Nieuwsbrief Kwaliteit inzicht

Vergelijkbare documenten
Nieuwsbrief Kwaliteit inzicht

Sámen maken we de zorg steeds beter Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg

Sámen maken we de zorg steeds beter. Samenvatting Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg

Disclosure slide. (potentiële) belangenverstrengeling. Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven

Vernieuwing Kwaliteitskader

Zorgkantoor Friesland Versmalde AWBZ (Wlz)

Wmo 2015 door Tweede Kamer

Kerngegevens op organisatieniveau (Pijler 1)

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk l / Ervaringen invoering Wlz 16 september 2015

Kwaliteit inzicht. Samenvatting nieuw Kwaliteitskader. Kwaliteitsinstituut. Mijlpalen bereikt op Kwaliteitsdag. Vragen? Colofon

Ik doe mee! Cliëntenraad en het nieuwe Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg

Kwaliteit inzicht. Pijler 1 en 2A

Informatiebijeenkomst Proeftuinen vernieuwing KK GZ. 15 December 2015 Domstad Utrecht

Cliëntervaring. De bron voor verbetering. Petra Meijer 21 maart 2016

Definitieve vragenlijst Kerngegevens Gehandicaptenzorg 2018

Aan bestuur en directie van de bij de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) aangesloten stichtingen en verenigingen

Een evaluatie van zorginhoudelijke indicatoren in de VV&T

Bijgevoegde documenten Onderstaand geeft u aan of alle voor de toetsing benodigde informatie is bijgevoegd.

Wet langdurige zorg Informatieblad Ieder(in) Juni 2014

Sámen maken we de zorg steeds beter. Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg , versie voor cliënten

Kwaliteit van bestaan: Methoden in de praktijk

Uitkomsten enquête toetsingskader doelmatige en verantwoorde zorg thuis

Nieuwsflits 16 Aandacht voor iedereen. Hervorming Langdurige Zorg en Zorgakkoord. 8 mei 2013

Persoonsvolgende bekostiging

Kwaliteit inzicht. Samenvatting nieuw Kwaliteitskader. Ledenbijeenkomsten Meekijken op het scherm. Pijler 1 en 2A

Wet langdurige zorg (Wlz) Presentatie VGN. Sanne Lubbers Martin Holling. 16 december 2014

Kwaliteit Eenvoudig Inzichtelijk (KEI)

Uitwerking uniforme inkoopcriteria

Uitkomsten enquête Toetsingskader Doelmatig en Verantwoorde Zorg Thuis

Kwaliteit Eenvoudig Inzichtelijk (KEI) Versterking van de zorgplan PDCA cyclus resulteert in zinvol en regelarm verantwoorden over kwaliteit

B&W Vergadering. Voorgesteld besluit Het college heeft kennisgenomen van de evaluatie herindicaties nieuwe taken Wmo 2015.

Aan de leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

1. Alle dagbesteding inclusief vervoer gaat naar de gemeente (Wmo en Jeugdwet). Ook de dagbesteding van cliënten met een hoog zzp.

Onafhankelijke cliëntondersteuning Wlz

Raadsledendag 20 september

Bijeenkomst cliëntenraden. Zorgkantoor Friesland Wlz. De Friesland Zorgverzekeraar Wijkverpleging 13 april 2015

Zorgbelang Brabant: samen werken aan betere zorg

Addendum Zorginkoop langdurige zorg 2015

Addendum Zorginkoop langdurige zorg 2015

Kabinetsbeleid en persoonsgebonden budget

Resultaten vragenlijst persoonsvolgende zorg 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 mei 2018 Betreft Oplossingen voor de zorgval

Inhoudsopgave Wet langdurige zorg... 2 De huisarts en de WLZ... 6

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Rapport Uitvoering Wet langdurige zorg 2017/2018

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Informatiebijeenkomst Wijkverpleging 25 - juni 2014 Gewijzigde versie. De Friesland Zorgverzekeraar

Notitie. Wetsvoorstel Wet langdurige zorg (Wlz): wijzigingen en samenvatting. Versie 11 maart 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1. Naam van de kwaliteitsstandaard: Addendum bij kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie

Aandacht voor iedereen

1. Naam van de kwaliteitsstandaard: Seksualiteit en seksueel misbruik (deel 1,2,3) Sturen op aanpak seksueel misbruik (deel 4)

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

Wmo 2015 op hoofdlijnen. Michiel Geschiere (VWS)

Datum 26 juni 2017 Betreft Advies Overige zorg voor cliënten met ADL assistentie en een zeer zware zorgvraag

Uitwerking uniforme inkoopcriteria

!7": ZORG 6ERPLEGING EN 6ERZORGING

Hertoetsrapport naar aanleiding van het inspectiebezoek aan Thuiszorg Diamond in Den Haag op 27 september Utrecht, maart 2018

Zorginkoop Wlz Presentatie & Verslag Bijeenkomst cliëntenraden gehandicaptenzorg zorginkoop Wlz April 2016 Zwolle- Amersfoort- Amsterdam

Zelftest clie ntondersteuning voor gemeenten

Nieuwsflits 16 - Aandacht voor iedereen

Wlz Zorginkoopbeleid drs. Ineke Wever, manager Zorg ZN

Factsheet Deel 2: Omgaan met persoonsgegevens door zorgaanbieders: Wmo 2015, Jeugdwet en Wlz

Langdurige zorg: evaluatie van het eerste jaar onafhankelijke ondersteuning van cliënten met een WLZ-indicatie of hun vertegenwoordigers

Introductie. wetsvoorstel Toegang tot de Wlz voor mensen met een psychische stoornis en het bijhorende implementatietraject

VGZ. de pareltjes uit de praktijk. Mini Symposium Verpleging & Verzorging. Presentatie door Kees vd Burg Directeur-generaal langdurige zorg

Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen?

