Toleranties in de bouw: het functionele aspect moet primeren

Vergelijkbare documenten
Dimensionale toleranties op betonconstructies

Dimensionale toleranties

Speciale uitgave : toleranties in de bouw

Toleranties op zicht- en sierbeton

Van structureel beton naar zichtbeton

Een nieuwe norm voor Zichtbeton

Toleranties op ter plaatse gestort beton : evolutie van de specificaties

Toleranties in de bouw: gecombineerde toleranties

Toleranties in de bouw: evenwicht tussen ondergrond en afwerking

Regels voor de goede uitvoering van beton. ir. Bram Dooms

welfsels tel: +32 (0) fax: +32 (0)

Beschrijving keramische prefab wandelementen BRIXALL

beheersorganisme voor de controle van de betonproducten Tel. (02) Fax (02) GEPREFABRICEERDE BETONNEN VEILIGHEIDSSTOOTBANDEN

In het huidig artikel geven we wat meer duiding bij het gebruik van akoestische bouwconcepten. Het gebruik van bouwconcepten als mogelijke oplossing

beheersorganisme voor de controle van de betonproducten Tel. (02) Fax (02) TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN PTV 200

Holle vloerplaten van spanbeton. Holle vloerplaten zijn onmisbaar bij het ontwerpen van een modern huis!

beheersorganisme voor de controle van de betonproducten Tel. (02) Fax (02)

beheersorganisme voor de contro le van de betonproducten Tel. (02) Fax (02)

Akoestische deuren. in combinatie met brandweerstand

PROBETON BETONSTRAATSTENEN MET GEKLIEFD ZICHTVLAK. beheersorganisme voor de controle van de betonproducten PTV 125 TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN

beheersorganisme voor de controle van de betonproducten Tel. (02) Fax (02) TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN PTV 231

Welfsels in spanbeton (WX) 2.5

Door palen naast elkaar uit te voeren, is het mogelijk om een wand te vormen die dienstdoet als beschoeiing (zie afbeelding 1).

Infofiche 56.3 Palenwanden. Type 1 : in elkaar geplaatste palen (secanspalenwand)

NBN B ZICHTBETON Classificaties en specificaties. ir.arch. J. Apers

DAKELEMENTEN (TT) IN VOORGESPANNEN BETON

megaton x-floors U zoekt voorgespannen kanaalplaatvloeren? gevonden kanaalplaatvloer INTER SHIPPING

5. Producteigenschappen

Een nieuw norm over de uitvoering van betonconstructies. ir. Vinciane Dieryck

GEWAPEND BETONSTAAL TRALIELIGGERS

beheersorganisme voor de controle van de betonproducten Tel. (02) Fax (02)

BETONSTAAL GERIBDE en GEDEUKTE STAVEN GERIBDE en GEDEUKTE DRAAD met hoge ductiliteit

Dakelementen (TT) in voorgespannen beton. Willy Naessens 75

B.1 Bestekteksten. B.1.1 Blokken

PROBETON vzw Aarlenstraat 53/B Brussel Tel.: +32 (0) Fax : +32 (0) mail@probeton.be

Support gevelstenen CE SPECIFICATIEFORMULIER UITLEG

beheersorganisme voor de controle van de betonproducten Tel. (02) Fax (02) TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN PTV

Kolommen in gewapend beton (KM) 2.1

Infofiche 56.1 Berlijnse wanden. Type 1 : beschottingen aanbrengen tijdens de uitgraving

beheersorganisme voor de controle van de betonproducten Tel. (02) Fax (02) TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN PTV

Dycore massieve plaatvloer

GEWAPEND BETONSTAAL, GERIBDE WARMGEWALSTE EN GERIBDE KOUDVERVORMDE STAVEN EN DRAAD, TREKPROEF NA HEEN- EN TERUGBUIGEN

Liggers in voorgespannen beton met variabele hoogte (IV-balken)

9. Overzicht van de eigenschappen en de voordelen van cellenbeton

Station Waterlooplein

VOORSPANSTAAL. Koudgetrokken Draad

Metaalstructuren 3. Inleiding. Standaardprofielen. Staalkwaliteit

Nieuwbouw paardenstal dhr. M. Wouters Wissengrachtweg 25 te Hulsberg Gewichts-, sterkte- en stabiliteitsberekening. 13 mei 2014

Belgische normering op komst, evenals praktische aanbevelingen voor de uitvoering. Korte vergelijking met sierbeton.

ANCO-TORENS TURNHOUT. VERKOOPSLASTENBOEK PARKEERGARAGE Fase

Schöck Isokorb type QS 10

PROBETON vzw Aarlenstraat 53/B Brussel Tel.: +32 (0) Fax : +32 (0)

De waterdichte aansluiting van beglaasde balustrades op platte daken

Overzicht van in Nederland verkrijgbare vloersystemen

STS 71-2 Systemen voor de buitenisolatie van gevels STS 71-2 Voorstelling

Belgische en Europese normen Eengemaakte Technische Specificaties (STS) Technische Voorlichtingen (TV)

BETONNEN GRACHTELEMENTEN EN TALUDGOTEN

beheersorganisme voor de controle van de betonproducten Tel. (02) Fax (02) TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN PTV 201

STABILITEIT. scheuren in gebouwen

PassePartout. Vloer voor speciale toepassingen

BASISBOUWAKOESTIEK. Ir. Bart Ingelaere

VOORSPANSTAAL - KOUDGETROKKEN DRADEN

Plaatsingsvoorschriften DELTA -THENE: Afdichting in de spouwmuur Conform EN 14967:2006

AFIX Durmelaan 20 B-9880 Aalter Tel: 0(032) 9 / Fax: 0(032) 9 /

constructie - algemeen Nieuwbouw woonhuis Remy Loots & Elise van Dingenen Beverakkers te Biest Houtakker gew.

BETONSTAAL MECHANISCHE VERBINDINGEN VAN BETONSTAAL

BAKSTEEN INHOUD. Verbruik baksteen 2 Metselverbanden 3 Regels Enkele types metselverbanden Keuze van de mortel 4 Voorbeeld STEEN!

