Les 9 - La entrevista

Vergelijkbare documenten
Het belang en het gemak van het Spaanse werkwoord

januari el/un coche el/un gato la/una casa la/una chica la/una mesa

SPAANS HERHALINGLES 1 Español

A escribir! Periode 2. Schrijfopdrachten Spaans mavo 4

1OEFENINGEN bij WERKWOORDEN (boek CAMINOS 1, PAG.133 e.v.)

Spaans voor zelfstudie

Keuzevak Spaans voor beginners 1 - Extra oefeningen

SPAANS LES 7 Español

SPAANS LES 6 Español

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

MUZIEK BLAUWE ZAAL GROTE PODIA

SPAANS LES 2 Español

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

SPAANS LES 4 Español

lombricita De jongste mag beginnen en een passend kaartje aan het openingskaartje leggen. Als je niet kan moet je een kaartje uit de pot pakken.

SPAANS HERHALINGLES 2 Español

SPAANS LES 5 Español

Reizen Gezondheid. Gezondheid - Noodgeval. Gezondheid - Bij de dokter. Necesito ir al hospital. Zeggen dat je naar het ziekenhuis moet. Me siento mal.

Reizen Gezondheid. Gezondheid - Noodgeval. Gezondheid - Bij de dokter. Zeggen dat je naar het ziekenhuis moet. Om ogenblikkelijke medische hulp vragen

Reizen Wonen Koken & genieten Cultuur & vermaak

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

SPAANS LES 8 Español

SUBJUNTIVO. B. Tú + vos. 1. empezar 2. salir 3. decir 4. hacer 5. oír 6. encontrar 7. venir 8. poder 9. conocer 10. vivir

Liggen of leggen / kennen of kunnen

Jongens en Guillaume, aan tafel!

Reizen Gezondheid. Gezondheid - Noodgeval. Gezondheid - Bij de dokter. Zeggen dat je naar het ziekenhuis moet. Om ogenblikkelijke medische hulp vragen

Reizen Gezondheid. Gezondheid - Noodgeval. Gezondheid - Bij de dokter. Zeggen dat je naar het ziekenhuis moet. Om ogenblikkelijke medische hulp vragen

k ga naar school Voy al colegio

Qué Guay! Manual, parte 2

Inhoudsopgave. Ondersteunend materiaal página 4. Inhoud + checklist páginas 2-3. Opdracht página 1. Información personal páginas 6-13

Inhoud. Over de auteur... x. Inleiding... 1

Magie en musica kleur en zweet. Zingen, lachen en huilen: ze vermengen meng hun dromen meng pijn en vreugde houd van het leven!

SPAANS HERHALINGLES 3 Español

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 1 Het huis

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

Argentinië. Inleiding. Geografie

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

Woordenlijst Nederlands Spaans

Schrijfpalet. Denk goed na! 12. Olifant met gsm?

BIJLAGEN LESPAKKET 1.2

DE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD

november 2014 vanaf 9 jaar Zeuren tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

cantar cocinar coleccionar novela sello ver casa cero cincuenta cine colección comida contar general gol guerra guitarra jamón jefe la jefa joven

LESBRIEF. THEATER ZAMZAM i.s.m. Stefan Boonen & Frank Daenen. Meer informatie over de schrijver van het boek en de theatertekst:

spreekbeurtpakket introdans

Daar komt de boegieman!

EXTRA STENCIL 3 SUBJUNTIVO

Opstartlessen. Lesbrief 9. Muziek. Wat leert u in deze les? Veel succes!

* 1. Lia en haar zus Ruxandra.

BEGINNERSCURSUS DAG 1

oktober 2012 vanaf 9 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Smoezen

Bienvenidos - Cuaderno de ejercicios

8 6 Samenwerking in de wereld. Lees het verhaal Bijna de derde Wereldoorlog.

Costa Rica. Tropisch avontuur Stranden Bananen Papegaai. Neem je ouders mee naar... Costa Rica. San José Regenwoud Koffieplantages.

DE WERELD VAN DE TANGO Een cultuurgeschiedenis

Lesbrief. Voetstappen Kader Abdolah

SPAANS LES 1 Español

OPLOSSINGEN. Dit heb ik deze vakantie gedaan... Dit heb ik gedaan: Hier vind je alle oplossingen, maar: niet valsspelen, he?

