De knie. Knie aandoeningen. Arthoscopie van de knie. Totale knieprothese. Revalidatie (totale) knieprothese. Revalidatie arthroscopische meniscectomie



Vergelijkbare documenten
Knieaandoeningen. Chirurgie. Beter voor elkaar

Knieaandoening. Chirurgie

AANDOENINGEN VAN DE KNIE

Gebroken bot (fractuur): Er kan een breuk ontstaan in de uiteinden van het boven- of onderbeen, of de knieschijf kan gebroken zijn.

AANDOENINGEN VAN DE KNIE

ARTHROSCOPIE VAN DE KNIE

Artroscopie, diagnose en behandeling van knieproblemen

ARTHROSCOPIE VAN DE KNIE. Dr. Ameloot Ivan - Dr. Kegels Lore Dr. Van Asch Yves - Dr. Veldeman Guy

Voorste kruisband reconstructie

Voorste kruisbandreconstructie

Voorste kruisband reconstructie Het plaatsen van een nieuwe kruisband (donorpees)

Kijkoperatie in een gewricht Arthroscopie

Reconstructie van de voorste kruisband

Orthopedie VOORSTE KRUISBAND RECONSTRUCTIE

Kijkoperatie van de knie

ARTHROSCOPIE VAN DE KNIE. Dr. Ameloot Ivan - Dr. Kegels Lore Dr. Van Asch Yves - Dr. Veldeman Guy

KIJKOPERATIE IN EEN GEWRICHT ARTROSCOPIE

Voorste kruisband reconstructie

Arthroscopie (een kijkoperatie in een gewricht)

KIJKOPERATIE IN EEN GEWRICHT ARTROSCOPIE- DOOR ORTHOPEDIE

Voorste kruisbandreconstructie

Orthopedie. Artrotische knie / correctie kniestand. Afdeling: Onderwerp:

Voorste kruisbandreconstructie

Maatschap Orthopedie. Voorste kruisband reconstructie

Totale knieprothese polikliniekversie Orthopedie

PATIËNTENINFORMATIE. KIJKOPERATIE IN EEN GEWRICHT Artroscopie

Chirurgie. Kijkoperatie in een gewricht. (Arthroscopie)

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. De totale knieprothese

Kijkoperatie knie bij kinderen/jongeren

Arthroscopie (kijkoperatie) van het kniegewricht

SF Z. Arthroscopie van de knie. Dr. Ameloot Ivan Dr. Van Asch Yves Dr. Veldeman Guy SINT-FRANCISKUSZIEKENHUIS

Voorste kruisband hechten

KIJKOPERATIE VAN DE KNIE

De kijkoperatie. (Artroscopie)

Arthroscopie (kijkoperatie) van de knie Diagnose en behandeling van kniegewrichtproblemen

Arthroscopie van de knie

Voorste kruisband reconstructie

Arthroscopie (kijkoperatie) van de knie Diagnose en behandeling van kniegewrichtproblemen

Kijkoperatie van de knie: artroscopie van de knie

KIJKOPERATIE VAN DE KNIE. (arthroscopie bij gewrichtsproblemen)

Kijkoperatie van de knie

Orthopedie. Enkelprothese

De Totale Knieprothese

Voorste kruisband reconstructie

Orthopedie. Voorste kruisband

Patiënteninformatie. Arthroscopie knie. (kijkoperatie in de knie) In één dag veilig een kijkoperatie ondergaan terTER_

Arthroscopie: diagnose en behandeling van gewrichtsproblemen

Arthroscopie van de knie

Week van de Orthopedie

Het leven zoals het is.. Van leven met een versleten knie tot leven met een kunstknie

Het is belangrijk dat U beseft dat deze problemen zich kunnen voordoen onafhankelijk van de chirurg of het ziekenhuis waar U zich laat opereren.

Kijkoperatie van de knie

Tips na een arthroscopie van de knie bij meniscusletsel

De totale knieprothese

Voorste kruisband reconstructie. Orthopedie

Afdeling: Orthopedie. Onderwerp: Arthroscopie

Voorste kruisband reconstructie

KIJKOPERATIE VAN DE KNIE

Orthopedie. Tibiakop osteotomie / correctie van de beenstand

Orthopedie. Voorste kruisband plastiek

Correctie van de kniestand. (artrotische knie)

Arthroscopie van de knie

STABILISERENDE OPERATIE VAN DE KNIESCHIJF BIJ VOORSTE KNIE PIJN EN INSTABILITEIT

Arthroscopie van de knie

Standscorrectie van de artrotische knie

Revalidatie nieuwe knie operatie

PATIËNTENFOLDER Orthopedie Meniscusletsel

Gescheurde voorste kruisband

INFOBROCHURE KNIE- EN HEUPARTROSE

Arthroscopie. Orthopedie. Beter voor elkaar

Een artroscopische ingreep heeft een aantal voordelen ten opzichte van een open operatie:

Knieoperatie voorste kruisband

Schouderprothese. De schouder

OEFENTHERAPIE NA ARTROSCOPIE VAN DE KNIE

PATIËNTENFOLDER ORTHOPEDIE

Auteur: Dr. C.J.M. van Loon

Voorbereiding vóór de operatie De dag van de operatie

Arthroscopie (kijkoperatie) van de knie

Valgiserende tibiakop osteotomie. Poli Orthopedie

Standscorrectie van de versleten knie

Orthopedie ARTROSCOPIE (KIJKOPERATIE) VAN DE KNIE

Voorste kruisbandplastiek

Wat is artrose? Hoe ontstaat artrose? Klachten Diagnostiek Behandeling Adviezen Medicijnen Operaties...

