RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 september 2000 (10.10) (OR. fr) 11797/00 LIMITE FISC 133

Vergelijkbare documenten
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 juli 2000 (09.08) (OR. fr) 10488/00 LIMITE FISC 104

NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP aan: de Groep belastingvraagstukken (directe belasting)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 november 2000 (23.11) (OR. fr) 13555/00 LIMITE FISC 190

OVEREENKOMST BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN

Londen, 4 november 2004

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 september 2000 (29.09) (OR. fr) 11702/00 LIMITE CATS 58 COPEN 63 JAI 97

OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN

Verslag van de Raad (ECOFIN) aan de Europese Raad over de belasting op rente van spaargelden

OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN

OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN

NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP aan : de Groep Financiële Vraagstukken (directe belasting) op : 9 juli 1999 Betreft : Belasting op spaargeld

14043/98 las/pw/ld NL DG G 1

NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP de Groep belastingvraagstukken - directe belasting d.d.: 13 februari 2003 Betreft: Belasting op rente van spaargelden

(2001/C 270 E/31) COM(2001) 400 def. 2001/0164(CNS) (Door de Commissie ingediend op 19 juli 2001)

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 februari 2016 (OR. en)

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE, DE REPUBLIEK OEZBEKISTAN TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN HET VERDRAG TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 april 2005 (07.04) (OR. fr) 7843/05 FISC 38

PUBLIC. Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 87 ENER 164

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en)

14257/16 pro/oms/fb 1 DG G 2B

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 augustus 2017 (OR. en)

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE DE DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING

Voor de delegaties gaan in bijlage dezes de ontwerp-conclusies van de Raad, waarover een akkoord is bereikt in de Groep sociale vraagstukken.

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 29 mei 2009 (05.06) (OR. en) 10277/1/09 REV 1 LIMITE FISC 73

PROTOCOL TUSSEN DE REPUBLIEK OOSTENRIJK EN HET KONINKRIJK BELGIË

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

9452/16 dau/roe/sv 1 DG G 2B

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B

14949/14 adw/zr/dp 1 DG G 2B

PROTOCOL TUSSEN DE REPUBLIEK OOSTENRIJK HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN MET AANVULLEND PROTOCOL

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/2378 VAN DE COMMISSIE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2005 (02.09) (OR. fr) 11843/05 FISC 96

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

PUBLIC. Brussel, 24 oktober 2008 (30.10) (OR. fr) RAAD VA DE EUROPESE U IE 14625/08. Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) 2008/0059 (C S)

De delegaties treffen hierbij de toelichting aan bij het in hoofde genoemde initiatief.

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP de Groep belastingvraagstukken Indirecte belasting (BTW) Betreft: BTW - Plaats van levering van gas en elektriciteit

Artikel 8 Deze regeling kan worden aangehaald als: Gezamenlijke regeling als gevolg van de spaarrenterichtlijn.

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELG IE DE REPUBLIEK TURKIJE TOT HET VERMIJDENVAN DUBBELE BELASTING

11558/02 jv 1 DG G I

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2017 (OR. en)

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 8 december 2008 (OR. fr) 16242/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) LIMITE FISC 171

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

PUBLIC. Brussel, 8 november 2010 (12.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /10 Interinstitutioneel dossier: 2007/0267 (CNS) LIMITE FISC 129

PROTOCOL AANVULLEND PROTOCOL

PUBLIC 10927/03 Interinstitutioneeldosier: 2002/0286(CNS)

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 januari 2012 (30.01) (OR. en) 5859/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0002 ( LE) FISC 15

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 13 november 2008 (14.11) (OR. en) 15733/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0215 (C S) FISC 154

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

AVENANT TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE HET KONINKRIJK SPANJE TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en)

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 februari 2010 (02.03) (OR. en) 6597/10 AMD 1. Interinstitutioneel dossier 2009/0009 (CNS)

6945/18 mou/gys/sp 1 DG G 2B

Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

1. Het Coreper heeft het ontwerp-besluit van de Raad op 1 december 2004 besproken aan de hand van document 15281/04 + COR 1.

De Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen wordt als volgt

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD. tot intrekking van Richtlijn 2003/48/EG van de Raad

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 januari 2002 (18.01) (OR. en) 5106/02 LIMITE FISC 3

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 september 2004 (23.09) (OR. fr) 12609/04 FISC 163. VOORSTEL de Commissie d.d.: 20 september 2004 Betreft:

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

Spaarrenterichtlijn. Spaarrenterichtlijn

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 juni 2000 (30.06) (OR. fr) 9639/00 LIMITE EUROPOL 18

14722/16 eer/rts/sl 1 DG G 2B

16435/14 jel/gra/hh 1 DG G 2B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

14166/16 nuf/cle/cg 1 DG G 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 mei 2005 (08.06) (OR. fr) 9506/05 LIMITE CAB 19 JUR 221

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 oktober 2016 (OR. en)

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Raad van de Europese Unie Brussel, 1 december 2015 (OR. en) het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

10374/15 ADD 1 mou/dau/hh 1 DG G 3 B

10044/17 mak/adw/sl 1 DG G 2B

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

11064/09 nes/jel/sv 1 DG H 3A

Het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité hebben respectievelijk op 20 april 1994 en op 30 juni 1993 advies uitgebracht.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2009 (08.06) (OR. en) 10523/2/09 REV 2

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 oktober 2004 (07.10) 12561/04 LIMITE EUROJUST 78

REGELING TUSSEN DE BEVOEGDE AUTORITEITEN VAN RWANDA EN BELGIE INZAKE DE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN MET BETREKKING TOT

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Vraag en Antwoord Common Reporting Standard en uw fiscale woon- of vestigingsplaats

Transcriptie:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 28 september 2000 (10.10) (OR. fr) 11797/00 LIMITE FISC 133 NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP aan: de Groep belastingvraagstukken (directe belastingen) d.d.: 2 en 3 oktober 2000 Betreft: Belasting op rente van spaargelden - Informatie-uitwisseling De delegaties treffen hierbij een nota van het voorzitterschap aan over de nadere bepalingen van informatie-uitwisseling. 11797/00 erg/pw/cs 1

1. INLEIDING De Europese Raad van Feira heeft als beginsel vastgesteld dat informatie-uitwisseling het einddoel is voor de Europese Gemeenschap. Zo dient volgens de conclusies van Santa Maria da Feira (punt 42) voorzien te worden in "een geleidelijke ontwikkeling van de uitwisseling van informatie als de grondslag voor de belasting op inkomsten uit spaargelden van niet-ingezetenen". Met deze nota wordt beoogd de contouren te schetsen van een systeem voor informatieuitwisseling, dat zowel tijdens als na de overgangsperiode - als definitieve regeling - zou moeten worden toegepast. 2. AUTOMATISCH EN PERIODIEK KARAKTER VAN DE INFORMATIE- UITWISSELING 2.1. Automatisch karakter In het verslag van de Groep op hoog niveau inzake belasting (het zogenaamde "Baganha-verslag" - doc. 8998/00 FISC 73) wordt gesteld dat de uitwisseling van informatie automatisch moet plaatsvinden. In het door de Commissie ingediende richtlijnvoorstel wordt eveneens uitgegaan van het beginsel dat informatieverstrekking automatisch plaatsvindt (artikel 7, lid 3). Het alternatief voor het beginsel van automatische informatieverstrekking zou zijn om informatie te verstrekken op verzoek van de belastingdienst van de fiscale woonstaat van de uiteindelijk gerechtigde. Het voorzitterschap is van mening dat met informatieverstrekking op verzoek niet de beoogde effectieve minimumbelasting op rente van spaargeld zou kunnen worden gewaarborgd. Delen de lidstaten deze mening? 11797/00 erg/pw/cs 2

