Bijlage 1: Tarieven en nadere voorwaarden In aanvulling op de bepalingen uit artikel 3 lid 1 en lid 2 van deze overeenkomst en de vigerende NZa-beleidsregels en prestatiebeschikking komen de Zorgaanbieder en de Zorgverzekeraar met betrekking tot tarieven en nadere voorwaarden het volgende overeen: Prestatie 1: Terhandstelling van een UR Geneesmiddel Voor de prestatie terhandstelling van een UR-geneesmiddel mag de Zorgaanbieder de volgende kosten bij de Zorgverzekeraar declareren: Tabel: Prestatie 1: Terhandstelling van een UR geneesmiddel Basisprestatie 1.1 Standaarduitgifte 1.2a Weekuitgifte (aflevering per week) 1.2b Weekuitgifte (aflevering per 2 weken) 1.2c Weekuitgifte (aflevering per 3 weken) Aanvullende prestatie 1.3 Eerste uitgifte 1.4 ANZ-recept 1.5 Reguliere magistrale bereiding 1.6 Bijzondere magistrale bereiding 1.7 Dienstverlening thuis Het tarief dat de zorgaanbieder bij de zorgverzekeraar mag declareren kan bestaan uit een basisprestatie in combinatie met een aanvullende prestatie. Het tarief dat gedeclareerd mag worden is dan de optelsom van het tarief van de basisprestatie en de aanvullende prestaties. De prestatie 1 Terhandstelling mag ook gedeclareerd worden indien de activiteiten zoals vermeld in de Prestatiebeschrijvingen farmaceutische zorg (Beleidsregel BR/CU-5046) onder de standaardterhandstelling (punt 1 t/m 4) zijn uitgevoerd, maar weloverwogen niet heeft geleid tot het ter hand stellen van het voorgeschreven UR geneesmiddel dan wel het vervangen door een ander geneesmiddel. Bij de declaratie legt de zorgaanbieder de voorschrijver vast en het oorspronkelijk voorgeschreven geneesmiddel. Prestatie 1 bij niet ter hand stellen geneesmiddel 70000 materiaalkosten) 70014 materiaalkosten) thuis 70015 materiaalkosten) ANZ 70016 materiaalkosten) ANZ/thuis Aanvullende voorwaarden bij Weekterhandstelling 1. De basisprestaties1.2a-b-c zijn bij de Zorgverzekeraar niet declarabel i.c.m. aanvullende prestaties 1.3, 1.4, 1.5 en 1.6. 2. De zorgaanbieder legt de volgende gegevens schriftelijk vast: a. Reden medische noodzaak starten weekdosering; b. Accordering voorschrijver en patiënt voor keuze weekdoseersysteem; 1
c. Welk weekdoseersysteem gebruikt wordt; d. Met welke frequentie het weekdoseersysteem ter hand wordt gesteld. 3. De frequentie waarmee de prestatie gedeclareerd mag worden is afhankelijk van de frequentie waarmee de geneesmiddelen afgeleverd worden. Er worden 3 situaties onderscheiden: 1.2a Weekuitgifte (aflevering per week) Weekuitgifte (aflevering per 2 1.2b weken) Weekuitgifte (aflevering per 3 1.2c weken of langer) 1 maal de 1,5 maal de 2 maal de Aanvullende voorwaarde bij ANZ-recept Het ANZ tarief mag slechts in rekening gebracht worden indien het recept wordt aangeboden en afgehandeld in het kader van spoedeisende zorg. Prestatie 2: Instructie patiënt UR-geneesmiddel -gerelateerd hulpmiddel: Voor de prestatie 2 Instructie patiënt UR-geneesmiddel gerelateerd hulpmiddel mag de Zorgaanbieder bij de Zorgverzekeraar voor een inhalatie instructie of een injectie instructie conform onderstaande tabel declareren. Prestatie 2 70001 gerelateerd hulpmiddel 70017 gerelateerd hulpmiddel thuis 70018 gerelateerd hulpmiddel ANZ 70019 gerelateerd hulpmiddel thuis/anz Aanvullende voorwaarden Instructie: De inhalatie instructie respectievelijk de injectie instructie worden maximaal één maal per jaar per verzekerde vergoed. Prestatie 3: Medicatiebeoordeling chronisch UR-geneesmiddelen gebruik: Het in samenspraak met de betreffende patiënt en betrokken zorgaanbieder(s) periodiek evalueren van de farmacotherapie van individuele (veelal oudere) patiënten die chronisch URgeneesmiddelen gebruiken. Deze prestatie kan enkel worden gedeclareerd indien er een medische of farmaceutische noodzaak bestaat. Als de zorg al onder