Kenmerk: / Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008

Vergelijkbare documenten
Kenmerk: / Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Zienswijze. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Kenmerk: / Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008

5. Met van 12 maart 2014 is door KPN nog een overzicht verstrekt met het huidige zenderaanbod van Digitenne.

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Beslissing op bezwaar

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Bestuurlijk rechtsoordeel

2. Bij faxbericht van 8 september 2014 heeft Tele2 haar verzoeken om ontheffing nader toegelicht.

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Beslissing op bezwaar

Kenmerk: / Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.20, tweede lid, artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: afwijzing aanvraag nevenactiviteit Het exploiteren van twee digitale reclameschermen langs de Rijksweg.

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit toestemming nevenactiviteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Kenmerk: / Betreft: toestemming voor het verzorgen van een commerciële televisieomroepdienst

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

3. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit.

Kenmerk: / Betreft: Aanvraag van Stichting Omroep Flevoland tot bekostiging voor 2017.

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Kenmerk: / Betreft: Toestemming voor nevenactiviteit Het aanbieden van rondleidingen aan groepen door het gebouw van L1 in cluster 3

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit toestemming nevenactiviteit

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: 29580/ Betreft: toestemming voor het verzorgen van een commerciële televisieomroepdienst

Beschikking op handhavingsverzoek

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

2. Daarnaast heeft de verzoeker het Commissariaat verzocht de kosten van het Wobverzoek

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

6. De activiteit is derhalve een nevenactiviteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008.

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

gezien het daartegen bij brief van 28 april 2014 ingediende bezwaarschrift,

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

Besluit toestemming nevenactiviteiten

Het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat),

Boetebeschikking. a. Procedure. b. Feiten. Kenmerk: / Betreft: overschrijding maximum reclamezendtijd

Ontheffing. Verloop van de procedure. Relevante bepalingen

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

gezien de aanvraag tot aanwijzing van Stichting MEDIA036 als lokale publieke mediainstelling

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Besluit. A. Verloop van de procedure

gezien de aanvraag tot aanwijzing van Stichting PopUpTv als lokale publieke media-instelling voor de gemeente Schiedam, bij brief van 4 mei 2016;

Besluit. A. Gevolgde procedure. Kenmerk: /703258

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. C. Overwegingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

gezien het daartegen op 25 januari 2016, bij het Commissariaat binnengekomen op 28 januari 2016, door Omroep Zeeland ingediende bezwaarschrift,

Besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom

gezien de aanvraag tot aanwijzing van SLOAD als lokale publieke media-instelling voor de gemeente Aalten, bij brief van 15 augustus 2016;

Beslissing op bezwaar

3. Voor de relevante bepalingen wordt verwezen naar bijlage 1.

2. Een overzicht van de relevante bepalingen is bijgevoegd in de bijlage.

Transcriptie:

Besluit Kenmerk: 660098/661211 Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008 Besluit van het Commissariaat voor de Media op het verzoek van Tele2 Nederland B.V. om tijdelijke ontheffing van de doorgifteverplichting van signalen ten behoeve van gesproken ondertiteling. 1. Dit besluit heeft de volgende opbouw. Eerst wordt het verloop van de procedure geschetst (A). Dan wordt ingegaan op het wettelijk kader (B). Vervolgens wordt ingegaan op het ontheffingsverzoek van Tele2 Nederland B.V. (C), de overwegingen van het Commissariaat voor de Media (D) en de openbaarmaking van dit besluit (E). Ten slotte volgt het besluit (F). A. Verloop van de procedure 2. Bij brief van 26 november 2015 heeft Tele2 Nederland B.V. (hierna: Tele2) bij het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) een verzoek ingediend voor tijdelijke ontheffing - te weten tot 30 juni 2016 - van de doorgifteverplichting van signalen ten behoeve van gesproken ondertiteling zoals aangewezen op grond van artikel 6.13 tweede lid, derde volzin van de Mediawet 2008 in artikel 18a, eerste lid onderdeel b., van de Mediaregeling 2008. 3. Bij brief van 16 december 2015, kenmerk 660098/660479, heeft het Commissariaat de ontvangst van het ontheffingsverzoek bevestigd. 4. Bij brief van 20 januari 2016, kenmerk 660098/662321, heeft het Commissariaat op grond van artikel 4:14, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) de beslissing op het verzoek om ontheffing met zes weken verdaagd. B. Wettelijk kader 5. Voor een overzicht van de relevante wettelijke bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit. C. Ontheffingsverzoek 6. Het Commissariaat heeft kennis genomen van het ontheffingsverzoek van Tele2 van 26 november 2015. Het ontheffingsverzoek wordt hieronder samengevat weergegeven. 7. Tele2 heeft aangegeven dat zij als pakketaanbieder haar abonnees een basis televisieprogrammapakket aanbiedt dat in totaal 47 televisieprogrammakanalen omvat. Van de televisieprogrammakanalen worden er drie, te weten NPO 1, 2 en 3, met gesproken ondertitelingsignalen bij Tele2 aangeleverd. Tele2 stelt dat zowel de door haar gebruikte online TV-app als de set-top-box nog moeten worden aangepast om deze signalen naar de eindgebruiker te kunnen doorzetten. Tele2 heeft aangegeven 1