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

NBN EN en prnbn B Uitvoering van Betonconstructies

beheersorganisme voor de controle van de betonproducten Tel. (02) Fax (02) TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN PTV

Belgisch normatief document. stand van zaken. ir.arch. J. Apers BBG

BUtgb 04/2497. Geldig van tot B E S C H R I J V I N G

NBN EN ANB 2010 Eurocode 1 : Belastingen op constructies - Deel 1-4 : Algemene belastingen - Windbelasting - Nationale bijlage NBN EN

KOMO. Orion Beton B.V. kwaliteitsverklaring

Tel. +32 (0) Fax +32 (0) GEPREFABRICEERDE BETONPRODUCTEN LIJNVORMIGE DRAGENDE ELEMENTEN

beheersorganisme voor de controle van de betonproducten Tel. (02) Fax (02) TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN PTV 203

KOMO. Fingo N.V. kwaliteitsverklaring

Nieuwbouw 46 startersappartementen Constructieve Uitgangspunten Bouwaanvraag

NBN EN en prnbn B Uitvoering van Betonconstructies

Binnenbepleistering: algemeen

VOORSPANSTAAL - STRENGEN

technische fiche gewapende holle gladde welfsels

Vloerplaten uit gewapend beton

VOORSPANSTAAL STRENGEN

AFDEKKINGS- EN AFSLUITINGSINRICHTINGEN VAN GIETIJZER OF GIETSTAAL : EISEN

Bijzonder bestek STABILITEIT

PROBETON vzw Aarlenstraat 53/B Brussel Tel.: +32 (0) Fax : +32 (0)

Industriële vloeren Aandachtspunten om schade te voorkomen

Brandveiligheid Brandwerende bouwelementen

Uitvoeringsfiche Berlijnse wanden Type 1: beschotting aangebracht tijdens de uitgraving

EERSTE HULP. Bij afbraak- en stabiliteitswerken. I I Oei, het was toch een dragende muur!?!

Richtlijn voor het verwerken van cellenbeton- en gipsblokken

GEWAPEND BETONSTAAL GERIBDE KOUDVERVORMDE DRAAD

Green label Housing. BEREKENINGEN TEK paneel t.b.v platdak. Opdrachtgever. Koelmalaan 330, 1812 PS Alkmaar. Tel: (0517) KvK:

Detaillering Porotherm Eco-Brick

beheersorganisme voor de controle van de betonproducten Tel. (02) Fax (02)

Transcriptie:

Bij de bepaling van de toleranties op ruwbouwelementen staat de functionaliteit ervan steeds centraal. Te grote afwijkingen op hun afmetingen en de positie zouden immers nadelig kunnen zijn voor de stabiliteit en de gebruiksgeschiktheid van de constructie. Dit artikel vormt een update van het gelijknamige artikel uit de thematische WTCB-Contact nr. 25 Toleranties in de bouw [53]. Toleranties in de bouw: het functionele aspect moet primeren Het uitzicht van ruwbouwelementen is slechts van belang indien deze naderhand niet door hun afwerking aan het zicht onttrokken worden. Bij het vastleggen van de toelaatbare afwijkingen op de ruwbouw, dient men niettemin ook rekening te houden met de voorziene afwerking en zal men eventueel ook eisen opleggen die strenger zijn dan noodzakelijk vanuit een functioneel oogpunt. Indien men ervoor opteert om bepaalde ruwbouwelementen zichtbaar te laten teneinde een specifiek effect te creëren, dient men in de contractuele documenten strengere (maar haalbare) eisen te specificeren voor het uitzicht ervan. Bij ontstentenis van dergelijke eisen zal men immers veronderstellen dat het gaat om een standaarduitvoering waarbij de typische uitzichtskenmerken die geassocieerd worden met ruwbouwelementen aanvaardbaar zijn. Bij gevelmetselwerk vereisen ten slotte zowel het functionele als het visuele aspect de nodige aandacht. Daarenboven dient de uitvoering van het metselwerk voldoende verzorgd te zijn om een correcte plaatsing van het schrijnwerk toe te laten. 1 Referentiedocumenten Er bestaan verschillende referentiedocumenten waarin toleranties opgegeven worden voor de fabricage, de inplanting, het stellen en de plaatsing van de bouwelementen alsook voor de uitvoering van de sparingen en de openingen. De inplantingstoleranties hebben betrekking op de maatafwijkingen die voortkomen uit de gehanteerde inplantingstechniek (bv. met een theodoliet, laserinstrument...). De opmeting van deze toleranties in gebouwen wordt besproken in de normenreeks NBN ISO 7976 [30, 31], terwijl de normen van de reeks NBN ISO 4463 [27, 28, 29] de inplantingstoleranties weergeven die van toepassing zijn op de hoofd- en hulpstelsels alsook op de stelpunten van een gebouw. We hernemen hieronder enkele belangrijke inplantingstoleranties uit deze laatste normenreeks: de tolerantie op het aanbrengen van de hulppunten bedraagt ± 4 mm voor een afstand tot 7 m en ± 1,5 L mm voor grotere afstanden (L = de afstand in m) de tolerantie op de horizontale inplanting van een stelpunt bedraagt ± 2 K 1 mm voor een afstand tot 4 m en ± K 1 L mm voor grotere afstanden (K 1 = een constante, die voor beton- en staalconstructies gelijk is aan 1,5). Wat de toleranties op structuurelementen betreft, dient men een onderscheid te maken tussen funderingen, metselwerk, beton-, hout- en metaalconstructies. Voor laatstgenoemde elementen verwijzen we naar de normen NBN EN 1090-1+A1 (eisen) [14], 1090-2+A1 (staal) [15] en 1090-3 (aluminium) [16]. 1.1 Funderingen en betonconstructies De norm NBN EN 13670 [22] heeft zowel betrekking op de vervaardiging van constructies uit ter plaatse gestort beton als op de uitvoering van geprefabriceerde betonelementen. Deze norm dient aangewend te worden met zijn nationale aanvulling, de prnbn B 15-400 [32]. Wat de materiaalafwijkingen op geprefabriceerde betonelementen betreft, verwijzen 1 De functionaliteit staat centraal. we naar de volgende referentiedocumenten: de NBN EN 13369 [21]: algemene bepa lingen voor vooraf vervaardigde betonproducten de NBN B 21-600 [6]: algemene bepalingen voor geprefabriceerde betonproducten. Nationale aanvulling bij NBN EN 13369:2004+A1:2006+AC:2006 de NBN EN 13225 [20]: geprefabriceerde betonproducten: lijnvormige dragende elementen (zie hiervoor ook de PTV 200 [42]) de NBN EN 1168+A3 [17]: geprefabriceerde betonproducten: holle vloerplaten (zie hiervoor ook de PTV 201 [43]) de NBN EN 13747+A2 [23]: geprefabriceerde betonproducten: breedplaten voor vloersystemen (zie hiervoor ook de PTV 202 [44]) de NBN EN 14992+A1 [26]: geprefabriceerde betonproducten: wandelementen (zie hiervoor ook de PTV 212 [45]) de PTV 21-601 [41]: geprefabriceerde architectonische en industriële elementen van sierbeton. 1

