Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d

Vergelijkbare documenten
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum /IMA 0511 DRZZ /MT onderwerp doorkiesnummer bijlagen

Datum 26 november 2009 Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij

Procedureel. Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

DRZZ/

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 april DRZ/07/3012/FB/HG onderwerp doorkiesnummer bijlagen

BIJLAGE 1 BIJ BESLUIT DRZZ/ , D.D Voor herstelwerkzaamheden aan het stortebed van de stuw van Borgharen. Inhoudelijke overwegingen

Datum 26 november 2009 Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij. Geachte heer,

Producentenorganisatie Kokkelvisserij t.a.v. Geachte,

website - 47-RO ab.doc Pagina 1

Procedureel Uw aanvraag is op 18 december 2009 door mij ontvangen. Bij brief van 18 december 2009 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

Nederlandse Vissersbond T.a.v. de heer J.K. Nooitgedagt Postbus AB EMMELOORD

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Café Restaurant Rijstal Venhof V.O.F., te Herkenbosch Zaaknummer:

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ d.d OESTERKWEEK OOSTERSCHELDE INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Datum 1 september 2009 Betreft Besluit Nb-wet 1998; Importeren mosselen uit Denemarken; verzaaien in Oosterschelde

Uw aanvraag is op 12 mei 2010 door mij ontvangen. Bij brief van 2 juni 2010 (kenmerk: DRZZ/ ) heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

ECLI:NL:RVS:2006:AZ4794

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum DRZZ /GV onderwerp doorkiesnummer bijlagen

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

Rijkswaterstaat Maaswerken t.a.v. Postbus NB Maastricht. Geachte,

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d

Bijlage bij besluit DRZO/

: Vergunning ex art. 19d Natuurbeschermingswet 1998 Pluimveehouderij De Haan, Zevenhuizen (Bakkeveense Duinen)

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d. 23 september 2010 SCHELPDIERINVENTARISATIES VLAKTE VAN DE RAAN INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijlage bij besluit DRZO/ Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

IBN 2015, Tweede Kamer, vergaderjaar , nr. 1.

p- iiiiiiniiii uil ii nu ii

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Inhoudelijke overwegingen RvR Project Vier Maatregelen Nederrijn; deelgebied Tollewaard

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

Procedureel. Rijkswaterstaat Projecten T.a.v. ir. A.W. Velema Programma Ruimte voor de Rivier Postbus ED ARNHEM

Stappenplan vergunningaanvraag

Wijziging Natuurbeschermingswet 1998 door de Crisis- en herstelwet

Datum 25 februari 2011 Betreft Wijzigingsbesluit Natuurbeschermingswet 1998; MZI's Oosterschelde, Voordelta en Waddenzee

Op 14 oktober 2010 ontving ik uw aanvraag. Bij brief van 20 oktober 2010 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d

: Vergunning ex art. 19d Natuurbeschermingswet 1998 Verplaatsing en uitbreiding veehouderij Van der Sluis (Van Oordt's Mersken)

Overwegingen bij besluit vergunning Wet natuurbescherming project TO-meting monitoring pilotsuppletie Amelander Zeegat

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN VERGUNNING NATUURBESCHERMINGSWET verleend aan STAATSBOSBEHEER. voor

Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur t.a.v. Postbus AC YERSEKE. uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Luttikhuisen, Broekhuizerdijk 38 te Melderslo Zaaknummer:

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

Rijkswaterstaat Noord-Nederland De heer W.J. Adema Postbus JH LEEUWARDEN

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Procedureel De aanvraag voor de onderhavige vergunning werd gedaan bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (hierna: EL&I).

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften:

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Wnb; overwegingen vergunning; seismisch onderzoek Lemsterland; Rottige Meenthe & Brandemeer en Weerribben.