De Schouder. Schouderartroscopie en de rotator-cuff. Artrose en breuken. Eenmalige of recidiverende luxatie. Schouder artroscopie.

Patellofemorale prothese

Standscorrectie knie. Tibiakoposteotomie. Orthopedie

Informatie. Voorste kruisbandreconstructie

Heup- en kniepathologie: 1ste lijnsaanpak. Dr Mike Tengrootenhuysen

Verdraaiing (distorsie) van de knie

Vervangen buiten- of binnenband of achterste kruisband van de knie. Laterale/ mediale bandreconstructie of achterste kruisbandreconstructie

Knieblessure Anatomie van de knie meniscus kruisbanden

Arthroscopie. diagnose en behandeling van gewrichtsproblemen. Wat is een arthroscopie?

Voorste kruisband reconstructie

Patiënteninformatie. Arthroscopie knie. (kijkoperatie in de knie) In één dag veilig een kijkoperatie ondergaan

Totale knieprothese Vervanging van het kniegewricht Intensief oefenprogrammabehandeling volgens Rapid Recovery

Arthroscopie: diagnose en behandeling van gewrichtsproblemen. Wat is een arthroscopie? Welke verdoving wordt toegepast?

Welk letsel kunt u opgelopen hebben?

Correctie stand onderbeen

De totale heupprothese

Voorste kruisbandreconstructie

Transcriptie:

De knie Knie aandoeningen Arthoscopie van de knie Totale knieprothese Revalidatie (totale) knieprothese Revalidatie arthroscopische meniscectomie Mozaïekplastie Unicondylaire hemi-knieprothese Voorste kruisband reconstructie Instructies na een knie scopie Pagina 1 van 42

Knie aandoeningen Knie aandoeningen komen frequent voor in de orthopedische praktijk. Wij willen U hierbij een overzicht geven van de klachten en de oorzaken van de meest voorkomende knie aandoeningen en de meest gebruikelijke behandelingen. Om te bepalen welke letsels iemand precies heeft in de knie zijn vaak verschillende onderzoeken nodig. Uw arts zal samen met U overlopen welke onderzoeken voor U dienen te gebeuren. De gezonde knie Letsels ter hoogte van de knie Onderzoeksmethoden Arthroscopie of kijkoperatie Meniscusletsel Kraakbeenletsels Chondromalacie Voorste kruisbandruptuur Voorste kruisbandreconstructie Top Pagina 2 van 42

De gezonde knie In het kniegewricht bewegen tov. mekaar het bovenbeen, het onderbeen en de knieschijf. Het uiteinde van het bovenbeen is bolvormig, het onderbeen bestaat eerder uit een plat draagvlak. Beide uiteinden passen dus niet precies in mekaar. Om de knie toch zonder problemen te laten bewegen zijn de beide menisci noodzakelijk. Er zijn twee menisci in de knie, een meniscus aan de binnenkant en een meniscus aan de buitenkant van de knie, beiden in de vorm van een halve maan. Zij vormen een soort kraakbeenschokdemper en zorgen ervoor dat boven- en onderbeen goed om mekaar kunnen bewegen. Zij zijn ook belangrijk voor de stabiliteit van het kniegewricht. De beide menisci zitten vast aan het bot van het onderbeen en aan het gewrichtskapsel. De binnenkant van het kniegewricht is voor een deel bekleed met slijmvlies (de synovia). Deze synovia produceert het synoviale vocht, dit is een soort olieachtige substantie waarin voedingsstoffen zitten voor het kraakbeen, het dient ook als smeermiddel voor de knie. De botuiteinden die in het kniegewricht tov. elkaar bewegen of articuleren zijn ter hoogte van het gewricht bekleed met kraakbeen. Dit kraakbeen is glad, veerkrachtig en zorgt ervoor dat de botstukken gemakkelijk over elkaar glijden. Gedurende ons hele leven breekt het lichaam oud kraakbeen af en maakt weer nieuw kraakbeen aan. Naarmate wij ouder worden neemt de regeneratiemogelijkheid van het kraakbeen af en arthrose is precies het aftakelen van het oude kraakbeen zonder dat er weer nieuw kraakbeen wordt aangemaakt. De gewrichtsbanden van de knie (mediale en laterale gewrichtsband ; voorste en achterste kruisband) houden samen met het kapsel en spieraanhechting thv. de knie het boven- en onderbeen bij elkaar. De stabiliteit van de knie wordt dus in stand gehouden enerzijds door de gewrichtsbanden en anderzijds door de spieren van dij en onderbeen. Het is dus belangrijk dat deze spieren goed ontwikkeld zijn. De spieren zijn ook nodig voor de strek- en buigbewegingen van de knie. De knieschijf scharniert met het bolvormige uiteinde van het bovenbeen en werkt als een soort hefboom om de bovenbeenspieren te helpen de knie terug te strekken vanuit gebogen stand. Top Pagina 3 van 42