Startnotitie Ontwikkeltafel Kwaliteit 1

Wet langdurige zorg (Wlz) Van aanvraag tot besluit

Utrecht, maart Rapport van het inspectiebezoek aan Thuizsorg B.V. in Den Haag op 18 februari 2019

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015

Onze cliënten aan het woord onderzoek naar cliëntervaringen

ons kenmerk BB/U Lbr. 13/109

Uitvraag Indicatoren Basisveiligheid Verpleeghuiszorg 2018

(Mede)zeggenschap sept/okt Programma

Geen zorgen over zorgplannen

Zorgkantoor Friesland Inkoopdocument Wlz 2016

NOTITIE MOGELIJKHEDEN VOOR EEN FRIESE GEMEENTELIJKE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN WMO TOEZICHT. Werkgroep Provinciaal Toezicht

Gemeente Haarlem. Drs. Jur Botter, MPA. Retouradres: Stadhuis, Postbus PB Haarlem

De rol van cliëntenraden bij het kwaliteitsbeleid en het zorgplan. Dialoog in de dagelijkse praktijk van cliëntenraden en zorgaanbieders

Overgangsrecht van AWBZ cliënten en beleid Versie december 2014

Cliëntenradenbijeenkomst 16 april 2013

Logeren waarderen. Kiezen van logeeropvang door ouders van meervoudig complex gehandicapte kinderen/mensen

Aantal cliënten per stelsel nu en. Straks Figuur 1 - Aantal cliënten (18-) naar huidig en toekomstig stelsel

Kabinetsbeleid en persoonsgebonden budget

Plan van Aanpak. Definiëring zorgprofielen wijkverpleging

Toelichting monitor Onderdeel Kwaliteit. 1. Cliënten - gehandicaptenzorg

Bijgevoegde documenten Onderstaand geeft u aan of alle voor de toetsing benodigde informatie is bijgevoegd.

Overlegresultaat langdurige zorg en ondersteuning: vragen & antwoorden

Middels dit document houden wij u op de hoogte van de belangrijkste (inhoudelijke) wijzigingen.

Zinnig gebruik van ROM data. NEDKAD congres 3 oktober 2014 Martin de Heer (Mentaal Beter) en Anouk Vorselman (Achmea)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 6 juni 2019 Betreft Maatwerk in de Wlz-zorg thuis

3. Zorgvraag/aandoening(en) waarop de kwaliteitsstandaard betrekking heeft: Gehandicaptenzorg

Verder treft u hieronder de integrale teksten van het regeerakkoord aan die van toepassing zijn op het werk van Wmo-raden:

Zorginkoop langdurige zorg 2015 Versmalde AWBZ (Wlz) Jelle Boomgaardt Zorgkantoor Friesland / DFZ 01 - juli 2014 Gewijzigde versie

Rectificatie Inkoopsystematiek inclusief nieuwe bijlage landelijke criteria

Verslag van de consultatiebijeenkomst van 6 januari 2014 met zorgvragers over de Kadernota Wmo 2015

Transcriptie:

Nieuwsbrief Kwaliteit inzicht Juli 2014 Stand van zaken pijlers Het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg stelt de kwaliteit van de zorg vast. Dat gebeurt op drie niveaus, de zogenaamde pijlers: Pijler 1: geeft kwaliteitsgegevens op organisatieniveau; Pijler 2: geeft kwaliteitsgegevens op cliëntniveau (pijler 2A) en genereert ervaringsgegevens van cliënten (pijler 2B); Pijler 3: geeft gegevens over de relatie tussen cliënt en professional. Het meten van kwaliteit op organisatie- en cliëntniveau (pijlers 1 en 2A) gebeurt jaarlijks door middel van vragenlijsten die professionals invullen. Bij het meten van cliëntervaring (pijler 2B) kiezen instellingen uit een waaier van instrumenten. De manier van meten van kwaliteit in de relatie tussen cliënt en professional (pijler 3) is nog in ontwikkeling. Pijlers 1 en 2A Vragenlijsten 2013 Begin mei hebben 202 zorgaanbieders gegevens van pijler 1 over 2013 aangeleverd, waaronder ongeveer 165 leden van de VGN. Dat betekent dat een kleine 40 gehandicaptenzorgaanbieders die geen lid zijn van de VGN ook deelnemen aan het Kwaliteitskader. Over 2012 deden in totaal 185 zorgaanbieders mee waaronder 153 VGN-leden. Van pijler 2A hebben we van 87.802 cliënten de vragenlijsten over 2013 ontvangen. Over 2012 betrof het nog 82.292 cliënten. De gegevens hebben betrekking op 80.365 cliënten met een indicatie voor verblijf en 7.437 cliënten met een indicatie voor extramurale behandeling groep. Het betreft 50.889 mannen en 36.718 vrouwen. Inhoud Stand van zaken pijlers 1 Pijlers 1 en 2A 1 Pijler 2B 2 Pijler 3 4 Hervorming langdurige zorg 5 Wmo 5 Wlz 6 De nieuwe jeugdwet 7 Zorgverzekeringswet 8 Keuze-informatie 9 Achmea Symposium: Verbeteren door spiegelen in de gehandicaptenzorg 9 FAQ 10 Samenvatting Kwaliteitskader 11