Procedureel. Vlaams Gewest

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESCHIKKING D.D. 1 OKTOBER ZAAKNUMMER VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Op 4 augustus 2010 ontving ik uw aanvraag. Bij brief van 9 augustus 2010, (kenmerk: DRZZ/ ) heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Conform artikel 41, lid 1 van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ d.d AANLEG AARDGASTRANSPORTLEIDING WIJNGAARDEN ZELZATE (B) INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Procedureel. Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen de aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Overwegingen definitief besluit Wet natuurbescherming project Stroomlijn Nederrijn en Lek, spoor 6

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Datum 17 december 2010 Betreft Verlenging vergunning Nb-wet storten van onderhoudsbaggerspecie in het Marsdiep

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Uitspraak /1/R2

Art. 14. Art. 15. Art. 16.

De Stichting Oostflank Sint Pieter (hierna: SOS) tekent bij deze bezwaar aan tegen de omgevingsvergunning met kenmerk WB d.d

Bijlage 1 bij besluit DRZ/09/2001/AN d.d. 12 juni 2009 HELIKOPTER-INZET MULTIDISCIPLINAIRE OEFENING INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

IE lil! Uil

Op 14 oktober 2010 ontving ik uw aanvraag. Bij brief van 20 oktober 2010 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ d.d

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

Het volgende stuk maakt onderdeel van de vergunning uit: Plattegrondtekening van de aangevraagde situatie d.d met bladnummer NB-02.

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Maatschap Thomassen, Striep 1 te Oploo Zaaknummer:

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Leges omgevingsvergunningen 2018

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften:

Transcriptie:

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2009-1109, d.d. 19-03-2009 VERPLAATSING VAN OESTERPERCELEN EN DE AANLEG VAN ZEVEN NIEUWE OESTERPERCELEN IN DE GREVELINGEN INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

De aanvraag De aanvrager verzoekt om een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna Nb-wet 1998) voor de verplaatsing van 17 oesterpercelen en het aanleggen van 7 nieuwe oesterpercelen in de Grevelingen. De redenen waarom de oesterpercelen verplaatst worden is omdat deze op de nieuwe locatie tot een betere productie zullen leiden. De reden voor de uitbreiding van de oesterpercelen met 7 nieuwe percelen ter grootte van 50 ha is gelegen in een overeenkomst van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: het ministerie van LNV), productschap vis en de palingvissers ter plaatse. Deze palingvissers gebruikten fuiken om hun paling te vangen ter hoogte van de Brouwersdam. De Brouwersdam zal echter gebruikt gaan worden als surflocatie. Als compensatie voor het verliezen van hun fuikenplaatsen krijgen de vissers 7 oesterpercelen ter grootte van 50 ha. Werkzaamheden Het gebruik van een oesterperceel houdt in dat een deel van de bodem (ter grootte van het perceel) van de Grevelingen ingenomen zal worden door oesters. Het oesterzaad zal worden gezaaid boven de bodem en zich vasthechten aan de bodem van het oesterperceel doordat op het oesterperceel zaken zijn aangebracht, zoals lege schelpen, waaraan oesters zich van nature hechten. Op de oesterpercelen vinden jaarlijks terugkerende werkzaamheden plaats. De hoofdactiviteiten op de percelen zijn bebakening, het uitzaaien van oesterzaad, het verzaaien en ten slotte het opvissen van de oesters, die geschikt zijn voor consumptie. Daarnaast vindt incidenteel onderhoud plaats, zoals onder andere het opvissen van zeesterren. Wanneer in een voorkomend geval er veel zeesterren voorkomen op de oesterpercelen zullen de kwekers met speciale sterrenkorren over de percelen vissen. Deze korren doden de zeesterren zonder de oesters te beschadigen. De verhuurders van de oesterpercelen zijn verplicht om hun percelen vrij te houden van zeesterren volgens de huurvoorwaarden. Het aanleggen van de 7 nieuwe oesterpercelen en het wijzigen van 17 bestaande percelen zal gebeuren door het uitmeten en het plaatsen van (hoek) bakens op de juiste positie. Het gaat per perceel om ongeveer 10 tot 20 bakens. Deze activiteiten zullen worden uitgevoerd onder leiding van een visserijkundig ambtenaar. Indien de bebakening is beschadigd of verwoest, zullen herstelwerkzaamheden aan de bakens plaatsvinden. Voor zover noodzakelijk worden de percelen alvorens deze worden bezaaid met oesterzaad schoon gevist. Het oesterseizoen loopt van september tot april. Locatie en oppervlakte Als gevolg van de afspraak tussen het ministerie van LNV, productschap vis en de palingfuikenvissers zullen er 7 nieuwe oesterpercelen in gebruik worden genomen ter grootte van 50 hectare. Deze percelen zullen zich bevinden op de locaties Archipel, Soldatengat, Vlieger en Ouddorp, zoals weergegeven in de verslechterings- en verstoringstoets, die als bijlage is bijgevoegd. Van de overige oesterpercelen zullen er 17 worden gewijzigd. De totale oppervlakte van deze percelen is echter gelijk gebleven met de oude situatie en bedraagt 500 ha. De nieuwe percelen zijn perceel 77a op de Vlieger, perceel 87 te Ouddorp, de percelen 140, 144, 146, 148 op de Archipel en perceel 163 op het Soldatengat, zoals aangegeven in de bijlage. Wettelijk kader