Letsels ter hoogte van de knie Hieronder volgt een overzicht van de letsels die frequent voorkomen in de knie en van de klachten die daarbij kunnen optreden. Het is mogelijk dat er meerdere knieletsels tegelijk aanwezig zijn. Wanneer de knie bij een ongeval een ernstig letsel oploopt vinden wij een zwelling van het kniegewricht, de knie wordt dik, stram en pijnlijk. 1. Kraakbeenletsel : door overbelasting van het gewricht (bv. door sport) of door een ongeval (rechtstreekse slag op de knie) kunnen kleine of grotere scheuren in het kraakbeen ontstaan. De genezing van gekwetst kraakbeen duurt erg lang omdat het geen bloedvaten bevat. 2. Meniscusscheur : door een geforceerde torsie (draaibeweging) in de knie kan een meniscusscheur optreden, de meniscus kan ook in zijn geheel van het kapsel afscheuren. Hierdoor kan de meniscus of een deel van de meniscus gaan schuiven in het gewricht. Men kan hierbij dan een verspringend gevoel in de knie ervaren of een doorzakkingsgevoel of eventueel een bloccage waarbij de knie plots niet meer goed kan gestrekt worden. 3. Letsels van de gewrichtsbanden : de ernst van de letsels hangt af van welke kniebanden zijn beschadigd en hoe groot de scheur van de gewrichtsbanden is. Wanneer knieligamenten gescheurd zijn kan de knie instabiel worden. Patiënt heeft dan een onstabiel gevoel bij het lopen, een gevoel van instabiliteit of van doorzakken. 4. Fractuur : er kan natuurlijk ook een breuk optreden bij een ernstig trauma van de knie waarbij de fractuurlijn doorloopt tot in het kniegewricht. 5. Losse bot- of kraakbeenstukjes (gewrichtsmuizen) : kunnen in het kniegewricht ontstaan van bot en/of kraakbeen. Dit kan optreden na een ongeval of bij ernstige slijtage van het kniegewricht. Deze losse fragmenten kunnen bij bewegen van de knie soms een bloccage veroorzaken. 6. Slijtage van het kniegewricht of arthrose : arthrose is een slijtage in het kniegewricht dat ontstaat door langdurige overbelasting (bv. door overgewicht), als gevolg van een oud letsel in de knie of als een gewoon verouderingsproces. Het kraakbeen en uiteindelijk ook het bot slijt dan progressief verder af tot de botstukken van het kniegewricht niet meer op mekaar passen. Het bewegen van het kniegewricht wordt moeilijk en pijnlijk en het gangpatroon wordt meer en meer verstoord. Ook door reumatoïde arthritis en (ziekte van synovia) kan kraakbeenbeschadiging gaan vertonen en snel aftakelen. 7. Ontstoken kniegewricht (arthritis) : een gewricht kan door een uitwendige oorzaak (bacteriële infectie) of door een inwendige oorzaak (reumatoïde arthritis) ontstoken geraken. De knie ziet er dan rood uit, voelt warm aan en is sterk gezwollen en pijnlijk. Dit kan ook gepaardgaan met koorts. Top Pagina 4 van 42

Onderzoeksmethoden Anamnese en klinisch onderzoek: de arts gaat na wat er precies kan gebeurd zijn en onderzoekt de knie. Röntgenonderzoek: RX-foto van de knie kan botafwijkingen (een fractuur) aantonen RX-foto maakt de letsels thv. de meniscus, de gewrichtsbanden en het kraakbeen niet zichtbaar NMR-onderzoek: hiermee worden beelden van de knie genomen onder röntgenstralen (magnetische resonantie). Dit onderzoek geeft informatie over het bot, gewrichtsbanden, menisci. Letsels thv. het kraakbeen zijn bij dit onderzoek minder aan te tonen. CT-scan: wanneer wij kraakbeenletsels in het gewricht willen aantonen wordt een arthro CT-scan gevraagd. Dit is een onderzoek waarbij een kleurstof in de knie wordt ingespoten waarna de CT-scan kan worden verricht. Hiermee kunnen kraakbeenletsels ter hoogte van de femurcondyl of ter hoogte van de patella worden aangetoond. Top Pagina 5 van 42