Toleranties in de bouw: het functionele aspect moet primeren 1.2 Metselwerk Tabel A geeft de Europese normen weer waarin men de uitvoerings- en producteisen kan terugvinden voor metselwerk. Daarnaast wordt er in de tabel ook verwezen naar een aantal PTV-reeksen die een leidraad kunnen vormen bij de beoordeling van beschadigingen en fouten in metselstenen. 1.3 Hout Er bestaan slechts weinig Belgische referentiedocumenten met toleranties voor de plaatsing van houten ruwbouwelementen (timmerwerk, houtskelet, houten draagstructuur). Wat de toleranties op houten daktimmerwerk betreft, kan men een beroep doen op de volgende documenten: de NBN EN 1995-1-1 [18]: Eurocode 5. Ontwerp en berekening van houtconstructies. Deel 1-1: algemeen. Gemeenschappelijke regels en regels voor gebouwen (+AC:2006) de STS 31 [36]: timmerwerk. A Referentiedocumenten voor metselwerk. Normen voor het ontwerp NBN EN 1996-2 [19]: Eurocode 6. Ontwerp en berekening van constructies van metselwerk. Deel 2: ontwerp, materiaalkeuze en uitvoering van constructies van metselwerk (+AC:2009) Productnormen NBN EN 771-1 [8]: voorschriften voor metselstenen. Deel 1: metselbaksteen NBN EN 771-2 [9]: voorschriften voor metselstenen. Deel 2: kalkzandsteen NBN EN 771-3 [10]: voorschriften voor metselstenen. Deel 3: betonmetselstenen (ge wone en lichte granulaten) NBN EN 771-4 [11]: voorschriften voor metselstenen. Deel 4: geautoclaveerde cel lenbetonmetselstenen NBN EN 771-5 [12]: voorschriften voor metselstenen. Deel 5: metselstenen van kunststeen NBN EN 771-6 [13]: voorschriften voor metselstenen. Deel 6: metselstenen van natuursteen PTV 21-001 [38]: betonmetselstenen (gewone en lichte granulaten). Indeling en toepassingsvoorschriften PTV 21-002 [39]: geautoclaveerde cellenbetonmetselstenen. Indeling en toe passingsvoorschriften PTV 21-003 [40]: metselstenen van kalkzandsteen. Indeling en toe passings voorschriften PTV 23-002 [3]: technisch voorschrift voor gevelbakstenen PTV 23-003 [4]: technisch voorschrift voor bakstenen voor niet-decoratief metselwerk De toleranties voor houten draagvloeren zijn op hun beurt terug te vinden in de TV 223 [50] met betrekking tot draagvloeren in niet-industriële gebouwen. Wat de toleranties voor houtskeletbouw betreft, kan men er de recentelijk gepubliceerde STS 23-1 Houtskeletconstructies [35] op naslaan. Daarnaast kan men zich baseren op de Franse normen van de reeks NF P 21-204 [1, 2]: travaux de bâtiment. Construction de maisons et bâtiments à ossature à bois. De toelaatbare vervormingen voor gebouwen in het algemeen en voor houtstructuren in het bijzonder zijn dan weer opgenomen in de NBN B 03-003 [5]: vervormingen van draagsystemen. Vervormingsgrenswaarden. Gebouwen. Ten slotte bestaan er ook nog een aantal Belgische productnormen die eisen vastleggen voor houten elementen of elementen op basis van hout: de NBN EN 336 [7]: hout voor dragende toepassingen. Afmetingen, toelaatbare maatafwijkingen de NBN EN 14080 [24]: houtconstructies. Gelijmd gelamineerd hout en gelijmd massief hout. Eisen de NBN EN 14250 [25]: houtconstructies. Producteisen voor vooraf vervaardigde dragende delen met hechtplaten. 2 Toleranties 2.1 Funderingen en beton constructies In de Europese norm NBN EN 13670 [22] en zijn nationale aanvulling, de prnbn B 15-400 [32], wordt er een onderscheid gemaakt tussen de volgende twee soorten toleranties: normatieve toleranties: structurele toleranties die de mechanische sterkte en de stabiliteit van de constructie moeten waarborgen informatieve toleranties: deze hebben doorgaans een minder belangrijke structurele invloed. We willen erop wijzen dat de contractuele documenten steeds moeten vermelden of deze toleranties al dan niet van toepassing zijn. Verder worden in voornoemde normen twee tolerantieklassen voorzien: de tolerantieklasse 1 (normale toleranties): deze klasse is van kracht bij ontstentenis van andere bepalingen in het bijzondere bestek en maakt de toepassing van de dimensioneringshypothesen uit de Eurocode 2 mogelijk (zie tabel B, p. 3, en het WTCB-Dossier nr. 2004/4.4 [37]) de tolerantieklasse 2 (strengere toleranties): om van kracht te kunnen zijn, dient deze klasse specifiek vermeld te worden in het bijzondere bestek. Deze strengere toleranties en de bijhorende kwaliteitscontrole zijn noodzakelijk om bij een berekening volgens bijlage A van de Eurocode 2 de verlaagde partiële materiaalfactoren in rekening te kunnen brengen. 2.1.1 Peil en vlakheid De tevredenheid over de functionaliteit van een cementgebonden bedrijfsvloer hangt in grote mate af van de afwijkingen op de vlakheid en het peil van de afgewerkte vloer. We willen er in dit kader op wijzen dat voorschriften zoals perfect pas en vlak in de contractuele documenten onmogelijk kunnen nageleefd worden in de praktijk. Onder vlak en pas verstaat men bijgevolg doorgaans dat de afwijkingen op de vlakheid en het peil van de bedrijfsvloer binnen de toleranties moeten liggen. De toleranties die gelden op het peil van de afgewerkte vloer hangen onder meer af van de afstand tussen het gemeten punt en het dichtstbijzijnde peilmerk (men dient dan ook steeds voldoende peilmerken te voorzien) (zie tabel C, p. 4). 2

