiden en ten westen van de op plan aangeduide bouwzone: Maximum 10% van deze zone mag verhard worden. De bouwzone mag buiten de bebouwing verhard worden in functie van toegangen tot het gebouw, terrassen en paden. Naar de achterliggende overloopparking kan een ontsluitingsweg voor autoverkeer aangelegd worden, mits landschappelijke inpassing De oppervlakte van deze wegenis is niet vervat in de 10% van de zone die verhard mag worden. Verhardingen zijn uit te voeren in: ofwel waterdoorlatende materialen; ofwel in niet-waterdoorlatende materialen waarbij het hemelwater infiltreert naast de verharding of afloopt in een wadi of afloopt naar een beek/gracht/vijver of ondergronds infiltratiebekken. De toegangs-, evacuatie- en andere wegen waar voetgangersverkeer op verwacht kan worden, worden voldoende verhard. Dit mag evenwel gebeuren met natuurlijke materialen die echter de toegankelijkheid voor personen met verminderde mobiliteit waarborgen. Stedenbouwkundige voorschriften voorontwerp september 2016 6
Overloopparking Op het grafisch plan is een overloopparking aangeduid in overdruk. Deze zone kan tijdelijk gebruikt worden als overloopparking onder volgende voorwaarden: de overloopparking staat in functie van de feestzaal en het conferentiecentrum Het terrein mag maximaal 40 dagen per jaar gebruikt worden als overloopparking tijdelijke constructies die noodzakelijk zijn voor het goed functioneren van de parkeerzone zijn toegelaten (aanduiding van opdeling in parkeervakken, voorzieningen in functie van verkeersveiligheid ); onder 3000 m² mag onder de teelaarde en het gras een fundering aangebracht worden om de stabiliteit van het terrein voor het parkeren van voertuigen te waarborgen. Geluidsintensieve activiteiten zijn hier verboden Landschappelijke inpassing van de overloopparking Groenaanleg en afsluitingen Het niet-verharde en niet-bebouwde gedeelte van de zone dient als open en groene ruimte te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Waardevolle hoogstammige bomen worden zoveel mogelijk behouden. De aanleg van de groene ruimte omvat o.a. alle tuininrichtingen, zoals een (zwem)vijver. Langs de perceelsgrenzen van de aan het plangebied van dit RUP aangrenzende woningen is een dicht groenscherm aan te planten met een breedte van min. 4 m. De aanleg van dit groenscherm dient op zodanige manier te gebeuren dat de visuele afscherming het hele jaar door gegarandeerd blijft. Minimaal 50% van de beplanting moet groenblijvend zijn in de winter. De aanleg van beplante taluds, met een hoogte van max. 1,5 m tegen de perceelgrenzen met de omliggende woningen is ook toegelaten. De voet van de talud sluit qua hoogte aan op het peil van de aanpalende eigendommen. Erfscheidingen zijn enkel toegelaten onder de vorm van hagen in streekeigen beplanting of metalen draadafsluitingen. 1.2.3. Aanvragen tot stedenbouwkundige vergunningen Bij de beoordeling van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunningen zal rekening gehouden worden met de volgende aspecten: ontsluiting voor verschillende soorten verkeer; groenbuffering naar de omgeving situering van aan te leggen verhardingen (voetwegen, parkeerplaatsen ), met aanduiding van het type verharding; elementen van de aanvraag met betrekking tot duurzaam materiaal-, energie- en watergebruik; maatregelen met betrekking tot geluidsisolatie van het gebouw maatregelen met betrekking tot de afvoer van het hemelwater, waarbij gestreefd wordt naar (in volgorde): maximaal hergebruik van hemelwater; buffering op het terrein van overvloedig hemelwater; afvoer naar een waterloop, gracht of vijver. Het aanbod aan parkeerplaatsen op eigen terrein en bereikbaarheid vanuit de omgeving Stedenbouwkundige voorschriften voorontwerp september 2016 7
Inpassing van de bebouwing en inrichting van het plangebied in de bestaande landschappelijke structuur Stedenbouwkundige voorschriften voorontwerp september 2016 8
Artikel 2: waterloop (categorie van gebiedsaanduiding: lijninfrastructuur) 2.1. Bestemming De bestemming waterloop is bedoeld voor het vasthouden, bergen en afvoeren van het water en voor het behoud van de waterlopen met inbegrip van hun natuurlijke waarden. Langs beide zijden van de waterloop wordt een strook van 5 meter, landinwaarts gemeten van de kruin van de waterloop, vrijgehouden van bebouwing en constructies en gereserveerd voor het ruimen van de waterloop. Afsluitingen en afrasteringen langsheen waterlopen bevinden zich op 0,75 tot 1 meter landinwaarts gemeten vanaf de kruin van de oever van de waterloop, bestaan uit draadafsluitingen van maximum 1,5 m hoogte en zijn zodanig opgesteld dat ze geen belemmering vormen voor de gewone ruimings-, onderhouds- en herstellingswerken aan de waterloop. In deze strook van 5 meter mogen geen ophogingen worden uitgevoerd, worden nietfunctionele verharde oppervlakten vermeden, dient bij verharding maximaal gebruik gemaakt van waterdoorlatende materialen en zijn leidingen en verhardingen bestand tegen het overrijden van machines. Aanplanting van loofbomen langs een waterloop gebeurt ofwel op een plantafstand van minimaal 5 meter landinwaarts vanaf de kruin van de waterloop, ofwel op een plantafstand van 0,75 meter landinwaarts gemeten vanaf de kruin van de waterloop met een afstand tussen de bomen van minimum 10 m zodat de bereikbaarheid van de waterloop met de machine verzekerd blijft. 