Artroscopie of kijkoperatie De orthopedisch chirurg kan een arthroscopie voorstellen om enerzijds vast te kunnen stellen wat de letsels in het gewricht zijn en anderzijds om tegelijkertijd intraarticulaire letsels zoals kraakbeenletsels, meniscusscheur, gewrichtsmuis etc. te kunnen behandelen. Een groot voordeel van een arthroscopische operatie is dat het herstel in het algemeen zeer vlot verloopt en dat vrijwel direct na de ingreep de knie mag worden belast. Anesthesie: de operatie vindt plaats onder gehele narcose of onder plaatselijke verdoving. Deze plaatselijke verdoving bestaat uit een epidurale- of rachianesthesie waarbij alleen de beide onderste ledematen worden verdoofd. Dit type verdoving kan worden gecombineerd met een kalmeermiddel (sedatie) waarmee men weinig of niets van de operatie merkt indien patiënt dit wenst. De operatie zelf: er wordt een dunne naaldlens (arthroscoop) via een kleine incisie (1 cm) aan de voorkant van de knie ingebracht. Deze wordt aangesloten op een videocamera die verbonden is met een beeldscherm. De arthroscoop wordt eveneens aangesloten op een lichtkabel waardoor de binnenkant van het gewricht goed wordt verlicht. Via een aparte aan- en afvoeropening wordt het gewricht voortdurend gespoeld met een zoutwateroplossing. Tijdens de operatie wordt via een tweede punctiforme incisie een micro-instrument ingebracht om de ingreep uit te voeren. De operatie zelf duurt ongeveer ½ uur. Soms wordt tijdens de operatie besloten om een grotere incisie in de knie te maken omdat de gevonden aandoening niet arthroscopisch te behandelen is. Meniscusletsel De scheur thv. de meniscus wordt gerecenseerd aangezien meniscusscheuren alleen kunnen dichtgroeien wanneer zij in de doorbloedde rand van de meniscus - waar deze aanhecht aan het kapsel - voorkomen. Meestal zal dan ook de meniscusscheur worden gerecenseerd. Een meniscussutuur gebeurt alleen bij een scheur in het perifere gedeelte. Kraakbeenletsels Kraakbeenletsels kunnen worden behandeld met vaporisatie waarbij het gescheurde of beschadigde kraakbeen wordt dichtgesmolten. Hierna dient wel nog een herstelperiode van 4 à 6 maanden voorzien te worden vooraleer het letsel voldoende cicatrisatie heeft bereikt. Postoperatief kan het hier noodzakelijk zijn om viscosupplementatie inspuitingen toe te dienen met kraakbeenextract om het kraakbeenletsels sneller te laten cicatriseren. Top Pagina 6 van 42

Chondromalacie Bij adolescenten (voornamelijk meisjes in de pubertijd) worden regelmatig kraakbeenletsels retropatellair aangetroffen. Vaak dienen deze ook arthroscopisch te worden behandeld. Voorste kruisbandruptuur Bij arthroscopische inspectie van het kniegewricht wordt bij sportletsels dikwijls een scheur van de voorste kruisband geconstateerd. Een kruisbandletsel geneest nooit spontaan en als de kruisband éénmaal gescheurd is blijft dit zo. Een arthroscopische reconstructie dient hier dan te worden uitgevoerd. Dit wordt niet in éénzelfde operatiesessie verricht. Men gaat 2 à 3 weken later over tot een tweede ingreep waarbij de voorste kruisband zelf wordt hersteld. Voorste kruisband reconstructie Met behulp van pezen van gracilis en/of semitendinosus wordt een peesent geconstrueerd die wordt gebruikt om de gescheurde kruisband te vervangen. Zie techniek voorste kruisbandreconstructie. Top Pagina 7 van 42

Arthroscopie van de knie Dit kan ambulant gebeuren. Deze niet invasieve en weinig pijnlijke chirurgische akte gebeurt onder anesthesie. Enkel de introductieplaatsen van de instrumenten zijn zichtbaar. Men werkt onder controle van een mini-camera en verricht herstellende of resectieve chirurgie. Zo worden de controle van het gewrichtsoppervlak en de meniscusresectie in optimale condities uitgevoerd:de resectie van de meniscus is bloedloos en de knie vertoont geen inflammatie. Verdere informatie omtrent de ingreep en revalidatie kan u hier vinden : Instructies na een knie scopie Top Pagina 8 van 42

Totale knieprothese Artrose van de knie Artrose van de knie Een nieuwe knie : knieprothese Behandeling De operatieve ingreep Levensduur van uw prothese Postoperatieve controle Totale knieprothesen zijn de laatste jaren fel verbeterd. Hun design is aangepast aan de natuurlijke vorm van het gewricht, de knie is stabiel en er is een flexie van meer dan 110 graden mogelijk. De gemiddelde levensduur van een dergelijke prothese is bijna identiek aan die van een totale heupprothese. De prothese bestaat uit drie componenten waarvan een uit metaal en twee andere uit polyethyleen bestaan; deze onderdelen worden dikwijls gecementeerd alhoewel een trend tot niet cementeren zich profileert. Computer geassisteerde navigatie kan worden gebruikt om de accuraatheid bij het plaatsen van de knieprothese te verhogen. ( cfr techniek computer navigatie bij heup- & knieprothesen ) Deze beenderige chirurgie is pijnlijk, hoewel de technieken van lokale en regionale anesthesie ter hoogte van de knie performant zijn. De interventie gebeurt onder bloedleegte (garrot) en beperkt de bloeding in de postoperatoire periode. Top Pagina 9 van 42