terhandstelling geleverd is of geleverd dient te worden valt deze zorg niet onder deze prestatie. Algemene voorwaarden - De medicatiebeoordeling is in samenspraak met de betreffende patiënt en behandelend arts. Zij dienen op voorhand hun medewerking toe te zeggen; - Voorafgaand aan de beoordeling wordt met de patiënt zijn gehele medicijngebruik doorgenomen, inclusief zelfzorgmedicatie, en worden individuele wensen van de patiënt geïnventariseerd; - Voorafgaand aan de beoordeling vraagt apotheker bij behandeld arts alle benodigde gegevens over patiënt op die relevant zijn voor de beoordeling; 2
- De medicatiebeoordeling wordt uitgevoerd volgens de KNMP-richtlijn medicatiebeoordeling; - De apotheker neemt de resultaten door met de behandelend arts inclusief de wensen van de patiënt. Samen met de behandelend arts stelt apotheker een behandelplan op en voert dit door. Tevens stellen zij het individuele doel van het behandelplan voor deze patiënt vast; - Na zes maanden vindt een evaluatie op basis van het eerder vastgestelde doel plaats met patiënt en betrokken zorgverleners. - Indien verzekerde in het ziekenhuis is opgenomen, of wanneer aannemelijk is dat verzekerde binnen enkele weken opgenomen zal worden, vergoedt VGZ de prestatie niet. Patiënten selectie - De patiënt is 65 jaar of ouder - Er is sprake van chronisch gebruik van 5 of meer geneesmiddelen, waarbij minimaal één van de middelen onder ATC-codes: o A spijsverteringsstelsel / metabolisme o B bloed en bloedvormende organen o C cardiovasculair systeem o R ademhalingssysteem Voorwaarden voor declaratie 1. De patiënt verleent vooraf toestemming voor de uit te voeren medicatiebeoordeling; 2. Het vastleggen van het concrete en meetbare doel van de medicatiebeoordeling; 3. Het houden van een geprotocolleerde evaluatie op basis van medische informatie (de indicatie(s) waarvoor de geneesmiddelen zijn voorgeschreven en de relevante klinische waarden van de patiënt), farmaceutische informatie en gebruiksinformatie met behulp van behandelrichtlijnen, wetenschappelijke publicaties en FT(T)O afspraken; 4. Het afstemmen van individuele behoeften van de patiënt en betrokken zorgaanbieder(s); 5. Het delen van de eindconclusie met betrokken patiënt en betrokken zorgaanbieder(s); 6. Het effectueren van de eindconclusie van de medicatiebeoordeling; 7. Het evalueren van het effect van de medicatiebeoordeling op basis van het eerder vastgelegde doel ervan; 8. Het vastleggen van de medicatiebeoordeling en de evaluatie in het digitale patiëntendossier; 9. De medicatiebeoordelingen zullen opgenomen zijn in het jaarplan van de apotheek; 10. De medicatiebeoordelingen zullen geëvalueerd worden in het jaarverslag van de apotheek; 11. De prestatie wordt maximaal één maal per jaar per verzekerde gedeclareerd. 12. Indien met u aanvullende afspraken zijn gemaakt door VGZ voor 2013 aangaande medicatiebeoordelingen, dan komt u niet in aanmerking voor losse vergoeding van prestatie 3 tenzij vastgelegd als aanvulling op de zorgovereenkomst. VGZ behoudt zich het recht voor om controle uit te voeren op de naleving van bovenstaande voorwaarden. Vergoeding: Voor de prestatie 3 Medicatiebeoordeling chronisch UR-geneesmiddelengebruik mag de Zorgaanbieder bij de Zorgverzekeraar conform onderstaande tabel declareren. Prestatie 3 Medicatiebeoordeling chronisch URgeneesmiddelengebruik 70002 Medicatiebeoordeling chronisch URgeneesmiddelengebruik 70003 thuis 3
