Meerjarenraming Vastgesteld door het algemeen bestuur bij besluit van

Vergelijkbare documenten
AAN DE COMMISSIES ALGEMEEN BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN, MIDDELEN EN FINANCIEEL BELEID EN WATERSYSTEMEN

Programmarekening.

Onderwerp: Toelichting opbouw programmabegroting en technische uitgangspunten programmabegroting 2010 en meerjarenraming

Bijlage I: Kostentoerekening 2012

Sturingsfilosofie en Organisatiestructuur Waterschap Limburg

Pagina 1. grondwater- Watersysteem- Zuiverings- Wegenbeheer? beheer beheer beheer ** Planvorming

1 Inleiding Samenvatting Bijdrage Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof)...

Voorstel aan dagelijks bestuur

Kortheidshalve volstaan wij verder met een verwijzing naar de Najaarsrapportage 2013.

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Het bijgevoegde conceptvoorstel spreekt voor zich. Volstaan wordt dan ook met een verwijzing daarnaar.

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: Voorstel

Rotterdam, 22 augustus 2006 V.V.: 27 september 2006

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Programmarekening 2014

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Leggers actueel, betrouwbaar en compleet. Waterkeringen op orde Waterkeringen zijn getoetst Conform procesafspraken met PZH en inspectie V&W

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Taakverdeling binnen ambtelijke organisatie als bedoeld in artikel 2 lid 3 Organisatieregeling Waterschap De Dommel 2017

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen

ARCHIEF i.a.a. uw kenmerk: ons kenmerk: uw brief van: datum: 7 september 2010 verzonden: Aan de leden van het algemeen bestuur

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

Nota Relatie provincie Utrecht met de waterschappen. Deel 3: Provinciaal toezichtkader

II. De Nota risicomanagement Delfland vast te stellen met onder meer de volgende bepalingen:

Voorstel voor de Raad

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

AGENDAPUNT 3.2 ONTWERP. Onderwerp: GOP Zuiveringstechnische werken Nummer: v9. Voorstel

Graag vernemen wij uw advies ter zake. Het dagelijks bestuur, /LUT 4/4

agendanummer afdeling Simpelveld VI- Bedrijfsvoering 31 oktober 2013 Toetreding tot de gemeenschappelijke regeling BsGW per

Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W en verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater in gemeente Delfzijl

Voorstel aan algemeen bestuur

DB-vergadering Agendapunt 8. Onderwerp Zienswijze ontwerpbegroting 2011 en meerjarenraming Waterschapsbedrijf Limburg

Waterschap Vallei en Veluwe Meerjarenperspectief

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Programma- begroting 2015

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur

Onderwerp: Meerjarenraming en ontwerpbegroting 2017 WBL

WATERSCHAPSBLAD 2010, NUMMER 47 BIJL.: 2 Agendapunt: 8. Onderwerp: Najaarsrapportage per 1 september 2010; 3e begrotingswijziging 2010

Levend water - Helder beleid. Droge voeten, sterke dijken en vitaal water. WS2015 programma VVD Limburg Pagina 1

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders - Waterwet - Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL) Lelystad, 21 maart 2013

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

Programma- begroting 2014

Projectnummer Bedrijventerrein Smilde aspect Water"

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS

aan kopie aan datum Afdeling Programmeren

WATERVERGUNNING. Voor het lozen van afvalwater van Land Development Aviation Valley Maastricht N.V. op een zuiveringtechnisch werk

ILT-rapportages zorgplicht primaire waterkeringen Eerste landelijke indrukken. November 2018

algemeen bestuur (financiële producten) Beraadslagen en besluiten Nee

ALGEMENE VERGADERING. 29 september 2011 Planvorming Waterbeheer

venlo Raadsconsultatie GEMEENTEBESTUUR Algemene Middelen W. van den Beucken

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

Voorstel raad en raadsbesluit

Bijlage VI. Handreiking uitwerking kostenveroorzakingsbeginsel ex Nationaal Bestuursakkoord water

Bestuur van de Unie van Waterschappen Posbus AE Den Haag. Leiden, 24 februari 2011.

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

AGENDAPUNT 3.2. ONTWERP. Onderwerp: wijziging Richtlijnen Overname Afvalwater Nummer:

Deltaprogramma Bijlage G. Stand van zaken adviezen deltacommissaris DP2011 en DP2012

Water... van levensbelang

: Nieuw belastingstelsel

Waterschap. Vallei en Veluwe. Meerjarenperspectief

agendapunt Aan Commissie Watersystemen - kwaliteit en kwantiteit WATERKWALITEITSRAPPORTAGE GLASTUINBOUWGEBIED

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

./. Hierbij doe ik u toekomen een concept-notitie aan de commissie Financiën inzake de eerste triaalrapportage per 30 april 2007.

Bijlage1 : vervallen prestatie-indicatoren uit Begroting 2014

Bijlage 8: Uitvoeringsprogramma

Water in Bebouwd gebied

Beslisdocument college van Peel en Maas

De economische betekenis van waterschappen. mr.drs. Peter C.G. Glas Voorzitter Unie van Waterschappen 5 september 2013

Informatieve presentatie Waterplan Land van Cuijk

Uitvoeringsbesluit regionale waterkeringen West-Nederland 2014

Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen.

VERKIEZINGS- PROGRAMMA WATERSCHAP ZUIDERZEELAND in

WATERSCHAPSBLAD 2011, NUMMER 24 BIJL.: 2 Agendapunt: 9

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Presentatie waterschap Brabantse Delta. Conferentie Water en Veiligheid

Oplegnotitie werkboek Waterschap verkenning mogelijkheden clustering

Aan. V. Doorn. Portefeuillehouder

verbinden vernieuwen versterken

Toelichting op de Keur waterschap Regge en Dinkel 2009

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen

Afstemming programma-indeling P&C-cyclus met WBP

Nota Bedrijfsvoering RMH. Inhoudsopgave. 1. Inleiding. 2. Doelstelling nota. 3. Personeel. 4. Organisatie 5. ICT

Waarom is het plan dat de Unie van Waterschappen nu voorlegt aan de staatssecretaris een deugdelijk en goed plan voor het toekomstig waterbeheer?

Tariefbepaling waterschapsbelasting

Dit heeft in april 2011 geleid tot het ondertekenen door de genoemde koepelorganisaties en het Rijk van het BAW.

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

Uitvoeringsprogramma samenwerking in de waterketen

Onderzoeksplan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018

Visiedocument Financieel Beleid

agendapunt 3.b.3 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden VOORTGANG AFRONDING JUIST (NU) AANSLUITEN Datum 7 januari 2014

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Transcriptie:

Meerjarenraming 2013-2017 Vastgesteld door het algemeen bestuur bij besluit van

Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Samenvatting... 4 3 Bijdrage Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)... 5 4 Val Kabinet... 7 5 Programmatotaal... 9 6 Programma s...11 6.1 Programma Plannen...12 6.2 Programma Watersysteem...14 6.3 Programma Veiligheid...17 6.4 Programma Zuiveren...19 6.5 Programma Instrumenten...21 6.6 Programma Bestuur, externe communicatie en belastingen...23 6.7 Programma Bedrijfsvoering...25 7 Dekkingsplan...28 7.1 Algemeen...28 7.2 Opbrengstontwikkeling waterschapslasten 2013-2017...30 7.3 Tariefsontwikkeling 2013-2017...35 8 Overige paragrafen...36 8.1 Algemene ontwikkelingen en uitgangspunten meerjarenraming 2013-2017...36 8.1.1 Interne factoren... 36 8.1.2 Externe factoren... 39 8.2 De financiering...41 8.3 Het weerstandsvermogen...42 Meerjarenraming 2013-2017 (120790) 1

