WERKNEMERS IN DE VOEDINGSINDUSTRIE

Vergelijkbare documenten
OUDEREN. Onderzoek op basis van de Loonwijzer AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

IS DE COMBINATIE VAN ARBEID EN ZORG

SCHOLING IN CAO-AFSPRAKEN

LEVENSLOOP EN POP. Onderzoek op basis van de Loonwijzer AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

JONGE MOEDERS EN HUN WERK

SCHOLING IN CAO-AFSPRAKEN

OUDEREN OP DE ARBEIDSMARKT

WERKEN BIJ INTERNATIONALE

BELONINGSVERSCHILLEN (M/V)

WERKDRUK. Onderzoek op basis van de Zorgloonwijzer. in opdracht van de ABVAKABO FNV IN DE ZORGSECTOR 2004

DOORWERKEN TOT 65 JAAR OF LANGER: WENSEN EN VERWACHTINGEN?

Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers

BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

9. Werknemers en bedrijfstakken

Sectorale verschillen en de loonkloof tussen mannen en vrouwen in Nederland *

Uit huis gaan van jongeren

Flexibele Arbeidsrelaties: Vast versus Tijdelijk Contract

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Beroepsbevolking 2005

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970

Sectorale verschillen en de loonkloof tussen mannen en vrouwen in Nederland

Persbericht. Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig. Centraal Bureau voor de Statistiek

Arbeidsgehandicapten in Nederland

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders

Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking

Ouderschapsverlof. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

Pensioenaanspraken in beeld

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

OUDERE WERKNEMERS DOOR DE LENS VAN NEDERLANDSE WERKGEVERS

DE ETNISCHE SAMENSTELLING VAN DE BEVOLKING

De Virtuele Volkstelling 2001: gezin en werk

Trends in beroepsniveau en opleidingsniveau op de Nederlandse arbeidsmarkt

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Langdurige werkloosheid in Nederland

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Huishoudens,

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarapportage 2008

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

Age distribution 1980

Meeste werknemers tevreden met aantal werkuren

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

Artikelen. Een terugblik op het ouderlijk gezin. Arie de Graaf

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid opnieuw toegenomen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Opnieuw meer werklozen

Meer ouderen langer werkzaam

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder opgelopen

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen

OUDERE WERKNEMERS. Inhoudsopgave

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Sterke stijging werkloosheid

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Artikelen. Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten. Maarten Alders en Han Nicolaas

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk

szw Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding

Bevolkingsstatistieken geven een eerste beeld van de levensloop en de levensomstandigheden van vrouwen en mannen in België.

Vrouwenraadinfofiche 2016

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking

Huishoudensprognose : ontwikkelingen naar type en grootte

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

VROUWEN EN MANNEN BIJ AKZO NEDERLAND

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten

ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2001

B In artikel 3, eerste en tweede lid, wordt Intop Zorgsector te Eindhoven vervangen door: Intop Zorgsector te Hilversum.

Werkloosheid daalt verder in september

d e b o u w i n d e B e l g i s c h e e c o n o m i e

Arbeidsparticipatie van vrouwen rond de echtscheiding

Stijging werkloosheid vlakt af door terugtrekken jongeren

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen

Monitoring van arbeid door TNO:

Demografische kenmerken van Tsjechen en Slowaken in Nederland

Vacatures in de industrie 1

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

Nog steeds liever samen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid in mei verder opgelopen

Financiële gevolgen van echtscheiding op de lange termijn

Werkloosheid in juli verder gedaald

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

BAANZEKERHEID IN DE ZORGSECTOR 2004

Changes in employment in the pharmaceutical industry e

Persbericht. Kleine toename werkloosheid

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Forse toename werkloosheid in maart Lichte stijging aantal WW-uitkeringen

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald

Jongeren en ouderen zonder startkwalificatie op de arbeidsmarkt

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid sterk toegenomen

Loonwijze-enquête 2011 Breed draagvlak voor ontwikkelingsamenwerking

Demografische Data, Stichting Algemeen Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid gestegen naar 7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder toegenomen. Minder WW-uitkeringen aan jongeren, meer aan ouderen

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2006

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2007

Transcriptie:

AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES (AIAS) UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM WERKNEMERS IN DE VOEDINGSINDUSTRIE Onderzoek op basis van de Loonwijzer Kea Tijdens, AIAS, Universiteit van Amsterdam Maarten van Klaveren, STZ advies & onderzoek, Eindhoven Amsterdams Instituut voor ArbeidsStudies Universiteit van Amsterdam Plantage Muidergracht 4, 1018 TV Amsterdam tel. 020 525 4199, aias@fee.uva.nl www.uva.nl/aias 4 juni 2004