2 Nieuwsbrief KWALITEIT INZICHT juli 2014 Aantal cliënten per leeftijdsgroep Aantal cliënten 18.000 16.000 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 18-18-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74p 75-84 85 + onbekend Leeftijdsgroep Bijna 9.000 cliënten zijn 65 jaar en ouder, bijna 12.000 cliënten jonger dan 18 jaar en nog eens 12.000 cliënten zijn tussen de 18 en 24 jaar oud. De gegevens van pijler 1 en 2A worden de komende maand geanalyseerd en vervolgens besproken in de bestuurlijke adviescommissie Kwaliteit & Veiligheid en de Stuurgroep Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg. Vragenlijsten 2015 Inmiddels zijn de vragenlijsten voor de uitvraag van de pijlers 1 en 2A voor 2015 bijna gereed. De Stuurgroep Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg heeft in haar vergadering van maart de vragen vastgesteld en de VGN werkt nu nog aan de exacte formulering ervan. Om onduidelijkheden te voorkomen, hebben we de vragenlijsten ondermeer voorgelegd aan een aantal gebruikers bij onze leden. De komende maanden gaat MediQuest de vragen inbouwen in de 2015-versie van de portal. Deze testen we uitgebreid, zodat de vragen ruim voor 2015 beschikbaar zijn voor gebruikers. Discussies De afgelopen maanden heeft de VGN een aantal kritische vragen ontvangen over de toegevoegde waarde van pijler 1 en pijler 2A. Naar aanleiding hiervan heeft het VGNbestuur in de Algemene Ledenvergadering van april een oproep gedaan om opmerkingen en knelpunten te melden bij het VGN-bureau. Deze oproep leverde geen nieuwe reacties op. De VGN gaat de komende maanden met de binnengekomen vragen aan de slag. Daarnaast zetten wij vol in op het verder ontwikkelen van de pijlers 2B en 3 en waar mogelijk het vereenvoudigen van de pijlers 1 en 2A. Ook de buitenwereld oefent veel druk uit op de pijlers 1 en 2A. Verschillende partijen willen thema s en vragen toevoegen of bestaande vragen verder uitsplitsen. Het ministerie van VWS wilde bijvoorbeeld dat de uitkomsten van de Goud-studie (Gezond ouder met een verstandelijke beperking) in de vragenlijsten zouden worden verwerkt. En de IGZ wilde via de vragenlijsten aandacht vragen voor mondzorg. Binnen het Kwaliteitskader geldt echter dat een nieuwe vraag alleen kan worden opgenomen als een andere afvalt. Op deze manier proberen we de administratieve lasten voor de gebruiker en de zorgorganisatie zo laag mogelijk te houden. Het dilemma waar de VGN steeds mee wordt geconfronteerd, is dat stakeholders hun informatiebehoefte toch wel op een andere wijze zelf proberen vorm te geven als wij niet meewerken. De genoemde voorbeelden vinden we echter wel belangrijk en daarom is besloten elders met de onderwerpen aan de slag te gaan. Pijler 2B Bevindingen commissie van deskundigen Tijdens de ALV op 10 april heeft prof. dr. P. Meurs, voorzitter van de commissie van deskundigen, een presentatie gegeven over de bevindingen van de commissie bij het beoordelen van de cliëntervaringsinstrumenten. Deze onafhankelijke commissie, die naast prof. dr. Meurs bestaat uit prof. dr. H. Nies en prof. dr. P.J.C.M. Embregts, heeft het VGN-bestuur eind vorig jaar geadviseerd over de waaier met cliëntervaringsinstrumenten. De commissie adviseert ten aanzien van de cliëntervaringsinstrumenten allereerst de criteria expliciet aan te scherpen en nadrukkelijker te communiceren dat: het instrument cliënteninformatie op moet leveren op individueel niveau; de systematiek ingebed moet zijn in de zorgplancyclus en dus ook moet aansluiten bij de zorgplanbespreking;

3 Nieuwsbrief KWALITEIT INZICHT juli 2014 het instrument zicht moet geven op de (positieve en negatieve) ervaringen en de concrete verbeterwensen van de individuele cliënt; de gegevens ook (anoniem) naar verschillende niveaus (doelgroep, instelling, e.d.) geaggregeerd kunnen/ moeten worden. Daarbij adviseert de commissie een format te ontwikkelen hoe gerapporteerd moet worden: wat heeft de organisatie gedaan met de uitkomsten uit het instrument, welke verbeteringen zijn doorgevoerd en hoe is dat zichtbaar? Het VGN-bureau heeft dit advies inmiddels opgepakt en is bezig met een uitwerking ervan. De vragenlijsten die worden gebruikt om cliëntervaring te meten, zijn veelal opgesteld door instellingen zelf of door (commerciële) bureaus. De commissie is van mening dat nog te weinig is geleerd van de slechte ervaringen met de CQ- en/of CE-index. Zo bevat een aantal instrumenten teveel kwantitatieve vragen, zijn er instrumenten waarbij je niet precies weet wat je meet en wordt met proxy s gewerkt waardoor je niet echt bij de ervaring van de cliënt zelf komt. Daarnaast vindt de commissie dat vragenlijsten gericht op oordelen van de verwanten zelf in principe buiten de reikwijdte van het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg vallen. De commissie adviseert verder een platform op te richten waarin ontwikkelaars van de instrumenten ervaringen uitwisselen en gebruik maken van de goede kenmerken van elkaars vragenlijsten en instrumenten. Mogelijk resultaat kan een beperkter aantal kwalitatief zeer goede instrumenten zijn. Daarbij geeft de commissie de volgende aandachtspunten mee: streef naar één systematiek voor pictogrammen; wissel ervaringen uit rondom het gebruik van webapplicaties; bevorder het aantal kwalitatieve vragen in de instrumenten. Ten slotte vindt de commissie het belangrijk dat er een call wordt uitgezet voor een instrument dat zich specifiek richt op de EMB-doelgroep. De inzet van de commissie van deskundigen ligt dit jaar met name op: 1. de beoordeling van de instrumenten die worden ingediend voor cliënten met een ernstig meervoudige beperking (EMB); 2. het meekijken naar de resultaten van de evaluatie van de instrumenten. Hiertoe worden de contactpersonen van het Kwaliteitskader gevraagd naar hun ervaringen met de verschillende instrumenten. De uitkomsten resulteren in een consumentengids; 3. de herbeoordeling van de instrumenten uit de waaier: wat hebben de ontwikkelaars met de verbeterpunten van de commissie gedaan; 4. de beoordeling van de mogelijke samenvoeging van instrumenten.

