Evaluatie van de rentabiliteit van een investering



Vergelijkbare documenten
:: Investeringsanalyse

GEBRUIKSAANWIJZING VAN COGENCALC.XLS

OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN

Opleiding Duurzaam Gebouw : ENERGIE

DE RENDABILITEIT VAN HERNIEUWBARE ENERGIE (HE 03)

BEDRIJFSWETENSCHAPPEN. 2. De investeringsbeslissing en de verantwoording ervan

Duurzame dienstverlening Rekenen aan rendement

Opleiding Duurzaam Gebouw :

20/02/2015. Financieel overzicht: Project ES00161 Cultureel Centrum in Lommel. Opgesteld door Ronny Thevis

Vlaams Energieagentschap. Rapport 2013/2. Deel 2: actualisatie OT/Bf voor projecten met een startdatum voor 1 januari 2014

Netgekoppelde fotovoltaïsche zonnepanelen op daken van gebouwen in eigendom van ANB

Zonne-energie voor ondernemers. Een zonnige en zuinige toekomst?

DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN

Hoge energieprijzen. Mazout blijft een voordelige brandstof.

Praktijkervaringen met WKK Boris Fornoville, Stad Antwerpen

Hoe duurzaamheid in de zorgsector verhogen?

Eindexamen m&o vwo I

Vergisting anno 2010 Rendabele vergister onder SDE Hans van den Boom 22 april 2010 Sectormanager Duurzame Energie

Gezamenlijk aan de slag met Zonne-energie

energieprestatiecertificaat

Vlaams Energieagentschap. Rapport 2014/1. Deel 2: actualisatie OT/Bf

Zonne-energie voor ondernemers

Is investeren in energiebesparende producten nog interessant?

Vlaams Energieagentschap. Rapport 2014/1. Deel 2: actualisatie OT/Bf

Subsidieregeling Asbest eraf, zonnepanelen erop

Vlaams Energieagentschap. Rapport 2013/3. Deel 2: actualisatie OT/Bf

WARMTE-KRACHTKOPPELINGEN (WKK) - Stand van zaken. Koos Kerstholt Tobias Platenburg

Keuze zonnepanelen op VvE of corporatieflat

Groene energie op bedrijfsniveau

Meestal is er geen bouwvergunning nodig om een zonne-installatie op een dak te plaatsen. Informeer altijd eerst bij uw gemeentebestuur.

Evalueren van rendabiliteit van enerzuinige investeringen. Jonathan Fronhoffs Cenergie

Opleiding Duurzaam Gebouw : Ontwerp en regeling van technische installaties

Individuele uitzonderingsaanvraag bij vervangen van ketel : berekening terugverdientijd

1.1/2.1 De zonne-energieinstallaties dragen bij aan het halen van de doelstellingen uit de Klimaatvisie Kempengemeenten.

Rapport. Opdrachtgever: Gemeente Mill en St. Hubert Postbus CA Cuijk. Documentnummer: R04. Projectnaam:

Opleiding Duurzaam Gebouw:

Warmtekrachtkoppeling. Waarom Vaillant? Om eenvoudigweg dubbel gebruik te maken van energie. ecopower

Seminariecyclus Duurzaam bouwen DUURZAAM ÉN BINNEN BUDGET. 16 december Principe achter een ESCo (Energy Service Company) Steve CAILLER 3E

NOTA: De EPC score is geen weergave van het effectieve verbruik in dii appartement.

Als u zelf elektriciteit wilt opwekken, kan een kleine windmolen een mogelijkheid zijn.

Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven.

Vlaams Energieagentschap. Rapport 2014/2. Deel 2: Actualisatie OT/Bf

Financiële baten van windenergie

18/12/2012 Financiële steun nodig om de technieken rendabel in te zetten. Yoko Dams - VITO

Rapportage Energiebesparingsverkenner

Economische analyse en dimensionering van een verwarmingssysteem op. collectieve systemen

Commissie Benchmarking Vlaanderen

Overzicht. Inleiding Micro-WKK in woningen Technologieën Aandachtspunten Toekomstperspectieven Conclusies

Beleggingsverzekeringen

Hoofdstuk 6: Investeringsbeslissingregels

Commissie Benchmarking Vlaanderen

Investeringsanalyse. Inleiding. Inleiding. Investeringsanalyse. Investeringsanalyse. projectverantwoordelijke. Inleiding. H1: Basiskenmerken