B Toleranties voor funderingen en betonconstructies ( 1 ). Afwijking op Toelaatbare afwijking volgens de norm NBN EN 13670 [22] Tolerantieklasse 1 Tolerantieklasse 2 Fundering: ± 25 mm de horizontale afstand tot de referentielijn Kolom of muur: ± 25 mm Kolom of muur: ± 10 mm voor de plaatsing van bepaalde afwerkingselementen Fundering: ± 20 mm Vloerplaat tussen de bovenste verdieping en het referentiepeil: de verticale afstand H tot het referentiepeil H 20 m: ± 20 mm H > 20 m: ± 0,5 (H + 20) mm, begrensd tot 50 mm de afstand tussen twee niveaus van opeenvolgende verdiepingen ± 20 mm ± 15 mm het niveauverschil tussen aan elkaar grenzende balken (l = tussenafstand) ± (10 + l /500) mm Voor het aanbrengen van prefabelementen: ± (10 + l /2000) mm de horizontale afstand l tussen twee aan elkaar grenzende elementen Balken: max. (± 20 mm of ± l /600), begrensd tot ± 40 mm Kolommen/muren: max. (± 20 mm of l /600), begrensd tot ± 60 mm Voor de plaatsing van prefabelementen (balken, kolommen/muren): ± 15 mm de afmetingen van de betondoorsnede (l = lengte): l 150 mm l = 400 mm l 2500 mm Balken, kolommen en platen ( 2 ): ± 10 mm ± 15 mm ± 30 mm ± 5 mm ± 10 mm ± 30 mm de vlakheid: globale vlakheid onder de lat van 2 m lokale vlakheid/oneffenheid onder de lat van 0,2 m Bekist of glad oppervlak: 9 mm / 2 m en 4 mm / 0,2 m Niet bekist oppervlak: 15 mm / 2 m en 6 mm / 0,2 m Voor bedrijfsvloeren: zie TV 204 [48] Voor de ondergrond van een dekvloer: zie TV 189 [49] Voor de ondergrond van een binnenbepleistering: zie TV 199 [46] Voor de ondergrond van een buitenbepleistering: zie TV 209 [47] de kromming van de elementen (h = hoogte, l = lengte) Kolommen en wanden: max. (± h/300 of ± 15 mm), begrensd tot ± 30 mm Balken en vloerplaten: max. (± l /600 of ± 20 mm) Kolommen en wanden: max. (± h/1000 of ± 10 mm), begrensd tot ± 20 mm de rechtheid van de randen ( l = lengte van de rand): l 1 m l > 1 m ± 8 mm ± 8 mm/m, begrensd tot ± 20 mm de orthogonaliteit (a = lengte van de doorsnede) Max. (± 0,04 a of ± 10 mm), begrensd tot ± 20 mm de scheefheid (a = hoogte, b = breedte van de doorsnede) Max. (± a/25, ± b/25), begrensd tot ± 30 mm de loodrechte stand (h = hoogte van de wand of de kolom, h i = totale hoogte van de beschouwde verdiepingen, n = aantal verdiepingen) Eén verdieping 10 m: max. (h/400 of 15 mm) Meerdere verdiepingen: min. (50 mm of h i /(200 n 1/2 ) 5 3 h Eén verdieping:. mm 4 10 2 n h 2 Meerdere verdiepingen: min. (50 mm of 2. + 5 ) t= 1 1000 de verticale uitlijning (t = gemiddelde breedte) Max. (t/30 of 15 mm), begrensd tot ± 30 mm Zichtbare prefabelementen: 10 mm de helling van de balken of platen (L = lengte van de balk of de ± (10 + L/500) mm plaat) Plaat vóór de plaatsing van de dekvloer: zie TV 189 [49] Bedrijfsvloerplaat: TV 204 [48] ± 25 mm op de positie en de afmetingen van de opening de sparingen en de openingen ± 10 mm op de diameter van een buisdoorvoer de breedte van de naden tussen de betonelementen (l = voorgeschreven breedte van de naad) De kleinste van de waarden: ± 0,7 l ± 15 mm De kleinste van de waarden: ± 0,5 l ± 10 mm de niveauverschillen ± 10 mm Max. 5 mm ( 1 ) De informatieve toleranties zijn aangeduid in het lichtgroen, de normatieve toleranties in het donkergroen. ( 2 ) Met lineaire interpolatie van de tussenliggende waarden. t 3