Een nieuwe knie: knieprothese De gezonde knie : in het kniegewricht bewegen het bovenbeen, het onderbeen en de knieschijf ten opzichte van mekaar. Het uiteinde van het bovenbeen is bolvormig. Het onderbeen bestaat eerder uit een plat draagvlak. Beide uiteinden passen dus niet perfect in mekaar. Om de knie toch zonder problemen te laten bewegen zijn de beide menisci noodzakelijk. Er zijn 2 menisci in de knie: een meniscus aan de binnenkant en een meniscus aan de buitenkant van de knie, beide in de vorm van een halve maan. Ze vormen een soort kraakbeenschokdemper en zorgen ervoor dat boven- en onderbeen goed om mekaar kunnen bewegen. Ze zijn ook belangrijk voor de stabiliteit van het kniegewricht. De beide menisci zitten vast aan het bot van het onderbeen en aan het gewrichtskapsel. De binnenkant van de knie is voor een deel bekleed met slijmvlies, de synovia. Deze synovia produceert het synoviale vocht, dit is een soort olieachtige substantie waarin de voedingsstoffen zitten voor het kraakbeen en dient ook als smeermiddel voor de knie. De botuiteinden die in het kniegewricht ten opzichte van elkaar bewegen of articuleren zijn ter hoogte van het gewricht bekleed met kraakbeen. Dit kraakbeen is glad, veerkrachtig en zorgt ervoor dat de botstukken gemakkelijk over elkaar glijden. Gedurende ons hele leven breekt het lichaam oud kraakbeen af en maakt weer nieuw kraakbeen aan. Naarmate wij ouder worden neemt de regeneratiemogelijkheid van kraakbeen af en arthrose is precies het aftakelen van het oude kraakbeen zonder dat er weer nieuw kraakbeen wordt aangemaakt. De gewrichtsbanden van de knie: mediale en laterale gewrichtsband, voorste en achterste kruisband houden samen met het kapsel en de spieraanhechtingen van de knie het boven- en onderbeen bij elkaar. De stabiliteit van de knie wordt dus in stand gehouden, enerzijds door de gewrichtsbanden en anderzijds door de spieren van dij en onderbeen. Het is dus belangrijk dat deze spieren goed ontwikkeld zijn. De spieren zijn ook nodig voor strek- en buigbewegingen van de knie. De knieschijf scharniert met het bolvormige uiteinde van het bovenbeen en werkt als een soort hefboom om de bovenbeenspieren te helpen de knie terug te strekken vanuit gebogen stand. Top Pagina 10 van 42

Pagina 11 van 42

De zieke knie : in de zieke knie brokkelt het kraakbeenoppervlak af, het gewrichtsoppervlak wordt oneffen en ruw. De bot- en kraakbeenoppervlakken van boven- en onderbeen passen niet meer perfect op elkaar. Bewegen van het kniegewricht wordt moeilijk en pijnlijk en het gangpatroon wordt meer en meer verstoord. De knie gaat zwelling en ontstekingsreactie vertonen (hydrops: vocht in de knie). De knie wordt pijnlijk, stijf en soms gaat de patiënt doorzakkingsverschijnselen vertonen tengevolge van instabiliteit tengevolge van letsels aan de gewrichtsbanden van de knie. Behandeling In eerste instantie kan bij beginnende kraakbeenbeschadiging een arthroscopische behandeling met lavage van het kniegewricht en shaving van de kraakbeenletsels de letsels laten verdwijnen. Eventueel worden na de arthroscopische behandeling enkele intra-articulaire viscosupplemenatie (Adant) inspuitingen toegediend om het kraakbeenherstel te bevorderen. Bij grotere en diepere kraakbeenletsels kan het noodzakelijk zijn om een mozaïekplastie uit te voeren of het transplanteren van gezond kraakbeen van de rand van de knie naar het letsel om het dragend oppervlak opnieuw intact te maken. Wanneer de letsels verder gevorderd zijn en er een uitgebreide arthrose of slijtage aanwezig is met verdwijnen van het grootste deel van het kraakbeen over een deel of geheel het kniegewricht wordt het noodzakelijk om een prothese te plaatsen om de pijnklachten te laten verdwijnen en het gangpatroon van de patiënt opnieuw te normaliseren. Pagina 12 van 42

