Informatie voor betrokkene(n)

Vergelijkbare documenten
Informatie voor betrokkene(n)

Psychologische en psychiatrische rapportage in civiele zaken. Informatie voor betrokkene

Informatie voor betrokkenen

Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte

Als ouders uit elkaar gaan

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Raad voor de Kinderbescherming

Wat is ondertoezichtstelling?

Als ouders uit elkaar gaan

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Bureau Jeugdzorg Drenthe. Ondertoezichtstelling. BureauJeugdzorgDrenthe. november 2012 /

Het psychosociaal kinderteam (PST)

JEUGDBESCHERMING NOORD. Ondertoezichtstelling (OTS)

Het psychosociaal kinderteam (PST)

Wat u moet weten over privacy en klachten

Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling)

Als uw kind in aanraking komt met de politie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Wat is ondertoezichtstelling?

Locatie Leeuwarden. 1 van 5. Ministerie van Justitie. Locatie Leeuwarden

Als ouders gaan scheiden

Uw dossier. Wat doen wij ermee en wat kunt u ermee?

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

RECHTEN VAN KINDEREN, JONGEREN EN HUN OUDERS

INFORMATIE VOOR JONGEREN 1 ONDER TOEZICHT GESTELD WAT BETEKENT DAT?

Het psychosociaal kinderteam (PST)

Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders

UW KIND ONDER TOEZICHT GESTELD. WAT BETEKENT DAT? INFORMATIE VOOR OUDERS 1 UW KIND ONDER TOEZICHT GESTELD. WAT BETEKENT DAT?

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening

Ondertoezichtstelling (OTS) Wat betekent een ondertoezichtstelling voor u en uw kind? Wat kunt u verwachten?

Richtlijn / info voor ouders. Uithuisplaatsing. Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming. NVO, BPSW en NIP

Welkom bij de William Schrikker Groep

Voor ouders over de ondertoezichtstelling

Onderzoek naar onveiligheid

Privacyverklaring Jeugdbescherming West

Over de registratie van uw gegevens. Informatie voor cliënten

Uw dossier. Wat doen wij ermee en wat kunt u ermee?

Wat u moet weten over privacy, klachten en de cliëntenraad Informatie voor cliënten

Raad voor de Kinderbescherming Ministerie van Justitie en Veiligheid. De gedragsbeïnvloedende. maatregel (GBM)

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is

Forensisch onderzoek in civielrechtelijk kader

Jeugdbescherming Informatie voor jongeren

Observatieafdeling Teylingereind. Informatie voor ouders

Een verwijzing naar de polikliniek Kinderen Jeugdpsychiatrie

Rechten van kinderen, jongeren en hun ouders

Rechten en plichten. Uw rechten

Ondertoezichtstelling

Medische Psychologie en Psychiatrie - Polikliniek volwassenen

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Algemeen

Informatie voor ouders

> Wat doet het Algemeen Maatschappelijk Werk? Je problemen aanpakken: dat doe je zelf, maar niet alleen!

Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs. 1. Informatieplicht

Als opvoeden een probleem is

GESCHEIDEN ALS PARTNER, VERBONDEN ALS OUDER INFORMATIE VOOR OUDERS

Informatie voor ouders

Patiënteninformatie. Medische Psychologie. Algemene informatie terTER_

Centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie

Als uw kind in aanraking komt met de politie

REGELING MELDEN VERMOEDEN MISSTAND

Uw rechten als patiënt (WGBO)

Uw patiëntendossier bescherming van uw persoonsgegevens

Wegwijs bij arbeidsongeschiktheid. Arbeidsongeschikt, en dan?