1 WERKNEMERS IN DE VOEDINGSINDUSTRIE De voedingsindustrie is belangrijk voor de Nederlandse economie en de werkgelegenheid. Van de kleine 1 miljoen werknemers in de industrie werken er bijna 140.000 of wel 15% in de voedingsindustrie. Wat zijn dat voor werknemers? De Loonwijzer heeft gegevens opgeleverd over de kenmerken van werknemers in de voedingsindustrie en die zijn vergeleken met gegevens uit andere takken van de industrie, hier kortweg aangeduid als overige industrie. Drie op de tien werknemers in de voedingsindustrie is vrouw. In de overige industrie is dit eenzelfde percentage. In grafiek 1 is te zien dat vrouwen in de voedingsindustrie jonger zijn dan zowel de mannen in de voeding als de mannen en vrouwen in de overige industrie. Daarentegen zijn de mannen in de voedingsindustrie juist ouder dan de andere groepen. Grafiek 1 Leeftijdsverdeling van mannen en vrouwen, werkzaam in de voedingsindustrie en in de overige industrie. Bron: Loonwijzer 2001-2003 (gewogen data) 35 30 25 20 15 voeding vrouwen voeding mannen ov industrie vrouwen ov industrie mannen 10 5 0 < 24 jr 25-34 35-44 45-54 >=55 Het loonwijzer-project bestaat uit een website www.loonwijzer.nl met een salarischeck voor de lonen van ruim 130 beroepen toegespitst op de situatie van de bezoeker, beschrijvingen van beroepen, een doorlopende enquête en nog veel andere informatie. De auteurs zijn betrokken bij de analyse van de enquête. In de loonwijzer-enquête zijn jongeren en vrouwen wat oververtegenwoordigd, maar de gegevens zijn gewogen zodat ze een betere afspiegeling vormen van de Nederlandse beroepsbevolking.

2 Meer dan de helft van de mannen die werkzaam zijn in de voedingsindustrie en in de overige industrie hebben een gezin met thuiswonende kinderen, aldus Grafiek 2. Bij de vrouwen is dit aanmerkelijk lager, want van hen leeft nog niet een derde in deze gezinssituatie. Bij de vrouwen komt samenwonen of gehuwd zijn met een partner maar zonder kinderen het meest voor als gezinssituatie, namelijk bij bijna 40% van de vrouwen in de voedingsindustrie en 33% van de vrouwen in de overige industrie. In de voedingsindustrie is bijna 20% van de mannen in de gezinssituatie dat de kinderen het huis uit zijn. Dat heeft te maken met het feit dat de mannen in de voeding gemiddeld ouder zijn. Tenslotte wonen nogal wat werknemers thuis bij hun ouder(s). In de voedingsindustrie betreft dit 11% van de vrouwen en 4% van de mannen. In de overige industrie gaat het om 6% van de vrouwen en 8% van de mannen. Alleenstaanden met kinderen vormen een hele kleine groep. In de voedingsindustrie en in de overige industrie gaat het om minder dan 1% van de werknemers, zowel bij de mannen als bij de vrouwen. Grafiek 2 Werknemers naar gezinssituatie, uitgesplitst naar geslacht en en industrie (in %). Bron: Loonwijzer 2001-2003 (gewogen data) 60 50 40 % 30 voeding vrouwen voeding mannen ov industrie vrouwen ov industrie mannen 20 10 0 paar met thuisw kinderen paar geen kinderen paar/alleenst met uitw kinderen alleenstaande bij ouders wonend zonder kinderen alleenstaande met kinderen anders