BIBLIOTECA NACIONAL ARUBA BIBLIOTECA NACIONAL ARUBA. Dans. Departamento Arubiana

Griep uit Mexico. Oefeningen

Luister naar het gedicht en lees mee met de tekst. Vul de ontbrekende woorden in.

Hoe kwam Colombia aan zijn naam? Wat is de officiële taal in Colombia?

Wiekendje. Vanuit het MT. Basisschool Het Molenven. In dit nummer: 25 februari

Het leven is een groot feest

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke

RUDOLF RASCH: DUIZEND BRIEVEN OVER MUZIEK VAN, AAN EN ROND CONSTANTIJN HUYGENS - Chièze aan Huygens 30 augustus B -

SPAANS LES 3 Español

Werkblad. LES 9: Ouders. GROEP 5-6. Bijlage 1. Rood actief inspannen/ sporten. Oranje middelmatig inspannen.

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

1 Uitslapen. Schrijf op hoe het vanmorgen ging. Voorbeeld: Begintijd Wat heb je gedaan? Hoeveel tijd kostte dat? Wekker, opstaan 15 minuten

Leuke dingen in de zomervakantie

januari 2014 vanaf 7 jaar Wie o wie? tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof

Spaans voor zelfstudie

Serie Crímenes al sol. Pasión mortal

Poppentheater Trollemor maakt producties met marionetten en liedjes. Er wordt bij de voorstellingen betrekkelijk weinig taal gebruikt.

LESMATERIAAL BOVENBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 5-

Encuentros. Unidad 2. Woordenschat. Grammatica

AANWIJZEND VOORNAAMWOORD. A) Welk woord past in de zin? Kies uit die of dat. 1. Heb je het huiswerk gemaakt? 7. Ga je naar één van onze feestjes?

HAND-OUT STATION 1 KAARTEN. In mijn land. Onderweg naar België. In België. Hand-outs Wie ben ik? Lespakket RG 2.1 en 2.2 1

España español Chile

Titel van deze les: Leren kun je leren

la bicicleta De jongste mag beginnen en een passend kaartje aan het openingskaartje leggen. Als je niet kan moet je een kaartje van de pot pakken.

Nederlands Español. Handige zinnen en woorden om u snel op weg te helpen in Spanje

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Uitgave van Stichting Be Aware Januari 2015 WIL JE MINDER GAMEN?

De exodus. Foto s van het materiaal

De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Om de weg naar je accommodatie vragen

oefenbundel voor het vierde leerjaar

Inhoud. Inleiding... 11

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Bijlage 3. Handleiding video Dynamica 2. Een kijkje in klas 4, 5 en 6 van het Colégio Maaswaal!

november 2013 vanaf 9 jaar Mijn buurmans duiven tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof

Orquesta Típica Tango 02

LESMAP VINKENSLAG. opdracht: help de vogels op de speelplaats en maak voor hen een voederplaats.

Uitzicht op de heuvels 10 km van Kabaya Uitzicht op de heuvels ten noorden van Kabaya. Ongeveer 7 km van het dorp.

Transcriptie:

Les 9 - La entrevista Wederkerende werkwoorden In het Nederlands zijn wederkerende werkwoorden die werkwoorden waar 'zich' voor staat. Bijvoorbeeld: zich scheren, zich wassen, zich aankleden, zich vergissen. Een wederkerend werkwoord herken je in het Spaans door het voornaamwoord SE achter het hele werkwoord. Voorbeelden: afeitarse (zich scheren), lavarse, (zich wassen), vestirse, (zich aankleden), equivocarse (zich vergissen). Als je het werkwoord gaat vervoegen, zet je het wederkerende voornaamwoord vóór de persoonsvorm. zich wassen lavarse yo me lavo ik was me tú te lavas jij wast je él/ella/usted se lava hij/zij/u wast zich nosotros/as nos lavamos wij wassen ons vosotros/as os laváis jullie wassen je ellos/ellas/ustedes se lavan zij/u (mv) wassen/wast zich Sommige werkwoorden zijn in het Spaans wél en in het Nederlands niet wederkerend. Een paar veel voorkomende wederkerende werkwoorden in het Spaans zijn: zich aankleden vestirse blijven quedarse zich douchen ducharse gaan slapen dormirse zich (het haar) kammen peinarse gaan zitten/opstaan sentarse/levantarse zich opmaken maquillarse heten llamarse zich scheren afeitarse leggen ponerse zich vergissen equivocarse naar bed gaan acostarse zich vervelen aburrirse terugkeren volverse zich voelen sentirse wakker worden despertarse zich wassen lavarse weggaan quitarse afeitarse Les 9-1