dat zij niet op de hoogte was van de verplichting om via deze platforms ook de gesproken ondertitelingsignalen van programmakanalen aan abonnees door te geven. 8. Tele2 heeft inmiddels actie ondernomen om haar platforms aan te passen zodat de abonnees de gesproken ondertiteling kunnen ontvangen. Tele2 verwacht dat de online TV-app in het eerste kwartaal van 2016 is aangepast zodat deze de gesproken ondertiteling kan meegeven. In het tweede kwartaal zal de set-top-box volgens Tele2 zodanig zijn aangepast dat deze verschillende audiosporen bij een programmakanaal kan weergeven, zodat de abonnee het gesproken ondertitelingssignaal kan activeren. 9. Gelet op het bovenstaande verzoekt Tele2 het Commissariaat om haar tot 30 juni 2016 (met terugwerkende kracht) ontheffing te verlenen van de doorgifteplicht van signalen ten behoeve van gesproken ondertiteling. D. Overwegingen Wettelijke doorgifteverplichtingen 10. Op grond van artikel 6.13 van de Mediawet 2008 zijn pakketaanbieders die een of meer programmapakketten verspreiden naar ten minste 100.000 abonnees in Nederland verplicht om ervoor te zorgen dat alle abonnees die met de pakketaanbieder een overeenkomst hebben in elk geval een digitaal standaardprogrammapakket ontvangen. In artikel 6.13, tweede lid, derde volzin van de Mediawet 2008 is bepaald dat bij ministeriële regeling diensten kunnen worden aangewezen waarvan het signaal als integraal onderdeel van de programmakanalen in het standaardprogrammapakket moet worden doorgegeven. 11. Bij Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 april 2014, nr. WJZ-611827 (10427), houdende wijziging van de Mediaregeling 2008 in verband met de aanwijzing van enkele diensten als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, derde volzin, van de Mediawet 2008 (hierna: de ministeriële regeling van 8 april 2014), zijn enkele diensten zoals hierboven bedoeld aangewezen. In artikel 18a van de gewijzigde Mediaregeling 2008 zijn tekst ondertiteling en gesproken ondertiteling aangewezen als diensten die voor abonnees toegankelijk moeten worden gemaakt door middel van (a) een set-top-box, insteekmodule of rechtstreekse ontvangst op een televisietoestel, of (b) een applicatie op een andere technische voorziening, waaronder een computer of mobiele telefoon. In het eerste geval (a) moeten deze diensten per 1 oktober 2014 toegankelijk worden gemaakt door de pakketaanbieder en in het laatste geval (b) per 1 april 2015. 12. Uit de toelichting bij de ministeriële regeling van 8 april 2014 blijkt dat de wetgever heeft beoogd personen met een auditieve of visuele beperking van toegang tot tekst ondertiteling en gesproken ondertiteling te voorzien. De aangewezen diensten moeten zo breed mogelijk toegankelijk worden gemaakt door de pakketaanbieder. Dat betekent dat de dienst dient te werken binnen de volledige televisieomgeving van de pakketaanbieder. Het maakt daarbij niet uit of de kijker via een set-top-box of insteekmodule van de pakketaanbieder televisie kijkt of daarvoor gebruik maakt van de applicatie van zijn pakketaanbieder via pc, tablet smartphone of game console. De regeling is in die zin techniekneutraal. 2