3 Kijken we nader naar de fase van de gezinsvorming, dan blijkt dat in de voedingsindustrie 63% van de vrouwen en in de overige industrie 56% nog geen kinderen heeft (zie Grafiek 3). Voor de mannen zijn deze percentages veel lager, want 27% van hen in de voeding en 38% in de overige industrie heeft geen kinderen. Kijken we naar de fase met een kind tot en met 12 jaar, dan zijn de verschillen veel kleiner. Tussen de 21 en 29% van de werknemers, mannen en vrouwen, in de voeding en overige industrie heeft een of meer jonge kinderen. Als we kijken naar de fase waarin de kinderen nog thuiswonen, maar wel allemaal ouder zijn dan 12 jaar, dan zijn de sexeverschillen wel groter, vooral in de voedingsindustrie. Uit deze cijfers kunnen we afleiden dat het doorwerken van vrouwen als er kinderen komen vanaf de jaren negentig gewoon wordt, terwijl dit bij vrouwen die hun kinderen kregen in de jaren tachtig of eerder veel minder voorkwam. Dit patroon is in de voedingsindustrie beter zichtbaar dan in de overige industrie. In de voedingsindustrie werken relatief veel jonge vrouwen. Te verwachten is dat zij over enkele jaren ook voor de keus komen te staan om door te werken of te stoppen, en dat veel van deze vrouwen voor het eerst kiezen. Grafiek 3 Werknemers naar leeftijd van hun kinderen, uitgesplitst naar geslacht en en industrie (in %). Bron: Loonwijzer 2001-2003 (gewogen data) 70 60 50 40 30 voeding vrouwen voeding mannen ov industrie vrouwen ov industrie mannen 20 10 0 geen kinderen jongste kind <=12 jr jongste kind thuisw en >12 jr kinderen uit huis

4 Maken de werknemers met kinderen tot een leeftijd van 12 jaar gebruik van kinderopvang? Grafiek 4 laat zien dat in de voedingsindustrie bijna 22% van de vrouwelijke werknemers met een of meer jonge kinderen gebruik maakt van een regeling kinderopvang van het bedrijf. Bij de mannen in de voedingsindustrie ligt dit met 6% veel lager. Toch steekt de voedingsindustrie nog gunstig af bij de overige industrie, want daar is het gebruik van een regeling kinderopvang respectievelijk 9 en 3%. Grafiek 4 Werknemers met een jongste kind <=12 jaar naar gebruik kinderopvangregeling van het bedrijf, uitgesplitst naar geslacht en en industrie (in %). Bron: Loonwijzer 2001-2003 (gewogen data) 100% 90% 80% 70% 60% 50% geen gebruik gebruik kinderopvang regeling 40% 30% 20% 10% 0% voeding vrouwen voeding mannen ov industrie vrouwen ov industrie mannen **** Kea Tijdens is onderzoekscoördinator bij AIAS, Universiteit van Amsterdam Maarten van Klaveren is senior onderzoeker/consultant bij STZ advies & onderzoek, Eindhoven

5 VERDER LEZEN OVER WERKNEMERS IN DE VOEDINGSINDUSTRIE Braaksma, R., E. Poutsma and D. Trommel ((1988) Vingervlugheid versus machinegevoel. Nieuwe technologie en de arbeidspositie van vrouwen in de zoetwarenindustrie, Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, 4(3): 35-40. Centraal Bureau voor de Statistiek. Enquete Beroepsbevolking 1990, 1995, 1998, 1999. Voorburg: CBS. Centraal Bureau voor de Statistiek. Arbeidskrachtentelling 1975, 1985. Voorburg: CBS. Hogema, I. en I. van der Padt (1997) Ruytermeisjes en Verkadevrouwen. Schiedam: Scriptum. Huijgen, F. (1989) De kwalitatieve structuur van de werkgelegenheid in Nederland. Deel III. Bevolking in loondienst en functiestructuur in 1977 en 1985. Den Haag: OSA. Poutsma, E. en D. Trommel (1991) New technologies and job improvement for women in manufacturing: the perspective of ginder. In A.-M. Lehto and I. Eriksson (eds.). Precedings of the conference on Women, Work and Computerization, Helsinki, June 30 - July 2: 55-65. Schilstra, W.N. (1940, reprint 1976) Vrouwenarbeid in landbouw en industrie in Nederland in de tweede helft der negentiende eeuw. Nijmegen: SUN. Schrover, M.L.J.C. (1991), Het vette, het zoete en het wederzijdse profijt: arbeidsverhoudingen in de margarine-industrie en in de cacao- en chocolade-industrie in Nederland 1870-1960. Hilversum: Verloren. Stegeman, J. (1987) In het gareel. Utrecht: Voedingsbond FNV. Tijdens, K. en A. Goudswaard (1994) Kantoorarbeid van vrouwen in de industrie. Amsterdam: Welboom/Nationaal Vakbondsmuseum. Van Klaveren, M. en T. Tom (1990) Occupational Structure and Vocational Training in the Dutch Food Industry. Amsterdam: STZ advies & onderzoek/cedefop. Van Klaveren, M. en K.Tijdens (2003) Substitution or Segregation? The Impact of Changes in Employment, Production and Product on Gender Composition in Dutch Manufacturing 1899-1999. Economic and Industrial Democracy, 24 (4), 595-629