2

1 Inleiding In de Bepalingen Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen (BBVW) is de meerjarenraming als verplicht instrument in het kader van de planning- en controlcyclus opgenomen. De meerjarenraming wordt evenals voorgaande jaar gepresenteerd op programmaniveau en omvat het komende begrotingsjaar en een periode van 4 jaar volgend op het komende begrotingsjaar. In de meerjarenraming wordt vooruit gekeken en zo goed mogelijk geschat wat in de komende periode (2013-2017) de voornemens zijn en wat dit financieel betekent. Op deze wijze wordt het bestuur in staat gesteld om de koers te bepalen en/of de prijs die daarbij hoort maatschappelijk acceptabel en verantwoord is. In de meerjarenraming zijn de uitgangspunten opgenomen die gehanteerd worden bij de samenstelling van de begroting 2013 en meerjarenraming 2013-2017. Deze uitgangspunten zijn in samenspraak met het Waterschap Peel en Maasvallei (WPM) en het Waterschapsbedrijf Limburg (WBL) tot stand gekomen. De genoemde uitgangspunten treft u aan in paragraaf 8.1. Ook met de bijdrage aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) is in de voorliggende meerjarenraming rekening gehouden. In hoofdstuk 3 wordt hier nader op ingegaan. In de meerjarenraming is nog geen rekening is gehouden met de eventuele gevolgen van de val van het Kabinet en het afgesloten bezuinigingsakkoord om te voldoen aan de Europese 3% norm. Dit omdat de uitwerking hiervan nog dient plaats te vinden en op onderdelen nog onduidelijk is. Om deze reden moeten we dan ook een voorbehoud maken bij de hardheid van de cijfers van de voorliggende meerjarenraming. Het spreekt voor zich dat ook dit jaar weer de nodige inspanningen zijn verricht om de stijgingspercentages van de waterschaplasten voor 2013 waar mogelijk te beperken tot een acceptabel en maatschappelijk aanvaardbaar niveau. Een instrument dat kan worden ingezet om dit te bereiken, zijn de egalisatiereserves. Hier is sprake van een continuering van het beleid zoals dat de afgelopen jaren is ingezet en ook is vastgelegd in de nota reserves en voorzieningen 2012 die door het algemeen bestuur op 24 april 2012 is vastgesteld. Tot slot kan nog worden opgemerkt dat soberheid en een verantwoord kostenbewustzijn begrippen zijn die aandacht blijven vragen en in de tijd waarin we ons bevinden een absolute must zijn. Bij de uitwerking van de begroting 2013 wordt dan ook iedere begrotingspost nogmaals op zijn merites beoordeeld om de lastenstijging voor onze inwoners tot een minimum te beperken. Meerjarenraming 2013-2017 (120790) 3

2 Samenvatting In de BBVW is de meerjarenraming als verplicht instrument voorgeschreven. Op basis van de door het bestuur op 17 februari 2009 vastgestelde programma s is het programmatotaal opgesteld. Hierin is aangegeven wat de financiële effecten, uitgedrukt in netto kosten (uitgaven minus inkomsten), zijn van de beleidsvoornemens voor de periode 2013-2017. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de bijdrage aan het HWBP die de komende jaren een aanzienlijk effect heeft op zowel het investeringsniveau als de exploitatie. In hoofdstuk 4 wordt in het kort ingegaan op de gevolgen van de val van het Kabinet en het in april afgesloten bezuinigingsakkoord. In hoofdstuk 6 wordt per individueel programma aangegeven wat de voornemens zijn. Hier wordt antwoord gegeven op de vragen: wat willen we bereiken, wat doen we ervoor, wat mag het kosten en welk investeringsniveau is hiermee gemoeid. De netto kosten die voortvloeien uit het programmatotaal vormen de door de opbrengst waterschapslasten te dekken kosten en worden gehanteerd voor de berekening van de belastingtarieven. Om dit inzichtelijk is maken is in hoofdstuk 7 een dekkingsplan opgesteld waarin de effecten zichtbaar zijn gemaakt. Naast de ontwikkeling van de waterschapslasten is ook rekening gehouden met de volledige inzet van de bestemmingsreserves voor tariefegalisatie in de meerjarenperiode. Dit om ongewenste schommelingen in de stijgingspercentages van de opbrengst waterschapslasten op te vangen. Het voorgenomen beleid zoals verwoord in de individuele programma s en in totaliteit financieel vertaald in het programmatotaal leidt tot een gemiddelde stijging van de opbrengst waterschapslasten in 2013 met 2,8%. Indien de egalisatiereserves op een verantwoorde wijze worden ingezet kan deze stijging volledig achterwege blijven. Bij de totstandkoming van de voorliggende meerjarenraming is dan ook uitgegaan van een verantwoorde inzet van de egalisatiereserves voor tariefegalisatie voor de jaren 2013-2017. Voor de meerjarenperiode 2013-2017 ziet het beeld er als volgt uit. Omschrijving x 1.000 2013 2014 2015 2016 2017 netto kosten programmatotaal 79.321 79.575 80.735 81.798 82.623 opbrengst waterschapslasten 77.151 77.578 78.723 80.055 81.182 Exploitatie tekort (-) - 2.170-1.997-2.012-1.743-1.441 inzet egalisatiereserves ontwikkeling waterschapslasten 2.200 2.025 2.025 1.750 1.500 Tekort (-) / Overschot (+) + 30 + 28 + 13 + 7 + 59 stijgingspercentage watersysteemheffing 1,00% 1,50% 3,80% 3,80% 3,00% stijgingspercentage zuiveringsheffing -0,60% 0,00% 0,10% 0,40% 0,40% gemiddeld stijgingspercentage opbrengst waterschapslasten 0,00% 0,60% 1,50% 1,70% 1,40% 4

3 Bijdrage Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) De weg er naar toe De economische crisis heeft geleid tot aanzienlijke investeringen van de rijksoverheid in 2009. In combinatie met fors mindere belastinginkomsten heeft dit geresulteerd in een miljardentekort op de rijksbegroting. Om deze reden hebben Kabinet en Tweede Kamer in september 2009 besloten tot taakstellende bezuinigingen op de rijksbegroting van structureel 35 miljard en zijn de waterschappen verzocht om voorstellen voor het invullen van de taakstellende bezuiniging op het gebied van het waterbeheer in te brengen. In november 2009 heeft de Unie van Waterschappen (UvW) zijn voorstel aan de staatssecretaris aangeboden waarmee de operatie Storm een feit was. Bij Storm staat een doelmatig en rationeel waterbeheer als kerntaak van de waterschappen voorop. Een van de elementen van Storm was dat door besparingen en doelmatiger werken vanaf 2011 de rijksbegroting structureel (meerjarig) met minstens 100 miljoen zou worden ontlast zonder lastenverhoging. Hieraan is invulling gegeven door het overnemen van de kosten van: de muskusrattenbestrijding ad 19 miljoen; en een jaarlijkse financiële bijdrage van de waterschappen van 81 miljoen aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma en het Deltaprogramma. De operatie Storm heeft een vervolg gekregen in het Bestuursakkoord Water, Water met Vuur. Het Bestuursakkoord Water is één van de vijf onderdelen die vallen onder het hoofdlijnenakkoord tussen rijk en decentrale overheden dat op 21 april 2011 is ondertekend door het kabinet en de lagere overheden. Het Bestuursakkoord Water gaat uit van de algemene uitgangspunten van het kabinet dat het rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven zich beperken tot hun kerntaken; taken worden zo dicht mogelijk bij de burger gelegd en per terrein zijn ten hoogste twee bestuurslagen betrokken. De maatregelen in het aangehaald bestuursakkoord zijn dan ook gericht om te komen tot een doelmatiger waterbeheer. Financiële betekenis HWBP Op 1 juli 2011 is de spoedwet wijziging van de Waterwet en de Waterschapswet en intrekking van de wet van 18 december 1985, houdende enige voorzieningen ten behoeve van de inzet en bekostiging van muskusrattenvangers, tot regeling van de zorgplicht voor de muskusrattenbestrijding en van financiële bijdragen aan verbeteringen van primaire waterkeringen van de waterschappen (ook wel spoedwet 100 miljoen genoemd), in werking getreden. Met de inwerkingtreding van deze wet zijn de waterschappen op grond van artikel 7.24 lid 1 van de Waterwet met ingang van 2011 een jaarlijkse bijdrage aan het Rijk verschuldigd voor de kosten van het HWBP die bepaald wordt aan de hand van de formule zoals opgenomen in artikel 7.24 lid 2 van de Waterwet: Meerjarenraming 2013-2017 (120790) 5