4 Nieuwsbrief KWALITEIT INZICHT juli 2014 Platform Op 30 april vond de eerste platformbijeenkomst plaats waarbij alle instrumentontwikkelaars aanwezig waren. De vraag die voorlag is of de VGN een impuls moet geven aan de doorontwikkeling van de twaalf cliëntervaringsinstrumenten. En moet die doorontwikkeling door iedere ontwikkelaar zelf worden opgepakt of gezamenlijk? De VGN wil graag faciliteren dat partijen elkaar ontmoeten, omdat partijen gezamenlijk mogelijk nog betere instrumenten kunnen ontwikkelen. De VGN zegt niet op voorhand dat er minder instrumenten moeten komen, maar dit zou wel een resultaat kunnen zijn. De VGN merkt dat stakeholders dit ook gaan eisen, bijvoorbeeld Achmea. Tijdens de bijeenkomst presenteerden de deelnemers aan elkaar hun instrumenten. Er vond een levendige discussie plaats en voor het vervolg is een aantal afspraken gemaakt. Zo wordt een digitaal platform ingesteld waar ontwikkelaars met betrekking tot bepaalde thema s kennis kunnen uitwisselen. Verder wordt een aantal thema s uitgediept tijdens nog te organiseren werkconferenties. Denk bijvoorbeeld aan thema s als validiteit/ betrouwbaarheid, communicatie en dataverwerking en -analyse. Uitkomsten inventarisatie contactpersonen Kwaliteitskader In de vorige editie van Kwaliteit inzicht maakten we al melding van het feit dat we een korte vragenlijst hadden uitgezet onder de contactpersonen van het Kwaliteitskader. De VGN is enigszins geschrokken van de uitkomsten van de vragenlijst. Zo wordt het cliëntervaringsinstrument bij 66% van de respondenten intern afgenomen, echter niet altijd door iemand die direct bij de cliënt is betrokken. Ook is bij meer dan 60% van de instellingen de afname van het instrument niet gekoppeld aan de individuele zorgplancyclus. Ten slotte is bij 49% van de respondenten de uitkomsten op cliëntniveau herleidbaar. Hoewel de VGN zich heel goed realiseert dat de uitkomsten niet meer dan een indicatie geven, vinden wij wel dat er een verschil zit tussen de uitgangspunten van het Kwaliteitskader en de uitwerking ervan in de praktijk. Daarnaast is de VGN zich bewust van het feit dat het probleem mede wordt veroorzaakt door de instellingen zelf. Instellingen gebruiken nog steeds instrumenten waarbij de uitkomsten niet op individueel cliëntniveau herleidbaar zijn, terwijl dat toch de essentie van het Kwaliteitskader is. De VGN wil de instellingen nogmaals op het hart drukken dat het instrument cliënteninformatie op individueel niveau moet opleveren, dat de systematiek ingebed moet zijn in de zorgplancyclus (en dus ook moet aansluiten bij de zorgplanbespreking) en dat het instrument zicht moet geven op de (positieve en negatieve) ervaringen en de concrete verbeterwensen van de individuele cliënt. In het najaar zetten we een grotere enquête uit. Dan willen we graag de ervaringen inventariseren van het gebruik van de cliëntervaringsinstrumenten. Deze input wordt gebruikt voor de ontwikkeling van een consumentengids. In die gids staat zowel informatie van ontwikkelaars over het instrument als de ervaringen van de instellingen met het instrument. Pijler 3 In de relatie tussen cliënt en professional komt de essentie van kwaliteit van zorg en ondersteuning tot uiting. De hieruit verzamelde kwalitatieve gegevens bieden zowel de instelling als de professional verbeterinformatie. Pijler 3 is het hart van het Kwaliteitskader, maar is tegelijkertijd het meest lastige onderdeel om vorm te geven. Pijler 3 is nog in ontwikkeling; een krachtige uitdaging voor zowel de VGN als lidinstellingen, zo blijkt in de praktijk. De VGN zoekt bij pijler 3 naar een werkwijze die recht doet aan de eigenheid van de gehandicaptenzorg en de relatie tussen cliënt en professional centraal stelt. Inhoudelijk ligt in deze pijler de nadruk op aspecten van goede zorg en ondersteuning die betrekking hebben op deze relatie. In de bestuurlijke adviescommissie Kwaliteit en Veiligheid is onlangs gesproken over pijler 3. De commissie is van mening dat het nog steeds draait om de vraag die tot nu toe centraal heeft gestaan: Op welke manier werkt een organisatie systematisch aan het reflecteren op en optimaliseren van de relatie tussen cliënt en professional zodanig dat: 1) een positieve bijdrage wordt geleverd aan de doelstellingen van cliënt, professional en organisatie, en 2) systematisch aandacht is voor de essentiële elementen van de relatie tussen cliënt en professional (kwaliteit van bestaan en eigen regie). Het resultaat van de centrale vraagstelling tot nu toe is een grote hoeveelheid ingediende instrumenten. De komende weken gaat de VGN de criteria uit de vraagstelling tegen alle ingediende instrumenten aanhouden. Er ontstaan drie groepen: één groep die voldoet aan de criteria, één groep waarbij het twijfelachtig is en een laatste groep die niet aan de criteria voldoet. Dan wordt

5 Nieuwsbrief KWALITEIT INZICHT juli 2014 duidelijk of de criteria scherp genoeg zijn of dat deze moeten worden verhelderd. Ook willen we een aantal van de instrumenten op onze website publiceren als zijnde good practices. Vanuit de Stuurgroep Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg wordt aangegeven dat het mooi is dat er zoveel instrumenten zijn ingediend, omdat het laat zien dat het onderwerp in het veld leeft. Desalniettemin wordt mede aangegeven dat de stakeholders vinden dat er vaart moet komen in de ontwikkeling van pijler 3 ter voorkoming dat in de veranderende tijdsgeest nieuwe eisen worden gesteld. Hervorming langdurige zorg Met ingang van 2015 wordt de AWBZ overgeheveld naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), Wet langdurige zorg (Wlz), Jeugdwet en Zorgverzekeringswet (Zvw). Hieronder volgt de stand van zaken voor deze specifieke onderdelen, uiteraard vanuit de optiek van kwaliteit. Wmo Op 24 april is de behandeling van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) in de Tweede Kamer afgerond met de stemming over de ingediende moties en amendementen. Gemeenten zijn vanaf 1 januari 2015 integraal verantwoordelijk voor de kwaliteit en continuïteit van de maatschappelijke ondersteuning. De Kwaliteitswet, Wet klachtrecht cliënten zorgsector (Wkcz) en Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) zijn niet van toepassing op de maatschappelijke ondersteuning. De regering wil in het kader van de Wmo kwaliteit namelijk opnieuw definiëren. De gedachte hierachter is het waar mogelijk demedicaliseren en oog hebben voor de behoefte van de burger. Hierbij vindt samenspraak tussen gemeenten, cliëntenorganisaties en aanbieders plaats, zowel op landelijk als lokaal niveau. Uiteraard moeten instrumenten als een laagdrempelige klachtenregeling, medezeggenschap en een meldingsregeling in geval van calamiteiten of misbruik ook in dit wetsvoorstel worden betrokken. In eerste instantie lag deze verantwoordelijkheid bij de gemeenten zelf. De gemeenten moesten een verordening maken waarin was opgenomen: welke eisen worden gesteld aan de kwaliteit van voorzieningen, inclusief eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten; welke eisen worden gesteld aan aanbieders die rechtspersoon zijn met betrekking tot de bestuursstructuur en de bedrijfsvoering; welke eisen worden gesteld aan de afhandeling van klachten en medezeggenschap van cliënten; welke eisen gelden voor het melden van calamiteiten en geweld bij de verstrekking van een voorziening.