2.2. Periodiek karakter van de informatie-uitwisseling In artikel 7 van het richtlijnvoorstel wordt het volgende bepaald: "De verstrekking van de gegevens geschiedt automatisch en gebeurt ten minste eenmaal per jaar, binnen zes maanden na het einde van het voorgaande kalenderjaar voor in de loop van dat kalenderjaar verrichte renteuitkeringen.". Het voorzitterschap stelt voor dat de lidstaten in de richtlijn het algemene kader voor de frequentie van de informatie-uitwisseling vaststellen en elke lidstaat de mogelijkheid laten de regeling verder in te vullen. Denkbaar zou zijn dat voor de informatieverstrekking een maximumtermijn van zes maanden na het einde van het kalenderjaar wordt vastgesteld, maar dat het de lidstaten vrij staat een kortere termijn te hanteren. Zijn de lidstaten het eens met het uitgangspunt dat automatische informatieverstrekking uiterlijk binnen zes maanden na het einde van het voorgaande kalenderjaar dient plaats te vinden? 3. BESTEMMING VAN DE INFORMATIE 3.1. Wederkerigheid Na het verstrijken van de overgangsperiode moeten alle lidstaten de gemeenschappelijke regeling inzake informatie-uitwisseling toepassen. In dit verband rijst de vraagt hoe het informatiesysteem zich verhoudt met het stelsel van bronbelasting tijdens de overgangsperiode. In de conclusies van de Europese Raad van Feira van 19 en 20 juni 2000 is sprake van informatieuitwisseling tijdens de overgangsperiode (bijlage IV, punt 2, onder b), van de conclusies: "Tot dat ogenblik wisselen de lidstaten met de andere lidstaten gegevens uit over inkomsten uit spaargelden"). Volgens de definitieve regeling dient een lidstaat informatie uit te wisselen met al zijn partners. 11797/00 erg/pw/cs 3

Met betrekking tot het systeem van informatie-uitwisseling is het voorzitterschap van mening dat het in de overgangsperiode toegepaste systeem niet anders zou moeten zijn dan het definitieve systeem, behoudens gefundeerde afwijkingen. Het is zaak de administratieve lasten voor de uitbetalende instanties van de staten die informatie uitwisselen, zoveel mogelijk te beperken door hen niet te verplichten twee verschillende systemen voor het verzamelen van informatie te hanteren. Om deze reden zou het voorzitterschap ervoor pleiten dat in de overgangsperiode de informatie wordt toegezonden door de lidstaat van de uitbetalende instantie aan elke fiscale woonstaat van de uiteindelijk gerechtigde, zoals dit ook het geval zal zijn volgens de definitieve regeling. Kunnen de lidstaten instemmen met deze optie? 3.2. Verzender en ontvanger van de informatie Volgens het voorzitterschap dient de informatieverstrekking plaats te vinden tussen de bevoegde autoriteiten van de staat van de uitbetalende instantie en de fiscale woonstaat van de uiteindelijk gerechtigde. De uitbetalende instantie heeft vooraf aan haar bevoegde autoriteit de informatie meegedeeld welke die instantie gehouden is te verzamelen (zie verderop). Delen de delegaties dit gezichtspunt? 4. INHOUD VAN DE INFORMATIE-UITWISSELING In het verslag van de bovengenoemde Groep op hoog niveau inzake belastingen (doc. 8998/00 FISC 73) wordt gesteld dat "de uitwisseling van informatie ( ) ten minste de naam, het adres en het rekeningnummer van de belegger, alsook het bedrag van de rente [betreft]". In het richtlijnvoorstel van de Commissie wordt in artikel 7 (Het informatiestelsel) bepaald dat de lidstaat van de uitbetalende instantie aan de lidstaat van de uiteindelijk begunstigde de gegevens meedeelt die nodig zijn voor de correcte vaststelling van de verschuldigde belasting. Deze gegevens bestaan ten minste uit de opgave van het bedrag van de uitgekeerde rente, de datum van deze uitkering, de identificatie van de uiteindelijk gerechtigde en de door hem opgegeven woonplaats. 11797/00 erg/pw/cs 4