Natura 2000 gebieden: Artikel 10a, lid1, van de NB-wet 1998 bepaalt dat gebieden worden aangewezen ter uitvoering van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Dit aanwijzingsbesluit bevat de instandhoudingsdoelstelling voor dit gebied. Lid 3 van dit artikel stelt dat de instandhoudingsdoelstelling van deze gebieden mede betrekking kan hebben op doelstellingen ten aanzien van het behoud, herstel of de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied, anders dan vereist door de Vogel- en Habitatrichtlijn. Artikel 19d, lid 1, van de Nb-wet 1998 bepaalt dat het verboden is zonder vergunning, of in strijd met aan die vergunning verbonden voorschriften of beperkingen, van gedeputeerde staten of, ten aanzien van projecten of andere handelingen als bedoeld in het vierde lid, van Onze Minister, projecten of andere handelingen te realiseren onderscheidenlijk te verrichten die gelet op de instandhoudingsdoelstelling de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000- gebied kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Zodanige projecten of andere handelingen zijn in ieder geval projecten of handelingen die de natuurlijke kenmerken van het desbetreffende gebied kunnen aantasten. Artikel 19e van de Nb-wet 1998 bepaalt dat de Gedeputeerde Staten rekening houden bij het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 19d, eerste lid: o o o a. met de gevolgen die een project of andere handeling, waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft, gelet op de instandhoudingsdoelstelling kan hebben voor een Natura 2000-gebied; b. met een op grond van artikel 19a of artikel 19b vastgesteld beheerplan, en c. vereisten op economisch, sociaal en cultureel gebied, alsmede regionale en lokale bijzonderheden. Vergunningplicht De Grevelingen is een gebied dat krachtens de Richtlijn inzake het behoud van de vogelstand (79/409) is aangewezen als Speciale Beschermingszone. Het gebied is voorts bij de Europese Commissie aangemeld als Habitatrichtlijngebied. Op 19 mei 2003 heeft Nederland de Europese Commissie een lijst van 141 Habitatrichtlijngebieden aangeboden. Op 8 december 2004 heeft de Commissie bekend gemaakt dat zij deze lijst heeft vastgesteld. Ik stel vast dat de voorgenomen activiteiten mogelijk de natuurlijke waarden en kenmerken van het gebied Grevelingen kunnen aantasten. Om die reden ben ik van mening dat de voorgenomen activiteiten als vergunningplichtig onder de Nb-wet 1998 dienen te worden aangemerkt. Verstorings- en verslechteringstoets Beleid