Spreekwoorden - Refranes Probeer de Nederlandse uitdrukking of het Nederlandse spreekwoord te ontdekken in onderstaande Spaanse spreekwoorden/uitdrukkingen: Cuando no está el gato, bailan los ratones Matar dos pájaros de un tiro Está más oscura que boca de lobo Perro ladrador, poco mordedor Al caballo regalado no hay que mirarle el diente Agua que no has de beber, déjala correr La manzana nunca cae lejos del árbol Nunca digas de este agua no beberé lobo Conversatie-oefening: Het interview La entrevista Vertaal onderstaande vragen naar het Spaans en stel ze aan een medecursist. Als je niet weet hoe je een vraag letterlijk moet vertalen, probeer het dan op je eigen manier: Hallo, hoe gaat het met je? Hoe heet je? Waar kom je vandaan? Hoeveel jaar ben je? Wanneer ben je jarig? Heb je kinderen/kleinkinderen/broers/zussen? Jongens of meisjes? Wat is hun naam? Wat doe je? Werk je? Studeer je? Waar? Les 9-2

Wat is je lievelingskleur? Wat is je favoriete eten? Wat is je favoriete drankje? Van welke sporten hou je? Wat zijn je hobby s? Hou je van dieren? Heb je zelf dieren? Waar ga je naartoe met vakantie? Hoe ga je? Wat doe je graag tijdens de vakantie? Waar verblijf je het liefst tijdens je vakantie: op een camping, in een hotel, etc.? Wat is je lievelingsstad en waarom? Welke zanger(es) of muziek vind je leuk? Wat is de beste film die je ooit gezien hebt? Wat is je favoriete televisieprogramma? Hou je van lezen? Wat voor soort boeken? Wie zou je wel eens willen interviewen en waarom? Hoe laat is het? Oké, dank je voor het interview! Liedje Het is weer tijd voor een Spaans liedje met Nederlandse vertaling! Les 9-3

Flamenco De Spaanse flamenco is niet alleen een dans, maar een verzamelnaam voor de muziek, zang en dans zoals in de afgelopen eeuwen ontstaan in het Zuid Spaanse Andalusië. De flamenco is een levensstijl geworden: temperamentvol, expressief en krachtig. De flamenco kan gevoelens van intense triestheid en grote vreugde uitdrukken. Het toverwoord van de flamenco is het woordje duende. Duende heeft alles te maken met het moment waarop zanger, danser of gitarist zó volledig opgaat in de muziek dat er iets ontstaat dat meer is dan de muziek, zang of dans op zichzelf, een soort magisch moment waarop het publiek de adem inhoudt en alles zich concentreert rond de persoon die deze duende bezit. Geschiedenis De flamenco heeft zijn naam te danken aan de flamingo, een vogel met wie de gratie van de dans wordt vergeleken. De muzikale basis voor wat nu flamenco is werd eigenlijk gelegd door zigeuners die rond 1400 in Andalusië aankwamen. Hun voorouders trokken lang daarvoor vanuit India naar het Westen. Als een groep van deze zigeuners in de Middeleeuwen in Andalusië aankomt, ontmoeten de zigeuners verwante zielen. Joodse vluchtelingen die daar verblijven en Moren (Moriscos), ook gevlucht uit hun eigen land. De zigeuners vinden in hen toehoorders voor hun muziek en ook een muzikale invloed. In dezelfde tijd was er in Sevilla nog een bloeiende slavenhandel. Met de slaven die binnengebracht werden in Sevilla kwam ook het ritme mee uit Afrika en ook dit drong door in de zigeunermuziek. Enkele eeuwen lang gaat het proces van beïnvloeding door, uit de rest van Spanje, maar ook uit Zuid Amerika, deels meegenomen door de nakomelingen van Spaanse immigranten die terugtrokken naar het land van hun voorouders en deels meegenomen door Spaanse zeelui uit het Caribische gebied en landen als Argentinië, Cuba en Puerto Rico. De flamenco kenmerkt zich door rauwe zang, gitaarspel, castagnetten, kloppen met de knokkels op tafels, tikken met een stok op de grond, door het knippen in de vingers of met klappen in de handen en vele dansvormen. De dans kenmerkt zich door krachtige gratie en vaak ingewikkelde handbewegingen en voetenwerk (taconeo). Eén van de vormen die uit die tijd stamt is de Fandango. Eén van de grootste flamencogitaristen van de laatste decennia was Paco de Lucía. Hij had een grote invloed op de ontwikkeling van de hedendaagse flamenco en was één van de eersten die ging experimenteren met het samenspelen met jazz- en rockmuzikanten. Tip: de Spaanse regisseur Carlos Saura heeft in de tachtiger jaren een prachtige film-trilogie gemaakt met de flamenco als thema: "Carmen, "El amor brujo en "Bodas de Sangre. Tevens maakte hij de films "Flamenco (1995), "Tango (1998) en "Fados (2007). Les 9-4