Systeem - VOLL WONING

Opleiding Duurzaam Gebouw:

LochemEnergie vrijdag 27 januari 2012

OPLEIDING DUURZAAM GEBOUW

energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie

Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder

Online beschikbaar op energie

Warmtekrachtkoppeling. steunmaatregelen WKK in gebouwen

Solvis staat voor kwaliteit: alleen de branderkamer weegt zo veel als een wandketel.

energieprestatiecertificaat

Vlaams Energieagentschap. Rapport 2014/2. Deel 2: actualisatie OT/Bf

De HR-ketel die óók elektriciteit opwekt. De persoonlijke energiecentrale voor warmte, warm water én elektriciteit in huis.

WARMTEKRACHTKOPPELING (WKK) INFOBROCHURE

Economische isolatiedikten voor leidingen

energiedeskundige / Dit certtficaat is geldig tot en met 27 juni 2021 berekend energieverbruik (kwh/m 2):

TOTALE KOSTEN VAN VERWARMINGSSYSTEMEN IN RENOVATIE

Luc Maes, Schepen voor Energiebeleid, Beveren. Welkom

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat

ECO Oostermoer in oprichting

energieprestatiecertificaat

Opleiding Duurzaam Gebouw:

Warmtepompen. Een introductie

energieprestatiecertificaat

Module 4 Inzicht in cijfers

Hoofdstuk 5: De rentevoet

Groenestroomcertificaten en subsidies voor het BHG toegepast op warmtekrachtkoppeling

energieprestatiecertificaat

LEIDRAADNOTA INKOMSTEN DOELSTELLING 2013 januari 2012 LEIDRAADNOTA INKOMSTEN

Opleiding Duurzaam Gebouw ENERGIE

energieprestatiecertificaat

WKK (warmte delen) een praktijkvoorbeeld met cijfers

Duurzame accommodaties. Jaap Veld

Verwarminginstallaties

van 11 december 2007

Rendabiliteit van warmterecuperatie bij koelinstallaties

Thema-avond Warmte. 28 februari 2018

DE RYCK Klima. 1 kw primaire energie 2,25 kw warmte. ŋ verlies op motor 10% netto vermogen op WP 34% geeft warmte afvoer verwarmingscircuit

HET RENDEMENT. De aankoopprijs en huurinkomsten geven een Bruto Aanvangsrendement (BAR = huuropbrengst/totale aankoopprijs) van 5.42%.

Informatie over het project

Passief woningen. Bij de passiefwoning is uitgegaan van een verbruik van 50kWu/a bij een NVO van 123m2, jaargebruik van 6150 kwh.

energieprestatiecertificaat

WHITEPAPER WERKING VAN WARMTEKRACHT- KOPPELING

Duurzaam Sportcomplex De Tukkers Albergen

Meer wooncomfort. en minder energieverbruik door een warmtepomp. voltalimburg.nl/warmtepomp

De Energie Revolutie

energieprestatiecertificaat

De verwarming van de toekomst

Transcriptie:

Evaluatie van de rentabiliteit van een investering Vorming voor Energieverantwoordelijken van het BHG Céline Martin ICEDD asbl 22 maart 2007 Vertreksituatie: vervanging van een verwarmingsketel Men wil een oude verwarmingsketel van 300 kw vervangen die een geschat seizoenrendement heeft van 75%, door condenserende ketel met een geschat seizoenrendement van 101%. De totale investering bedraagt 32.000 euro excl. BTW. hoe de rentabiliteit van deze investering evalueren?

Een investering is rendabel wanneer het bedrag van deze investering lager is dan de winsten die tijdens over de levensduur van het project Klassieke methode: verhouding van de investering en de winsten - Investering = 32.000 euro excl. BTW - Vewachte winsten per jaar: - verbruik huidige verwarmingsketel = 45.000 liter stookolie/jaar * 0,47 euro/liter - verbruik condenserende ketel= 33.400 liter stookolie/jaar * 0,47 euro/liter besparing (winst) = 5.452 euro/jaar Rentabilisering in: 32.000/5.452 = 5,8 jaar

Eenvoudige terugverdientijd (of Payback period) (TVT) Periode na de welke de gecumuleerde som van de financiële winsten van het project = bedrag van de initiële investering. Stemt dus overeen met de periode na het welk de investiring rendabel wordt Formule : Inv TVT = JB Waarbij : Inv = Initiële investering van het project JB = Jaarlijkse nettowinst van het project Criterium : TVT < economische levensduur van het project Eerste vraag: met welk investeringsbedrag rekening houden?