In de Algemene Handreiking Natuurbeschermingswet 1998 en in de Nb-wet 1998 wordt vergunningverlening via de passende beoordeling onderscheiden van vergunningverlening via de verstorings- en verslechteringstoets. Een passende beoordeling is aan de orde indien een kans op een significant effect aanwezig is. Indien er wel een mogelijk negatief effect is, maar dit zeker geen significant negatief effect is, kan volstaan worden met de verstorings- en verslechteringstoets. Bij de verstorings- en verslechteringstoets dient te worden nagegaan of een project of andere handeling een reële kans met zich meebrengt op verslechtering van de natuurlijke habitats of de habitats van soorten. In dat kader is een verslechterings- en verstoringstoets noodzakelijk. Beleidsbesluit Schelpdiervisserij Bij besluit van 1 oktober 2004 is het Beleidsbesluit Schelpdiervisserij 2005-2020: Ruimte voor een zilte oogst vastgesteld. In dit beleidsbesluit is m.b.t. oestervisserij in de Grevelingen het volgende bepaald: In het Grevelingemeer en, voor zover van toepassing, in het Veerse Meer, zal van jaar tot jaar worden bezien of de oestervisserij op de vrije gronden mogelijk is. Gelet op de hoofdfuncties, natuur en recreatie, van het Grevelingenmeer zijn met het Grevelingenschap afspraken gemaakt waarbij de maximale omvang van het percelenbestand is vastgesteld op 500 ha. Deze omvang kan eventueel worden bijgesteld mits hierover overeenstemming bestaat tussen de Visstandbeheercommissie Grevelingen en het Grevelingenschap. Nota Ruimte In zijn algemeenheid is het ruimtelijk beleid voor de VHR-, NB-wet- en EHS- gebieden gericht op het behoud, herstel en de ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden van een gebied. De bescherming van de wezenlijke kenmerken en waarden vindt plaats door toepassing van een specifiek afwegingskader, het zogenoemde «nee, tenzij»-regime. Aangezien het afwegingskader van het gewijzigde kabinetsstandpunt Nota Ruimte het afwegingskader van de Habitatrichtlijn volgt, is met het doorlopen van het afwegingskader zoals opgenomen in artikel 19f, lid 1, van de Nb-wet 1998 materieel aan de vereisten van het afwegingskader het gewijzigde kabinetsstandpunt Nota Ruimte voldaan. Overwegingen Beheerplan In casu kan vastgesteld worden dat ten aanzien van de voorgenomen activiteit op het moment van besluitvorming geen beletsel voortvloeit uit enig beheerplan op basis van de Nb-wet 1998. Geen beheer De voorgenomen activiteit heeft geen direct verband met of is nodig voor het beheer van het Natura 2000-gebied Grevelingen. Verstorings- en verslechteringstoets Zoals vermeld onder Beleid en in de Nb-wet 1998 kan, indien er wel een mogelijk negatief effect is, maar dit zeker geen significant negatief effect is, worden volstaan met een verstorings- en verslechteringstoets ter onderbouwing van de gevraagde vergunning. Er is naar mijn mening sprake van een kans op negatieve effecten, maar deze effecten zullen, op basis van mijn eigen expert judgement en gezien de aard, omvang en opzet