Over de inhoud van de informatie-uitwisseling is reeds op 26 juli 2000 door deze groep en op 26 september 2000 door de Groep op hoog niveau gesproken. Het voorzitterschap meent echter dat bij deze besprekingen een aantal aspecten niet aan bod is gekomen. 4.1. Informatie over de identiteit van de uiteindelijk gerechtigde Dit punt is nog niet onder Frans voorzitterschap in de groep besproken. De uitbetalende instantie is gehouden de personen te identificeren aan wie zij de rente uitkeert die onder de werkingssfeer van de richtlijn valt. Deze identificatie wordt door de uitbetalende instantie verricht bij de opening van de rekening. Bepaalde gegevens die op dat moment door de uitbetalende instantie worden verzameld, zullen aldus aan de bevoegde autoriteiten van haar staat kunnen worden verstrekt. Het voorzitterschap gaat uit van het beginsel dat uitsluitend informatie mag worden verstrekt die de belastingdienst in de fiscale woonstaat van de uiteindelijk gerechtigde in staat stelt om de aan controle onderworpen belastingplichtige te identificeren. Informatie waarmee de uitbetalende instantie in een vroeger stadium de plaats van verblijf van de uiteindelijk gerechtigde kan bepalen, zou niet hoeven te worden verstrekt. Door het informatie-uitwisselingssysteem moet de belastingdienst van de fiscale woonstaat een doeltreffende controle mogelijk maken van de belastingplichtigen door de belastingdienst van hun staat van ingezetenschap, zonder dat deze dienst verplicht is gebruik te maken van de administratieve bijstand om zijn recht tot informatieverstrekking uit te oefenen. Volgens het voorzitterschap zou de informatieverstrekking aldus betrekking moeten hebben op ten minste de naam en het adres van de uiteindelijk gerechtigde. Bovendien zou de uitkerende instantie mededeling moeten doen van het rekeningnummer en de informatie op basis waarvan de uitbetalende instantie kan worden geïdentificeerd. De lidstaten van de uitbetalende instantie kunnen echter bepalen dat andere informatie in verband met de identiteit van de uiteindelijk gerechtigde wordt verstrekt. Gaan de lidstaten akkoord met dit voorstel? 11797/00 erg/pw/cs 5

4.2. Informatie over rente-uitkeringen De groep heeft onder Frans voorzitterschap besprekingen gewijd aan de inhoud van de informatie die nodig is voor de vaststelling van de belastingaanslag. Tijdens deze besprekingen hebben de lidstaten op de mogelijkheid gewezen dat de informatieuitwisseling betrekking heeft op het bedrag van de rente of op de gegevens die de belastingdienst van de fiscale woonstaat van de uiteindelijk gerechtigde absoluut nodig heeft om de rente te kunnen berekenen (doc. 10723/00 FISC 108 en 11541/00 FISC 124). De aanbevelingen van het voorzitterschap per type product zijn in het onderstaande overzicht weergegeven: Producten Verstrekte informatie 1) Uitgekeerde rente Rentebedrag 2) Distributiefondsen Fondsen die uitsluitend uit rentedragende Totaal bedrag van de uitgekeerde winst instrumenten bestaan Gemengde fondsen Rentebedrag («look-through») 3) Couponwassen Identificatie van de titel/aankoopprijs, cessieprijs, acquisitiedatum en cessiedatum 4) Nulcoupons (mededeling in geval van Aankoopprijs, overdrachtprijs, aankoopdatum overdracht) en overdrachtsdatum 5) Kapitalisatiefondsen (uitsluitend voor Zelfde oplossing als onder 4) fondsen die hoofdzakelijk uit renteinstrumenten bestaan) 6) Couponwassen in beleggingsfondsen Distributiefondsen: zie 2) Kapitalisatiefondsen: zie 5) 11797/00 erg/pw/cs 6