De Werkwijze. van de William Schrikker. Jeugdbescherming. bij een Voogdijmaatregel

PRIVACY, DOSSIERVOERING & KLACHTEN

Psychologisch onderzoek en behandeling Kinderen en jongeren. Afdeling Klinische Psychologie

Gezinsbehandeling. Kom verder! SAMENWERKEN AAN DE TOEKOMST. Introductiefolder voor gezinnen en verwijzers

Patiëntenrechten van ouders en kind. Vrouw - Moeder - Kind centrum

Ambulante behandeling Ouderen

Kind en Jeugd GGZ. Psychologische hulpverlening voor kinderen en jeugdigen tot 21 jaar.

De psycholoog in Zuyderland Medisch Centrum. Medische Psychologie

Uw dossier. Wat doen wij ermee en wat kunt u ermee?

Wegwijs bij arbeidsongeschiktheid. Arbeidsongeschikt, en dan? /18

INFORMATIE. Voor iedereen die zich zorgen maakt over kinderen in zijn of haar omgeving

Uw patiëntendossier. bescherming van uw persoonsgegevens

PRIVACY, DOSSIERVOERING & KLACHTEN

Voortraject... 2 Wat kan ik bij de aanmelding verwachten?... 3 Wat kan ik bij de intake verwachten?... 4 Behandeling... 7 Afsluiting en nazorg

Rechten en plichten voor cliënten Cliëntinformatie over de WGBO

Recht op inzage Hoe vraag ik inzage in een patiëntendossier?

Bescherming van je persoonsgegevens. Informatie voor cliënten

Gescheiden als partner, verbonden als ouder

Uw rechten en plichten als patiënt

Uw klacht in behandeling bij de Klachtencommissie GGNet. Wat houdt dat in? Informatie voor patiënten van GGNet en hun familie/naastbetrokkenen

Gescheiden & uw kind in behandeling. Voor ouders

Informatie voor jongeren

Als opvoeden een probleem is

Psychodiagnostisch onderzoek voor kinderen en jeugdigen jonger dan 16 jaar. Informatie voor jeugdigen (12-16 jaar)

Privacy in Instituut Verbeeten

Wat u moet weten over privacy en klachten

Wegwijs bij arbeidsongeschiktheid. Arbeidsongeschikt, en dan?

Patiënteninformatie. Onderzoek en behandeling van kinderen en jongeren Onderzoek en behandeling van kinderen en jongeren.

Medische Psychologie

Hoe vraag ik een WIA-uitkering aan? Wat u moet weten als u al enige tijd ziek bent

Wegwijs bij arbeidsongeschiktheid. Arbeidsongeschikt, en dan? /18

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Voorlopige Ondertoezichtstelling (VOTS)

Privacy in Instituut Verbeeten

Een verwijzing naar de polikliniek Kinderen Jeugdpsychiatrie

Privacy verklaring Veilig Thuis Flevoland

Als de Raad u om informatie vraagt

JEUGDBESCHERMING NOORD. Meer over Jeugdbescherming Noord is te vinden op JB Noord & Rechten. januari 2016 /

Transcriptie:

Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederla voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut vo Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensisc en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensische Psyc Psychologie Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psych Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Ned Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederland voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Inst Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut vo Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensische Psych Psychologie Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psycholo Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psyc Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederla voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut vo Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensisc en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensische Psyc Informatie voor betrokkene(n) Psychologische en psychiatrische rapportage in civiele zaken

Inhoud 1 Wanneer wordt een psychiatrisch en/of psychologisch onderzoek aangevraagd in civiele zaken? 3 2 Wat is de rol van de onderzoeker(s)? 4 3 Hoe ziet het onderzoek er uit? 5 4 Rechten en plichten 7 5 Wat is de rol van het NIFP? 9 Klachten 10 Nog vragen? 10 1