6 Nieuwsbrief KWALITEIT INZICHT juli 2014 De VGN vond deze eisen veel te ver gaan en heeft er steeds voor gepleit dat gemeenten in hun eisen in de verordening moeten aansluiten bij het welzijnskarakter van de wet. Dus zo eenvoudig mogelijk en nooit verder dan de landelijke regelingen die gelden voor zorgaanbieders. Kortom, wel een klachtenregeling opnemen, maar niet bemoeien met de inrichting ervan en de bestaande Zorgbrede Governancecode hanteren. De VGN is dan ook blij met een aangenomen amendement van de VVD, D66 en SGP waarin de bepaling rondom de bestuursstructuur en de bedrijfsvoering is geschrapt en de verantwoordelijkheid voor een klachten- en medezeggenschapsregeling bij de aanbieders is neergelegd. Kwaliteitseisen In de Wmo is verder opgenomen dat kwaliteitseisen worden ontwikkeld voor de meest kwetsbare mensen en handelingen. De VNG heeft het initiatief genomen om samen met de cliënten- en brancheorganisaties een basisset kwaliteitseisen te ontwikkelen. Gemeenten kunnen deze set opnemen in de verordening en gebruiken bij onder meer de inkoop en het toezicht. Ook kunnen de kwaliteitseisen onderdeel worden van te ontwikkelen kwaliteitsstandaarden. Inmiddels is een eerste set kwaliteitseisen ontwikkeld. Deze set is 22 mei besproken in de bestuurlijke adviescommissie Kwaliteit en Veiligheid. De commissie vindt het meten van cliëntervaringen in de Wmo belangrijk. Hiervoor kunnen de cliëntervaringsinstrumenten van het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg worden gebruikt, maar deze moeten wel worden aangepast om ze Wmo-proof te maken. De basisset kwaliteitseisen wordt momenteel door de VNG een slag verder uitgewerkt en is in concept gereed in of vlak na de zomer. Na vaststelling door de VNG wordt de set aangeboden aan alle gemeenten. Wlz De Wet langdurige zorg (Wlz) is straks beschikbaar voor de meest kwetsbare burgers die permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig hebben. Het is de sluitsteen van de hervorming van de langdurige zorg. De geplande ingangsdatum is nog steeds 1 januari 2015. In de herziening van de langdurige zorg staat kwaliteit van leven (welbevinden) voorop. Uitgegaan wordt van wat mensen (nog) wel kunnen in plaats van wat zij niet kunnen. Hierbij vormt het individu het uitgangspunt bij het denken over kwaliteit. Ten opzichte van de AWBZ worden in de Wlz verschillende verbeteringen doorgevoerd op het gebied van kwaliteit en betrokkenheid. De wet bevat diverse bepalingen die beogen de langdurige zorg voor de cliënt beter te maken, zodat deze bijdraagt aan behoud of verbetering van de kwaliteit van leven. Dit wordt bereikt doordat:

7 Nieuwsbrief KWALITEIT INZICHT juli 2014 voor cliënten meer rechtszekerheid wordt gecreëerd via het vastleggen van het verzekerd pakket en de zorginhoudelijke toegangscriteria op wetsniveau (in de AWBZ was dit in lagere regelgeving vastgelegd); de zorgplanbespreking wettelijk verankerd wordt, waardoor de wensen, mogelijkheden en behoeften van de cliënt meer centraal komen te staan in de zorgverlening en er meer nadruk komt op de betrokkenheid van het sociale netwerk van de cliënt; het persoonsgebonden budget (pgb) en het volledige pakket thuis (vpt) als volwaardige leveringsvormen in de wet worden vastgelegd, waardoor de keuzevrijheid van de cliënt wordt versterkt; de eisen die gesteld worden aan het pgb en vpt worden aangescherpt waardoor er meer waarborgen zijn dat de zorg buiten de instelling verantwoord is; meer ruimte voor maatwerk wordt gecreëerd door te indiceren in aard, inhoud en (globale) omvang van zorg (zorgprofielen) in plaats van in zorgzwaartepakketten (zzp's) waarin uren zijn opgenomen; de positie van de cliënt wordt versterkt. Het recht op cliëntondersteuning via de zorgplicht van Wlz-uitvoerders wordt wettelijk verankerd en cliënten krijgen statutair invloed op het beleid van hun Wlz-uitvoerder; de mogelijkheid om de uitvoerders van de wet aan te spreken op de kwaliteit van de dienstverlening en zorg wordt vergroot en; innovatie wettelijk wordt gestimuleerd via een experimenteerartikel in de wet. Om de kwaliteit van zorg en ondersteuning te verbeteren, heeft het ministerie van VWS de afgelopen maanden samen met veldpartijen aan een kwaliteitsagenda gewerkt. Deze kwaliteitsagenda vormt de agenda voor de toekomst en geeft aan waar de speerpunten liggen ten aanzien van het stimuleren van kwaliteitsverbetering. Welke kwaliteit van zorg en ondersteuning willen we de komende jaren bereiken? En op welke onderwerpen moeten we ons dan richten om de gewenste omslag te maken? Inmiddels is op 12 juni de kwaliteitsagenda voor de verzorgings- en verpleeghuizen gepubliceerd. Hierin zijn de volgende speerpunten gedefinieerd: 1. optimale samenwerking tussen cliënt, informele zorg en zorgverlener: de sleutel naar kwaliteit van leven; 2. basis op orde: veilige zorg; 3. meer ruimte voor en kwaliteit van professionals; 4. kwaliteit staat of valt met bestuurlijk leiderschap; 5. openheid en transparantie. De staatssecretaris heeft aangegeven dat later dit jaar een brief specifiek over de gehandicaptenzorg volgt waarin deze speerpunten nader worden uitgewerkt. De staatssecretaris laat ook weten dat de brief aansluit op het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg. Uiteraard is dat ook steeds onze insteek geweest aangezien deze door alle betrokken partijen ontwikkeld is en als hét landelijk geaccepteerde instrument geldt om de kwaliteit van zorg en ondersteuning in de gehandicaptenzorg te onderzoeken. De nieuwe Jeugdwet In mei heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel Professionalisering Jeugdzorg. Hiermee wordt het uitvoeringsbesluit van de huidige Wet op de jeugdzorg gewijzigd. Het voorstel was eerder ook met overgrote meerderheid van stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel is nu alleen nog van toepassing op jeugdzorgorganisaties, maar in de nota van toelichting wordt echter wel al een vooruitblik gepresenteerd op de nieuwe Jeugdwet. Hiermee wordt ook voor de gehandicaptenzorg de norm van verantwoorde werktoedeling geïntroduceerd. Met het aannemen van het wetsvoorstel wordt de 'norm van verantwoorde werktoedeling' voor de jeugdzorg van toepassing. Deze norm komt er op neer dat jeugdzorgorganisaties het werk binnen hun organisatie moeten toedelen aan een geregistreerde jeugdprofessional, tenzij zij aannemelijk kunnen maken dat werktoedeling aan anderen niet leidt tot kwaliteitsverlies dan wel dat het noodzakelijk is anderen dat werk toe te delen ( comply or explain ). In beginsel wordt dus uitgegaan van een werktoedeling aan geregistreerde jeugdzorgwerkers of geregistreerde gedragswetenschappers. Het aangenomen voorstel is alleen van toepassing voor jeugdzorgorganisaties. Hiermee wordt bedoeld: de bureaus jeugdzorg, provinciaal gefinancierde zorgaanbieders en aanbieders van gesloten jeugdzorg, de justitiële jeugdinrichtingen, de bureaus Halt, de raad voor de kinderbescherming en Stichting Nidos. In hoofdstuk 7 van de nota van toelichting van het wetsvoorstel wordt wel een vooruitblik gepresenteerd op de nieuwe Jeugdwet. De staatssecretaris wil de norm van verantwoorde werktoedeling in het nieuwe stelsel van toepassing laten zijn op alle jeugdhulp. Dit zal worden opgenomen in het uitvoeringsbesluit van de nieuwe Jeugdwet. Hiermee zal in de toekomst de norm zeer waarschijnlijk