Het bedrag van de investering Het eerste bedrag van de investering = 2 gevallen: - Investering nodig: men neemt slechts de meeerkost in rekening die overeenstemt met milieubescherming -Investering niet nodig, heel de kost wordt in rekening genomen Indien investering nodig, vergelijking met traditionele oplossing: de gewone verwarmingsketel met aangeblazen brander, geschat seizoenrendement 92%: - investering van 26.000 euro excl. BTW - jaarlijkse winst = 36.700 liter stookolie/jaar * 0,47 euro/liter = 3.901 euro Vergelijking van traditionele oplossing met condensatie : - meerkost = 6.000 euro - bijkomende besparing = 1.551 euro TVT van meerkost = 3,8 jaar

Tweede vraag: wat doen als de jaarlijkse winsten verschillen van jaar tot jaar? Als verschillen in de jaarlijkse financiële stromen netto winsten optellen op chronologische wijze Voorbeeld: van vertrekinvestering = 32.000 euro TVT kan variëren: 1 2 3 4 TVT Netto opbrengst 8 625 8 625 8 625 8 625 3,7 Netto opbrengst 6 000 7 500 9 000 12 000 3,7 Netto opbrengst 12 000 9 000 7 500 6 000 3,5

Derde vraag: Hoe een investering vergelijken die vandaag wordt uitgevoerd met winsten, die in de toekomst zullen voorkomen? Oplossing: De toekomstige winsten ten opzichte van nu uitdrukken en dus de netto geactualiseerde waarde van de toekomstige winsten berekenen Toekomstige waarde een winst: berekeningsprincipe van actualisatie VF = VA + Waar: VA = Actuele waarde een toekomstige winst k = Actualisatie voet n = Economische levensduur Voorbeeld: ( 1 k) n Van toekomstige waarde een bedrag 100 belegd aan 5%/jaar gedurende 5 jaar VF = 100 5 ( 1 + 0.05) = 100 1.2763 = 127.63

Principe van actualisatie Actuele waarde een toekomstige winst VA = VF ( 1 + k ) n Van actuele waarde Van 1 euro ontvangen in de toekomst = des te lager naar gelang n groter in k hoger is Voorbeeld: Het is voldoende om vandaag 78.35 te beleggen aan 5% /jaar om 100 te bekomen binnen 5 jaar 100 100 VA = = = 78.35 5 1.2763 ( 1 + 0.05) Van actualisatievoet Rentevoet die overéénkomt zetten van kost Van het kapitaal die nodig is om het project je financieren 3 mogelijkheden: 1. van financiële middelen niet beschikbaar zijn: kost v.h. kapitaal=kost om van middelen ter beschikking te stellen door een derde (krediet rentevoet) 2. van financiële middelen beschikbaar zijn: kost v.h. kapitaal = wat het zou kunnen opbrengen bij een belegging (rentevoet of financieel rendement) 3. Indiër van financiering partieel door eigen middelen: kost v.h. kapitaal = rekening houden zetten van verschillende rentevoeten in functie van verhouding van elk type financiering

Als men de jaarlijkse winsten actualiseert: - 6000/(1,06) 1 = 5.660 euro - 7.500/(1,06) 2 = 6.674 euro - 9.000/(1,06) 3 = 7.556 euro - 12.000/(1,06) 4 = 9.505 euro - 12.000/(1,06) 5 = 8.967 euro TVT = 4,29 jaar Vierde vraag: laat deze methode toe een juiste keuze te maken vanuit een economisch?

NEEN: Houdt geen rekening met de winsten die na de terugverdientijd worden gegenereerd Dus bij de keuze tussen twee alternatieven met dezelfde TVT, kan men kiezen voor die dat geen winst meer opbrengt na rentabilisering hoe anders rekening houden met de actualisering en en met de hele duur van het project? Netto huidige waarde Verschil tussen van geactualiseerde winsten en een geactualiseerde kosten op de levensduur van het project Formules: VAN = VA (winsten) - VA (kosten) - Inv Waar: t = jaren k = actualisatie voet Criterium: positieve VAN (> 0)