2.2. Inrichting 2.2.1. Toelaatbare werken Zijn toelaatbaar, op voorwaarde dat een stedenbouwkundige vergunning wordt bekomen: - het plaatselijk overwelven van waterlopen door bruggen en soortgelijke constructies; - het aanbrengen van constructies met het oog op het regelen van de waterstand; deze constructies mogen niet leiden tot de vorming van een vismigratieknelpunt - alle oeververstevigingswerken; ze dienen met natuurlijk en ecologisch verantwoorde materialen te gebeuren; bij voorkeur door beplanting met inheemse grondvasthoudende oevervegetatie; - het uitdiepen van de waterlopen; afgravingen van de oevers in functie van de waterhuishouding en bijhorende waterberging. 2.2.2. Verboden werken Volgende werken zijn niet toegelaten omdat zij niet verzoenbaar zijn met het karakter, de waardevolle kenmerken, de bestemming en het gebruik van de waterlopen : - het rechttrekken of inbuizen van de waterlopen; - het wegnemen of vernietigen van de natuurlijke water- en oevervegetatie; tenzij uit beheersdoeleinden of indien dit de loop van het water zodanig belemmert dat er overstroming dreigt; - het aanbrengen van om het even welke vorm van publiciteit; Stedenbouwkundige voorschriften voorontwerp september 2016 9
- het aanleggen van boven- en ondergrondse nutsleidingen en bijhorende installaties; - het plaatsen van verplaatsbare inrichtingen; - het achterlaten of opslaan van om het even welke producten of materialen. Stedenbouwkundige voorschriften voorontwerp september 2016 10
Artikel 3: Openbare wegenis (categorie van gebiedsaanduiding: lijninfrastructuur) 3.1. Bestemming 3.1.1. Hoofdbestemming Openbare wegenis. 3.1.2. Nevenbestemming - groenelementen; - parkeervoorzieningen; - constructies, bouwwerken en technische infrastructuur die noodzakelijk zijn voor de inrichting, de veiligheid en het beheer van het openbaar domein.. 3.2. Inrichting Binnen deze zone worden geen andere gebouwen, bijgebouwen of bouwwerken toegelaten dan deze die hierboven worden vermeld. Er dient aandacht besteed te worden aan het behoud en versterken van het groene karakter van de wegenis. De openbare parking langs de Watermolenstraat/Sniederspad is van het noordelijk gelegen bos af te schermen met een haag. Stedenbouwkundige voorschriften voorontwerp september 2016 11
Bijlage: lijst met streekeigen bomen en struiksoorten in Vlaanderen Wetenschappelijke naam Acer pseudoplatanus Fagus sylvatica Fraxinus excelsior Pinus sylvestris Prunus avium Quercus robur Alnus glutinosa Betula pendula Betula pubescens Carpinus betulus Cornus sanguinea Corylus avellana Crataegus monogyna Populus canescens Populus tremula Prunus spinosa Rhamnus frangula Sambucus nigra Sorbus aucuparia Tilia cordata Viburnum opulus Ilex aquifolium Nederlandse naam Gewone esdoorn* Beuk Gewone es Grove den Zoete kers Zomereik Zwarte els Ruwe berk Zachte berk Haagbeuk Rode kornoelje Hazelaar Eénstijlige meidoorn Grauwe abeel Ratelpopulier Sleedoorn Sporkehout Gewone vlier* Wilde lijsterbes Winterlinde Gelderse roos * soort wordt beter niet aangeplant (snelle spontane vestiging) Hulst Inheemse boom- en struiksoorten met beperkt verspreidingsgebied in Vlaanderen. Aanplanting slechts aan te raden na advies van afdeling Bos & Groen. Acer campestre Berberis vulgaris Cornus mas Crataegus sp., behalve monogyna Euonymus europaeus Hippophae rhamnoides Juniperus communis Ligustrum vulgare Malus sylvestris spp. Sylvestris Mespilus germanica Myrica gale Prunus padus Populus nigra Rhamnus cathartica Ribes sp Rosa sp Salix sp Sambucus racemosa Sarothamnus scoparius Spaanse aak Zuurbes Gele kornoelje Meidoorn Wilde kardinaalsmuts Duindoorn Jeneverbes Wilde liguster Wilde appel Mispel Wilde gagel Vogelkers Zwarte populier Wegedoorn Wilgen Trosvlier Brem Stedenbouwkundige voorschriften voorontwerp september 2016 12
Taxus baccata Ulex europaeus Ulmus glabra Ulmus laevis Ulmus minor Quercus petraea Tilia platyphyllos Taxus Gaspeldoorn Ruwe iep Steeliep Gladde iep Wintereik Zomerlinde Stedenbouwkundige voorschriften voorontwerp september 2016 13
Voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad van Zoersel in zitting van Bij bevel De secretaris De voorzitter Ivo Van den Bulck Griet Decock --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Het College van Burgemeester en Schepenen bevestigt dat onderhavig plan op het gemeentehuis ter inzage van het publiek is geweest tijdens het openbaar onderzoek van tot Namens het College Bij bevel De secretaris De burgemeester Ivo Van den Bulck Liesbeth Verstreken --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Definitief vastgesteld door de gemeenteraad van Zoersel in zitting van Bij bevel De secretaris Ivo Van den Bulck De voorzitter Griet Decock --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Stedenbouwkundige voorschriften voorontwerp september 2016 14