8 Nieuwsbrief KWALITEIT INZICHT juli 2014 ook van toepassing worden voor de zorg die vanuit de gehandicaptenzorg wordt geboden aan kinderen en jongeren. Vooruitlopend op het opnemen van deze regel in het uitvoeringsbesluit van de nieuwe Jeugdwet is door alle betrokken partijen een start gemaakt (onder andere de VGN) met de ontwikkeling van een nieuw Kwaliteitskader waarin 'de norm van verantwoorde werktoedeling' wordt geoperationaliseerd. Of zoals in de nota van toelichting staat: 'Het is nodig dat alle sectoren tijd en gelegenheid krijgen voor de gezamenlijke invulling van dat brede Kwaliteitskader. Het zal invulling geven aan de wettelijke kwaliteitseisen die gelden ten aanzien van de werktoedeling, zoals die zal gelden onder de Jeugdwet. De regering vindt het belangrijk dat de partijen uit de jeugdhulp (zoals cliëntenorganisaties, beroepsverenigingen, brancheorganisaties en gemeenten) dit nieuwe Kwaliteitskader gezamenlijk ontwikkelen, zodat het beste van de verschillende kwaliteitssystemen hierin verenigd kan worden. Een gezamenlijk gedragen Kwaliteitskader leidt tot een gelijk speelveld voor alle jeugdhulpaanbieders, waar nu nog sprake is van verschillende sectoren met elk hun eigen historie op het gebied van professionalisering.' Via de website van de VGN zullen wij u zowel op de hoogte houden van zowel het proces als de inhoud. Zorgverzekeringswet De extramurale behandeling ZG wordt per 1 januari 2015 overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet (Zvw), evenals verpleging en verzorging in de vorm van een aanspraak op wijkverpleging. Bij de overheveling van extramurale behandeling ZG wordt specifiek aandacht geschonken aan kwaliteit. Met betrekking tot de overheveling van de wijkverpleging schrijft staatssecretaris Van Rijn (VWS) in zijn brief van 4 maart aan de Tweede Kamer over de samenhang in zorg en ondersteuning dat vanaf 2015 de professional (in dit geval de verpleegkundige) zal bepalen wat de cliënt, gezien zijn situatie, nodig heeft. Dit sluit aan op wat nu ook al gebruikelijk is in de Zvw. Hiervoor is vereist dat duidelijk is beschreven hoe het proces van vraagverheldering en zorgtoewijzing verloopt. Het instrument dat hiervoor nodig is, wordt ontwikkeld door de beroepsgroep Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN), in samenwerking met Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De VGN is vertegenwoordigd in een klankbordgroep en werkgroep om dit te realiseren. Belangrijk hierbij is dat wijkverpleging en maatschappelijke ondersteuning naadloos op elkaar aansluiten. Hiervoor worden landelijke uitgangspunten geformuleerd.