Tijdelijke ontheffing van de doorgifteverplichting 13. Het Commissariaat stelt vast dat Tele2 een pakketaanbieder is die programmapakketten verspreidt of laat verspreiden naar ten minste 100.000 abonnees in Nederland. In beginsel is Tele2 dan ook gehouden aan de doorgifteverplichtingen van artikel 6.13 van de Mediawet 2008, waaronder de verplichte doorgifte van signalen ten behoeve van gesproken ondertiteling. 14. Op grond van artikel 6.14d van de Mediawet 2008 kan het Commissariaat geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van de verplichtingen bedoeld in onder meer artikel 6.13 van de Mediawet 2008, als het onverkort nakomen daarvan leidt tot disproportionele kosten, tot een belemmering van innovatie of tot anderszins onredelijke uitkomsten. Het Commissariaat kan aan een ontheffing voorschriften verbinden. 15. Over de mogelijkheid tot het verlenen van ontheffing merkt het Commissariaat op dat het verlenen van een (gedeeltelijke) ontheffing een discretionaire bevoegdheid is van het Commissariaat. In artikel 6.14d van de Mediawet 2008 is opgenomen dat het Commissariaat geheel of gedeeltelijk ontheffing kan verlenen. 16. Het Commissariaat heeft overwogen of het Tele2 een tijdelijke ontheffing van de verplichte doorgifte van signalen ten behoeve van gesproken ondertiteling zal verlenen als bedoeld in artikel 6.14d van de Mediawet 2008. Het Commissariaat heeft het volgende in aanmerking genomen. 17. Het Commissariaat acht het realistisch dat Tele2 enige tijd nodig heeft om haar systeem en/of apparatuur geschikt te maken voor de verplichte doorgifte van signalen ten behoeve van gesproken ondertiteling. Het Commissariaat is van oordeel dat Tele2 voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij tot uiterlijk 30 juni 2016 nodig heeft voor het aanpassen van haar platforms. 18. Het Commissariaat komt dan ook tot de conclusie dat het onverkort opleggen van de doorgifteverplichting van signalen ten behoeve van gesproken ondertiteling voor Tele2 zou leiden tot onredelijke uitkomsten, omdat Tele2 niet aan deze verplichting kan voldoen voordat haar platforms hiertoe zijn aangepast. Het Commissariaat verleent Tele2 daarom tijdelijk te weten van 26 november 2015 (de datum van indiening van het ontheffingsverzoek) tot 30 juni 2016 - ontheffing van de verplichting om signalen ten behoeve van gesproken ondertiteling door te geven aan haar abonnees. E. Openbaarmaking 19. Het Commissariaat zal de volledige tekst van het besluit, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar maken door publicatie op zijn website. De publicatie vindt plaats veertien dagen nadat het besluit op de in artikel 3:41 van de Awb voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. Het Commissariaat ziet daartoe geen belemmering op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur. F. Besluit 20. Het Commissariaat voor de Media besluit als volgt: 3

I. het Commissariaat verleent Tele2 Nederland B.V. op grond van artikel 6.14d van de Mediawet 2008, tijdelijk te weten van 26 november 2015 tot 30 juni 2016 - ontheffing van de verplichting tot doorgifte van signalen ten behoeve van gesproken ondertiteling zoals aangewezen op grond van artikel 6.13, tweede lid, derde volzin van de Mediawet 2008 in artikel 18a, eerste lid onderdeel b., van de Mediaregeling 2008; II. het Commissariaat maakt de volledige tekst van dit besluit, veertien dagen na de voorgeschreven bekendmaking daarvan, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar door publicatie op zijn website. Hilversum, 26 januari 2016 Hoogachtend, COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA, prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning voorzitter drs. Eric Eljon commissaris Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, Postbus 1426, 1200 BK te Hilversum. Bijlage: Wettelijk kader 4