Deze brochure bevat informatie voor personen die in een civiele zaak worden onderzocht door een psychiater en/of een psycholoog. De informatie is ook bedoeld voor de ouder(s) van de onderzochte. In deze brochure staat: 1. Wanneer een psychiatrisch en/of psychologisch onderzoek wordt aangevraagd. 2. Wat de rol is van de onderzoeker(s). 3. Hoe het onderzoek eruit ziet. 4. Welke rechten en plichten de onderzochte en betrokkenen hebben. 5. Wat de rol is van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP). Toelichting op deze brochure: 1. Waar in deze brochure wordt gesproken over hij wordt daarmee ook zij bedoeld. 2. Met onderzoeker wordt in deze brochure bedoeld de psychiater of de psycholoog die het onderzoek uitvoert. 3. Met opdrachtgever wordt in deze brochure bedoeld de (kinder)rechter, Raad voor de Kinderbescherming of een Gecertificeerde Instelling voor Jeugdbescherming. 4. Met civiele zaak wordt in deze brochure bedoeld een traject in het personen- en familierecht, zoals scheiding en omgang, ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing. 2

1 Wanneer wordt een psychiatrisch en/of psychologisch onderzoek aangevraagd in civiele zaken? De opdrachtgever kan aan een psychiater en/of psycholoog opdracht geven om één of meerdere kinderen en/of de ouder(s) van een kind te onderzoeken. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren in één van de volgende situaties: Er is sprake van een scheiding en de rechter heeft vragen over bijvoorbeeld het gezag, de omgangsregeling of de verblijfplaats van één of meerdere kinderen. Er is een maatregel van kinderbescherming voor één of meerdere kinderen opgelegd of de Raad voor de Kinderbescherming vindt dit wenselijk. De opdrachtgever wil dan meer achtergrondinformatie, bijvoorbeeld over eventuele psychische problemen bij kind of ouders, de opvoeding van de kinderen en hoe ze zich ontwikkelen. 3

2 Wat is de rol van de onderzoeker(s)? De onderzoeker verricht zijn onderzoek niet als hulpverlener. Hij doet zijn onderzoek in opdracht van de opdrachtgever. Het gaat er om dat de opdrachtgever een belangrijke beslissing moet nemen. Daarom moet hij goed geïnformeerd zijn over wat er nodig is om het kind zo goed en gezond mogelijk te laten opgroeien. De onderzoeker is hierin een adviseur. Aan de onderzoeker kunnen door de opdrachtgever verschillende soorten vragen gesteld worden. Welke vragen worden gesteld hangt af van de beslissing die genomen moet worden. Voorbeelden van onderzoeksvragen zijn: Bij wie kan het kind het beste wonen? Hoe kan een kind contact hebben met (één van) zijn ouder(s)? Moet de ondertoezichtstelling (als die er is) voortgezet of opgeheven worden? Is het nodig om andere of meer ingrijpende maatregelen te nemen, zoals een uithuisplaatsing? De onderzoeker schrijft een rapport en geeft daarin een advies aan de opdrachtgever. De opdrachtgever beslist daarna wat hij met dat advies doet. De onderzoeker die het kind en/of de ouder(s) onderzoekt is onafhankelijk van alle partijen. De opdrachtgever heeft dus geen invloed op de inhoud van het onderzoek of op het advies van de onderzoeker. Dat betekent dat de onderzoeker een advies kan geven waar de opdrachtgever het niet mee eens is. Ook kan de onderzoeker een advies geven waar partijen het niet mee eens zijn. Of er sprake is van één of meer onderzoekers, heeft te maken met wat er onderzocht moet worden en de problemen die (mogelijk) in het gezin spelen. Het onderzoek kan uitgevoerd worden door een (kinder)psychiater, een (kinder)psycholoog en/of een orthopedagoog. Zij hebben een verschillende deskundigheid en hun adviezen kunnen elkaar aanvullen. Als er meerdere onderzoekers zijn maken zij ieder een eigen rapport. 4