Toleranties in de bouw: het functionele aspect moet primeren C Toleranties op het peil van de afgewerkte bedrijfsvloer. Afstand d [m] tussen een punt van de vloer en het dichtstbijzijnde peilmerk d 1 1 < d 3 3 < d 6 6 < d 15 15 < d 30 d > 30 Afwijking [mm] ± 6 ± 8 ± 12 ± 16 ± 20 ± 25 De vlakheid van een bedrijfsvloer is het resultaat van een aantal opeenvolgende bewerkingen (gieten, effenen, vlinderen) en wordt beïnvloed door verschillende factoren zoals: het op peil brengen van het beton het eventueel verdichten van het beton vóór het gladstrijken de vordering van de binding tijdens het gladstrijken de handigheid van de uitvoerder de gelijkmatige instrooiing van het slijtlaagmengsel over het vloeroppervlak de uitrusting waarover de uitvoerder beschikt. Tabel D geeft een overzicht van de verschillende vlakheidsklassen voor afgewerkte bedrijfsvloeren en hun bijhorende toleranties (zie ook TV 204 [48]). Bij de keuze van de vlakheidsklasse dient men voldoende rekening te houden met de voorziene toepassing van de vloer. Zo wordt voor bedrijfsvloeren die bestemd zijn voor courant gebruik meestal een vlakheidsklasse IV voorgeschreven (tolerantie van 9 mm onder de regel van 2 m). Dit is meteen ook de klasse die gehanteerd wordt bij ontstentenis van voorschriften in het bijzondere bestek. De vlakheidsklassen I, II en III dienen duidelijk opgegeven te worden in het bestek en worden enkel voorzien in bijzondere gevallen, bijvoorbeeld voor vloeren die bereden worden door vorkheftrucks met een grote stapelhoogte. Gelet op de hogere kostprijs D Toleranties op de vlakheid van een cementgebonden bedrijfsvloer. Vlakheidsklasse I (extra vlak) II III IV Tolerantie [mm] onder de regel van 2 m 3 5 7 9 2 Beoordeling van de vlakheid van een vloer. van dergelijke vloeren kan men eventueel overwegen om enkel de zones aan te duiden waarop strengere eisen van toepassing zijn. In de omgeving van hindernissen (muren, kolommen enz.) kunnen er grotere afwijkingen ontstaan ten gevolge van een verschil in effening (intensiteit en aard) of de moeilijke toegang tot de betreffende zones (vooral bij manueel effenen, een verschil in intensiteit en/of afwerking). Om deze reden worden de meetpunten voor de vlakheidsmeting gewoonlijk gekozen op een minimale afstand van 20 cm van de hindernissen. Binnen deze zone van 20 cm wordt een vlakheid aangenomen die één klasse minder streng is dan deze, voorzien voor de centrale delen. Indien het gaat om vloeren van de vlakheidsklasse IV, zal de tolerantie in de voornoemde zone 12 mm bedragen. 2.1.2 Zichtbaar beton Zoals reeds aangegeven werd in de inleiding, is het uitzicht van ruwbouwelementen doorgaans van ondergeschikt belang, aangezien deze door de latere afwerkingen aan het zicht onttrokken worden. Er kunnen echter wel bepaalde toleranties opgelegd worden aan het uitzicht van oppervlakken uit ter plaatse gestort beton die zichtbaar gelaten worden. In afwachting van de verschijning van de nieuwe norm terzake, kan men hiervoor een beroep doen op het CIB-rapport nr. 24 [33] Tolérances sur les défauts d aspect du béton (zie ook WTCB-Dossier nr. 2007/4.4 [34]) dat eisen oplegt voor de kleurschakeringen en luchtholten in het zichtvlak, alsook voor de aanwezigheid van grindnesten en plaatselijke onvolkomenheden. Wat het uitzicht van geprefabriceerde architectonische en industriële elementen van sierbeton betreft, worden in de PTV 21-601 [41] toleranties opgegeven voor de luchtholten, kleurschakeringen, roestvlekken en scheuren. De aanwezigheid van luchtholten wordt conventioneel uitgedrukt volgens de CIB-schaal, terwijl de toelaatbare kleurschakeringen in betonoppervlakken traditioneel weergegeven worden door een welbepaald aantal schaalindelingen verschil tussen twee waarden op de CIB-grijsschaal. In geval van betwisting na een visuele beoordeling kan men een kleurmeting verrichten met behulp van een colorimeter. Vervolgens kan men aan de hand van het verkregen resultaat de kleurafwijking ΔE berekenen die overeenstemt met ΔE/5,0 schaalindelingen op de CIB-grijsschaal. Verder mogen er op elementen uit sierbeton bij een beoordeling vanop een afstand van 3 m geen roestvlekken zichtbaar zijn die 4

E Toleranties op het uitzicht van geprefabriceerd sierbeton. Sierbetonelement Architectonisch Industrieel Oppervlak Gradatie op de CIB-schaal inzake luchtholten Glad 1 Niet glad 2 Glad 2 Niet glad 3 Toelaatbaar aantal schaalindelingen verschil op de CIB-grijsschaal 2 3 veroorzaakt werden door ijzerhoudende granulaten. Het droge oppervlak mag evenmin windbarstjes (craquelé) vertonen of scheuren breder dan: 0,05 mm voor gladde betonoppervlakken uit architectonische elementen 0,1 mm voor niet-gladde betonoppervlakken uit architectonische elementen en betonoppervlakken uit industriële elementen. 2.2 Metselwerk Indien de contractuele documenten geen specifieke eisen opleggen voor het metselwerk, zijn de toelaatbare afwijkingen uit tabel F van toepassing. Deze eisen werden overgenomen uit de Eurocode 6 en moeten hoofdzakelijk de stabiliteit van het dragende metselwerk verzekeren. Met het oog op de voorziene afwerking kunnen er eventueel strengere eisen opgelegd worden. Na de uitvoering van het gevelmetselwerk kan er op de bouwplaats discussie ontstaan omtrent de voegbreedte en de uitlijning van de (stoot)voegen. Dit geldt met name bij bepaalde types handvormsteen (zie afbeeldingen 3 en 4). In de TV 208 [51] worden toleranties opgegeven voor de voegen in gevelmetselwerk (zie tabel G, op de volgende bladzijde). Uit deze tabel blijkt dat het vooral de maattoleranties op de metselstenen en de kwaliteit van de uitvoering zijn die de toegelaten afwijkingen op de voegbreedte en de uitlijning bepalen. De toelaatbare afwijkingen op metselbakstenen komen aan bod in de productnorm NBN EN 771-1 [8]. In tabel H (op de volgende bladzijde) hernemen we deze eisen voor bakstenen met hoge dichtheid (HD: droge volumieke massa > 1000 kg/m³). Hieruit kunnen we opmaken dat vooral de maatsprei- 3 en 4 Voorbeelden van gevelmetselwerk uit handvormsteen. F Plaatsingstoleranties voor metselwerk. Functioneel aspect Esthetisch aspect NBN EN 1996-2 [19] Afwijking op de Eurocode 6 ANB:2010 loodrechte stand: per verdieping 3 verdiepingen n verdiepingen ± 20 mm ± 50 mm ± 50 mm ± 8 mm verticale uitlijning ± 20 mm ± 20 mm vlakheid ± 10 mm / 1 m ± 50 mm / 10 m lineaire afmetingen ± 1/4 3 d ( 1 ) rechtlijnigheid (horizontaliteit en verticaliteit) ( 2 ) ± 8 mm / 2 m Bijkomende eis TV 188 [52] / TV 199 [46]: ± 1/8 3 d 4 cm ( 1 ) TV 209 [47]: ± 1/8 3 d TV 188 [52]: 1 cm ± 1/4 3 d 4 cm Openingen voor schrijnwerk: + 1/4 3 d en - 1/8 3 d TV 209 [47]: 5 mm / 2 m (klasse 1) 8 mm / 2 m (klasse 2) ( 1 ) Hierin is de waarde d gelijk aan de lineaire afmeting (in cm). ( 2 ) Bijvoorbeeld: stootvoegen, kroonlijsten, lijstwerk enz. 5

