Kritische participatie: herbezinning op de rol van de kerken in de samenleving.

Vergelijkbare documenten
Raad van Kerken Conferentie Nieuwe Krachten met Kerk en Stage. Diaconaal leren Wanneer wijkt de duisternis voor het licht?

Blok 1 De plaats van het diaconaat in het geheel van de kerk en vooral van de Protestantse Kerk in Nederland.

DABAR WOORD EN DAAD. Diaconaal beleidsplan Grote Kerk Gemeente Dordrecht HERVORMDE GEMEENTE DORDRECHT

Diaconieën ondersteunen mensen in armoede, binnen en buiten de kerk.

Profielschets wijkgemeente Kerk aan de Linge

Presentatie 31 oktober Armoedeonderzoek 2013

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Werkplan College van diakenen PKN Hoorn Zwaag Blokker

Het advies van de ASD.

Armoede in Nederland 2013

Reimerswaal VERKIEZINGSPROGRAMMA RAADSPERIODE HET KAN ANDERS! STEM GEWOON CDA!

Diaconaal Platform Hoogeveen. Beleidsplan

Diaconie van de Protestantse Gemeente Vleuten-De Meern

Onderzoek Federatie van Diaconieën en Kerk in Actie naar toekomstgericht diaconaal beleid

Natuurlijk... NUTH. NUTH... Natuurlijk DE WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING (WMO)

Wet Maatschappelijke Ondersteuning ( Wmo) Wmo-raad Westland

Format voor in het kader van de ANBI-transparantie te publiceren gegevens door een diaconie behorende tot de Protestantse Kerk in Nederland.

Els Hofman. LVB en zelfredzaamheid 14 mei 2019

Visie op de vernieuwing van het sociaal domein in de gemeente Nijkerk. Iedereen telt en doet mee

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Johannes 1, 1 Middagdienst

De Zorgzame Kerk. Concept Beleidsplan Protestantse Wijkgemeente Ambacht-Oost. November 2014 Bethelkerk Vlaardingen

BELEIDSPLAN DIACONIE. Jaar Het College van diakenen Protestantse Gemeente Blaricum

leerplandoelen derde cyclus 1 Dit overzicht lijst alle leerplandoelen van de derde cyclus op.

Noorden veldwerker. Zorg. De Noordenveldwerker Wegwijzer in welzijn, wonen en zorg. Brochure Noorderveldwerker.indd :26

Zondag 2 november, alle kerken 1 e collecte Najaarszendingsweek van Kerk in Actie met als thema : Geloof in Zambia! Vandaag collecteren we voor een

Zondag 7 februari 2016

WMO Rotterdam. Van verzorgingstaat naar - stad en - straat

Kerk-staat verhoudingen in verandering. James Kennedy Amsterdam, 29 november 2017

Zelfredzaamheid, eigen kracht en de rol van kerken: Kansen & grenzen Verslag bijeenkomst maandag 16 november 2015

Advies WMO raad Haarlem op nota. Welzijnswerk klaar voor toekomst.

TRILL Programma van eisen VWC

Wij hebben u een Boek (de Koran) gezonden waardoor gij tot aanzien kunt komen, gaan jullie niet jullie verstand gebruiken? (Al Anbiya, 21/10)

Beleidsplan College van Diakenen van de Protestantse Gemeente te Ede

Profiel missionair werker (M/V) Project Licht op Zuid. Protestantse gemeente te Rotterdam Zuid. Hervormde wijkgemeente Maranathakerk

Informele zorg in Eindhoven, nu en in de toekomst

Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI)

KERK, WMO EN ZORG VOOR ELKAAR

Het Signalerend. Toegankelijke. Activerende. Netwerk

Colofon. Gezamenlijke nieuwsbrief met BAR-gemeenten. Trajectbegeleiders Delta steun in de rug voor organisaties

Kerk heeft gemeente veel te bieden

Balanceren tussen hoop en wanhoop

Veiligheid en bescherming bij geweld in relaties

Trainingen en workshops maart - juni 2019

6. Religie in de voorziening. a. Bezinnen en bidden. 1. Bidden en bezinnen met mensen met een mentale handicap

Wij zingen voor de dienst: Gezang 172 : 1 en 2 NLB 538

DE BASIS EN SPEERPUNTEN VOOR

Zien - Bewogen worden - in Beweging komen

Inleiding. Doelen en uitgangspunten van het gemeentebestuur

Gemeente Midden-Delfland

DE COMPETENTIES VAN DE PREDIKANT EN DE GEESTELIJK VERZORGER

Meerjarenvisie Gelijkwaardige en maatschappelijke participatie van mensen met een functiebeperking in Arnhem