3 Hoe ziet het onderzoek er uit? 1. Het kind en ouder(s) ontvangen een uitnodiging van de onderzoeker. In overleg vindt de afspraak plaats bij onderzochte thuis, op het kantoor van het NIFP of op een andere locatie. 2. In het eerste gesprek bespreekt de onderzoeker welke vragen in het onderzoek aan de orde komen. Ook bespreekt de onderzoeker welke informatie hij heeft gekregen om zich voor te bereiden op het onderzoek. Daarnaast wordt uitgelegd hoe het onderzoek zal gaan. De onderzochte krijgt te horen wat zijn rechten en plichten zijn (meer hierover in deze brochure onder 4.) en met wie de onderzoeker nog meer wil spreken voor het onderzoek. Denk bijvoorbeeld aan de huisarts of leerkracht van het kind. Het kind of de ouder(s) kunnen ook zelf bij de onderzoeker aangeven graag te willen dat met bepaalde personen wordt gesproken. De informatie die deze personen geven moet echter wel bijdragen aan het onderzoek. Of dat zo is, beoordeelt de onderzoeker. 3. De onderzoeker stelt vragen over de achtergrond, thuissituatie, opleiding of werk, vrienden en vrijetijdsbesteding. Bij een psychologisch onderzoek wordt de onderzochte meestal ook gevraagd om vragenlijsten in te vullen. Ook een intelligentietest kan deel uitmaken van het onderzoek. 4. De onderzoeker spreekt uitgebreid met het kind en ouder(s) over het gezin om een beeld te krijgen van de gezinssituatie. Mogelijk wil de onderzoeker de gezinsleden in een alledaagse gezinssituatie observeren. 5. Wanneer een kind wordt onderzocht, gebeurt dit in een 1-op-1 contact met de onderzoeker. De ouder is daar niet bij. Over het algemeen zal de onderzoeker het kind twee of drie keer alleen zien. De onderzoeker zal met het kind praten over verschillende onderwerpen, zoals de thuissituatie, school, vriendjes en hobby s of andere bezigheden. Ook zal de onderzoeker proberen een beeld te krijgen van het denkniveau waarop het kind functioneert en hoe situaties worden beleefd. Naast gesprekken wordt er gebruik gemaakt van vragenlijsten en (intelligentie)tests. Ook kan het kind worden gevraagd iets te schrijven of te tekenen. Dit onderzoek kan thuis plaatsvinden of in een onderzoeksruimte van bijvoorbeeld het NIFP. Bij jonge kinderen vindt er meestal ook onderzoek plaats in de spelkamer, waar de onderzoeker het kind observeert en samen met hem of haar speelt. 6. Tijdens het onderzoek stelt de onderzoeker vast of er sprake is van een ontwikkelingsachterstand of psychische problemen bij het kind of de ouder(s) die mogelijk een rol spelen in de opvoedingssituatie. De onderzoeker adviseert ook of er een behandeling nodig is. Ondersteuning bij de opvoeding is ook een mogelijkheid. Als er meerdere onderzoekers zijn, overleggen zij na het onderzoek met elkaar. Ze doen dat om na te gaan of er verschillen zijn in de uitkomsten van de onderzoeken en waardoor die eventuele verschillen verklaard kunnen worden. 5

Het kan voorkomen dat de onderzoekers verschillende adviezen geven. De opdrachtgever neemt uiteindelijk de beslissing over wat er gaat gebeuren. 7. Na afloop van het onderzoek leest het NIFP het conceptrapport. Een psycholoog en/of een psychiater en een jurist geven feedback aan de onderzoeker(s). De onderzoeker blijft echter zelf verantwoordelijk voor zijn rapport. Hij is niet verplicht de adviezen van het NIFP over te nemen. 8. Voordat het rapport naar de opdrachtgever wordt verzonden krijgen betrokkenen van de onderzoeker te horen wat de conclusies zijn en welk advies gegeven wordt. Zij kunnen reactie geven op de conclusies en het advies. De reactie zal worden weergegeven in het rapport. Tijdens het gesprek kunnen betrokkenen het rapport inzien en wijzen op eventuele feitelijke onjuistheden in het rapport (correctierecht). Zie hierover ook hieronder bij de beschrijving van de rechten en plichten van de onderzochte. 9. Na de bespreking van het rapport stuurt de onderzoeker het definitieve rapport (waarin reacties zijn verwerkt) naar het NIFP. Het NIFP stuurt het rapport naar de opdrachtgever. De opdrachtgever beslist zelf of en in hoeverre hij het advies uit het rapport opvolgt. Tijdens de rechtszitting wordt het rapport met betrokkenen besproken. Ook kan de rechter de onderzoeker vragen tijdens de zitting een toelichting te geven op het rapport. 6