Toleranties in de bouw: het functionele aspect moet primeren G Toleranties voor de voegen in gevelmetselwerk. de voegbreedte Afwijking op... de rechtlijnigheid van de stootvoegen ding (*) een belangrijke invloed uitoefent op de voegbreedte en de uitlijning. De aanvullende index + staat voor een strengere eis op de hoogte van de metselsteen. Deze is bijvoorbeeld van toepassing bij gelijmd metselwerk met een voegdikte tot 3 mm. We beschouwen bij wijze van voorbeeld een muurtje uit metselwerk dat opgebouwd is uit handvormbakstenen met gedeclareerde afmetingen 220/110/69 mm en een maat- Maximumafwijkingen ± 2 mm (+ maattolerantie op de metselsteen) ± 1/4 3 d (+ maattolerantie op de metselsteen) (*) de horizontaliteit van de lintvoegen ± 1/8 3 d 4 cm (*) de rechtlijnigheid van de lintvoegen het hoogteverschil tussen twee aangrenzende metselstenen (*) d = de lengte van het beschouwde metselwerk, uitgedrukt in cm. ± 2 mm / 2 m (+ maattolerantie op de metselsteen) 2 mm (+ maattolerantie op de metselsteen) spreidingsklasse R1 (zie tabel H). Om de volledige tolerantie op het metselwerk te berekenen, dient men de maattolerantie op de individuele handvormstenen (zie tabel I) te combineren met de plaatsingstoleranties uit tabel F (p. 5). De variaties in de voegbreedte kunnen in dit geval oplopen tot 10 à 15 mm, terwijl de afwijkingen op de verticale uitlijning van de stootvoegen zo n 20 tot 25 mm per verdiepingshoogte kunnen bedragen. Bakstenen met ruime maattoleranties zijn met andere woorden minder geschikt voor metselwerk waarop strenge uitzichtscriteria van toepassing zijn (de uitlijning van de stootvoegen zou bijvoorbeeld in het gedrang kunnen komen, zie afbeelding 3). Het is overigens ook weinig zinvol om strikte toleranties op te leggen voor zichtmetselwerk waarbij een rustiek uitzicht beoogd wordt. De fabrikanten van metselbakstenen die geschikt zijn voor dunmetselen of verlijmen dienen maximale afwijkingen op te geven voor de vlakheid en de evenwijdigheid van de legvlakken. Afhankelijk van de afwijkingsklasse van de voor te schrijven metselstenen zou men de nominale voegbreedte kunnen aanpassen. Zo is het omwille van esthetische redenen raadzaam om metselstenen met belangrijke maatafwijkingen uit te voeren in een vrij of wild verband. 2.3 Hout Ondanks het feit dat er in de referentiedocumenten nauwelijks toleranties beschre- (*) De maatspreiding (R-categorieën) staat voor het verschil tussen de grootste en de kleinste gemeten afmeting van de individuele stenen die geselecteerd werden bij de genormaliseerde staalname. De toleranties op de gemiddelde maat ten opzichte van de gedeclareerde fabricagemaat worden aangeduid door de T-categorieën. I Maattolerantie op handvormbakstenen. Tolerantie op de lengte [mm] Uiterste waarden op een lengte van 220 mm Tolerantie op de hoogte [mm] Uiterste waarden op een hoogte van 69 mm ± 9 211 à 229 ± 5 64 à 74 H Toleranties voor metselbakstenen met hoge dichtheid. Criterium Categorie HD (hoge dichtheid) Toleranties op de gemiddelde waarden Maatspreiding T1 T1+ T2 T2+ Tm R1 R1+ R2 R2+ Rm ± max. [0,40 fabricagemaat mm; 3 mm] Voor de lengte en de breedte van de steen: idem T1 Voor de hoogte van de steen: ± max. [0,05 fabricagemaat mm; 1 mm] ± max. [0,25 fabricagemaat mm; 2 mm] Voor de lengte en de breedte van de steen: idem T2 Voor de hoogte van de steen: ± max. [0,05 fabricagemaat mm; 1 mm] Een door de fabrikant gedeclareerde afwijking in mm (mag ruimer of strikter zijn dan de andere categorieën) 0,60 fabricagemaat mm Voor de lengte en de breedte van de steen: idem R1 Voor de hoogte van de steen: 1 mm 0,30 fabricagemaat mm Voor de lengte en de breedte van de steen: idem R2 Voor de hoogte van de steen: 1 mm Een door de fabrikant gedeclareerde maatspreiding in mm (kan ruimer of strikter zijn dan de andere categorieën) 6