Mogelijk om uit te drukken onder van vorm van Profitability Indexcijfer VA (netto winsten) IP = Inv Criterium: IP > 1 In het voorbeeld, als men een levensduur van 5 jaar overweegt, (5 660 + 6.674 + 7.556 +9 505 + 8.967) - 32 000 = 6.364 euro VAN > 0 dus rendabel project

Vijfde vraag: met welke levensduur rekening houden? De levensduur een project Economische levensduur Technischelevensduur Termijn na de welke het niet Termijn na de welke de meer rendabel zal zijn het project te volgen gezien de installatie zijn functie niet meer nieuwste technische prestaties kan vervullen (want veelvoudige en/of dure herstellingen)) Rentabiliteitsberekening volgens economische levensduur (meestal 20 tot 25 jaar) bvb: De groenestroom certificaten, belangrijk gedeelte van de GAN van een biogas WKK zijn gewaarborgd voor 10 jaar economische levensduur = 10 jaar

Zesde vraag: hoe met de evolutie van de energiecontext en de energieprijzen rekening houden? De evolutie van energieprijzen: Bron: Energievooruitzichten voor 2000-2020 (Federaal planbureau 2001)

Indien de energieprijzen stijgen, zullen de nettowinsten beinvloed worden want de besparing in /liter stookolie wordt groter Coëfficiënt van de variabele = (1 + j)/(1 + k) in de plaats van 1 / (1 + k) waar: j = de stijgingsfactor van de energieprijzen (of de factor van een andere variabele) en dus: k = de actualisatie voet VA (variable) = n variable (1 t ( 1 + j) t = 1 + k) t Volgens de termen van het contract met de energieleverancier Enkele aanbevelingen voor de studie : Prijs van de fossiele brandstoffen (gas/stookolie): +3 à 6 %/jaar Prijs van biomassa brandstoffen (hout) :+ 5 à 10 %/jaar Prijs van de elektriciteit: + 1 à 3 %/jaar Inflatie : + 2 à 3 %/jaar % (100 pour 1994) 200% 180% 160% 140% 120% 100% 80% 60% 40% 20% 0% Evolution prix mazout chauffage y = 0.0856x + 0.8275 y = 0.0541x + 0.8359 A euro courant A euro constant Linéaire (A euro courant) Linéaire (A euro constant) 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004

Als men per jaar dezelfde hoeveelheid stookolie bespaart (11600 liter) en dat de huidige energiekosten 0,47 euro/liter bedragen maar dat deze met 3%/jaar toeneemt - Na 1 jaar is de besparing 5.452*1,03=5 615,5 - Na 2 jaar (5 452 *1,03) * 1,03 = 5 784 - Na 3 jaar 5.784 * 1,03 = 5 957 - Na 4 jaar 5.957 * 1,03 = 6 136 - Na 5 jaar 6.136 * 1,03 = 6 320 - Enz Men actualiseert vervolgens deze winsten en men vergelijkt met de investering bij T0. Zevende vraag: en de subsidies?

Invloed van de subsidies op de rentabiliteit van de investeringen Regel: Een goed project zou moeten rendabel zijn zonder subsidies Subsidies = een aansporing tot investeren De vraag voor een subsidie voor een niet rendabel project zal zeer sterk geargumenteerd moeten worden + de voordelen die niet in aanmerking genomen werden in de micro-economische evaluatie Een subsidie mag in aanmerking komen in de berekening van de rentabiliteit vermits het een financiële inkomst is Maar hoe later de subsidie binnenkomt, hoe minder de positieve invloed op de netto huidige waarde zal zijn, bij een gelijke actualisatie voet Voorbeeld: - Een investering voor een condensatie ketel van 32.000 euro excl. BTW - Een jaarlijkse besparing van 5.452 euro - Mogelijke subsidie van 20% (BHG) TVT zonder subsidie = 5,8 jaren TVT met subsidie = 4,6 jaren

Achtste vraag: moet men met de afschrijving van de uitrusting rekening houden? De afschrijving in de berekening van de rentabiliteit Regel : Indien de fiscale aspecten niet meespelen, moet men nooit rekening houden met de afschrijvingen Indien de fiscale aspecten meespelen, moet men rekening houden met de financiële geldstromen van de afschrijvingen

Andere methoden die van TVT en VAN worden afgeleid Het interne niveau van rentabiliteit (INR) Niveau van actualisering K die VAN van een project annuleert VAN n = (winst t = 1 1 - kost) - Inv = 0 t (1 + k) De formule: Iteratieve formule Het criterium: INR> niveau van actualisering