B = 40,5 miljoen X ( I IT + WG WGT ) B: de te berekenen bijdrage in euro s I: het aantal ingezetenen in het gebied van het waterschap op de peildatum * IT: het aantal ingezetenen in de gebieden van de waterschappen tezamen op de peildatum * WG: de som van de op basis van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) vastgestelde waarden van de gebouwde onroerende zaken in het gebied van het waterschap op de peildatum * WGT: de som van de op basis van hoofdstuk IV van de wet WOZ vastgestelde waarden van de gebouwde onroerende zaken in de gebieden van de waterschappen tezamen op de peildatum * * Voor de berekening van de jaarlijkse bijdrage van 2011 tot en met 2014 geldt als peildatum 1 januari 2010. De volgende peildatum is 1 januari 2014 en geldt voor de jaarlijkse bijdragen van 2015 tot en met 2018. In totaliteit dragen de waterschappen tot en met 2013 81 miljoen per jaar bij in de kosten van het HWBP, in 2014 131 miljoen en vanaf 2015 jaarlijks 181 miljoen. Daarnaast dient nog te worden vermeld dat vanaf het HWBP-3 dat met ingang van 2017 in werking treedt voor de waterschapsbijdrage, naast het solidariteitsdeel (via verevening) ook een doelmatigheidsprikkel (projectgebonden aandeel) geldt. Dit projectgebonden aandeel is voor de waterschappen vastgesteld op 10% en is van toepassing op het totale investeringsbedrag. Indien een waterschap bijvoorbeeld een investering doet van 1.000.000 in het kader van het HWBP is de bekostiging hiervan er als volgt: aandeel Rijk 50% : 500.000 projectgebonden aandeel 10% : 100.000 aandeel HWBP uit waterschapspot : 400.000 Het aandeel in de kosten die gemoeid zijn met de overname van het (HWBP) ziet er voor ons waterschap op basis van de aangehaalde wetgeving - met als uitgangspunt de verdeelmaatstaf 50% ingezetenen en 50% WOZ waarde - en de introductie van de projectgebonden aandeel van 10% ingaande 2017 voor de periode 2013-2017 als volgt uit. - 2013 3.346.000-2014 5.412.000-2015 7.478.000-2016 7.478.000-2017 5.982.000. In de voorliggende meerjarenraming is rekening gehouden met de aangehaalde bijdrages die jaarlijks worden geactiveerd en afgeschreven. De bijdrage in het HWBP wordt in 30 jaar afgeschreven, conform de afschrijvingstermijn van waterstaatkundige projecten. Verder kan nog worden opgemerkt dat investeringsuitgaven aan waterkeringen ook in de toekomst uit het HWBP beschikbaar komen. Het is nu niet in te schatten hoeveel geld daarmee gemoeid is. Het is dan ook nog niet duidelijk hoe de balans voor ons waterschap uitvalt. Er mag vanuit worden gegaan dat wij een grotere bijdrage aan het vereveningsfonds leveren, dan dat geput wordt uit het fonds voor het HWPB. 6

4 Val Kabinet In april 2012 is als gevolg van het mislukken van de Catshuis bezuinigingen het Kabinet Rutten gevallen waarmee het huidige Kabinet een demissionaire status heeft verkregen. Door de val van het Kabinet zal de Kamer besluiten dienen te nemen over het al dan niet controversioneel verklaren van beleidsonderwerpen. De onderwerpen die controversioneel worden verklaard zullen worden doorgeschoven naar een nieuw Kabinet. Nieuwe verkiezingen staan gepland voor 12 september a.s.. Hoe lang het daarna zal duren alvorens een nieuwe regering wordt gevormd is nog maar de vraag. De val van het Kabinet komt voor de waterschappen ongelegen. Enkele belangrijke wetsvoorstellen lagen klaar voor parlementaire behandeling of waren in de laatste fase van voorbereiding. De belangrijkste onderwerpen zijn: wetsvoorstel indirecte verkiezingen; aanpassing belastingstelsel waterschappen; afspraken HWBP en omgevingsrecht. Met name het niet in behandeling nemen van het wetsvoorstel indirecte verkiezingen (na de gemeenteraadsverkiezingen 2014) en eventuele directe verkiezingen in 2013 via het brief-in-briefstemmen kan financiële consequenties hebben. Gelet op de inzichten van 2008 zal hier naar verwachting ruim 800.000 mee gemoeid kunnen zijn. Bezuinigingsakkoord Als gevolg van de val van het Kabinet en om toch aan de Europese 3% norm te voldoen is op 27 april 2012 door de VVD, CDA, D66, Groen Links en de ChristenUnie een bezuinigingsakkoord op hoofdlijnen afgesloten voor de begroting 2013. Onderwerpen die in dit akkoord benoemd worden kunnen gevolgen hebben voor de meerjarenraming van ons waterschap in positieve als negatieve zin. Btw-verhoging Omdat het waterschap, evenals de BsGW en het WBL, niet btw-plichtig is en daardoor de btw niet kan aftrekken leidt een verhoging van de btw van 19% naar 21% automatisch tot een stijging van het kostenniveau. Deze situatie geldt dus ook voor de begrotingen van de BsGW en het WBL. Deze organisaties hebben evenals WRO nog geen rekening gehouden met de voorliggende stijging in hun begroting 2013 en meerjarenraming 2013-2017. Nullijn ambtenaren In april is tussen de vakbonden en de Unie van Waterschappen een principe akkoord bereikt over een nieuwe CAO voor het waterschapspersoneel die met terugwerkende kracht een looptijd heeft van 1 januari 2012 tot 1 april 2014. Het eindresultaat kan als volgt worden weergegeven: - per 1 januari 2012 structurele verhoging individueel keuzebudget (IKB) met 1%; - per 1 januari 2013 structurele verhoging IKB met 0,84%; - per 1 januari 2013 structurele loonsverhoging 1% en (consequentie voor) IKB 0,2%. Nog onbekend is wat de nullijn voor ambtenaren voor de voorliggende CAO betekent. Meerjarenraming 2013-2017 (120790) 7

Schatkistbankieren. Het Rijk wil alle decentrale overheden per 1 januari 2013 (provincies, gemeenten en waterschappen) verplichten om hun spaargeld in de schatkist onder te brengen. Deze maatregel heeft een verlagend effect op de staatsschuld. Naast het feit dat dit voor decentrale overheden financieel nadelig kan uitwerken doordat een lager rendement zal worden gehaald kan dit voor de sectorbanken, te weten de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en de Nederlandse Waterschapsbank (NWB-bank) eveneens consequenties hebben. Resumé Omdat over de daadwerkelijke invulling van het crisisakkoord voor de begroting 2013 nog geen overeenstemming is bereikt tussen partijen en dit nog weken kan duren is het akkoord omringd met onzekerheden. In de voorliggende meerjarenraming is dan ook - evenals bij de BsGW en het WBL - nog geen rekening is gehouden met de eventuele gevolgen van de val van het Kabinet en het afgesloten bezuinigingsakkoord om te voldoen aan de Europese 3% norm. 8