ven worden voor houtconstructies, zal men doorgaans toch trachten om de maximale vervorming van de structuurelementen te beperken, afhankelijk van de toepassing. Indien het bijzondere bestek geen voorschriften geeft voor de toelaatbare vervorming, begrenst de norm NBN B 03-003 [5] de uitgestelde vervorming van een vloer die aan minstens twee zijden ondersteund wordt, als volgt: maximum 1/350 van de overspanning voor daken die aan de binnenzijde bepleisterd worden maximum 1/250 van de overspanning indien er geen afwerking voorzien is. In voornoemde norm wordt er verder ook nog melding gemaakt van de volgende uitgestelde vervormingen: maximum 1/500 voor vloerbedekkingen met grotere afmetingen of vloerbedekkingen die stevig vastgelegd zijn maximum 1/350 voor vloerbedekkingen met kleine afmetingen of vloerbedekkingen die zodanig vastgelegd zijn dat de vervormingen van de ondergrond er niet volledig aan doorgegeven worden maximum 1/250 voor soepele be kle dingen. We willen erop wijzen dat het hier een berekende doorbuiging betreft die in aanmerking genomen wordt bij de dimensionering van de constructie. Afhankelijk van de voorziene afwerkingen en/of scheidingswanden op de vloer kunnen bijkomende eisen opgelegd worden. In tabel J zijn de toleranties betreffende houtskeletbouw uit de STS 23-1 [35] opgenomen. y Dit artikel werd opgesteld in het kader van de activiteiten van de Normen-Antenne Toleranties en uitzicht (Eye Precision). J Toleranties op houtskeletbouw volgens de STS 23-1 [35]. Bouwelement Afwijking op... Verticale wanden Vloeren de verticaliteit per verdieping de verticaliteit op de totale hoogte van het bouwwerk het niveauverschil (aansluiting) de vlakheid de gevelafmetingen Maximaal toelaatbare afwijking ± 5 mm ± 5 mm ±2 mm/2 m (max. ca. 20 mm) ± 3 mm de haaksheid van de gevel 0,5 de horizontaliteit de afstand tussen twee opeenvolgende balken de gemiddelde afstand de vlakheid van een draagvloer van klasse 1 (normale tolerantie) de vlakheid van een draagvloer van klasse 2 (ruime tolerantie) ± 5 mm/2 m ± 10 mm/10 m 1 mm/m ± 20 mm ± 5 mm ± 9 mm/2 m ± 17 mm/2 m Daken de plaatsing van de dakelementen zie STS 31 [36] 7

Toleranties in de bouw: het functionele aspect moet primeren Literatuurlijst Association française de normalisation 1. NF P 21-204-1 (DTU 31.2) Travaux de bâtiment. Construction de maisons et bâtiments à ossature en bois. Partie 1: cahier des clauses techniques. Parijs, AFNOR, 1993. 2. NF P 21-204-2 (DTU 31.2) Travaux de bâtiment (marchés privés). Construction de maisons et bâtiments à ossature en bois. Partie 2: cahier des clauses spéciales. Parijs, AFNOR, 1993. Belgian Construction Certification Association 3. PTV 23-002 Technisch voorschrift voor gevelbaksteen. Brussel, BCCA, Technische Voorschriften, nr. 23-002, 2012. 4. PTV 23-003 Technisch voorschrift voor baksteen voor niet-decoratief metselwerk. Brussel, BCCA, Technische Voorschriften, nr. 23-003, 2012. Bureau voor Normalisatie 5. NBN B 03-003 Vervormingen van draagsystemen. Vervormingsgrenswaarden. Gebouwen. Brussel, NBN, 2003. 6. NBN B 21-600 Algemene bepalingen voor geprefabriceerde betonproducten. Nationale aanvulling bij NBN EN 13369:2004+A1:2006 +AC:2006. Brussel, NBN, 2009. 7. NBN EN 336 Hout voor dragende toepassingen. Afmetingen, toelaatbare maatafwijkingen. Brussel, NBN, 2013. 8. NBN EN 771-1 Voorschriften voor metselstenen. Deel 1: metselbaksteen. Brussel, NBN, 2011. 9. NBN EN 771-2 Voorschriften voor metselstenen. Deel 2: kalkzandsteen. Brussel, NBN, 2011. 10. NBN EN 771-3 Voorschriften voor metselstenen. Deel 3: betonmetselstenen (gewone en lichte granulaten). Brussel, NBN, 2011. 11. NBN EN 771-4 Voorschriften voor metselstenen. Deel 4: geautoclaveerde cellenbetonmetselstenen. Brussel, NBN, 2011. 12. NBN EN 771-5 Voorschriften voor metselstenen. Deel 5: metselstenen van kunststeen. Brussel, NBN, 2011. 13. NBN EN 771-6 Voorschriften voor metselstenen. Deel 6: metselstenen van natuursteen. Brussel, NBN, 2011. 14. NBN EN 1090-1+A1 Uitvoering van de staalconstructies en aluminiumconstructies. Deel 1: eisen voor het vaststellen van de conformiteit van constructieve onderdelen. Brussel, NBN, 2012. 15. NBN EN 1090-2+A1 Uitvoering van staalconstructies en aluminiumconstructies. Deel 2: technische eisen voor staalconstructies. Brussel, NBN, 2011. 16. NBN EN 1090-3 Het vervaardigen van staal- en aluminiumconstructies. Deel 3: technische eisen voor aluminiumconstructies. Brussel, NBN, 2009. 17. NBN EN 1168+A3 Geprefabriceerde betonproducten. Holle vloerplaten. Brussel, NBN, 2011. 18. NBN EN 1995-1-1 Eurocode 5. Ontwerp en berekening van houtconstructies. Deel 1-1: algemeen. Gemeenschappelijke regels en regels voor gebouwen (+ AC:2006). Brussel, NBN, 2005. 19. NBN EN 1996-2 Eurocode 6. Ontwerp en berekening van constructies van metselwerk. Deel 2: ontwerp, materiaalkeuze en uitvoering van constructies van metselwerk (+ AC:2009). Brussel, NBN, 2006. 20. NBN EN 13225 Geprefabriceerde betonproducten. Lijnvormige dragende elementen. Brussel, NBN, 2013. 21. NBN EN 13369 Algemene bepalingen voor vooraf vervaardigde betonproducten. Brussel, NBN, 2013. 22. NBN EN 13670 Uitvoering van betonconstructies. Brussel, NBN, 2010. 23. NBN EN 13747+A2 Geprefabriceerde betonproducten. Breedplaten voor vloersystemen. Brussel, NBN, 2010. 24. NBN EN 14080 Houtconstructies. Gelijmd gelamineerd hout en gelijmd massief hout. Eisen. Brussel, NBN, 2013. 25. NBN EN 14250 Houtconstructies. Producteisen voor vooraf vervaardigde dragende delen met metalen hechtplaten. Brussel, NBN, 2010. 26. NBN EN 14992+A1 Geprefabriceerde betonproducten. Wandelementen. Brussel, NBN, 2012. 27. NBN ISO 4463-1 Meetwijze voor de bouw. Uitzetten en meten. Deel 1: planning en organisatie, meetwijzen, aanvaardingsmaatstaven. Brussel, NBN, 1992. 28. NBN ISO 4463-2 Meetwijze voor de bouw. Uitzetten en meten. Deel 2: meetopstelpunten en bakens. Brussel, NBN, 1996. 29. NBN ISO 4463-3 Meetwijze voor de bouw. Uitzetten en meten. Deel 3: nalooplijsten voor het verkrijgen van landmeet- en meetdiensten. Brussel, NBN, 1996. 30. NBN ISO 7976-1 Maatafwijkingen voor gebouwen. Meetwijzen voor gebouwen en bouwwaren. Deel 1: werkwijze en instrumenten. Brussel, NBN, 1992. 31. NBN ISO 7976-2 Maatafwijkingen voor gebouwen. Meetwijzen voor gebouwen en bouwwaren. Deel 2: ligging van meetpunten. Brussel, NBN, 1992. 32. prnbn B 15-400 Uitvoering van betonconstructies. Nationale aanvulling bij NBN EN 13670:2010. Brussel, NBN, 2012. Conseil international du bâtiment 33. Tolérances sur les défauts d aspect du béton. Rotterdam, CIB-Rapport, nr. 24, juni 1973. 8