SAMENVATTING BOUWSTENEN ZELFMANAGEMENT EN PASSENDE ZORG

DE ZIJLEN MET ZORG IN DE SAMENLEVING

DEELNEMEN AAN DE SAMENLEVING IETS BETEKENEN VOOR EEN ANDER

Veranderingen in het sociale domein en de rol van kerken Samenvatting

Wmo-adviesraad West Maas en Waal. 24 november 2014

Protestantse gemeente Exmorra Allingawier (diaconie)

HULPDIENST NIJMEGEN. Beleidsnotitie

Beleidsplan Stichting Hulpdienst In-Zicht

WELZIJNSSCHAKELS, SAMEN DELEN WE......EEN MISSIE

2

Manifest. voor de intensieve vrijwilligerszorg

Inhoud. Voorwoord 7. Geraadpleegde literatuur 96

BELEIDSPLAN VAN HET COLLEGE VAN DIAKENEN VAN DE PROTESTANTSE GEMEENTE TE VOORBURG

Mantelzorgers worden voldoende ondersteund. We spreken niet over mensen, maar met mensen

Interdisciplinaire samenwerking in de wijk: de T-shaped professional

Foto: Marieke Viergever. Verslag van een kleinschalig impactonderzoek

Armoedebestrijding in Nederland

Werkplan Adviesraad Sociaal Domein Lopik

A. Algemene gegevens. Telefoonnummer RSIN/Fiscaal nummer: Website adres: Adres: Zuidstraat 13

College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond

ANBI-transparantie Diaconie PKN Woudsend.

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Wat is op deze vragen jullie antwoord? (antwoord)

Aangenaam: Guido. Informatie over kennismaken met Guido. gelooft

Postadres: Postbus 22

ANBI, Diaconie Protestantse Gemeente Maasland

Inhoud: Wat is trauma Cultuur aspecten Psychologische Fysieke aspecten Geestelijke aspecten Grenzen aangeven

Wmo-werkplaats Groningen-Drenthe Overzicht. Aanleiding Wmo-werkplaatsen. Opzet, bevindingen en resultaten. Aanleiding Wmo-werkplaatsen

Format voor in het kader van de ANBI-transparantie te publiceren gegevens door een diaconie behorende tot de Protestantse Kerk in Nederland.

Format voor in het kader van de ANBI-transparantie te publiceren gegevens door een diaconie behorende tot de Protestantse Kerk in Nederland.

Overdag bij ons. Dagactiviteiten om een zinvolle dag te beleven

Toon Uw heerlijkheid Opwekking 505

Beleidsplan Stichting Hulpdienst In-Zicht

Zondag 8 november 2015 Sint Maarten de oogst van ons leven

Nee Ja, hoeveel? Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u een datum wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren.

Sociaal makelaar De vraag is leidend Organiserend vermogen. Sociaal Team Klanttevredenheid Omslag in denken en doen Expertise Sport en Bewegen

A. Algemene gegevens. Diaconie van de Protestantse Gemeente te Monnickendam RSIN/Fiscaal nummer:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Kerken en Wmo een zoektocht. Herman Noordegraaf. Van verzorgingsstaat naar?

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal 2015

Stichting Present de Bevelanden

JAARVERSLAG ZWO 2015 VOORWOORD. Samenstelling van de ZWO-commissie 2015

postbusŵgemëeñfeňoořdëľnveldľnl- uèťheenïe NOORDENVELD

Visie op de vernieuwing van het sociaal domein in de gemeente Nijkerk. Iedereen telt en doet mee

Toetsingskader Wmo-toezicht Gelderland-Zuid

iļľinhrlinllr SAMENVATTING ENQUÊTE Met wie werkt u het meeste samen Vanuit welke rol vult u deze enquête in Evaluatie sociaal domein

Decentralisatie van de AWBZ en de nieuwe Wmo: wat betekent dit voor ouderen

ANBI-gegevens protestantse gemeente roosendaal

gemeente diaconie Gods Gods rol kerk collecte somming ntdekken diaconale gemeenschap barmhartigh beleidsplan voorbeelden llecte Zondag

Transcriptie:

Kritische participatie: herbezinning op de rol van de kerken in de samenleving. Inleiding door Herman Noordegraaf op de studiedag Kerken en Wmo: een kritische zoektocht. Vrijdag 3 oktober 2014. 1) Job: Helpen wie geen helper heeft Studenten die studeren aan de Protestantse Theologische Universiteit krijgen in het kader van het vak diaconaat onder meer de opdracht om na te gaan wat er - in het beleidsplan van de kerkelijke gemeente waar zij stage lopen - over diaconaat wordt gezegd. Wat daarbij opvalt is, dat in dat gedeelte van het beleidsplan nogal eens de uitdrukking valt helpen wie geen helper heeft. En ook wie berichten en overdenkingen over diaconaat leest, zal deze uitdrukking regelmatig tegenkomen. Dit diaconale motief gaat terug op het Bijbelboek Job en wel Job 29:12. Ik citeer daarbij nog de Bijbelvertaling uit 1951 omdat in de Nieuwe Bijbelvertaling voor een andere vertaling gekozen is: Want ik redde de ellendige die om hulp riep, de wees en hem die geen helper had. Job spreekt deze woorden uit in een rede waarin hij betoogt dat hij een rechtvaardige is en dat daarom het lijden dat hij moet ondergaan onrechtvaardig is het thema van dat grootse en diepzinnige boek Job. Duidelijk wordt dat Job niet volstaat met een theoretische beschouwing, maar dat hij de rechtvaardige aanduidt als degene die recht doet aan de arme en anderen mensen in nood. In de verzen 13-17 lezen wij: de zegenwens van wie dreigde onder te gaan, kwam op mij, en het hart der weduwe deed ik jubelen; met gerechtigheid bekleedde ik mij, en mijn recht bekleedde mij als mantel en hoofddoek; tot ogen was ik voor de blinde, en tot voeten voor de kreupele; een vader was ik voor de armen, en het rechtsgeding van mij onbekenden onderzocht ik; ik verbrijzelde het gebit van de verkeerde en rukte de prooi uit zijn tanden. En in vers 25 lezen we nog over Job als een, die treurenden troost.

Indringend blijkt uit deze Bijbelpassage hoezeer het geloof verbonden wordt met het doen van gerechtigheid, het opkomen voor de arme, weduwe en wees, mensen met een handicap en nog anderen. Het scherpt de blik zodat juist degenen die niet gezien worden - zij die geen helper hebben - door de rechtvaardige wél gezien worden. In hoofdstuk 29 kunt u ook lezen dat Job een man met aanzien is, bij vorsten, edelen, knapen en hoogbejaarden. Dus niet rijkdom, macht, praal, kracht bepalen zijn status, maar het feit dat hij een rechtvaardige is. Niet dat Job erop uit is om aanzien te verwerven, maar het is wel het effect van zijn handelen dat voortvloeit uit zijn geloof in de God van Israël, Die omziet naar de ellendigen. De tijdsomstandigheden in het boek Job verschillen heel sterk van de onze, maar de oproep om òm te zien naar mensen in nood en voor hen op te komen, blijft onverminderd klinken. We moeten daarom zoeken naar wegen om in het hier en nu daaraan gevolg te geven. Als het goed is, bewerkt dit bij ons een gevoeligheid voor en een betrokkenheid op hen die geen helper hebben. Dat zal ook onze blikrichting moeten bepalen bij alles wat aan de orde is bij de Wmo. 2) De Wmo: een leer- en zoekproces. De Wmo werd vanaf 2007 ingevoerd, maar het wordt steeds serieuzer. De Wmo 2015, de Participatiewet en de veranderingen in de jeugdzorg maken de rol van de burgerlijke gemeenten en de inzet op eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid en op netwerken (mantelzorgers en vrijwilligers) nog sterker. Hoe dit alles zal uitpakken, in de overgangsfase maar ook daarna, zal moeten blijken. Dat geldt ook voor de rol van de kerken. Zowel voor hun visie op de eigen rol als voor de vraag hoe de lokale overheden, maatschappelijke organisaties en de bevolking, ook het niet-kerkelijke deel daarvan (tegenwoordig een ruime meerderheid van de bevolking!), de rol van de kerken al dan niet zien en opvatten. Wat we ook van de Wmo vinden, we kunnen wel vaststellen dat deze lokale kerken en diaconieën stimuleert om na te denken over de vraag hóe zij kerk willen zijn in de lokale en regionale samenleving en welke verbindingen zij willen hebben met overheid, maatschappelijke organisaties en bevolking. Eén van de effecten die we ook nog kunnen waarnemen, is dat er diaconale platforms zijn ontstaan waarin een heel breed scala van kerken samenwerkt.