4 Rechten en plichten Medewerking Kind(eren) en ouder(s) zijn niet verplicht aan het onderzoek mee te werken. De opdrachtgever legt uit wat de bedoeling van het onderzoek is, welke vragen er gesteld worden en welke stukken worden meegestuurd. De opdrachtgever vraagt een verklaring te ondertekenen, waarin staat dat betrokkenen mee willen werken aan het onderzoek. Ouders geven op het formulier toestemming dat het kind onderzocht mag worden. Als de ouders geen gezag (meer) hebben moet de wettelijke vertegenwoordiger van het kind toestemming geven. In het eerste gesprek legt de onderzoeker de onderzoeksprocedure uit en zal vragen of betrokkenen daarmee akkoord gaan. Toestemming De onderzoeker vraagt om toestemming als hij personen wil spreken die buiten de relatie tussen ouders en het kind staan, ook wel derden genoemd. In sommige gevallen, zoals wanneer de onderzoeker een huisarts of behandelaar wil spreken, moet daar een aparte toestemmingsverklaring voor worden ondertekend. Voor het spreken van familie, een werkgever of bijvoorbeeld de leerkracht van een kind heeft de onderzoeker in beginsel geen toestemming nodig. Wanneer wordt aangegeven dat de onderzoeker met bepaalde personen niet mag spreken, zal de onderzoeker vragen waarom niet. Deze reden kan de onderzoeker opnemen in het rapport om voor de opdrachtgever duidelijk te maken waarom de ene persoon wel is gesproken en een andere niet. Is het kind jonger dan 12 jaar dan is de toestemming van ouders of wettelijke vertegenwoordigers nodig om het kind te mogen onderzoeken. Is een kind tussen de 12 en 16 jaar dan moeten zowel ouders/wettelijke vertegenwoordigers als het kind toestemming geven voor het onderzoek. Dit geldt ook als de onderzoeker informatie over een kind wil opvragen bij derden, zoals de (huis)arts. Wanneer een kind 16 jaar of ouder is, mag het zelf bepalen of hij aan het onderzoek wil meewerken. Hij heeft daarvoor geen toestemming van de ouders nodig. Geheimhouding De onderzoeker moet zorgvuldig omgaan met de informatie die hij verzamelt. Hij mag alles wat van belang is om de vragen van de opdrachtgever te beantwoorden in het rapport opnemen. Ook mag hij overleggen met de mederapporteur en het NIFP, of informatie vragen 7