Desmyter J., Cauberg N. en Pierard J. 34. Ter plaatse gestort zichtbeton: aandacht voor de kwaliteit. Brussel, Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf, WTCB-Dossiers, nr. 2007/4, Katern nr. 4, 2007. Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie 35. STS 23-1 Houtskeletconstructies. Brussel, FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, Eengemaakte Technische Specificaties, nr. 23-1, 2015. 36. STS 31 Timmerwerk. Brussel, FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, Eengemaakte Technische Specificaties, nr. 31, 2008. Pollet V. 37. Toleranties op ter plaatse gestort beton : evolutie van de specificaties. Brussel, Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf, WTCB-Dossiers, nr. 2004/4, Katern nr. 4, 2004. PROBETON 38. PTV 21-001 Betonmetselstenen (gewone en lichte granulaten). Indeling en toepassingsvoorschriften. Brussel, PROBETON, Technische Voorschriften, nr. 21-001, 2011. 39. PTV 21-002 Geautoclaveerde cellenbetonmetselstenen. Indeling en toepassingsvoorschriften. Brussel, PROBETON, Technische Voorschriften, nr. 21-002, 2011. 40. PTV 21-003 Metselstenen van kalkzandsteen. Indeling en toepassingsvoorschriften. Brussel, PROBETON, Technische Voorschriften, nr. 21-003, 2011. 41. PTV 21-601 Geprefabriceerde architectonische en industriële elementen van sierbeton. Brussel, PROBETON, Technische Voorschriften, nr. 21-601, 2001. 42. PTV 200 Geprefabriceerde structuurelementen van gewapend beton en van voorgespannen beton. Voorschriften voor de grondstoffen, de fabricage, de afgewerkte elementen en de berekening. Brussel, PROBETON, Technische Voorschriften, nr. 200, 1997. 43. PTV 201 Geprefabriceerde holle vloerelementen van gewapend beton en van voorgespannen beton. Voorschriften voor de grondstoffen, de fabricage, de afgewerkte elementen en de berekening. Brussel, PROBETON, Technische Voorschriften, nr. 201, 1997. 44. PTV 202 Breedplaten van gewapend beton en van voorgespannen beton. Voorschriften voor de grondstoffen, de fabricage, de afgewerkte elementen en de berekening. Brussel, PROBETON, Technische Voorschriften, nr. 202, 2005. 45. PTV 212 Geprefabriceerde wandelementen van gewapend beton en van voorgespannen beton. Voorschriften voor de grondstoffen, de fabricage en de afgewerkte elementen. Brussel, PROBETON, Technische Voorschriften, nr. 212, 2001. Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf 46. Binnenbepleisteringen. Deel 1. Brussel, WTCB, Technische Voorlichting, nr. 199, 1996. 47. Buitenbepleisteringen. Brussel, WTCB, Technische Voorlichting, nr. 209, 1998. 48. Cementgebonden bedrijfsvloeren. Brussel, WTCB, Technische Voorlichting, nr. 204, 1997. 49. Dekvloeren. Deel 1: materialen, prestaties, keuring. Brussel, WTCB, Technische Voorlichting, nr. 189, 1993. 50. Draagvloeren in niet-industriële gebouwen. Brussel, WTCB, Technische Voorlichting, nr. 223, 2002. 51. Opvoegen van metselwerk. Brussel, WTCB, Technische Voorlichting, nr. 208, 1998. 52. Plaatsen van buitenschrijnwerk. Brussel, WTCB, Technische Voorlichting, nr. 188, 1993. 53. Toleranties in de bouw. Brussel, WTCB, WTCB-Contact nr. 25 (speciale uitgave), 2010. 9