Tango De tango is dé Argentijnse volksmuziek. Ze is ontstaan rond 1880 in de arme volkswijken van Buenos Aires, in kroegen en bordelen. Het is oorspronkelijk dansmuziek en werd gespeeld op fluit, viool en harp. Iets later werd de bandoneon geïntroduceerd, een kleine accordeon die door Duitse immigranten is meegebracht. In het begin van de vorige eeuw is het nog de muziek van de armen. De elite kijkt neer op dit vulgaire volksvermaak, maar nu is het niet meer weg te denken in het leven van de Argentijn, arm of rijk. Langzamerhand worden er ook teksten bij de muziek gemaakt die vooral handelen over de armoede en het harde leven in de volkswijken. In het begin zijn de teksten nogal plat, maar later worden ze meer poëtisch. Geschiedenis De oorsprong van de tango is niet duidelijk. Zeker is, dat zij eind 19e eeuw is ontstaan aan de oevers van de Río de la Plata in Buenos Aires in Argentinië en Montevideo in Uruguay. Daar vermengde de dans en muziek van nakomelingen van zwarte slaven zich met die van immigranten uit Europa (de helft uit Italië en een derde uit Spanje) en van caudillos, Zuid-Amerikaans cowboys, die op zoek naar werk naar de stad waren getrokken. Al in de periode 1890-1900 - toen ook de eerste tangomuziek van betekenis in Buenos Aires ontstond - gingen mensen 's avonds naar zaaltjes, cafés of bordelen, of gewoon naar een hoek van twee kruisende straten, om te gaan dansen. In die begintijd waren het vooral de mannen die samen bepaalde danspassen bedachten en uitprobeerden. Zij werden hierbij slechts begeleid door twee muzikanten met een gitaar en een fluit, of een harp. Niet zelden leidde dit tot ruzie en messentrekkerij. In Buenos Aires werd de dans steeds populairder aan het begin van de twintigste eeuw. Muzikale ensembles werden talrijker, net zoals de dansgelegenheden. De muziek werd in die tijd altijd live uitgevoerd. De ballroomtango is een stijldans behorende bij de ballroomdiscipline en is afkomstig uit La Boca in Buenos Aires, Argentinië. De dans is afgeleid van de Argentijnse tango, maar de dansen verschillen zowel qua karakter als qua muziek. Les 9-5

Salsa Salsa is een zeer populaire dans van hoofdzakelijk Cubaanse oorsprong. De naam komt van een populair radioprogramma, gesponsord door een fabrikant van pikante tomatensaus ("Salsa betekent "saus ). De salsa is geen statische dansstijl maar legt de nadruk op beweging. Dat betekent ook dat er geen vaste volgorde is waarin wordt gedanst. De man leidt en bepaalt aan de hand van de muziek de figuren. Er wordt niet over de vloer bewogen maar alles wordt ter plaatse gedanst. Ingewikkelde figuren met de armen zijn typisch voor de salsa. De voeten doen alleen de basispas met enkele beperkte varianten. Een set danspassen in een salsadans is onderverdeeld in 8 tellen verdeeld over twee maten van 4 tellen. Omdat de 4e en 8e tel vaak een rust is wordt er vaak op de volgende manier meegeteld: 1, 2, 3... 5, 6, 7... Bekijk onderstaand schema, zet een salsaplaat op en probeer het eens! Les 9-6