bij de gezinsvoogd, als dat nodig is voor het onderzoek. Aan andere mensen, die niets met het onderzoek te maken hebben, mag de rapporteur geen informatie geven. Voor de onderzoeker geldt dus een geheimhoudingsplicht. Wanneer de (instelling van de) gezinsvoogd de opdrachtgever is, mag de onderzoeker tijdens het onderzoek niet zomaar informatie geven aan de gezinsvoogd. De gezinsvoogd krijgt pas informatie in het eindrapport. Inzage en correctie, het adviesgesprek Als het onderzoek klaar is, bespreekt de onderzoeker met het kind en de ouder(s) wat de conclusies zijn en welk advies aan de opdrachtgever wordt gegeven. Het rapport kan dan ingezien worden. Als er feitelijke onjuistheden in het rapport staan (bijvoorbeeld een onjuiste datum of een verkeerde naam), dan kan aan de onderzoeker gevraagd worden deze aan te passen. Ook als betrokkenen het niet eens zijn met de conclusies of het advies van de onderzoeker, kunnen zij dat laten weten. De onderzoeker hoeft het rapport op die punten niet aan te passen. Wel is hij verplicht om de opmerkingen in het rapport te vermelden dan wel als bijlage toe te voegen. Afschrift van de rapportage De onderzochten hebben recht op een afschrift van het rapport. Afhankelijk van lokale afspraken krijgen zij een afschrift van de opdrachtgever of van de onderzoeker. Privacybescherming Als de onderzochte of de ouder(s) van mening zijn dat hun privacy geschaad wordt wanneer de opdrachtgever het rapport krijgt, dan kunnen zij dit kenbaar maken aan de rapporteur. De rapporteur zal bekijken of de rapportage kan worden aangepast. Is dat niet mogelijk, dan kunnen betrokkenen aangeven bij de rapporteur dat het rapport niet naar de opdrachtgever mag worden verstuurd. Zij moeten daarbij wel bedenken dat de opdrachtgever dan ook alle andere (nuttige) informatie uit het rapport niet krijgt en dit mogelijk gevolgen heeft voor de beslissing. De rapporteur kan ondanks eventuele bezwaren echter de afweging maken om het rapport wel op te sturen naar de opdrachtgever. Hij zal dit doen als dit in het belang is van andere betrokkenen, bijvoorbeeld in het belang van een of meer kinderen. Recht op inzage en afschrift van het dossier Onderzochten en de ouder(s) hebben recht op inzage in het dossier waar het civiele rapport deel van uitmaakt. Dit dossier is in het bezit van de onderzoeker. Eventueel kunnen zij een kopie van de inhoud van het dossier krijgen. Omdat de onderzoeker verplicht is de privacy van andere onderzochten te beschermen kan niet altijd het hele dossier ingezien worden. In dat geval zal hij dit laten weten. 8

5 Wat is de rol van het NIFP? Het NIFP is een onafhankelijk instituut en zelf géén opdrachtgever of onderzoeker. Het NIFP bemiddelt de onderzoeken. Dat betekent dat het NIFP door een opdrachtgever wordt benaderd met de vraag of een onderzoek kan worden uitgezet. Wanneer dat nodig is, adviseert het NIFP aan de opdrachtgever hoe het onderzoek er uit zou kunnen zien. Vervolgens benadert het NIFP een onderzoeksbureau of een of meer freelance onderzoekers die het onderzoek kunnen uitvoeren. Ook lezen een psycholoog en/of psychiater en een jurist van het NIFP het conceptrapport en geven zij feedback aan de onderzoeker(s). 9

Klachten Bent u niet tevreden over de onderzoeker of over de manier waarop het onderzoek is gedaan? Dan kunt u dat het beste eerst met de onderzoeker bespreken. Wanneer u er met de onderzoeker niet uit komt, kunt u het NIFP vragen om als onafhankelijke partij te bemiddelen tussen de onderzoeker en u. Op de website van het NIFP kunt u informatie vinden over de klachtenregeling. Daarnaast is het natuurlijk mogelijk contact op te nemen met uw advocaat. Deze kan u advies geven over de mogelijkheden om een klacht in te dienen bij de beroepsvereniging van de rapporteur of bij het regionaal tuchtcollege. Nog vragen? Als u nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met de onderzoeker, met uw advocaat of met het NIFP. De telefoonnummers van het NIFP kunt u vinden op www.nifpnet.nl Aan de informatie die is opgenomen in deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend. 10

11

Dit is een uitgave van: NIFP/DJI Postbus 13369 3500 lj Utrecht t 0800 646 39 51 e nifp@dji.minjus.nl Augustus 2016 94665 www.nifpnet.nl