Het is van belang dat wij ons ervan bewust zijn dat we ons in een zoekproces bevinden, waarin we nieuwe wegen en paden moeten zien te bewandelen en waarbij wij vanuit een visie op de verantwoordelijkheid van de kerk adequate praktijken proberen te ontwikkelen. We hebben geen pasklare antwoorden. Het is niet voor niets dat Kerk in Actie in haar project Zorgzame Kerk pilots, dus proefprojecten, heeft opgezet om ervaringen te kunnen opdoen. Welke conclusie kunnen we hieraan verbinden? Aanbeveling 1: Kerken en diaconieën zullen zich er goed van bewust moeten zijn dat zij zich in een proces van zoeken en leren bevinden, waarbij in ieder geval aan de orde zijn: - De visie op hoe kerk te zijn in de lokale/regionale samenleving; - Praktijken die zowel verbonden zijn met deze visie als met wat er in de lokale/regionale samenleving aan noden en behoeften is; - Het ontwikkelen van relaties met de overheid (politici en ambtenaren), maatschappelijke organisaties en de bevolking. Het is daarbij van belang om de opgedane ervaringen goed te registreren en te evalueren met het oog op een adequaat kerkelijk optreden. Dit dient lokaal/regionaal te gebeuren en op landelijk niveau (Kerk in Actie, de Federatie van Diaconieën) zodat opgedane ervaringen doorgegeven kunnen worden en we elkaar zo kunnen ondersteunen en inspireren. 3) Overheden en kerken Niet alleen de kerken bevinden zich in een zoek- en leerproces, maar ook de overheden (nogmaals uitdrukkelijk: politici en ambtenaren). Dat betreft uiteraard de Wmo zelf. We kunnen bijna dagelijks in de nieuwsmedia lezen en horen dat de burgerlijke gemeenten moeten leren om de nieuwe taken uit te voeren en dat er gerede twijfel is of dat in 2015 het geval zal zijn. De overheden zullen echter ook moeten leren om, zoals dat heet, beleidsvoorbereiding, bepaling, -uitvoering en evaluatie in goede samenspraak met de bevolking en de maatschappelijke organisaties te ontwikkelen. Binnen dat geheel hebben ook kerken hun plaats. We moeten ons daarbij van het volgende bewust zijn:

- In vele burgerlijke gemeenten is er geen traditie (meer) van relaties tussen overheid en kerken. Deze moeten dus (opnieuw) opgebouwd worden. - Er is een grote onwetendheid over religie en kerken (analfabetisme). Vaak is er geen of weinig kennis van de betekenis van geloof in de levens van mensen en over de betekenis van de kerken - laat staan dat men kerken betrekt bij de Wmo. - Er kan een interpretatie zijn van de scheiding van kerk en staat, die inhoudt dat kerk en geloof buiten het publieke domein moet blijven. Dat is een onjuiste interpretatie. De scheiding van kerk en staat houdt onder meer in dat de overheid neutraal is, dat wil zeggen dat zij niet een levensbeschouwing bevoorrecht boven andere. Voorts dat de overheid geen directe zeggenschap heeft over kerken en andersom. Maar dat wil niet zeggen dat binnen het geheel van de democratische rechtsstaat, volgens de daar geldende spelregels, op geloof gebaseerde organisaties niet zouden kunnen optreden in het publieke domein. Zij kunnen daarbij weliswaar geen geprivilegieerde positie claimen, maar dat houdt niet in dat kerken en andere levensbeschouwelijke organisaties uitgesloten mogen worden van optreden in het publieke domein. - Onderzoeken wijzen overigens uit dat de meeste lokale overheden vrij pragmatisch omgaan met de rol van de kerken: als zij een nuttige bijdrage leveren aan de realisering van beleidsdoelen, dan is samenwerking mogelijk. Kerken spelen, net als vele andere organisaties, een rol op het maatschappelijk middenveld. Zij kunnen van groot belang zijn, omdat zij over hulpbronnen beschikken zoals vrijwilligers en gebouwen; omdat zij groepen bereiken die andere organisaties niet of minder bereiken én vanwege de kwaliteit van hun werk. - Ervaringen wijzen uit dat, in gesprekken met de lokale overheid, abstracte discussies voorkomen moeten worden over bijvoorbeeld de verhouding tussen kerk en staat en dat kerken moeten benadrukken wat zij concreet doen en in de toekomst kunnen en willen doen. Aanbeveling 2: Wees je er als kerken van bewust dat zowel de kennis als het besef van de betekenis van godsdienst en kerken afwezig of beperkt is. Maak daarbij aan de overheid duidelijk wat het werk van kerken op het