Wanneer alleen een slijtage ter hoogte van de knieschijf aanwezig is kan een patellaprothese worden geplaatst. Dit is een operatie waarbij het glijoppervlak van de knieschijf wordt vervangen door een polyethyleen (kunststof) glijoppervlak dat articuleert met een metalen glijoppervlak dat wordt geplaatst op het tegenoverliggende deel van de knie. Wanneer er arthrose aanwezig is op één helft van het kniegewricht kan een unicondylaire hemiprothese worden geplaatst waarbij alleen een glijvlak wordt geplaatst op en over het aangetaste deel van de femurcondyl met een tegenoverliggend glijvlakje op de tibia (draagvlak van het onderbeen). Hiertussen wordt een beweeglijke meniscus geplaatst in kunststof. Op die manier blijft de rest van de knie intact terwijl alleen op het beschadigde gedeelte een resurfasing of nieuwe gewrichtsbekleding wordt geplaatst. Wanneer de knie in zijn geheel te ver versleten is en de kraakbeenbeschadiging in de drie compartimenten van het kniegewricht (mediaal, lateraal en onder de knieschijf) aanwezig is wordt een totale knieprothese noodzakelijk. Dit is vervangen van het beschadigde gewrichtsoppervlak door een kunstoppervlak. De totale knieprothese is een technisch veeleisende maar in de handen van een ervaren kniechirurg veilige operatietechniek die het mogelijk zal maken dat de patiënt na de operatie zijn dagelijkse activiteiten kan hernemen zonder pijn. Afhankelijk van de leeftijd, activiteiten en botkwaliteit zal de orthopedisch chirurg het meest aangepaste type prothese uitkiezen. Bij het preoperatief onderzoek bij de consultatie voorafgaande aan de operatie is het belangrijk dat de orthopedisch chirurg geïnformeerd wordt over de medische voorgeschiedenis: hoelang bestaat de kniepijn reeds, is er doorzakken door de knie (instabiliteit)? welke medicatie neemt u? bent u gevoelig voor infecties of had u allergische reacties op metaal of medicatie in de voorgeschiedenis? zijn er stollingsstoornissen of neemt u bloedverdunners?. Tijdens het onderzoek zal uw orthopedisch chirurg de beweeglijkheid van het kniegewricht evalueren, de stabiliteit en de eventuele misvorming met asafwijking (varus- valgusafwijkingen). Er worden radiografieën genomen met staande opnamen en full leg radiografieën die de slijtage, de misvorming en de asafwijking van de knie aantonen. Op deze radiografieën zal uw geneesheer de metingen doen om de preoperatieve planning van uw knieprothese te maken. Operatieve risico s : zoals bij elke majeure operatie zijn er mogelijks risico s aan de ingreep aanwezig. In dit geval spreken wij over infectie, flebitis, longembolie en zenuwletsels. Om deze risico s te beperken worden multipele preventieve maatregelen genomen. De ingreep gebeurt onder strikt steriele omstandigheden, de operatieduur wordt tot het minimum beperkt (ervaring en routine van de orthopedisch chirurg is hier uiteraard van het grootste belang). Postoperatief krijgt u inspuitingen met bloedverdunners om flebitis, trombose en longembolie te voorkomen. U dient ook TED-kousen te dragen gedurende 6 weken postoperatief. Pagina 13 van 42

Postoperatief wordt er ook zo snel mogelijk gestart met mobiliserende oefentherapie. Op deze manier worden de risico s rond deze operatie tot een absoluut minimum beperkt. Top Pagina 14 van 42

De operatieve ingreep Samen met uw orthopedisch chirurg en de anesthesist (dokter die u zal verdoven) kan u beslissen of u voor een volledige narcose (slapen) of een plaatselijke verdoving (epidurale anesthesie) verkiest. Meestal wordt een combinatie van deze twee gebruikt waarbij een epidurale verdoving wordt toegediend met het plaatsen van een epidurale pijnpomp zodanig dat u gedurende de eerste 48 uur na de ingreep geen pijn voelt. Deze epidurale verdoving wordt aangevuld met een lichte narcose of sedatie om u de operatie niet bewust te laten meemaken. De operatie zelf : na het ontsmetten en afdekken van het geopereerde been wordt het kniegewricht opengemaakt. De knieschijf wordt omgeklapt en al het zieke en versleten kraakbeen en bot wordt verwijderd. Eventuele asafwijkingen worden gecorrigeerd (het been wordt terug recht gezet) via adekwate osteotomieën (afzagen van het beschadigde gewrichtsoppervlak). Een proefprothese wordt geplaatst waarmee de stabiliteit van het kniegewricht wordt uitgetest met verschillende polyethyleen glijvlakken tot een bevredigende stabiliteit en mobiliteit wordt verkregen. Hierna wordt de echte knieprothese gefixeerd, hetzij met botcement hetzij door middel van schroeven. Botcement is een lijm die de prothese vastplakt aan het bot. Op het einde van de operatie wordt de wond gesloten en worden 2 buisjes in de knie ingebracht (redons) om het resterende bloed af te zuigen. Na 24 of 48 uur worden deze buisjes gewoon verwijderd zonder dat extra verdoving nodig is. Knie prothese door middel van navigatietechniek Pagina 15 van 42

Knie prothese door middel van navigatietechniek Knie prothese door middel van navigatietechniek Knie prothese door middel van navigatietechniek Top Pagina 16 van 42

Knie prothese door middel van navigatietechniek Knie prothese door middel van navigatietechniek Knie prothese door middel van navigatietechniek Top Pagina 17 van 42