5 Programmatotaal In het programmatotaal wordt het naar de programma s onderscheiden en te realiseren beleid voor het waterschap financieel voor de totale meerjarenperiode 2013-2017 weergegeven. Het programmatotaal is opgebouwd uit zeven programma s die door het bestuur op 17 februari 2009 zijn vastgesteld. Een programma is een meerjarig samenhangend geheel van activiteiten op basis waarvan het bestuur het beleid van het waterschap vaststelt. Opgemerkt kan worden dat het programma bedrijfsvoering een bijzondere functie heeft. Hier worden de ondersteunende activiteiten financieel verantwoord en doorberekend naar de overige programma s. In hoofdstuk 6 wordt per programma inhoud gegeven aan het voorgenomen beleid van het waterschap over de jaren 2013-2017. Samenvatting exploitatie Programma 2013 2014 2015 2016 2017 Plannen 3.596 3.620 3.656 3.738 3.814 Watersysteem 14.649 14.722 15.278 15.683 15.779 Veiligheid 1.819 2.053 2.468 2.903 3.299 Zuiveren 45.006 45.006 45.006 45.006 45.006 Instrumenten 6.764 6.884 6.989 7.104 7.215 Bestuur, externe communicatie en belastingen 7.221 7.010 7.053 7.075 7.219 Bedrijfsvoering - - - - - Programmatotaal 79.055 79.295 80.450 81.509 82.332 Onvoorzien Waterschap Roer en Overmaas 98 112 117 121 123 Onvoorzien Waterschapsbedrijf Limburg 187 187 187 187 187 Goodw ill nieuw e toetreders BsGW 19 19 19 19 19 Totaal netto kosten 79.321 79.575 80.735 81.798 82.623 Samenvatting investeringen Programma 2013 2014 2015 2016 2017 Plannen 100 100 100 100 100 Watersysteem 8.415 8.415 8.415 8.415 8.415 Veiligheid 3.346 5.412 7.478 7.478 5.982 Instrumenten 200 200 200 200 200 Bestuur, externe communicatie en belastingen - - - - - Bedrijfsvoering 600 600 600 600 600 Huisvesting buitendienst 700 - - - - Totaal netto investeringsniveau 13.361 14.727 16.793 16.793 15.297 Meerjarenraming 2013-2017 (120790) 9

In de uitgangspunten voor de meerjarenraming 2013-2017 is uitgegaan van een netto investeringsniveau van 8.915.000 per jaar, exclusief de te activeren uren en exclusief de huisvesting van de buitendienst. Rekening houdend met een jaarlijks bedrag van 400.000 als te activeren uren bedraagt het totale netto investeringsniveau 9.315.000 exclusief huisvesting buitendienst en de kosten van het HWBP. 10

6 Programma s In dit hoofdstuk wordt per programma de inhoud weergegeven. Vervolgens wordt beknopt per programma voor de totale meerjarenperiode ingegaan op de volgende onderdelen. Wat willen we bereiken Wat doen we ervoor Wat mag het kosten; kosten Welk investeringsniveau is hiermee gemoeid; investeringen Om de leesbaarheid te bevorderen worden de onderdelen wat willen we bereiken en wat doen we ervoor ten opzichte van de meerjarenraming 2012-2016 op een andere wijze als volgt gepresenteerd: Wat willen we bereiken Wat doen we ervoor Wat willen we bereiken wordt gepresenteerd als kop en wat we vervolgens doen om dit te bereiken wordt puntsgewijs weergegeven. Meerjarenraming 2013-2017 (120790) 11

6.1 Programma Plannen Programma-inhoud Dit programma is vooral gericht op het opstellen van eigen plannen en overige beleidsaspecten. Ook de kosten voor studie en onderzoek voor het formuleren van nieuw beleid maken hier deel van uit. Het belangrijkste beleidsplan is het waterbeheersplan met de nieuwe beleidsaspecten zoals de Kaderrichtlijn Water, waterbeheer 21 e eeuw / Nationaal Bestuursakkoord Water en Gewenst Gronden Oppervlaktewater Regime (GGOR). Maar ook hiervan afgeleide processen en beleidsplannen, zoals plannen van derden, gebiedsgericht werken, landinrichting, watertoets en wateradvies, het beheersplan waterkeringen en het calamiteitenplan, het grondbeleid, beleid met recreatief medegebruik, cultuurhistorische waarden en visserij en jacht worden tot dit programma gerekend. Op 29 september 2009 is het Waterbeheerplan 2010-2015 (WBP) vastgesteld waarin opgenomen de Kaderrichtlijn Water, waterbeheer 21 e eeuw/nationaal Bestuursakkoord Water, Gewenst Grond en Oppervlaktewater Regime (GGOR) en andere beleidsvelden die de komende jaren richtinggevend zijn voor onze werkzaamheden. Het waterbeheersplan maakt deel uit van de algemene plansystematiek, met onder andere het Provinciaal Waterplan en het Stroomgebiedsbeheersplan Maas. Op de maatregelen die voor de Kaderrichtlijn Water in het Stroomgebiedsbeheersplan Maas zijn opgenomen, is een resultaatverplichting van toepassing. WBP 2010-2015 en afgeleide processen en plannen Een meer systematische monitoring van de beleidsuitvoering en beleidsdoelen van het WBP wordt ontwikkeld, onder andere ten behoeve van bestuursrapportages voor 2013 en volgende jaren; beleidsmonitoring waterbeheersplan. Het beheersgebied van het waterschap bestaat uit circa 30 stroomgebieden, waarvoor (stroomgebied) factsheets zijn opgesteld. Hiermee wordt een actueel overzicht geboden van de stand van zaken per stroomgebied voor de duur van het beheersplan op het gebied van waterkwaliteit, waterkwantiteit en de keringen (wat hebben we al). Daarnaast geeft de factsheet aan welke voornemens vanuit het beheersplan nog dienen te worden uitgevoerd (wat moeten we nog). De evaluatie van het Beheersplan Waterkeringen 2008-2012 heeft geleidt tot een nieuw Beheersplan Waterkeringen 2013-2015. De verwachting is dat het Beheersplan Waterkeringen na 2015 deel uitmaakt van een nieuw Waterbeheersplan/Waterbeheersprogramma. Grondverwerving op minnelijke basis biedt niet in alle gevallen voldoende zekerheid over de realisatie van projecten. Ten behoeve van grondverwerving van projecten voor veiligheid wordt daarom nadrukkelijker gekeken naar de mogelijkheden van het opleggen van gedoogplichten en onteigenen op grond van de Waterwet en Onteigeningswet. In 2013 wordt het watersysteem op basis van nieuwe klimaatscenario s van het KNMI opnieuw getoetst (toetsing van de wateroverlastnormering voor onze beken en regenwaterbuffers). Het instrument watertoets heeft zowel landelijk als regionaal (zo wijzen evaluaties uit) zijn rol bewezen; vooral mee blijven doorgaan is de conclusie. In een vroegtijdig stadium bij planvorming de waterbelangen inbrengen betekent effectief en efficiënt aan het ontstaansproces van een nieuwe ruimtelijke situatie meebouwen. Aandachtspunt voor de komende jaren blijft het bouwen aan de relatie met de klant en bij hem het waterbelang in zijn beeld- en besluitvorming laten integreren. 12