HUISWERK LES 9 1 Vul in: me, te, se, nos of os 1... llamo Carlos. Ik heet Carlos. 2. El hombre afeita por la mañana. De man scheert zich s morgens. 3....quedamos tres noches en el hotel. Wij blijven 3 nachten in het hotel. 4.... gustáis ir al cine. Jullie gaan graag naar de film. 5. Siempre despiertas a las siete. Jij wordt altijd om zeven uur wakker. 6. Hoy... siento un poco enferma. Ik voel me een beetje ziek vandaag. 7.... vuelven en casa a las diez. Zij komen om tien uur thuis. 2 Vertaal de zinnen met behulp van onderstaande uitdrukkingen: Angst hebben/bang zijn) Tener miedo Dorst hebben Tener sed Gelijk hebben Tener razón Gelukkig zijn Estar feliz Haast hebben Tener prisa Honger hebben Tener hambre Koud hebben Tener frío Slaap hebben Tener sueño Verdrietig zijn Estar triste Verliefd zijn Estar enamorado Warm hebben Tener calor Ziek zijn Estar enfermo Zin hebben Tener ganas de 1. Ik heb slaap 2. Heb je haast?..... 3. Je hebt gelijk. 4. We hebben honger.. 5. Hij heeft zin om te gaan zwemmen. 6. Hebben jullie het koud?... 7. Ik ben bang voor spinnen. 8. Heb je het erg warm?... 9. Ik heb dorst 10. Zij is erg gelukkig.. 11. Hij is verliefd.. 12. Waarom ben je verdrietig?. 13. Ik ben ziek. Les 9-7

3 Vul de juiste vorm in van het werkwoord tussen haakjes: 1. (Yo) (beber).. vino, no agua. 2. (Tú) (aprender)... español. 3. (Él) (hablar)... francés. 4. (Ellos) no (vivir). en Madrid. 5. (Yo) no (comer)... en casa los domingos. 6. Por qué no (abrir)... (tú) la ventana? 7. (Vosotros) (estudiar)... mucho. 8. (Ella) no (comprender)... japonés. 9. (Yo) (vivir)... en Valencia. 10. Si (usted) (querer).. 4 Kies het juiste woord uit de rechtse rij: 1. Cuando me he quebrado el brazo voy al... dentista 2. Cuando estoy enfermo, voy a un... hospital 3. Cuando me han robado algo, voy a la... médico 4. Cuando tengo una receta, voy a la... policía 5. Cuando me duele la muela, voy a un... farmacia 5 Kruis het juiste antwoord aan: 1 Ik heb een jas gekocht a He comprado un abrigo b He compro un abrigo c He comprado un vestido d He compro un vestido 2 Hij heeft bruine schoenen a Tiene zapatos marrones b Tiene zapatos amarillos c Tiene zapatos azules d Tiene zapatos rojos 3 Goudkleurig a Plateado b De cuadros c Con rayas d Dorado Les 9-8

4 Zij heeft blond haar a Tiene el pelo rubio b Tiene el pelo marrón c Tiene el pelo rubia d Tiene el pelo amarillo 5 La arena a Het stadion b Het strand c Het zand d Het gevecht 6 El lobo a De kat b De beer c De wolf d De leeuw 7 a caballo a Montar b Tocar c Jugar d Hacer 8 Las gotas a De druppels b De laarzen c De handdoeken d De grapjes 9 Perder a Verliezen b Vinden c Beroven d Kunnen 10 Hij scheert zich a Se levanta b Se limpia c Se lava d Se afeita Les 9-9

11 Wij hebben in Madrid gewoond a Hemos vivido en Madrid b Has vivido en Madrid c Habéis vivido en Madrid d Han vivido en Madrid 11 Mijn oma is negenenzestig jaar a Mi abuela tiene setenta y nueve años b Mi abuela tiene sesenta y siete años c Mi abuela tiene sesenta y nueve años d Mi abuela tiene setenta y seis años Lees alle lessen, grammatica, cultuur en geschiedenis nog eens rustig door. Volgende week volgt een herhaling van alle lessen middels de Talk & Travel Quiz! Les 9-10