Vergoeding materiaalkosten (ad. Artikel 3 lid 2 overeenkomst farmaceutische zorg) 1. De vergoeding voor de inkoopkosten van het ter hand gestelde UR-geneesmiddel bedraagt de Apotheekinkoopprijs conform de G-standaard (uitgegeven door Z-Index B.V. ) van de betreffende maand verminderd met een clawback van x% met een maximum van 6.80 per keer dat de vergoeding onder ad. Artikel 3 lid 2 in rekening wordt gebracht. Voor de door de Zorgverzekeraar aangewezen preferente geneesmiddelen hoeft de zorgaanbieder geen clawback in mindering te brengen. 2. De Apotheekinkoopprijs bedraagt niet meer dan de prijs die voortkomt uit de WGP. 3. Voor geneesmiddelen waarbij de Apotheekinkoopprijs lager is dan de prijs die voortkomt uit de WGP en/of lager is dan de GVS limiet of geneesmiddelen zonder WGP en/of GVS-limiet geldt het volgende: Indien gedurende de looptijd van deze overeenkomst de apotheekinkoopprijs van de afleverdatum ten opzichte van de apotheekinkoopprijs van oktober 2012 stijgt, zullen indien deze prijsstijging daartoe aanleiding geeft, de Zorgverzekeraar en Zorgaanbieder met elkaar in overleg treden. Het overleg dient erop gericht te zijn om gezamenlijk op te treden richting de fabrikant van het betreffende geneesmiddel met als doel de prijs te verlagen. Indien de zorgaanbieder hier geen medewerking aan verleent behoudt de zorgverzekeraar zich het recht voor om met inachtneming van een termijn van minimaal één maand - maximaal de apotheekinkoopprijs van oktober 2012 te vergoeden voor een concreet als zodanig aangewezen middel. 4. De Apotheekinkoopprijs mag niet meer bedragen dan de prijs in de G-standaard van de maand waarin het product ter hand wordt gesteld. De prijs die de Zorgverzekeraar aan de Zorgaanbieder betaalt, bedraagt in geen geval meer de prijs van het laagst geprijsde geneesmiddel in het betreffende PRK-cluster, met een bandbreedte van 5% ten opzichte van die prijs. De Apotheekinkoopprijs bedraagt niet meer dan de prijs die voortkomt uit de WGP. Incidentele afwijkingen van declaraties met een bedrag van 0,05 per regel of minder zullen behoudens in geval van misbruik niet door de Zorgverzekeraar worden gecorrigeerd. 5. Epoprostenol wordt slechts afgeleverd na voorafgaande toestemming door de Zorgverzekeraar. De Zorgaanbieder ontvangt slechts een vergoeding voor de dienstverlening door de zorgaanbieder als bedoeld onder artikel 3 lid 1 sub 1 van de overeenkomst. 6. Indien de Zorgaanbieder een generiek geneesmiddel of een parallel geïmporteerd geneesmiddel aflevert, dan declareert hij, onverminderd hetgeen elders in de overeenkomst farmaceutische zorg is vastgelegd, nooit meer dan de prijs van het overeenkomstige Nederlandse spécialité. Overige bepalingen Naast de bovenstaande bepaling met betrekking tot de te declareren tarieven geldt het volgende. De Zorgaanbieder mag alleen de opslagen voor magistrale bereidingen declareren indien deze bereidingen niet door grootbereiders worden aangeboden. Indien een geneesmiddel wordt afgeleverd, bereid door de grootbereider, dan declareert de Zorgaanbieder ten hoogste de relevante opslag conform basisprestatie 1.1 of 1.2 eventueel vermeerderd met de van toepassing zijnde aanvullende prestatie 1.3 en/of 1.4 alsmede de Apotheekinkoopprijs conform de G-Standaard. Deze apotheekinkoopprijs mag niet hoger zijn dan de som van de kosten voor grondstoffen en/of halffabricaten vermeerderd met hetgeen conform prestatie 1.5 of 1.6 zou zijn gedeclareerd indien deze van toepassing zouden zijn conform het bepaalde in dit artikel onder artikel 3 lid 2. Voor niet recept plichtige geneesmiddelen (ook wel zelfzorggeneesmiddelen) declareert de Zorgaanbieder de Apotheekinkoopprijs conform de G-standaard 4
(uitgegeven door Z-Index B.V.) van de betreffende maand, vermeerderd met een opslag van 15% alsmede met het toepasselijke BTW tarief. De Zorgverzekeraar vergoedt in alle gevallen ten hoogste het door de Zorgaanbieder gedeclareerde bedrag. Voor hulpmiddelen voor anticonceptionele doeleinden (pessaria en koperhoudende spiraaltjes) geldt als maximum prijs de Apotheekinkoopprijs vermeerderd met 5%. Voor akkoord; Naam Zorgaanbieder: AGB (praktijk)code: De zorgaanbieder, 5