terrein van zorg en welzijn concreet inhoudt, bijvoorbeeld door politici en ambtenaren bij projecten en activiteiten uit te nodigen. Iets soortgelijks geldt ook voor de relaties met maatschappelijke organisaties en bevolking. 4) Ontwikkel een eigen visie op de rol van kerken: naar een kritische participatie. Kerken leveren hun bijdrage niet omdat de overheid het vraagt, maar omdat zij zich vanuit het evangelie geroepen weten om zich in te zetten voor mensen die ondersteuning behoeven, en om op te trekken met mensen in nood. Het is niet: u vraagt, wij draaien, maar de drijfveer is een eigen visie dat men deelneemt, participeert. Daarmee wil ik niet zeggen dat wij niet zouden kunnen leren van de overheid en van anderen. Ik pleit voor een open opstelling. Daar waar we met anderen op goede wijze kunnen samenwerken moeten we dat niet nalaten. Maar het is wel van belang om tot een kritische weging te komen juist omwille van de mensen die in de knel zitten. Dat betekent dat we naast het verrichten van concrete activiteiten ter ondersteuning van mensen - zoals bijvoorbeeld maatjesprojecten, inloophuizen, de opvang van verslaafden, daklozen en ex-gedetineerden enzovoort - kritisch signaleren waar knelpunten optreden om dat bij de overheid en anderen aan te kaarten ( pleitbezorging ). In het kader van de Wmo zijn er op zijn minst twee punten om alert op te zijn: - De Wmo zet sterk in op zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid. Op zich is dat positief; ook veel kerkelijke activiteiten zijn erop gericht om mensen te ondersteunen in het ontwikkelen van eigen kracht : niet alleen kijken naar wat mensen niet kunnen, maar ook wat zij potentieel wel kunnen - empowerment. Het luistert hier echter nauw: vinden mensen die niet of slechts in beperkte mate zelfredzaam zijn, mensen die naast hen staan, die hen ondersteuning bieden en die meehelpen om het uit te houden? Sluipt er niet een normering in waarbij degenen die niet zelfredzaam zijn als minder worden gezien? - De Wmo zet sterk in op mantelzorgers en vrijwilligers. Ook hier is de vraag: welke grenzen zijn er? Mensen die over onvoldoende netwerken beschikken, moeten erop kunnen rekenen dat de overheid hun de benodigde zorg, hulp en ondersteuning geeft.

Kortom, het gaat erom dat er geen mensen tussen wal en schip vallen, dat er een goed vangnet voor hen is, en ondersteuning waardoor zij zo goed mogelijk zelf kunnen participeren. Het tussen wal en schip vallen is niet alleen een kwantitatieve vraag (zijn er genoeg mantelzorgers en vrijwilligers?), maar ook een kwalitatieve: wordt er goede zorg en ondersteuning geboden? Kerken hebben in hun activiteiten een eigen profiel ontwikkeld, dat zich kenmerkt door gastvrijheid: het er zijn voor mensen, met mensen optrekken, het bieden van goede relaties waarin ook de levensverhalen van mensen tot hun recht kunnen komen. Van daaruit kunnen kerken ook verschraling van zorg signaleren als deze gereduceerd wordt tot een aantal technische handelingen, waarbij de ruimte ontbreekt voor het ontwikkelen van zinvolle relaties. Kerken zouden alert moeten zijn op de knelpunten die zij tegenkomen en deze nadrukkelijk moeten signaleren bij overheid en maatschappelijke organisaties. Niet alleen in de overgangsperiode die nu komt, maar ook daarna. Zij treden dan op als pleitbezorger van mensen in de knel. Beide lijnen zouden gecombineerd moeten worden: het optrekken met mensen en het bieden van ondersteuning alsmede het kritisch signaleren en het fungeren als pleitbezorger. Daarom: kritische participatie. Aanbeveling 3: Kerken dienen hun optrekken met mensen en het bieden van hulp en ondersteuning te combineren met kritisch signaleren van knelpunten en pleitbezorging. Daartoe moeten zij de ervaringen die zij opdoen goed registreren en evalueren. 5) Professionals en vrijwilligers De Wmo zet in op een andere verhouding tussen professionals en vrijwilligers. Dat geldt de inzet van beroepskrachten: het (ook) ondersteunen van vrijwilligers. Het kan echter ook betrekking hebben op het vervangen van professionele inzet door vrijwilligers. Ook hier luistert het nauw: er zijn werkzaamheden die een kwaliteit vereisen waarvoor men geschoold moet zijn, die grote verantwoordelijkheid vergt en waarbij ook continuïteit vereist is.