Kostenbesparing We willen veel meer gaan samenwerken op het gebied van stedelijk waterbeheer vooral in de afvalwaterketen. Als gevolg van de financiële en economische crisis worden gemeenten en waterschappen geconfronteerd met een grote bezuinigingsopgave. Door samenwerking tussen gemeenten en waterschappen op het gebied van stedelijk water, en dan vooral de afvalwaterketen, is het mogelijk om belangrijke besparingen te realiseren. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen (UvW) hebben een gezamenlijke aanpak voor de afvalwaterketen (riolering en zuivering) uitgewerkt. Het beleid uit de nota stedelijk waterbeleid wordt uitgevoerd via een programmatische aanpak. Veiligheid Een keer per vier jaar (volgende in 2014) wordt het calamiteitenplan geactualiseerd. Het calamiteitenplan is een parapluplan dat structuur biedt voor de calamiteitenorganisatie. Niet alleen bij de bestrijding van calamiteiten, maar ook bij de voorbereiding en nazorg daarop. Het geeft inzicht in en richting aan de procedures, aanpak en werkwijze die gevolgd moeten worden bij de afhandeling van calamiteiten en de inrichting van de calamiteitenorganisatie. Het biedt een richtlijn voor het handelen, de coördinatie en afstemming met alle intern en extern betrokken partijen. Dit plan wordt afgestemd met betrokken organisaties als gemeenten en veiligheidsregio s. Op basis van het calamiteitenplan wordt periodiek, een keer in de vier jaar, een meerjarig Beleidsplan OTO (opleiden, trainen en oefenen) opgesteld. Samen met de provincie Limburg en de Waterdienst wordt de Europese Richtlijn Overstromings Risico s (ROR) geïmplementeerd, leidend tot een Overstromingsrisicobeheerplan (ORBP) voor het Maasstroomgebied in 2015. Kosten Programma plannen 2013 2014 2015 2016 2017 Kosten 545 524 498 507 515 Opbrengsten - - - - - Netto, exclusief bijdrage aan het WBL, aan de BsGW en de doorberekende kosten 545 524 498 507 515 Bijdrage aan het WBL 154 154 154 154 154 Bijdrage aan de BsGW - - - - - Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen 116 91 86 88 88 Personeelskosten 2.021 2.079 2.138 2.199 2.260 Overige kosten 760 772 780 790 797 Netto kosten programma plannen 3.596 3.620 3.656 3.738 3.814 Investeringen Netto investeringsvolume 2013 2014 2015 2016 2017 Programma Plannen 100 100 100 100 100 Meerjarenraming 2013-2017 (120790) 13

6.2 Programma Watersysteem Programma-inhoud Dit programma betreft het realiseren en onderhouden van waterhuishoudkundige werken van het watersysteem, zijnde het waterkwantiteit- en het passieve waterkwaliteitsbeheer. Het programma omvat de inrichting van stromende en stilstaande wateren in zowel het landelijke gebied als de bebouwde omgeving. Hiertoe behoren ook beekherstel en maatregelen ten behoeve van de verbetering van vismigratie evenals duurzaam stedelijk waterbeheer, waterbodemsanering (baggeren), aanpak diffuse bronnen van watervervuiling en andere (fysieke) maatregelen voor de verbetering van de waterkwaliteit. Verder behoren de inrichting van het watersysteem op basis van de nieuwe normering, voorkomen van wateroverlast, aanleg regenwaterbuffers en retentie, aanpak van bodemerosie en oppervlakkige afstroming in hellend gebied, gewenst grond- en oppervlaktewaterregime (GGOR) en peilbeheer tot dit programma. In de planperiode worden de maatregelen uitgevoerd die zijn opgenomen in het Waterbeheerplan 2010-2015 uitgevoerd. Hierin is opgenomen dat de wateren gedeeltelijk zijn, of worden, ingericht zodat ze voldoen aan de eisen uit de Kaderrichtlijn Water (KRW). Ook dient het watersysteem te voldoen aan de nieuwe normering Waterbeheer 21 e eeuw (WB21) en het Nationaal bestuursakkoord water (NBW). Beschermen tegen wateroverlast / droogte Oplossen van wateroverlastproblemen en het voldoen aan de normering wordt vooral bereikt door vergroten van circa 150 bestaande (stedelijke) regenwaterbuffers. Van 2011 tot en met 2014 neem het waterschap deel aan het project Deltaplan Hoge Zandgronden. In dit project wordt voor Zuidoost Nederland een visie ontwikkeld om te komen tot een klimaatbestendig regionaal watersysteem in 2050, vooral gerelateerd aan droogteproblematiek. Oppervlaktewateren optrekbaar maken voor vissen Oplossen van de vismigratieknelpunten bij o.a. de Epermolen in Epen, de Commandeursmolen in Mechelen en de Wittemermolen in Wittem. Bestaande belemmeringen zoals stuwen bij watermolens moeten waar nodig passeerbaar zijn of worden gemaakt. Waar mogelijk verwijderen van overkluizingen binnen stedelijk gebied Verwijderen van de overkluizing van de Keutelbeek in Beek en Sittard en de Caumerbeek in Heerlen. Optimaliseren kwaliteit oppervlaktewater en ecologie Stimuleren van het reduceren van de overstortfrequenties op (zeer) kwetsbare oppervlaktewateren. In het kader van het GGOR bekijken hoe de waterhuishouding dient te zijn zodat de gewenste natuurwaarden zich kunnen ontwikkelen. Sanering verontreinigde waterbodems Voorbereiding en uitvoering saneringsprojecten (onder andere Kanjel en Gelei in Maastricht). 14

SEF-beken dienen natuurlijk of bijna natuurlijk te worden ingericht Uitvoeren van een gedeelte van in het waterbeheersplan opgenomen circa 110 km ecologisch beekherstel. Duurzaam stedelijk waterbeheer Samenwerken in de afvalwaterketen. In 75% van de gemeenten zal een samenwerking operationeel moeten zijn en moeten gaan leiden tot besparingen op samenwerkingsniveau, en doelrealisaties. Dit wordt vormgegeven door het programmamanagement stedelijke water en accountmanagement. Als waterschap participeren wij in de 4 samenwerkende regio s zijnde: Limburgse Peelen, Parkstad, Westelijke Mijnstreek en Maas en Mergelland. Stimuleren van afkoppelen van regenwater. Een Grondgebruiksmogelijkhedenkaart Met het Actueel grond- en oppervlaktewaterregime (AGOR) worden in de periode tot en met 2013 de huidige grondwaterstanden in het gebied ten noorden van Sittard in beeld gebracht. Met de resultaten hiervan kunnen de GGOR-projecten worden ondersteund en wordt een grondgebruiksmogelijkhedenkaart opgesteld. Juist en goed afgestemd onderhoudsniveau van het watersysteem, rekening houdend met de hydrologische en ecologische functies Op een efficiënte wijze onderhouden van het complete watersysteem waarbij wordt gestreefd naar een goedwerkend watersysteem en een positieve beleving van de omgeving. Implementeren van een Onderhoudsbeheersysteem waarin alle onderhoudsactiviteiten (voor zover mogelijk) worden gepland en geregistreerd op basis van vooraf vastgestelde onderhoudsconcepten. Uitvoering van onderhoudsbaggerwerkzaamheden conform baggeruitvoeringsplan. Voor muskus- en beverratbestrijding onder het gestelde landelijke normeringgetal blijven Effectief en efficiënt bestrijden van de muskus- en beverrat. Met ingang van 1 januari 2011 is de taak van de bestrijding van de muskus- en beverraten formeel overgegaan naar het waterschap. Het waterschap blijft de komende jaren kritisch kijken naar de bestrijding in relatie tot de benodigde inzet, waarbij de borging van het bereikte niveau van de afgelopen jaren voorop staat. Meerjarenraming 2013-2017 (120790) 15

Kosten Programma w atersysteem 2013 2014 2015 2016 2017 Kosten 3.734 3.798 3.870 3.939 3.715 Opbrengsten 238 241 265 269 292 Netto, exclusief bijdrage aan het WBL, aan de BsGW en de doorberekende kosten 3.496 3.557 3.605 3.670 3.423 Bijdrage aan het WBL - - - - - Bijdrage aan de BsGW - - - - - Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen 7.377 7.302 7.731 7.987 8.248 Personeelskosten 2.064 2.124 2.184 2.246 2.309 Overige kosten 1.711 1.737 1.755 1.776 1.794 Netto kosten programma w atersysteem 14.649 14.722 15.278 15.683 15.779 Investeringen Netto investeringsvolume 2013 2014 2015 2016 2017 Programma Watersysteem 8.415 8.415 8.415 8.415 8.415 16