Van uitgewerkte terugbetalingstijd (uitgewerkte Payback) (UTB) Periode na van welke van VAN nul is De formule: VAN n = (winst t = 1 - kost) 1 - Inv = 0 t (1 + k) Iteratieve methode Criterium: UTB < economische levensduur Kost v.d. kwh bespaarde energie (KBE) Indien de exploitatiekost bijna nul, investeringsbedrag = totale kost om zekere hoeveelheid brandstof te besparen. Formule : KBE = Inv n Q kwh waar : Q kwh = Jaarlijkse hoeveelheid bespaarde energie n = levensduur van het project Criterium : KBE < Kost kwh

Negende vraag: hoe kiezen tussen alternatieven? Vergelijking van projecten met verschillende levensduur De equivalente annuiteit (ANCO) De COnstante equivalente ANnuiteit komt overéén met de netto huidige waarde van het project berekend op zijn levensduur Formule : ( k VAN) ANCO = 1 1+ k waar : k = actualisatie voet n = Economische levensduur ( ) n Criterium : Project die de ANCO maximaliseer

De vervroegde vervanging van een stookolie ketel Huidig : ketel van 650 kw th 15 jaar oud en rendement van 65% Oplossing : nieuwe ketel 650 kw th met een rendement van 90 % Hypotheses : 1. Stookolieprijs : 0.47 /liter (officiële prijs op 1/04/2006) 2. Netto warmtevraag : 500 000 kwh th /jaar 3. Evolutie brandstofprijs : + 3 %/jaar 4. Investeringsbedrag : 21 182 excl. BTW 5. Actualisatie voet : 6 %/jaar 6. Economische levensduur : 20 jaar 1 ste stap : berekening van de VAN van de kosten Huidig: Jaarlijks verbruik = 500 000 kwh / 65 % / 10 kwh/liter = 76 923 l/an Jaarlijkse brandstof kost = 76 923 l/jaar X 0.47 /l = 36 153 /jaar Geactualiseerde uitgaande financiële geldstroom = 165 984 ( voor de 5 overblijvende jaren) Oplossing : Jaarlijks verbruik = 500 000 kwh / 90 % / 10 kwh/liter = 55 555 l/an Jaarlijkse brandstof kost = 55 555 l/jaar X 0.47 /l = 26 110 /jaar Geactualiseerde uitgaande financiële geldstroom = 391 608 (voor de 20 jaren van de economische levensduur)

2 de stap : berekening van de Constante Annuïteit (ANCO) van de kosten Huidig : ANCO = 39 404 Oplossing : ANCO = 34 142 Conclusie : De vervanging van de oude ketel is goedkoper Een keuze maken tussen verschillende projecten Projecten kunnen : -Onderling exclusief (1), -Compatibel (2), maar dikwijls bestaat er een interactie tussen de projecten Voorbeeld: (1): twee verschillende WKK systemen (2): isolatie van verwarmingsleidingen en nieuwe ketel

3 situaties voor een energie besparende investering : Renovatie met of zonder energetische verbetering : Nieuwe technologie die beter presteereed : Verschillende technologieën met verschillende energetische efficiënties zijn mogelijk (= geval van een nieuwe installatie) Partiële of volledige renovatie : Keuze tussen een partiële verbetering en een volledige renovatie in functie van de rentabiliteit en opgebrachte besparing. Voorbeeld 1 : Renovatie met of zonder energetische verbetering? Een puntgevel moet beschermd worden omdat het een mechanische degradatie en een vochtprobleem vertoont. - Oorspronkelijke oplossing : gewone gevelbeplating kost : 70 /m² - «energetische» oplossing : isolatie v.d. muur langs de buitenzijde (onder de gevelbeplating) kost : 90 /m² Kost v.d. «energetische» verbetering : enkel de meerkost van de isolatie moet in rekening gebracht worden (isolatie, meer aan hout, plaatsing v.d. isolatie, enz.) zijnde 20 /m² - energetische winst: 10 liter brandstof/m²/jaar ou m³gas/m²/jaar - financiële winst (aan 0,47 /liter ou m³) : 4,7 /m²/jaar - Payback v.d energetische verbetering: 4,2 jaar