In zulke gevallen verdient professionele ondersteuning de voorkeur. Vrijwilligers kunnen daarbij wel aanvullend werk verrichten. Daarom is er voorzichtigheid geboden als het gaat om het vervangen van beroepskrachten door vrijwilligers. Het vrijwilligerswerk zal zich vooral richten op praktische zaken als sociale contacten, vervoer, vrije tijdsbesteding, het doen van boodschappen en het verrichten van tijdelijke huishoudelijke hulp en dergelijke. Intensieve zorg en ook persoonlijke verzorging vereisen een zorgvuldig samenspel tussen de desbetreffende persoon, mantelzorgers, familie en beroepskrachten. Aanbeveling 4: Kerken dienen een visie te hebben op activiteiten, die het best door vrijwilligers verricht kunnen worden en activiteiten, die door beroepskrachten uitgevoerd dienen te worden. Praktijkvoorbeeld (heet van de naald) Afgelopen woensdag had ik een gesprek met enige diakenen van de Hervormde Gemeente van Rotterdam-Centrum en van de diaconale organisatie in Rotterdam, tegenwoordig Samen 010 geheten. Het ging over het organiseren van een conferentie in Rotterdam over Kerken en Wmo. Daar hoorde ik het verhaal over SOMIK (Stichting Opvangcentrum Mensen in Knelsituaties). Deze organisatie beschikt over een eigen pand waarin vrouwen worden opgevangen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld. Al 33 jaar gebeurt dit door vrijwilligers, die ondersteund worden door een beroepskracht die coördinator is. De problemen van deze vrouwen en hun kinderen is echter sterk toegenomen: naast huiselijk geweld ook schulden, opvoedingsproblemen, psychische beperkingen en nog meer. Met subsidie van de gemeente is een maatschappelijk werkster in dienst gekomen. Dat is echter onvoldoende. Daarom heeft het bestuur besloten om ermee te stoppen. Het bestuur heeft daarover een brief geschreven aan de desbetreffende wethouder: We kunnen niet van vrijwilligers verwachten dat ze vrouwen met een complexe problematiek gaan begeleiden, die ook soms fors moeten worden aangepakt. Ook de nazorg is veeleisender en langduriger geworden en kan door ons niet afdoende worden verzorgd. Het besluit om de werkzaamheden te beëindigen heeft dus niets te maken met onwil om vrijwilligerswerk te doen, maar komt voort uit de problemen waarop

men stuit. Door dit nadrukkelijk aan te kaarten bij de wethouder meldt men ook problemen. 6) Weten wat kerken wel en niet aankunnen. Er leven verschillende verwachtingen over de mogelijkheden van kerken in het kader van de Wmo. Sommigen hebben hoge verwachtingen, anderen (onder wie ikzelf) zijn daar bescheidener in. De reden daarvoor is dat kerken een minderheid vormen in onze samenleving en ook aan krimp onderhevig zijn. Hoe het ook zij: kerken doen er verstandig aan om dat aan te pakken wat zij aankunnen. Daarbij is vaak meer mogelijk dan zij denken, ook in de mogelijkheden om vrijwilligers te werven voor concrete taken waarvan het tijdsbeslag overzienbaar is. Het opzetten van enige projecten is waardevol, maar het is een illusie om te denken dat kerken de terugtrekkende beweging van de overheid kunnen compenseren. Ik zeg dit alles om frustraties te voorkomen. Dat wat zij doen, is en blijft waardevol. Naar ik hoop, kan er ook een uitstraling van uitgaan, een getuigenis van datgene, waar kerken vanuit hun geloof voor staan: een samenleving waarin ieder mens als schepsel en beelddrager van God telt, naar zijn of haar mogelijkheden kan deelnemen aan de samenleving en met respect bejegend en behandeld wordt. Zo kunnen kerken en diaconieën in een nieuw tijdsgewricht waardevolle actoren zijn op het veld van welzijn en zorg. Aanbeveling 5: Wees je als kerken goed bewust van je mogelijkheden en onmogelijkheden.