6.3 Programma Veiligheid Programma-inhoud Dit programma omvat de aanleg en onderhoud van waterkeringen, de hoogwateractiviteiten (dijkbewaking) en de calamiteitenbestrijding. Onder deze noemer zijn de (uitvoerings)maatregelen gebracht die voortkomen uit het Beheersplan Waterkeringen. Veilige keringen Met het tekenen van de bestuursovereenkomst Inzake planstudie sluitstukkaden Maasdal en de Bestuursovereenkomst Waterveiligheid Maas; Droge voeten voor Limburg, zijn alle verbetermaatregelen aan de primaire waterkeringen die voortkomen uit de toetsing op basis van het Voorschrift Toetsen op Veiligheid (VTV-2006) ondergebracht in een programma en is de financiering hiervan geborgd. De programma s om de waterkeringen te versterken en gedeeltelijk te verhogen zijn eind 2011 gestart en moeten uiterlijk 2020 gereed zijn. Uitvoering geven aan het programmamanagement veiligheid. De komende jaren wordt de interne organisatie geoptimaliseerd om zodoende de veiligheid van de burgers nog beter te borgen. Binnen het Delta programma wordt een bijdrage geleverd aan het ontwikkelen en actualiseren van een nieuwe normering die voor 2015 wordt vastgesteld. Ook wordt capaciteit geleverd voor de planvorming van het deltaprogramma. Daadkrachtig en efficiënt optreden bij calamiteiten Maken en onderhouden van een draaiboek waar voor een aantal hoogwatersituaties de noodmaatregelen per locatie / waterkeringsvak worden uitgewerkt. Uitvoeren van een calamiteitenzorgsysteem, waardoor een adequate voorbereiding op de uitvoering van de taak in bijzondere omstandigheden is geborgd. Onderdeel van dit systeem is het uitvoeren en beheren van plannen en het opleiden, trainen en oefenen van medewerkers. Meer integreren en afstemmen van activiteiten op dit terrein met andere waterschappen en Rijkswaterstaat. Door uitvoering te geven aan het convenant Samenwerking Crisisbeheersing Waterkolom Limburg worden betere voorwaarden gecreëerd om dit te realiseren. Bij calamiteiten werkt het waterschap nauw samen met de regionale beleids- en operationele teams. Hiervoor wordt regelmatig overlegd en afgestemd met de betrokken instanties. Optimaliseren onderhoud waterkeringen Uitvoeren van inspecties, regulier onderhoud en bijhouden van het beheerregister (bevat actuele afmetingen waterkeringen en in waterkeringen aanwezige werken). Controleren en inspecteren van de waterkeringen en de kunstwerken op basis van een vastgesteld inspectie en onderhoudsplan. Alle primaire, regionale- en overige waterkeringen worden minimaal twee keer per jaar geïnspecteerd. Ook worden de waterkeringen geïnspecteerd op de aanwezigheid van muskus- en beverratten of andere schadelijke dierlijke activiteiten zoals mollen en konijnen. Bevorderen bewustwording hoogwaterrisico s Op basis van de resultaten uit een onderzoek naar bewustzijn van overstromingsrisico s wordt samen met de betrokken gemeenten een risicocommunicatie plan opgesteld. Dit plan wordt uitgevoerd om bewustzijn en zelfredzaamheid te bevorderen. Meerjarenraming 2013-2017 (120790) 17

Kosten Programma veiligheid 2013 2014 2015 2016 2017 Kosten 287 293 298 281 287 Opbrengsten 62 63 73 74 85 Netto, exclusief bijdrage aan het WBL, aan de BsGW en de doorberekende kosten 225 230 225 207 202 Bijdrage aan het WBL - - - - - Bijdrage aan de BsGW - - - - - Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen 687 895 1.295 1.727 2.108 Personeelskosten 527 542 558 574 590 Overige kosten 380 386 390 395 399 Netto kosten programma veiligheid 1.819 2.053 2.468 2.903 3.299 Investeringen Netto investeringsvolume 2013 2014 2015 2016 2017 Programma veiligheid 3.346 5.412 7.478 7.478 5.982 18

6.4 Programma Zuiveren Programma-inhoud Dit programma omvat de investeringen en onderhoudskosten die gemaakt worden voor de waterketen, ofwel het zuiveringsbeheer. De investeringen, het beheer en onderhoud van zuiveringstechnische werken (rioolwaterzuiveringsinstallaties, BBP: gezuiverd afvalwater) plus slibverwerking, het rioleringsbeleid en de kosten voor het rioolwatertransportsysteem (BBP: transport afvalwater) maken hier deel van uit. Ook de samenwerking in de waterketen behoort tot dit programma. In het bestuursprogramma van het Waterschap Roer en Overmaas is met betrekking tot het WBL opgenomen: de mogelijkheden voor samenwerking met gemeenten in de afvalwaterketen worden optimaal benut; duurzaamheid in de bedrijfsvoering wordt nagestreefd. Hierbij wordt de regio nadrukkelijk betrokken. Een en ander nader worden uitgewerkt in relatie tot het amoveren van installaties, het gebruik van andere technieken, het besparen/opwekken van energie, etc. Het gebruik van duurzame materialen en het realiseren van projecten waarbij zo min mogelijk onderhoud resteert, zijn aandachtspunt. In het bestuursakkoord van het Waterschap Peel en Maasvallei is hiervoor opgenomen: het stimuleren van samenwerking met gemeenten en bedrijven in de afvalwaterketen; de bedrijfsmatige aanpak van het WBL moet versterkt worden voorgezet. Sturing vindt plaats op afstand. In aansluiting hierop heeft het bestuur van het WBL onder andere de volgende uitgangspunten geformuleerd: versterking bedrijfsmatige focus; ambities in de afvalwaterketen zijn gericht op beheer en onderhoud van gemalen, databeheer, capaciteitsberekeningen en het projectmanagement van gemeenschappelijke projecten. Op basis van de geformuleerde bestuurlijke uitgangspunten, zijn in het ondernemingsplan WBL- Zuiveringsbedrijf 2010-2015 de missie en de visie van het bedrijf geformuleerd. Kwaliteitsverbetering en duurzamere bedrijfsvoering, versterking van de bedrijfsmatige focus, innovatie, samenwerken in de afvalwaterketen, kostenverlaging, hogere klant- en medewerker tevredenheid Optimaliseren van de schaalgrootte van slibverwerking- en slibvergistingsinstallaties. Optimaliseren van de werking van de rwzi s Vertalen van de effluenteisen in meerjarig Investeringsplan en meerjarenraming 2013-2017. Uitbouwen van het aantal operatoronafhankelijke installaties. Verdere energiereductie met 2% per jaar overeenkomstig de landelijke meerjarenafspraak energie (MJA). Afronding van de studie naar een duurzame rwzi in Maastricht. Opstellen van een plan van aanpak om te voldoen aan het klimaatakkoord. Opstellen van een CO2-footprint gekoppeld aan een ontwikkelplan om te komen tot een CO2- reductie en CO2-neutrale bedrijfsvoering. 100% duurzaam gaan inkopen. Meerjarenraming 2013-2017 (120790) 19

Verbeteren van de werking van de IBA s. In gebruik nemen van een nieuw procesautomatiseringssysteem waardoor het mogelijk wordt om installaties te besturen vanuit een centraal datacentrum en waardoor systemen als realtime control- en voorspellingstechnieken kunnen worden geïntegreerd. Door ontwikkelen van management- en technologische dashboards waarmee realtime de ontwikkelingen betreffende de prestaties en kosten kunnen worden gevolgd. Uitvoeren van studies voor de optimalisatie van de bedrijfsvoering gericht op verlagen van de netto kosten en het verduurzamen van de bedrijfsprocessen. Op niveau houden en waar nodig verder verbeteren van ARBO en veiligheid. WBL wil groeien naar een High Performance Organisatie (HPO) waarbij de eigen werknemers het belangrijkste verbeterkapitaal vormen. In dat perspectief wordt gestreefd naar het verbeteren van de medewerker tevredenheid en de (interne) klanttevredenheid. Kosten Programma zuiveren 2013 2014 2015 2016 2017 Kosten - - - - - Opbrengsten - - - - - Netto, exclusief bijdrage aan het WBL, aan de BsGW en de doorberekende kosten - - - - - Bijdrage aan het WBL 45.006 45.006 45.006 45.006 45.006 Bijdrage aan de BsGW - - - - - Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen - - - - - Personeelskosten - - - - - Overige kosten - - - - - Netto kosten programma zuiveren 45.006 45.006 45.006 45.006 45.006 Investeringen De investeringen worden uitgevoerd door het WBL. De kapitaallasten van deze investeringen maken integraal onderdeel uit van de te betalen bijdrage aan het WBL. 20