Ontwaakruimte : na de operatie wordt u overgebracht naar de ontwaakruimte of PAZA. U verblijft meestal 1 nacht op deze intensieve zorgen afdeling waar de verpleging u van nabij kan volgen. Een epidurale- of een intraveneuze pijnpomp en/of pijnmedicatie zorgen ervoor dat u postoperatief weinig of geen pijn hoeft te verdragen. Bloeddruk en pols worden regelmatig gecontroleerd. Verdere revalidatie in het ziekenhuis : de volgende dag begint u reeds met mobiliserende oefentherapie. De bedoeling is om u zo snel mogelijk de spieren van dij en knie te laten gebruiken en de beweeglijkheid in uw knie zo snel mogelijk te herwinnen. Uw been wordt op een toestel gelegd dat automatisch de knie gaat buigen en strekken (CPM ( continue passive motion machine) of kinéteck). Samen met de kinesitherapeut moet u zo snel mogelijk opnieuw leren stappen. Eerst gaat u met een looprekje, nadien met krukken. Na 7 à 9 dagen leert u opnieuw trappenlopen. Naar huis : zodra u 90 of meer kan plooien mag u het ziekenhuis verlaten, dit is meestal na 10 of 14 dagen. Thuis dient u uiteraard verdere oefentherapie te volgen met behulp van een kinesist in uw buurt. Gedurende 6 weken postoperatief dient u steunkousen te dragen en krijgt u dagelijks een kleine inspuiting met een bloedverdunner ter preventie van flebitis of embolie (bloedklonter). U mag volle steun nemen op het geopereerde been en binnenshuis stappen zonder krukken. Buitenshuis dient u de eerste 6 weken 2 krukken bij te houden. Na de revalidatie : met uw nieuwe kniegewricht kan u uw dagelijkse activiteiten opnieuw probleemloos uitvoeren. U kan wandelen, fietsen, autorijden. De knieprothese is echter niet gemaakt om zwaar werk mee te verrichten of om contactof springsporten te beoefenen. Geniet opnieuw van Uw leven, maar draag zorg voor uw nieuwe knie! Uw knieprothese stelt u in staat uw normale activiteiten te verrichten maar de levensduur ervan hangt af van de wijze waarop u ermee opspringt. Vermijd belastende activiteiten en hefwerk, vermijd loop- en springsporten, zorg ervoor dat u niet aan overgewicht gaat lijden. Wanneer U een operatie moet ondergaan of een tandheelkundige ingreep of wanneer u een bacteriële infectie vertoont (bv. een etterende wonde, verwittig eerst uw orthopedisch chirurg). In vele gevallen zal een antibioticapreventie nodig zijn om problemen ter hoogte van de prothese te vermijden. Levensduur van uw prothese Met de huidige, hoogkwalitatieve knieprothesen kan een levensduur van een totale knieprothese worden verwacht van 15 tot 20 jaar. Het gedeelte van de prothese dat eerst zal verslijten is het polyethyleen (kunststof) glijgedeelte dat op het tibiaal gedeelte (onderbeen) van de prothese is gefixeerd. Dit polyethyleen (plastiek) glijvlak kan apart worden vervangen. Een jaarlijkse radiografische controle is zeer belangrijk. Wanneer na 15 à 20 jaar zou blijken dat het polyethyleen glijvlak begint te verslijten en de gewrichtsspleet tussen het bovenbeen en onderbeen smaller wordt, dan dient Pagina 18 van 42

dit glijvlak te worden vervangen. Dit is een kleine ingreep en uw knieprothese zelf kan ter plaatse blijven. Slechts in geval van loslating of slijtage van de knieprothese zelf dient deze volledig te worden vervangen, dit is evenwel moeilijker. Draag dus zorg voor uw prothese en laat jaarlijks een radiografische controlefoto nemen. Indien u klachten vertoont ter hoogte van uw knieprothese, ook jaren na de ingreep met pijn, roodheid of zwelling dient u dadelijk uw huisarts of ons te verwittigen. Postoperatieve controle 6 weken na de operatie komt u op controle raadpleging en wordt een nieuwe radiografie van de knie genomen. Hierna zal u de krukken kunnen weglaten en progressief uw normale activiteiten hervatten. U dient er wel rekening mee te houden dat het tot 1 jaar na de operatie duurt vooraleer de zwelling en alle hinder ter hoogte van de geopereerde knie is verdwenen. Top Pagina 19 van 42

Revalidatie totale knieprothese De totale knieprothesen zijn de laatste jaren veel verbeterd. Hun ontwerp is aangepast aan de natuurlijke configuratie van het gewricht, de knie is stabiel en flexie is mogelijk tot 110 graden. De gemiddelde levensduur van de prothese benadert die van de heupprothese. Het is een belangrijke en ingewikkelde behandeling. Dikwijls is een (auto-) bloedtransfusie nodig. De hospitalisatieduur is langer dan een week. Revalidatie in een revalidatiecentrum is gewenst. Er kan een algemene of loco-regionale (peri-duraal) anesthesie gekozen worden. Het is een pijnlijke operatie, maar de pijn wordt getemperd door het gebruik van morfinepompen, en is verschillend van patiënt tot patiënt. Revalidatie wordt opgestart de dag na de operatie, met behulp van onder andere, gemotoriseerde atelles. Indien er geen complicaties zijn en in een normale geval, wordt stappen hernomen na de 3de of 4de dag. De meest voorkomende complicaties zijn de volgende : thrombophlebitis, hematomen, gewrichtsstijfheid. Andere complicaties zoals infecties, neuroligische complicaties enz., zijn veel zeldzamer. De verbetering van de gewrichtsfunctie is erg significant en de tevredenheidsgraad van de patiënten zeer hoog. De levensduur van de hedendaagse prothesen overstijgt met 90 % de 10 jaar. Vergeet echter niet een controle-afspraak te maken met uw orthopedist. Top Pagina 20 van 42