Voorbeeld 2 : Rendabele of zeer rendabele nieuwe technologie? Ander voorbeeld : keuze van een beglazing Payback van een oude venster met gewone dubbele beglazing door een venster dubbele beglazing met lage emissiviteit is 25 jaar. Maar, indien er voor mechanische redenen, de vensters moeten vervangen worden, is de meerkost voor een dubbele beglazing met lage emissiviteit t.o.v. een gewone dubbele beglazing (+/- 25 /m²), deze wordt terugbetaald in 6 jaar door de bijkomende energiebesparingen. Voorbeeld 3 : Partiële of totale renovatie? Voorbeeld 2 ketels van 1982-450 kw die in paralel werken - verbruik: 60 000 liter brjaartof per jaar - overgedimensioneerd en de branders met een slecht rendement huidig rendement : 73,6 % verbetering 1 : Volledig afzetten van één van de ketels. Nieuw rendement : 80,1% Energetische winst t.o.v. de vorige situatie : 8 %. Verbruik na verbetering 1 : 55 000 liter/jaar. Financiële winst t.o.v. de vorige situatie : 2 350 /jaar. Investering : 0 Payback : 0 an

Verbetering 2 : Vervanging van de overblijvende brander Rendement : 87,8 % Energetische winst t.o.v. de vorige situatie : 9 %. Verbruik na de verbetering 2 : 50 300 liters/jaar. Financiële winst t.o.v. de vorige situatie: 2 209 /jaar Investering : 1 500.. 2 500 Payback periode : 1.. 2 jaar Verbetering 3 : Vervanging van de overblijvende brander door een nieuwe condensatie ketel Rendement : 101 % Energetische winst t.o.v. de 1ste verbetering : 20 %. Verbruik na de verbetering 3 : 43 800 m³gas/jaar (=liters/jaar). Financiële winst t.o.v. de vorige situatie : 5 264 /jaar Investering : 40 000 Payback periode : 7,5 jaar Maar t.o.v. de uitgangssituatie : Energetische winst t.o.v. de uitgangssituatie : 27 %. Verbruik na de verbetering 3 : 43 800 m³gas/jaar (=liters/jaar). Financiële winst t.o.v. de uitgangssituatie : 7 614 /jaar Investering : 40 000 Payback periode : 5,2 jaar

Conclusies : Basis beginsel : Rentabiliteit = bedrag van de investering < geproduceerde cash flow gedurende de levensduur van het project De rentabiliteit wijzers : 1. Netto huidige waarde (VAN) 2. Interne Rentevoet (INR) 3. Eenvoudige Terugbetalingsstijd (TVT) 4. Uitgewerkte Terugbetalingstijd (UTB) 5. Kost van de Bespaarde Brandstof (KBE) De rentabiliteit criteria : > 0 > Actualisatie voet < Economische levensduur < Economische levensduur < Prijs van de brandstof Invloed van de berekeningshypothesen : Actualisatie voet, Economische levensduur, energieprijsevolutie, subsidies, investeringsbedrag, Een EXCEL hulpmiddel om u het leven gemakkelijk te maken Voorbeels: Warmtekrachtkoppeling in een een ziekenhuis Dimensionnering van het opslagvat op voorhand in functie van de netto warmtebehoeften Initiële kost: - WKK-systeem: 113.000 euro excl. BTW - Installatie: 17.000 euro - Studie + bouwkunde: 32.000 euro - Ònvoorziene gebeurtenis (15%): 17.000 euro

De winsten: Elektriciteit: - Eigen geproduceerde elektriciteit (dus niet aangekocht): 54.000 euro Warmte: - De elektriciteitsproductie verkocht aan het net: 2.500 euro - Eigen geproduceerde warmte:37.000 euro - Groenestroom certificaten (70 euro/gsc): 34.000 euro Exploitatiekosten: - Jaarlijkse brandstofverbruik : 60.000 euro - Onderhoud van het systeem: 12.000 euro Andere gegevens: - Economische levensduur van het systeem: 10 jaar - Jaarlijkse stijging elektriciteitsprijs: 2% - Jaarlijkse stijging brandstofprijs : 5% - Jaarlijkse stijging onderhoudskost : 2% - Actualiseringsvoet: 5%

Methode van evaluatie van de rentabiliteit TVT Zonder subsidie 3,2 jaar Met subsidie 2,6 jaar UTB VAN INR ANCO 3,4 jaar 234.275 euro 28% 30 339,7 euro 2,7 jaar 270.075 euro 36% 34.976 euro