Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst 25-08- Inleiding Met de invoering van de Participatiewet op 1 januari 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor alle burgers met arbeidsvermogen die ondersteuning nodig hebben. De Participatiewet vervangt de Wet werk en bijstand (Wwb) en de Wet sociale werkvoorziening (Wsw); de Wet arbeidsvoorziening jongeren (Wajong) blijft bestaan met dien verstande dat burgers met arbeidsvermogen onder verantwoordelijkheid van de gemeente vallen voor wat betreft hun participatie en inkomen. Met name de samenvoeging van twee wetten (Wwb en Wsw) biedt de gemeenten de mogelijkheid om de daaruit voorvloeiende taken die nu verdeeld zijn over meerdere organisatie- onderdelen of door derden uitgevoerd worden te herschikken en de organisatie daarvan te vereenvoudigen. Met als doel het bieden van integrale dienstverlening aan burgers. Een kans die één keer in de zestig jaar voorbijkomt, een kans die we moeten pakken! Dat betekent dat de verordeningen en uitvoeringsbesluiten voor 2015 (dat als een overgangsjaar geldt) zijn gebaseerd op die samenvoeging van wetten en de integrale dienstverlening die we burgers willen bieden. Belangrijkste verandering Wajong+ wajong wwb wsw Participatiewet o.a. Loonkostensubsidie Beschut werk No- risk polis Overige re- integra- tievoorzieningen Belangrijkste vernieuwingen De nieuwe wet biedt een aantal vernieuwingen. Zo worden de burgers met de toepassing van de Participatiewet in hun eigen kracht gezet en gaan zij werken naar vermogen in bij voorkeur regulier werk. Ook krijgen de gemeenten te maken met de nieuwe doelgroep arbeidsgehandicapten en kan het budget voor de uitkeringen (het I- deel) worden ingezet voor loonkostensubsidies. Wanneer mensen (nog) niet regulier aan het werk kunnen, kan met de Participatiewet één van de belangrijkste vernieuwingen worden vormgegeven, te weten de mogelijkheid om bij vormen van maatschappelijke participatie verbindingen te leggen met andere vormen van ondersteuning of zorg binnen het sociale domein. Ambitie Colleges Zoveel mogelijk mensen nemen deel aan de arbeidsmarkt, ook mensen met een beperking 25 augustus 1
Samen met sociale partners, andere gemeenten (en UWV) zorgen we ervoor dat we uitvoering geven aan de afspraken in het sociaal akkoord: ca. 250 garantiebanen in de arbeidsmarktregio Maastricht- Heuvelland voor de jaren 2015 en 2016. Zelfredzaamheid van burgers wordt vergroot en ontwikkeld en het beroep op bijstand zoveel mogelijk beperkt. Zoveel mogelijk mensen nemen deel aan maatschappelijke activiteiten, ook mensen voor wie betaald werk niet haalbaar is. Doel van de avond Doel van de avond is om met uw raad van gedachten te wisselen over de te maken keuzes in de Participatiewet. Uw opvattingen nemen wij mee bij het opstellen van de verordening(en) en uitvoeringsbesluiten voor 2015. Uitgangspunt 2015: Integrale dienstverlening binnen de kolom Participatie 2016: Integrale dienstverlening binnen het sociale domein Keuzes De Participatiewet stelt ons als gemeente voor een aantal keuzes: Op welke wijze willen we samenwerken met andere partners? Welke instrumenten willen we inzetten voor welke burgers? De middelen die we beschikbaar stellen voor de uitvoering? Om de bijeenkomst goed te laten verlopen vragen wij u om over de volgende vragen na te denken. Samenwerking andere partners Op de volgende vraag willen we graag een antwoord van uw Raad. Willen we werkgevers faciliteren met een gezamenlijk pakket aan voorzieningen vanuit de gehele arbeidsmarkt in Maastricht- Heuvelland? Zo ja, waar liggen voor u echt de lokale accenten aangaande dit onderwerp? Zo nee, op welke wijze wenst u de werkgeversdienstverlening dan vorm te geven? Toelichting: om werkgevers in Maastricht- Heuvelland te faciliteren is Podium 24 ingericht. Dat is het werkgeversservicepunt voor de regio waarin vraaggericht de werkgevers op een adequate wijze worden geholpen bij hun personeelsvraag. Hierbij kunnen diverse instrumenten worden ingezet. Eén van de mogelijkheden is de inzet van de garantiebanen. Gemeenten kunnen voor de realisatie van die banen o.a. loonkostensubsidies inzetten en deze kunnen worden gefinancierd uit het Inkomensdeel (BUIG- budget). In het Participatiebudget is rekening gehouden met de kosten voor de verschillende instrumenten die de inzet van deze banen stimuleren en voor o.a. begeleiding, loonwaardemeting en andere vormen van ondersteuning heeft het Rijk middelen toegevoegd aan dit budget. Instrumenten Op de volgende vragen willen we graag een antwoord van uw Raad. Beschut werken: Wordt beschut werk vormgegeven? 25 augustus 2