Revalidatie Arthroscopische meniscectomie Arthroscopische meniscectomie. Deze weinig agressieve chirurgische techniek staat dikwijls toe een weinig geïnflammeerd gewricht te behouden; het is aangeraden de knie weinig te plooien en een goede quadricepsrevalidatie aan te gaan, aangezien de recuperatiesnelheid van de knie hiervan afhangt. We raden u aan om gedurende 10 dagen een diep veneuze trombosepreventie in te stellen. Een snelle terugkeer naar huis wil niet zeggen dat u aan uw lot overgelaten wordt, aangezien u in principe volledige geïnformeerd bent door uw chirurg en de verzorgende ploeg. Uw behandelend arts staat ter uwer beschikking voor advies en is op de hoogte van deze manier van werken. De verpleegploeg van het daghospitaal zal niet nalaten u te telefoneren. Er dient een afspraak gemaakt te worden om uw chirurg te consulteren. Top Pagina 21 van 42

Mozaïekplastie Bij grote kraakbeenletsels die niet arthroscopisch kunnen worden behandeld kan het noodzakelijk zijn om een kraakbeenent te plaatsen om het letsel te herstellen. Een mozaïekplastie wordt hier dan verricht waarbij kraakbeen van de rand van het gewrichtsoppervlak wordt gebruikt om het letsel op te vullen. Zie techniek mozaïekplastie. MOZAIEKPLASTIE van de PATELLA Voorbereiden van de kraakbeenerosie op het ontvangen van de osteocartilagineuse Preleveren van de kraakbeen enten uit de ongebruikte rand van het femorale kraakbeen Pagina 22 van 42

Inbrengen van de enten in vooraf gemaakte boorkanalen Pagina 23 van 42

Verschillende maten van enten zijn mogelijk naargelang de grootte van het letsel Pagina 24 van 42

Grote kraakbeenerosie op de femurcondyl Opgevulde erosie met meerdere kraakbeenenten welke terug een geëgaliseerd oppervlak zullen laten ontstaan Pagina 25 van 42

Oppervlak hersteld na mozaikplastie Osteocartilagineuse ent Enten ter plaatse in erosie Pagina 26 van 42

Patella (knieschijf)-mozaikplastie Top Pagina 27 van 42

KINESITHERAPEUTISCHE REVALIDATIE : Rudy Van Steelandt Hospitalisatiefase : Mobilisatie Tonificatie March CPM ( 30 à 45 ) vanaf de eerste dag postop Elke dag 5 à 10 flexie-progressie Na 7 à 10 dagen 90 flexie en volledige extensie op de CPM Extra zwelling en warmte tijdens of na de CPM : progressie afremmen!!! Statische Q-settings tussen 0 en 20 flexie Tussen 20 en 50 flexie : tonificatie in gesloten mechanische keten Tussen 50 en 90 flexie : tonificatie in open mechanische keten Extra zwelling en warmte tijdens of na de tonificatie : oefeningen te zwaar!!! Stappen met krukken en steunname op het geopereerde been vanaf het verwijderen van de pijnpomp ( 2 de à 3 de dag postop. ) Snelle progressie van PWB naar FWB Ambulante fase : Mobilisatie Tonificatie CPM progressief tot 110 flexie Vanaf 110 flexie starten met hometrainer zonder weerstand ( eerst achterwaarts fietsen, nadien voorwaarts ). Progressie tot 120 à 130 flexie. Volledige extensie of hyperextensie ( cfr. Niet geopereerde been). Cave : zwelling en warmte!!! Idem hospitalisatiefase. Korte belastingsduur : vlugge bewegingen. Veel herhalingen (reps ). Cave : zwelling en warmte!!! Proprioceptie In gesloten mechanische keten. Korte belastingsduur. March Progressie van 2 krukken naar 1 kruk en zonder. Eindresultaat : kwalitatief symmetrisch gangpatroon zonder hupmiddelen. Pagina 28 van 42

MOZAIEKPLASTIE van de FEMURCONDYL Idem als de mozaiekplastie van de patella, doch met 6 weken steunverbod ( = plantar touch met 2 krukken ). Top Pagina 29 van 42

Unicondylaire hemi-knieprothese Wanneer alleen één deel van het kniegewricht ( mediale of laterale zijde ) door arthrose is aangetast kan een unicondylaire knieprothese worden geplaatst. Dit is een resurfacing van alleen het aangetaste deel van de knie. Hierbij wordt thv het arthrotische - versleten - deel van het kniegewricht een nieuw glijvlak geplaatst, terwijl de rest van de knie onaangeroerd blijft. Deze beperkte ingreep met korte en snelle revalidatie geeft een resultaat dat 10 tot 15 jaar een pijnloze,normale functie van de knie mogelijk maakt zodat het eventuele plaatsen van een totale knieprothese wordt vermeden of uitgesteld. Arthrose thv het mediale compartiment van de knie Unicondylaire hemi-knieprothese ter plaatse Pagina 30 van 42