van de voorgestelde activiteiten, zeker geen significante zijn. Om die reden ben ik van mening dat afgezien kan worden van de uitvoering van een passende beoordeling. U heeft een dergelijke toets, opgesteld door onderzoeksbureau Holstein Consultancy, bij uw aanvraag gevoegd. Er kan alleen dan vergunning verleend worden indien uit de beschikbare informatie blijkt dat er geen verslechtering van de natuurlijke habitats of habitats van soorten plaatsvindt, of dat er beperkingen/voorschriften aan de vergunning zijn verbonden die de natuurlijke kenmerken niet aantasten. In het onderstaande volgt mijn beoordeling van uw effectenanalyse en conclusies. Natura 2000-gebied Grevelingen Kwalificerende waarden Voor een overzicht van de onder de relevante aanwijzings- en aanmeldingsbesluiten beschermde natuurwaarden verwijs ik naar de betreffende passages in de bijgevoegde passende beoordeling alsmede naar de hieromtrent opgenomen informatie op www.minlnv.nl. Habitattypen De aangewezen habitattypen en soorten betreffen in alle gevallen terrestrische habitats en soorten. De oesterpercelen bevinden zich allen onder het water van de Grevelingen op de bodem. Om die reden zal er geen interactie zijn met de genoemde habitats of habitattypes. Vogels Gezien de aard van de aangevraagde activiteiten, zal het optreden van eventuele negatieve effecten zich beperken tot het verstoren van vogels of vogelsoorten tijdens activiteiten die op of nabij de oesterpercelen plaatsvinden, zoals het schoonmaken van de oesterpercelen en het afbakenen van deze percelen. De mogelijke verstoring vindt vooral plaats door geluid, licht en fysieke aanwezigheid. De lichtemissies zijn zeer gering, omdat de werkzaamheden overdag plaatsvinden. De geluidsverstoring bestaat vooral uit scheepvaartgeluid. Ook de aanwezigheid van de schepen zelf kan een verstorende werking hebben. Gezien het huidige gebruik van de Grevelingen als recreatieplaats zal de verstoring voor de aanwezigheid van schepen ten behoeve van de oesterkweek niet toenemen. Geen van de vogelsoorten waarvoor dit gebied zich kwalificeert foerageert op oesters. Er zal dus geen toename of afname zijn van het voedselaanbod voor vogels. Om de verstoring van vogels te voorkomen is voorschrift 6 aan deze vergunning verbonden waarin wordt gesteld dat groepen vogels niet dichter dan 500 meter benaderd mogen worden en dat de verstoring van in dit gebied aanwezige fauna tot een minimum beperkt dient te worden. Conclusie Ik deel de conclusie van de aanvrager dat geen negatieve effecten zullen optreden voor vogels door de uitbreiding van de oesterpercelen met 7 nieuwe percelen en de optimalisatie van de bestaande oesterpercelen. Volgens mij zal de uitvoering van de voorgenomen activiteiten geen aantasting van de natuurlijke kenmerken, en dan in het bijzonder van de beschermde vogelsoorten, opleveren. In het onderhavige geval acht ik de aangeleverde effectenanalyse vanuit de binnen mijn directie aanwezige expert judgement van voldoende reikwijdte en diepgang. Bespreking van inspraak

Naar aanleiding van deze aanvraag zijn, op grond van artikel 44, lid 3, van de Nb-wet 1998, gedeputeerde staten van Zeeland, burgemeester en wethouders van Schouwen- Duiveland in de gelegenheid gesteld over deze aanvraag hun zienswijze kenbaar te maken. Ingevolge artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht zijn Rijkswaterstaat Zeeland, de Zeeuwse Milieufederatie, de Faunabescherming, Vogelbescherming Nederland in de gelegenheid gesteld tot het indienen van een zienswijze betreffende de onderhavige aanvraag. De gemeente Schouwen-Duiveland heeft als volgt gereageerd: Wij hebben geen problemen met de afgifte van een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998. Volgens ons zijn er geen significante effecten te verwachten op de natuurwaarden in de Grevelingen als de huidige oesterpercelen geoptimaliseerd worden en het aantal met 7 percelen wordt uitgebreid. Ik onderschrijf deze zienswijze. De overige belanghebbenden/overheden hebben niet gereageerd. Conclusie Uit de overwegingen, zoals opgenomen in de, als integraal onderdeel van dit besluit te beschouwen, verslechterings- en verstoringstoets, concludeer ik dat geen sprake is van een aantasting van de natuurlijke kenmerken van de Grevelingen. Deze conclusie geldt nadrukkelijk onder de door mij specifiek hiertoe geformuleerde vergunningvoorschriften. Om die reden ben ik van mening dat de gevraagde vergunning kan worden verleend.