6.5 Programma Instrumenten Programma-inhoud Dit programma omvat een aantal (beheers)instrumenten die het waterschap tot zijn beschikking heeft om de taakuitoefening op een adequate manier te kunnen uitvoeren. Hieronder vallen de Leggers, de vergunningverlening en handhaving op grond van de Waterwet en de keur. Eveneens valt hieronder de veiligheidstoets van de waterkeringen. Daarnaast heeft het waterschap enkele financiële regelingen (stimuleringsregeling aanpak riooloverstorten 2010-2016 (zgn. overstortregeling) en de stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak). Tevens wordt de monitoring tot dit programma gerekend. Een actueel en adequaat beleid, regelgeving en instrumentarium Door de Unie is een herzieningstraject van de model Keur ingezet. Om van de nieuwe ontwikkelingen (onder andere de bestuurlijke strafbeschikking, digitaal aanvragen van vergunningen en vernieuwde grondwaterbepalingen) gebruik te kunnen maken wordt de Keur in 2013 geactualiseerd. Om de herziene Legger nog functioneler te maken voor onze klanten wordt bezien of en hoe de presentatievorm meer dynamisch en interactief vorm kan worden gegeven. Vergunningverlening en toezicht handhaving klantgericht, samenwerkend, integraal en transparant Vergunningverlening, meldingsafhandeling, toezicht en handhaving blijven qua intensiteit en impact de meest maatgevende basisinstrumenten. Op verzoek of melding van klanten wordt op een zo weinig mogelijk belastende en ondersteunende wijze meegewerkt aan de realisering van de klantenwens. Bij het toezicht worden in eerste aanleg de instrumenten preventie, informatieverstrekking en voorlichting worden ingezet. Waar nodig wordt ook handhavend opgetreden. Het toezicht geschiedt, voor zover effectief en efficiënt, in samenwerking met handhavingspartners. Om de burger nog beter van dienst te kunnen zijn wordt in 2013 de digitale dienstverlening uitgebreid. Binnen het landelijke digitale Omgevingsloket kunnen dan naast Omgevingswetvergunningen ook Waterwetvergunningen aangevraagd worden. Met ingang van 2013 voeren Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD) de taken uit van de Provincie Limburg en gemeenten in het kader van het omgevingsrecht. Samenwerking met deze RUD ligt voor de hand. Onderwerpen die in het opstartjaar aan de orde komen zijn in elk geval: indirecte lozingen en externe veiligheid. Financieel stimuleren Gemeenten worden gestimuleerd om maatregelen te treffen die de kwaliteit van het oppervlaktewater ten goede komt. De bestaande afkoppelregeling wordt geëvalueerd en in samenhang met de overstortregeling wordt bezien hoe de komende jaren wordt omgegaan met stimulering van een duurzame inrichting van stedelijke watersystemen. Veilige keringen Periodiek wordt getoetst of de waterkeringen aan de veiligheidsnormen voldoen. Waterkeringen waarover in de laatste (landelijk de derde) veiligheidstoetsronde geen oordeel kon worden gegeven, worden verder onderzocht om toch tot een daadwerkelijk uitsluitsel te komen of de keringen voldoen of niet. Of en op welke wijze een vierde landelijke toetsing moet worden uitgevoerd wordt door het Rijk in 2014 besloten. Meerjarenraming 2013-2017 (120790) 21

Beschikken over een kennisbank met actuele gegevens over ons watersysteem - monitoring Tot maart 2013 kan het waterschap gebruik maken van de in het kader van de privatisering van het laboratorium afgesproken analysepunten bij Intertek. Voor de periode na maart 2013 moet een nieuw contract voor het meten, bemonsteren en analyseren van de kwaliteit van het geloosde afvalwater en de kwaliteit van het water in oppervlaktewaterlichamen binnen het beheersgebied worden afgesloten. Dit gebeurt in samenwerking/samenspraak met de partners, WBL/WPM/BsGW. Het meetnet van het oppervlaktewater (kwaliteit en kwantiteit) wordt zo optimaal mogelijk ingezet. Door middel van monitoring worden gegevens verzameld noodzakelijk voor het uitvoeren van het dagelijkse waterbeheer, trenddetectie, effectiviteitbepaling van het gevoerde beleid, het KRWbeleid en advisering voor uitvoeringsprojecten. Kosten Programma instrumenten 2013 2014 2015 2016 2017 Kosten 388 395 403 411 419 Opbrengsten 46 47 48 49 50 Netto, exclusief bijdrage aan het WBL, aan de BsGW en de doorberekende kosten 342 348 355 362 369 Bijdrage aan het WBL 424 424 424 424 424 Bijdrage aan de BsGW - - - - - Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen 626 606 575 549 520 Personeelskosten 3.851 3.962 4.075 4.190 4.307 Overige kosten 1.521 1.544 1.560 1.579 1.595 Netto kosten programma instrumenten 6.764 6.884 6.989 7.104 7.215 Investeringen Netto investeringsvolume 2013 2014 2015 2016 2017 Programma Instrumenten 200 200 200 200 200 22

6.6 Programma Bestuur, externe communicatie en belastingen Programma-inhoud Dit programma bevat alle aspecten die gemoeid zijn met het bestuur, de externe communicatie en de belastingheffing. Het vaststellen van de belastingtarieven is expliciet een taak van het bestuur. Bestuur De zittingsperiode van het huidige bestuur eindigt op grond van de huidige wet- en regelgeving op 31 december 2012. Verwacht wordt echter, dat de eind 2012 te houden verkiezingen door de wetgever worden uitgesteld. Ondanks het verzet van de waterschappen, is in het Bestuursakkoord Water opgenomen dat het rijk een wetsvoorstel in procedure brengt dat indirecte verkiezingen van de vertegenwoordigers van de categorie ingezetenen van het waterschapsbestuur regelt. Om zoveel mogelijk recht te doen aan de verkiezingsuitslag, is het de bedoeling dat de waterschapsverkiezingen kort na de gemeenteraadsverkiezingen, in 2014, worden gehouden. In verband hiermee wordt in het op te stellen wetsvoorstel ook vastgelegd dat de waterschapsverkiezingen van 2012 worden uitgesteld tot 2014 en dat de zittingsduur van het huidige bestuur met 2 jaar wordt verlengd. Een en ander betekent dat per 1 januari 2015 een nieuw bestuur zal aantreden. Eerste prioriteit na het aantreden van een nieuw bestuur is het opstellen van het Bestuursprogramma 2015-2018 Na vaststelling van het Bestuursprogramma 2015-2018 gaat de aandacht vervolgens uit naar de uitvoering van datzelfde bestuursprogramma Communicatie Vergroten bekendheid waterschap bij alle doelgroepen en bijdragen aan een positieve houding ten opzichte van dit waterschap. In de komende jaren wordt een nieuw persbeleid opgesteld en uitgerold. De educatieprogramma s voor het basis- en voortgezet onderwijs worden voortgezet. Het waterschap gaat de dialoog aan. Dit door de inzet van bestaande en nieuwe media (denk aan burgerpanels en interactieve communicatievormen). Om dit goed op te pakken wordt voornamelijk de inzet van social media de komende jaren geïntensiveerd en verbeterd. Ook wordt de bestaande website gebruiksvriendelijker gemaakt. Daarnaast werken we samen met derden (andere overheden, brancheverenigingen en organisaties) om de communicatie met doelgroepen op te pakken. In de komende jaren richt het waterschap zich nadrukkelijker op specifieke doelgroepen (agrariërs, gemeenten, natuurorganisaties, jongeren, volwassenen). Door een doelgroepgerichte benadering sluiten we beter aan bij hun belevingswereld en kunnen we de communicatiemiddelen effectiever inzetten. Het uitgevoerde imago-onderzoek focust al specifiek op de afzonderlijke doelgroepen en biedt daarmee handvatten om de communicatie verder vorm te geven. Meerjarenraming 2013-2017 (120790) 23