Bijlage: Wettelijk kader Voor zover hier van belang: Artikel 6.9a van de Mediawet 2008 In deze afdeling wordt verstaan onder: «abonnee»: natuurlijke persoon of rechtspersoon die partij is bij een overeenkomst met een pakketaanbieder met betrekking tot de ontvangst van een of meer programmapakketten; «pakketaanbieder»: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een of meer programmapakketten tegen betaling verspreidt of laat verspreiden door middel van een omroepnetwerk of een omroepzender; «programmapakket»: een door een natuurlijk persoon of rechtspersoon samengesteld geheel van televisie- en radioprogrammakanalen die hoofdzakelijk door derden zijn geproduceerd; «standaardprogrammapakket»: een programmapakket als bedoeld in artikel 6.13 of in artikel 6.14. Artikel 6.13 van de Mediawet 2008 1. Als een pakketaanbieder een of meer digitale programmapakketten verspreidt of laat verspreiden, ontvangen alle abonnees die met hem een overeenkomst met betrekking tot de ontvangst van een of meer digitale programmapakketten hebben gesloten, in elk geval een digitaal standaardprogrammapakket. 2. Het standaardprogrammapakket bestaat uit ten minste dertig televisieprogrammakanalen en een door de pakketaanbieder met inachtneming van het vierde lid te bepalen aantal radioprogrammakanalen. De programmakanalen worden ongewijzigd verspreid. Bij ministeriële regeling kunnen diensten worden aangewezen waarvan het signaal als integraal onderdeel van de programmakanalen moet worden doorgegeven en kunnen nadere regels worden gesteld voor de doorgifte van deze diensten. Artikel 6.14d van de Mediawet 2008 Het Commissariaat kan geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 6.13, 6.14, 6.14b en 6.14c, als het onverkort nakomen daarvan leidt tot disproportionele kosten, tot een belemmering van innovatie of tot anderszins onredelijke uitkomsten. Het Commissariaat kan aan een ontheffing voorschriften verbinden. Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 april 2014, nr. WJZ-611827 (10427), houdende wijziging van de Mediaregeling 2008 in verband met de aanwijzing van enkele diensten als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, derde volzin, van de Mediawet 2008 Artikel I Artikel 18a. Aanwijzing van te verspreiden diensten 1. Als diensten als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, derde volzin, van de wet worden aangewezen: a. ondertiteling van televisieprogramma s voor personen met een auditieve beperking; en 5

b. gesproken ondertiteling bij televisieprogramma s voor personen met een visuele beperking. 2. Als in het kader van het programma-aanbod van een televisieprogrammakanaal signalen ten behoeve van de diensten, bedoeld in het eerste lid, worden aangeboden, geeft een pakketaanbieder als bedoeld in artikel 6.9a die signalen zodanig door dat deze diensten toegankelijk zijn voor de abonnees, bedoeld in artikel 6.9a. 3. Het toegankelijk maken van de diensten, bedoeld in het tweede lid, vindt plaats door middel van: a. een set-top-box, een insteekmodule of rechtstreekse ontvangst op een televisietoestel, of b. een applicatie op een andere technische voorziening waaronder een computer of een mobiele telefoon. 4. In dit artikel wordt verstaan onder een set-top-box of insteekmodule een ontvanger voor gecodeerde digitale televisie die toegang geeft tot lineaire en non-lineaire televisie. Artikel II Deze regeling treedt in werking: a. met ingang van 1 oktober 2014 voor zover de diensten, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, van de Mediaregeling 2008 door een pakketaanbieder als bedoeld in artikel 6.9a van de Mediawet 2008 toegankelijk worden gemaakt door middel van een technische voorziening als bedoeld in artikel 18a, derde lid, onderdeel a, van de genoemde regeling; en b. met ingang van 1 april 2015 voor zover de diensten, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, van de Mediaregeling 2008 door een pakketaanbieder als bedoeld in artikel 6.9a van de Mediawet 2008 toegankelijk worden gemaakt door middel van een technische voorziening als bedoeld in artikel 18a, derde lid, onderdeel b, van de genoemde regeling. Artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht 1. De bekendmaking van besluiten die tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, geschiedt door toezending of uitreiking aan hen, onder wie begrepen de aanvrager. 2. Indien de bekendmaking van het besluit niet kan geschieden op de wijze als voorzien in het eerste lid, geschiedt zij op een andere geschikte wijze. Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur 1. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit: c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld; 2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel derden. 6