9 Nieuwsbrief KWALITEIT INZICHT juli 2014 Keuze-informatie KiesBeter valt sinds begin dit jaar onder het Kwaliteitsinstituut en richt zich alleen nog maar op de publicatie van kwaliteitsinformatie. De zogenaamde etalage-informatie informatie over welke zorgaanbieder welke zorg ondersteuning levert - die eerder op de website van kiesbeter werd getoond, is daarmee weggevallen. Hierdoor ontstaat een gat dat opgevuld moet worden, omdat zorgkantoren deze informatie via de inkoopcontracten toch eisen. De zorgkantoren worden op hun beurt namelijk door de NZa getoetst op de mate waarin zorgaanbieders deze gegevens transparant hebben gemaakt. De vraag die zich dan ook voordoet, is of en op welke wijze de VGN haar leden gaat ondersteunen op het gebied van keuze-informatie. Er zijn veel commerciële partijen die etalagegegevens van zorgaanbieders willen presenteren. De VV&T heeft hier al ervaring mee. Het blijkt voor zorgaanbieders lastig een keuze voor een bepaalde partij te maken en het is behoorlijk kostbaar. Eigenlijk moet de keuzeinformatie voor potentiële cliënten beschikbaar zijn zonder dat instellingen daarvoor hoeven te betalen. Dit standpunt impliceert dat de VGN ervoor kiest de lidinstellingen te ondersteunen. Daarbij zijn wij van mening dat de etalagegegevens en de kwaliteitsinformatie onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Binnenkort heeft de VGN een afspraak met de NPCF en Ieder(in) om de mogelijkheden van een eventuele samenwerking te verkennen ten aanzien van ZorgkaartNederland.nl. De NPCF is de initiatiefnemer hiervan. Deze website toont een onafhankelijk overzicht van het zorgaanbod in Nederland. Momenteel is de website erg vanuit de cure ingestoken en moeten er uiteraard aanpassingen plaatsvinden. ActiZ is al enige tijd bezig met een soortgelijke verkenning en de VGN stemt hierover uiteraard met hen af. Achmea Symposium: Verbeteren door spiegelen in de gehandicaptenzorg Op 28 maart vond het Achmea Symposium Verbeteren door spiegelen in de gehandicaptenzorg plaats met als hoofdspreker Prof. Robert Schalock. Een groot aantal bestuurders en beleidsmakers in de gehandicaptenzorg nam deel aan het symposium, waarin de verschillende kanten van het gebruik van spiegelinformatie werden belicht. Conclusie van de dag: we spreken wel dezelfde taal, maar het verschil in dialect is groot. Spiegelen in de gehandicaptenzorg Willen we in Nederland de zorg toegankelijk, betaalbaar en van goede kwaliteit houden, dan moeten we gaan sturen op kwaliteit en de uitkomst van zorg. Prof. Robert Shalock, grondlegger van de domeinen van Kwaliteit van Bestaan, stelde in zijn toespraak dat organisaties met elkaar vergeleken moeten worden op basis van hun best practices. Spiegelen is het inzichtelijk maken van de best practices waardoor zorgaanbieders, in vergelijking met elkaar, de mogelijkheid krijgen om zichzelf te verbeteren. Spiegelen is ook wel een beetje eng. Het plaatsen van informatie over je organisatie naast anderen, dat is alleen leuk als je bovenaan het lijstje staat, aldus Henk Kouwenhoven, lid Raad van Bestuur bij Cordaan en tweede spreker van de dag. Maar daar moet het niet om gaan. Het gaat erom dat je kunt leren van elkaar en je jezelf daardoor kunt verbeteren. Cordaan werkt op dit moment samen met Achmea om de kwaliteit binnen Cordaan inzichtelijk te maken. Hierbij worden ervaringen van cliënten gebruikt als spiegelinformatie. Joyce Lemmens, consultant zorg bij Effectory, sprak over benchmarken op basis van cliëntervaringsonderzoek: Absolute scores zijn nietszeggend, je moet ze in perspectief plaatsen. Een benchmark helpt je de juiste prioriteiten te stellen. Benchmarken kan tussen afdelingen en organisaties, maar ook ten opzichte van jezelf in de tijd. Verbeteren op uitkomsten of processen? Maar hoe doe je dat dan precies, verbeteren op basis van spiegelinformatie? In de paneldiscussie, bestaande uit Jo Terlouw (directeur KansPlus), prof. dr. Robbert Huijsman (Bijzonder Hoogleraar Management en Organisatie van Ouderenzorg bij ibmg, manager Kwaliteit van Zorg Achmea), prof. dr. Hans Reinders (Hoogleraar Ethiek, Bijzonder Hoogleraar Bernard Lievegoed Leerstoel bij de VU) en dr. Wilco Graafmans (projectleider Transparantiekalender Kwaliteitsinstituut) kwamen de standpunten ten opzichte van het spiegelen aan bod uit verschillende invalshoeken. Het voornaamste discussiepunt was of je moet sturen op basis van uitkomsten, of juist op processen. Wie stuurt op kosten verliest kwaliteit, en wie stuurt op kwaliteit wint aan kosten, trapte Robbert Huijsman af. Een uitspraak waar iedereen het mee eens leek te zijn. Maar hoe stuur je op kwaliteit? Hans Reinders: Verbeteren gaat niet over uitkomsten, verbeteren gaat over processen. Kwantitatieve cijfers