Belastingen De belastingheffing wordt uitgevoerd door de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW). De BsGW zorgt als uitvoeringsorganisatie van de deelnemende waterschappen en gemeenten voor het volledig, tijdig, rechtmatig, juist en doelmatig heffen en innen van de lokale belastingen. De oprichters van en eerste deelnemers in de Gemeenschappelijke regeling BsGW (per 01-04-2011) zijn het Waterschap Roer en Overmaas, het Waterschap Peel en Maasvallei en de Gemeente Venlo. Per 1 januari 2012 zijn de gemeente Bergen en Nederweert als deelnemers toegetreden. Kostenreductie en verbetering dienstverlening De BsGW werkt aan een verdere optimalisering van het maatschappelijk rendement door in te zetten op minimaliseren van de uitvoeringskosten, optimaliseren van de belastingopbrengsten, kwaliteit van de dienstverlening en risicospreiding in de bedrijfsvoering. Actief wordt ingezet op het uitbreiden van het aantal deelnemers in de BsGW. Kosten Programma bestuur, externe communicatie en belastingen 2013 2014 2015 2016 2017 Kosten 2.184 2.212 2.267 2.281 2.309 Opbrengsten 17 17 21 21 25 Netto, exclusief bijdrage aan het WBL, aan de BsGW en de doorberekende kosten 2.167 2.195 2.246 2.260 2.284 Bijdrage aan het WBL 400 400 400 400 400 Bijdrage aan de BsGW 3.343 3.343 3.343 3.343 3.440 Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen 309 46 16 - - Personeelskosten 622 640 658 677 696 Overige kosten 380 386 390 395 399 Netto kosten programma bestuur, externe communicatie en belastingen 7.221 7.010 7.053 7.075 7.219 Investeringen Netto investeringsvolume 2013 2014 2015 2016 2017 Programma Bestuur, externe communicatie en belastingen - - - - - 24

6.7 Programma Bedrijfsvoering Programma-inhoud Dit programma bevat alle activiteiten voor het managen, adviseren en ondersteunen van de organisatie met het oog op het behalen van de door het bestuur vastgestelde doelen binnen de aangegeven kaders. Ons ontwikkelen tot een professionele partner voor onze omgeving. Dit betekent een organisatie die haar werkprocessen integraal beheerst en gericht is op externe en interne samenwerking en ondersteuning. Begrippen als efficiënt, effectief en rechtmatig zijn dan ook vanzelfsprekend. Kwaliteitsmanagement en control dragen bij aan het op peil houden van het prestatieniveau van onze organisatie. Programmamanagement Binnen de bedrijfsvoering worden steeds meerdere zaken, die extra aandacht vergen en proces overstijgend zijn, door middel van programmamanagement opgepakt. Voorbeelden hiervan zijn: Programma Stedelijk Waterbeheer en Programma Veiligheid. Risicomanagement De inzet van publieke middelen vraagt om doelmatige, doeltreffende en rechtmatige inzet van middelen. Het management is dan ook, meer dan voorheen, gericht op het beheersen van gerelateerde operationele risico s. In de planperiode 2013-2017 wordt het operationeel risicomanagement versterkt, zowel door de verbreding van kwaliteitsmanagement als door het verrichten van operationele audits. Met het oog op het maximaal bevorderen van rechtmatigheid dienen de uitkomsten van compliance risico-inventarisaties en analyses als input voor het treffen van passende beheersmaatregelen en het verrichten van specifieke rechtmatigheid audits. Fusies en verzelfstandigingen krijgen in waterschapsland de komende jaren hun beslag. Dit vraagt om proactief optreden in overeenstemming met risicomanagement. Onvermijdelijk resulteert dit ook tot grensverleggende en grensoverschrijdende risico-inventarisaties. Dit is niet alleen noodzakelijk voor het bepalen van het financieel weerstandsvermogen maar ook voor het beheersbaar houden van fusieprocessen. Integriteit Meer dan voorheen neemt het belang van het bevorderen van integriteit voor ambtenaren en bestuurders toe. Dit is een gevolg van de toegenomen betekenis van cultuur en integriteit voor het managen van overheidsorganisaties. Door het aanbieden van meer trainingen wordt hierop pro actief ingespeeld. Daarnaast blijven in de toekomst integriteitaudits nodig. Kwaliteit/control In 2010 is een impuls aan het ISO traject gegeven wat ertoe leidt dat, conform de hiervoor afgegeven planning, medio 2012 alle processen van het waterschap beschreven en ISO gecertificeerd zijn. Door middel van interne en externe audits wordt er voor gezorgd dat de certificering ook de volgende jaren behouden blijft. Meerjarenraming 2013-2017 (120790) 25

Het uit oogpunt van doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid in control zijn en blijven betekent dat de interne beheersmaatregelen hierop voortdurend moeten zijn ingericht of worden bijgesteld. Met behulp van interne audits onderzoeken we hoe het met de beheersing gesteld is en doen zo nodig verbetervoorstellen. Door middel van het realiseren van verbetervoorstellen blijven we in control. Subsidies en overige externe financiering In de komende jaren wordt intensiever, meer in samenwerking met andere waterschappen en beter gecoördineerd via het samenwerkingsverband van subsidiecoördinatoren (SSW), getracht subsidies te verwerven. Daarnaast wordt, afhankelijk van de omvang en samenstelling van de financieringsbehoefte, naar alternatieve financieringsbronnen uitgezien, zoals Publiek Private Samenwerking. De hierbij in acht te nemen kaders (Wet HOF) zijn richtinggevend voor de uiteindelijke financieringspreferentie. Personeel en organisatie De inspanningen zijn de komende jaren gericht op het verder ontwikkelen van de organisatie en kwaliteiten van medewerkers om te kunnen blijven voldoen aan de eisen die de omgeving aan het waterschap stelt. Zoals het ontwikkelen van een opleidingsbeleid en een opleidingsplan, het ontwikkelen van een mobiliteitsbeleid en een leeftijdsbewust personeelsbeleid. Financiën Doorontwikkeling van de planning- en controlcyclus, anders omgaan met informatie. Meegaan met de veranderingen door interne en externe regelgeving. Dit is een proces dat doorlopend in beweging is. In 2016 wordt de nota activabeleid 2012 en de nota reserves en voorzieningen 2012 geactualiseerd. Buitenland, internationale samenwerking Het beleid is de komende jaren mede gericht op het (marginaal) ondersteunen van andere waterschappen bij de realisatie van hun buitenlandse ambities. Met het oog op het verbreden van de horizon van onze medewerkers wordt onderzocht of een internationale kennisuitwisseling met het waterschap te Cluj Napoca (Roemenië) hieraan kan bijdragen. De 'plannen' verkeren momenteel nog in een pril stadium. Juridische zaken De diverse juridische werkzaamheden, zowel centraal als decentraal, worden gecoördineerd en afgestemd in een daartoe opgericht juridisch vakberaad. Dit wordt in de planperiode gecontinueerd. Geografische informatievoorziening Doorontwikkeling en implementatie van nieuwe applicaties/oplossingen op basis van het Integraal Resultaatgericht Informatie Systeem (IRIS), in samenwerking met Het Waterschapshuis. Op orde brengen en houden van de Geo-data. 26