Indien beschut werk wordt vormgegeven: Wie komt volgens u in aanmerking voor beschut werken? Organiseren we beschut werken zoveel mogelijk bij reguliere bedrijven of niet? Bent u voor integratie van beschut werken en maatschappelijke participatie of wilt u dit gescheiden houden? Indien beschut werk niet wordt vormgegeven: Wordt een alternatief aangeboden via werken met behoud van uitkering vanuit kleinschalige initiatieven die kern- en wijkgericht worden ingezet en die met kleine stimuleringssubsidies worden gestimuleerd om mensen maatschappelijk nuttige activiteiten te verrichten? Wordt een alternatief geboden via dagbesteding? Toelichting: één van de instrumenten die in de Participatiewet vorm kunnen worden gegeven, is beschut werk. De gemeenten zijn niet verplicht om dit te doen, maar hebben hierin beleidsvrijheid. Als beschut werk wordt vormgegeven betekent dit dat de gemeenten langlopende financiële verplichtingen aangaan met een nieuwe doelgroep. De financiering van dit instrument is opgenomen in het budget voor de uitkeringen (het I- deel). Nadeel hierbij is dat de mensen die met loonkostensubsidie aan de slag gaan niet meer meetellen in de landelijke bijstandscijfers. Het landelijke budget gaat daarmee dan ook omlaag waardoor steeds minder financiering voor zowel de loonkostensubsidies als de uitkering beschikbaar is. Of iemand in aanmerking komt voor beschut werk wordt deels door de gemeenten en deels door het UWV bepaald. Het UWV doet de indicatie en de gemeenten bepalen of iemand geïndiceerd wordt. De gemeenten kunnen dus bepalen wie gebruik mag maken van de voorziening beschut werk, mits iemand een indicatie van het UWV krijgt. Werken met behoud van uitkering: Voor welke categorie burgers? In de profitsector: met baan garantie? Toelichting: in de Participatiewet worden strikte voorwaarden gesteld aan het instrument werken met behoud van uitkering. Zo mag de inzet van dit instrument niet leiden tot verdringing en concurrentievervalsing en mag het slechts beperkt in duur en omvang worden ingezet. De gemeente dient hierop toe te zien. Tevens dient een inleenvergoeding te worden gevraagd. Tegenprestatie: Verplicht of niet? Maatschappelijke deelname integraal verbinden met de ontwikkelingen in de WMO, de jeugdzorg? Toelichting: ingaande 1 januari 2015 dienen gemeenten in een verordening een tegenprestatie op te nemen. Daartoe moet het college beleid ontwikkelen rond de 25 augustus 3
uitvoering van de tegenprestatie, waarbij in ieder geval inhoud, omvang en duur van de tegenprestatie zijn opgenomen. In de verordening kunnen gemeenten onder meer opnemen dat vrijwilligerswerk van een bepaalde inhoud en omvang als tegenprestatie is te kwalificeren. Ook kunnen gemeenten daarin opnemen dat iemand die mantelzorg verricht geen tegenprestatie opgedragen krijgt. De tegenprestatie mag het re- integratiebeleid niet doorkruisen. Individuele Inkomenstoeslag: Op dezelfde manier vormgeven als de huidige langdurigheidstoeslag? Of de individuele inkomenstoeslag inzetten als onderdeel van het instrumentarium om maatschappelijke deelname te stimuleren en te belonen? Toelichting: de langdurigheidstoeslag wordt vervangen door een individuele inkomenstoeslag. Deze toeslag is bedoeld voor mensen die langdurig een laag inkomen hebben. Dat houdt in dat per individu moet worden vastgesteld of er zicht is op inkomensverbetering en er moet rekening worden gehouden met de krachten en bekwaamheden van mensen en met de inspanningen die men heeft verricht om het inkomen te verbeteren. De gemeente kan op basis daarvan keuzes maken met betrekking tot degene die recht heeft op een dergelijke toeslag en de hoogte daarvan. Scholingsregeling voor mensen met een beperking: Scholingsregeling alleen voor mensen die niet in staat zijn om 100% van het minimumloon te verdienen? Hiervoor aansluiting zoeken bij de bestaande regeling in de Wajong? Toelichting: op dit moment bestaat er een studieregeling in de huidige Wajong. Omdat vanaf 1 januari 2015 geen nieuwe instroom meer plaatsvindt in deze regeling, hebben gemeenten de mogelijkheid gekregen om een studieregeling te maken voor mensen (boven de 18) die onderwijs volgen, die niet over een eigen vermogen beschikken en die met voltijds arbeid niet in staat zijn om het minimumloon te verdienen. Achtergrond van deze regeling is dat mensen met een arbeidsbeperking gedurende hun studie niet in staat zijn om (zoals andere studenten en scholieren) daarnaast een baan te vinden en het volgen van onderwijs voor deze groep wel belangrijk is om hun kans op werk in de toekomst te vergroten. Sancties en maatregelen: Uniform in Maastricht- Heuvelland? Toelichting: aan de bijstand zijn tal van verplichtingen verbonden waaraan mensen moeten voldoen met als doel om hen zo snel mogelijk aan het werk te helpen. Vanaf 1 januari 2015 is een aantal uniforme arbeidsverplichtingen in de 25 augustus 4
wet opgenomen met daaraan gekoppeld uniforme maatregelen bij het niet voldoen daaraan. Het gaat dan om de verplichting om te verhuizen voor een baan, om in totaal drie uur per dag te reizen voor een baan, om ingeschreven te staan bij uitzendbureaus, etc.. De Participatiewet verplicht gemeenten bij schending van die verplichtingen de uitkering tenminste voor één maand 100% te verlagen. Bij verordening kunnen gemeenten de uitkering ook tot maximaal drie maanden met 100% verlagen. Verder kan in de verordening worden geregeld dat een verlaging van één maand 100% over twee of drie uitkeringsmaanden wordt verrekend. Daarnaast worden in de verordening ook niet uniforme verplichtingen gesanctioneerd. Het betreft o.a. het niet geregistreerd staan als werkloos werkzoekende bij UWV en tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaat. Beschikbare middelen (financiën) Om de juiste keuzes en afwegingen te kunnen maken is het van belang om inzicht te hebben in de budgetten (voor zover bekend) of inschattingen daarvan. Om de Participatiewet uit te kunnen voeren, hebben we verschillende budgetten beschikbaar. In de eerste plaats de middelen in het inkomensbudget (BUIG) en het Participatiebudget. Daarnaast hebben we ook de beschikking over middelen om de sociale zekerheid uit te voeren (gemeentefonds). De gevolgen van de wet voor de omvang van de uitvoeringskosten en die van het inkomensbudget zijn nog niet inzichtelijk. Wel is duidelijk hoeveel middelen we vanuit het Participatiebudget (WSW- budget en re- integratiebudget) ontvangen. Het Participatiebudget vormt het belangrijkste budget om ondersteuning van werkzoekenden te realiseren. Dat budget is in de afgelopen jaren fors verminderd. Ook hebben we ons als gemeente genoodzaakt gezien om kosten voor personeel dat zich bezig houdt met de begeleiding van werkzoekenden, ten laste van dit budget te brengen. Dat betekent dat de middelen voor (aanvullende) instrumenten beperkt zijn. Dat wordt onder de Participatiewet versterkt doordat de ontschotting van de budgetten voor re- integratie en WSW ervoor zorgt dat tekorten op de uitvoering van de WSW ook (deels) ten laste van het Participatiebudget kunnen worden gebracht. Overigens ontstaan de tekorten op de WSW voor een groot deel als gevolg van de bezuinigingen die het Rijk op het WSW- budget toepast, terwijl de loonkosten voor de WSW- ers niet overeenkomstig dalen. Het verschil tussen de loonkosten en de beschikbare subsidie loopt op tot ca 10.000,00 per WSW- er. Op de volgende vraag willen we graag een antwoord van uw Raad. Worden de tekorten van de WSW (deels) ten laste gebracht van het re- integratiedeel in het Participatiebudget? Zo ja, hoe wordt re- integratie dan gefinancierd? Zo nee, worden de tekorten dan ten laste gebracht van de algemene middelen? Hoe kan een kostendekkend uitvoering van de WSW worden vorm gegeven? 25 augustus 5
Voor de respectievelijke gemeenten Maastricht Heuvelland ziet het Participatiebudget 2015 als volgt uit: Gemeente WSW-budget Re-integratiebudget Participatiebudget Eijsden- Margraten 2015 verschil 2.423.010 2.367.101 339.161 349.311 2.762.172 2.716.412 + 45.760 Gulpen- Wittem 2015 2.747.911 2.957.120 195.424 200.581 2.943.334 3.157.701-214.367 Maastricht 2015 24.147.482 25.465.249 6.079.352 6.089.584 30.226.834 31.554.833-1.327.999 Meerssen 2015 2.345.553 2.291.430 345.672 357.498 2.691.225 2.648.928 +42.297 Vaals 2015 1.964.653 1.919.320 494.331 481.667 2.458.984 2.400.987 +57.997 Valkenburg ad Geul 2015 2.518.725 2.665.101 477.885 492.583 2.996.610 3.157.684-161.074 In de tabel is een vergelijking gemaakt tussen 2015 en. 25 augustus 6