10 Nieuwsbrief KWALITEIT INZICHT juli 2014 hebben een signaleringsfunctie, maar wat er nu precies verbeterd moet worden, daar moet kwalitatief onderzoek aan voorafgaan. Een indicator is een aanwijzing, geen bewijs. Robbert Huijsman stelde dat uitkomsten inderdaad als triggers moeten worden gezien, die aanleiding geven voor een goed gesprek om de oorzaak van verschillen te achterhalen. Het gaat niet alleen maar over processen, sprak hij Reijnders tegen. Als je geen alignement hebt tussen wat je wilt bereiken en wat je bereikt, weet je ook niet welke uitkomst je wilt hebben. Sturen op uitkomsten, of best practices, dat brengt je verder. Hetzelfde doel, in een andere taal? Schalock benoemde dat de onenigheid tussen de panelleden te verklaren is aan de verschillende mental models: Het vraagstuk wat kwaliteit is behoort niet hetgeen te zijn waar het om draait. We bedoelen allemaal hetzelfde. We hebben dus een gezamenlijk doel maar spreken verschillende dialecten. Wanneer we kijken naar de kwaliteit van leven van iemand, in feite komt dat voor iedereen op hetzelfde neer. Geef mensen de ruimte en mogelijkheden om hun eigen kwaliteitsprogramma op te zetten. Tot slot gaf Schalock de zaal mee: If your common language is indeed the quality of life language and actions, then you have a common language to speak another in. You also have a common focus, framework and goal. Reach out for partners and work together! Bron: Achmea Visie VGN De VGN deelt de standpunten van Achmea niet. Achmea wil de uitkomsten van de cliëntervaringsinstrumenten vergelijken, ze wil toe naar een jaarlijkse meting en het aantal instrumenten terugbrengen tot twee of drie. Pijler 2B is bedoeld voor interne verbetering op individueel niveau. Binnen de Stuurgroep Kwaliteitskader is de afspraak gemaakt dat de uitkomsten van pijler 2B niet beschikbaar worden gesteld aan de stakeholders. Daarnaast is een jaarlijks onderzoek te tijdrovend en kostbaar. Bovendien moeten instellingen een afgewogen keuze kunnen maken en dat is met twee of drie instrumenten niet het geval. Wel onderzoekt de VGN de mogelijkheid om aan pijler 2B een ultieme vraag (NPS: Net Promotor Score) te hangen ten behoeve van vergelijkings- en verantwoordingsinformatie. Hiermee komen we tegemoet aan de wens tot vergelijkbaarheid vanuit de cliëntenorganisaties en de zorgkantoren. Inmiddels worden op bestuurlijk niveau gesprekken tussen de VGN, ZN en Achmea gevoerd. FAQ Vraag 1 Hoe moet ik vraag 4.3 uit de vragenlijst van pijler 2A over 2013 invullen? Het gaat over de vraag of een risicoinschatting van seksueel misbruik van of door de cliënt in het ondersteuningsplan aanwezig is en of het risico actueel is. In eerste instantie heb ik de vraag bevestigend geantwoord, immers een risico-inschatting is in het ondersteuningsplan aanwezig. Maar het risico is niet actueel en daarom heb ik het antwoord veranderd van ja naar nee. Nu krijg ik een rode score op deze vraag. Hoe moet ik deze vraag invullen? Antwoord Indien het risico niet actueel is, dan blijft het antwoord op de vraag of er een risico-inschatting is gemaakt gewoon ja! De VGN adviseert u de begeleiders, die de vragenlijsten meestal invullen, hierop te attenderen. In de vragenlijst van 2015 is de toelichting op de vraag nog explicieter gegeven. Daarnaast benoemt de VGN in gesprekken met de zorgkantoren dat het in een aantal gevallen mis is gegaan met de interpretatie van deze vraag en dat sommige organisaties hierdoor ten onrechte een rode score hebben gekregen. De instelling kan bovendien MediQuest vragen de verkeerd ingevulde vragenlijsten te verwijderen en opnieuw aan te maken. Ook kan de instelling MediQuest vragen de betreffende vragenlijsten open te stellen waardoor de verkeerd ingevulde vraag kan worden gewijzigd. De eerste optie is voor veel organisaties geen oplossing, omdat het soms om heel veel vragenlijsten gaat (en dus heel veel werk is). De tweede optie brengt kosten met zich mee die door de instelling zelf vergoed moeten worden. Vraag 2 Moet een cliëntervaringsinstrument (pijler 2b) aansluiten bij de zorgplanbespreking? Antwoord Ja, het cliëntervaringsinstrument dient cliëntinformatie op individueel niveau op te leveren en zicht te geven op de (positieve en negatieve) ervaringen en de concrete verbeterwensen van de individuele cliënt. Essentieel is dat de systematiek moet zijn ingebed in de zorgplancyclus en dus aansluit bij de zorgplanbespreking. Wellicht heeft de VGN hierover in het verleden minder expliciet gecommuniceerd, maar vanaf de start van het Kwaliteitskader is dit wel het uitgangspunt geweest.

11 Nieuwsbrief KWALITEIT INZICHT juli 2014 Samenvatting Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg Het meten en verbeteren van kwaliteit vindt in de gehandicaptenzorg sinds 2011 plaats aan de hand van het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg. Het doel van deze werkwijze is te komen tot een zinvolle en bij de sector passende wijze van gegevensverzameling. Dit moet organisaties leer- en verbeterinformatie opleveren, zicht geven op de kwaliteit van zorg en ondersteuning en op de ervaring van cliënten hiermee. Drie pijlers Het vaststellen van kwaliteit gebeurt in de werkwijze aan de hand van drie pijlers: Pijler 1: kerngegevens kwaliteit op organisatieniveau; Pijler 2: kerngegevens kwaliteit op cliëntniveau (2A) en cliëntervaringsgegevens (2B); Pijler 3: gegevens over de relatie tussen cliënt en professional. Uitgangspunten Alle betrokken partijen (VGN, IGZ, VWS, ZN, cliëntenorganisaties, beroepsorganisaties) zijn het eens over de volgende uitgangspunten en specificaties. Uitgangspunten: Individuele cliënt (zorg- en ondersteuningsplan) Verantwoorden in het verlengde van verbeteren Specificaties: Eenvoud en zo min mogelijk administratieve lasten Zo mogelijk aansluiting bij al ontwikkelde instrumenten Doelgroepspecifiek Aansluiten bij informatiebehoefte in- en externe betrokkenen Vergelijkbaarheid Pijlers Thema s Visiedocument Instrument Frequentie Meting Doel Pijler 1 Zorgafspraken en ondersteuningsplan Cliëntveiligheid Belangen Kwaliteit van medewerkers en organisatie Vragenlijst op organisatieniveau, voor alle instellingen gelijk Jaarlijks 1 januari 15 februari Kwaliteitsverbetering en verantwoording (in- en extern gebruik) Pijler 2A Zorgafspraken en ondersteuningsplan Cliëntveiligheid Vragenlijst op cliëntniveau, voor alle cliënten met een ZZP of de extramurale indicatie Behandeling Groep gelijk Jaarlijks 1 januari 31 december Kwaliteitsverbetering en verantwoording (in- en extern gebruik) Pijler 2B Kwaliteit van zorg en ondersteuning in het licht van kwaliteit van bestaan Keuze uit diverse cliëntervaringsinstrumenten Minimaal eens per 3 jaar Verplicht vanaf 2014 Kwaliteitsverbetering (intern gebruik) Pijler 3 Kwaliteit van zorg en ondersteuning in het licht van kwaliteit van bestaan Uiteenlopend Jaarlijks Start 2014 Kwaliteitsverbetering (intern gebruik) Colofon Uitgave VGN juni 2014 Eindredactie: Rita Hut-Modderkolk, Inge Wichink Kruit Vormgeving: Mariel Lam bno VERENIGING GEHANDICAPTENZORG NEDERLAND Oudlaan 4 Postbus 413 T 030-27 39 300 www.vgn.nl 3515 GA Utrecht 3500 AK Utrecht F 030-27 39 387 info@vgn.nl