Dit punt werd in de vergadering van de Groep op hoog niveau op 26 september jongstleden opnieuw besproken en zal voor een volgende vergadering op de agenda geplaatst worden. Het wordt hier slechts voor de volledigheid vermeld en zal niet in deze vergadering aan de orde komen. 5. TECHNISCHE UITVOERING VAN DE PROCEDURES VOOR INFORMATIE- VERSTREKKING Aangezien de Raad en de Commissie is opgedragen vóór het einde van het jaar overeenstemming te bereiken over de kernbepalingen van de richtlijn, stelt het voorzitterschap voor om de bespreking van de technische toepassing van de procedures uit te stellen totdat deze overeenstemming bereikt is, parallel met de besprekingen met derde staten. Een specifieke werkgroep zou deze taak op zich kunnen nemen. Daarbij zou voortgebouwd kunnen worden op de werkzaamheden die door het comité voor belastingvraagstukken van de OESO zijn verricht met betrekking tot automatische informatieuitwisseling. Meer bepaald de werkgroep TIES (Taxation Information Exchange System) van het comité voor belastingvraagstukken van de OESO heeft verschillende studies uitgevoerd, met name over de computerondersteunde vertaling van belastingregelingen. Delen de lidstaten dit gezichtspunt? 6. DIVERSEN 6.1. Administratieve bijstand In het door de Commissie ingediende richtlijnvoorstel wordt in artikel 7, lid 4, het volgende bepaald: "Voor de in het kader van deze richtlijn te verstrekken gegevens is artikel 8 van Richtlijn 77/799/EEG niet van toepassing". Artikel 8 van de richtlijn betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van de directe belastingen (zie bijlage) heeft betrekking op de begrenzing van de informatie-uitwisseling. Daarin wordt meer in het bijzonder bepaald dat de informatieuitwisseling beperkt blijft tot de wetgeving of de administratieve praktijk van de lidstaat die de informatie moet verstrekken. Indien de informatieverstrekking ertoe zou leiden dat een beroepsgeheim wordt onthuld, of wanneer de in de informatie geïnteresseerde staat niet in staat is gelijksoortige informatie te verstrekken, kan de informatieverstrekking worden geweigerd. 11797/00 erg/pw/cs 7

Het voorzitterschap stelt voor de Commissie te volgen in haar voorstel om aan artikel 7 een nieuw lid 4 toe te voegen. Gaan de lidstaten hiermee akkoord? 6.2. De situatie m.b.t. bronbelasting van het type "debiteur" In de vergadering van 18 en 19 september heeft de groep het punt van de verdeling van de opbrengsten besproken. De Groep op hoog niveau heeft dit punt eveneens aan de orde gesteld in zijn vergadering van 26 september. Daarbij heeft hij een bespreking gewijd aan de situatie met betrekking tot bronbelasting van het type "debiteur" waarin de nationale wetgeving of bilaterale belastingverdragen voorzien. Het voorzitterschap heeft voorgesteld deze belasting in de overgangsperiode te handhaven in de lidstaten die bronbelasting kennen, vooral omdat deze belasting na deze periode zal blijven bestaan. Een meerderheid van de delegaties heeft zich uitgesproken voor handhaving van deze belasting gedurende de overgangsperiode. Volgens het voorzitterschap dienen deze heffingen gehandhaafd te worden, ongeacht of de staat voor informatie-uitwisseling dan wel voor bronheffing heeft gekozen. Dit punt wordt hier slechts voor de volledigheid vermeld en zal niet in deze vergadering aan de orde komen. 11797/00 erg/pw/cs 8

BIJLAGE RICHTLIJN VAN DE RAAD van 19 december 1977 betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van de directe belastingen Artikel 8 Begrenzing van de uitwisseling van inlichtingen 1. De bepalingen van deze richtlijn verplichten niet tot het instellen van een onderzoek of het verstrekken van inlichtingen wanneer de wetgeving of de administratieve praktijk van de lidstaat die de inlichtingen zou moeten verstrekken de bevoegde autoriteit niet toestaat voor eigen doeleinden een zodanig onderzoek in te stellen of zodanige inlichtingen in te winnen of te gebruiken. 2. Het verstrekken van inlichtingen kan worden geweigerd indien dit zou leiden tot de onthulling van een bedrijfs-, nijverheids-, handels- of beroepsgeheim of van een fabrieks- of handelswerkwijze of van gegevens waarvan de onthulling in strijd zou zijn met de openbare orde. 3. De bevoegde autoriteit van een lidstaat kan het verstrekken van inlichtingen weigeren wanneer de lidstaat voor wie de inlichtingen zijn bestemd op rechts- of feitelijke gronden niet in staat is gelijksoortige inlichtingen te verstrekken. 11797/00 erg/pw/cs 9 BIJLAGE