Hoofdweg 70 3067 GH ROTTERDAM T +31 (0)10-4257444 F +31 (0)10-4254443 E rotterdam.ch@dpa.nl www.dpa.nl/cauberg-huygen K.v.K 58792562 IBAN NL71 RABO 0112 075584 Hoefbladstraat 24-26 te Nieuw-Vennep Beoordeling brandveiligheid Datum 10 december 2015 Referentie 20151617-01
Referentie 20151617-01 Rapporttitel Hoefbladstraat 24-26 te Nieuw-Vennep Beoordeling brandveiligheid Datum 10 december 2015 Opdrachtgever Contactpersoon PROCORE Hoefbladstraat 20-22 2153 EX NIEUW-VENNEP De heer M. de Haan Behandeld door De heer ing. D. Brobbel DPA Cauberg-Huygen B.V. Hoofdweg 70 3067 GH ROTTERDAM Telefoon 010-4257444 Fax 010-4254443 Bladzijde 1
Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Algemeen 3 1.2 Toetsingskader 3 2 Beperken van uitbreiding van brand 4 2.1 Brandcompartimentering 4 2.2 Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) 4 3 Vluchten 5 3.1 Vluchten binnen subbrandcompartiment 5 3.2 Vluchten vanaf uitgang subbrandcompartiment 5 4 Beperking van de ontwikkeling van brand 6 5 Overige brandveiligheidsaspecten 7 5.1 (Nood)verlichting 7 5.2 Tijdig vaststellen van brand 7 5.3 Vluchten bij brand 7 6 Conclusie en samenvatting 9 Bijlagen Bijlage I Brandveiligheidsconcept Bladzijde 2
1 Inleiding 1.1 Algemeen In opdracht van PROCORE te Nieuw-Vennep is het nieuwe ontwerp voor het project Hoefbladstraat 24-26 te Nieuw-Vennep getoetst ten behoeve van de aanvraag van de omgevingsvergunning met betrekking tot de eisen uit het Bouwbesluit voor brandveiligheid. Het betreft een bestaand kantoorpand aan de Hoefbladstraat te Nieuw-Vennep. Het pand wordt gerenoveerd tot een praktijkruimte (kantoorfunctie) op de begane grond en vier studio s (woonfunctie) verdeeld over de begane grond en eerste verdieping. De praktijkruimte en de studio s worden apart verhuurd, derhalve is de praktijkruimte (kantoorfunctie) geen nevenruimte van de woonfuncties. Bij de toetsing ten behoeve van de omgevingsvergunningsaanvraag is gebruik gemaakt van de tekeningen van PROCORE, aangeleverd op 23 november 2015. 1.2 Toetsingskader Het gebouw is gebouwd omstreeks 1995. Vanwege de beperkte omvang wordt verondersteld dat het gebouw als één brandcompartiment is uitgevoerd, zonder brandwerende voorzieningen. Daarom wordt het rechtens verkregen niveau gelijkgesteld aan niveau bestaande bouw uit het Bouwbesluit 2012. Bladzijde 3
2 Beperken van uitbreiding van brand 2.1 Brandcompartimentering Een gebouw dient zodanig te zijn dat een snelle uitbreiding van brand voldoende wordt beperkt (Bouwbesluit 2012, afdeling 2.10 en 2.11). Conform het Bouwbesluit is de indeling in (beschermde) (sub)brandcompartimenten als volgt: Elke studio (woonfunctie) is een afzonderlijk (beschermd) (sub)brandcompartiment. De praktijkruimte (kantoorfunctie) is een afzonderlijk (sub)brandcompartiment. Het centrale trappenhuis / gang is tezamen met de aansluitende ruimten (toilet, wasmachine-opstelplek en dergelijke) een (sub)brandcompartiment, waarbij het (sub)brandcompartiment wordt uitgevoerd als beschermde route. In bijlage I is de brandcompartimentering in de tekeningen schematisch weergegeven. 2.2 Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) Voor ongewijzigde delen geldt tussen (beschermde) (sub)brandcompartimenten onderling dient een minimale weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) van 20 minuten aanwezig zijn (Bouwbesluit 2012, niveau bestaande bouw, artikel 2.90 en 2.100). In geval van een verbouwing en het nieuw aanbrengen van brandscheidingen in het gebouw dient de WBDBO ten minste 30 minuten te bedragen. In bijlage I is de minimaal benodigde brandwerendheid van de scheidingsconstructies in de plattegronden weergegeven. Bladzijde 4
3 Vluchten 3.1 Vluchten binnen subbrandcompartiment Conform artikel 2.112 van het Bouwbesluit 2012 geldt voor de vluchtroutes in gebruiksgebieden een maximale loopafstand van ten hoogste: Woonfunctie: 45 meter. Kantoorfunctie: 75 meter. De loopafstanden in alle subbrandcompartimenten in het gebouw voldoen ruim aan deze eisen en voldoen alsmede aan niveau nieuwbouw ( 30 meter). 3.2 Vluchten vanaf uitgang subbrandcompartiment De vluchtroute vanuit de vier appartementen gaat via een centrale gang al dan niet via een trap op de begane grond naar het aansluitend terrein. Het totaal van de oppervlakten van de woonfuncties die gebruik maken van deze vluchtroute bedraagt minder dan 500 m 2. De vluchtroute dient conform artikel 2.113, lid 1 van het Bouwbesluit 2012 uitgevoerd te worden als beschermde route. De praktijkruimte heeft een rechtstreekse uitgang naar het aansluitend terrein. Conform artikel 2.117, lid 4 van het Bouwbesluit dient de vluchtroute een vrije doorgang te hebben van ten minste 0,5 m breed en 1,7 m hoog en de trap een vrije doorgang van 0,7 m breed en 1,9 m hoog conform artikel 2.39 van het Bouwbesluit. Hier wordt aan voldaan. In bijlage I is de status van de vluchtroute in de plattegronden weergegeven. Bladzijde 5
4 Beperking van de ontwikkeling van brand Conform afdeling 2.9 van het Bouwbesluit 2012 dienen constructieonderdelen een minimale of geen bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van een brand. De eisen staan weergegeven in tabel 4.1. Tabel 4.1: Eisen ter beperking van ontwikkeling van brand. Constructies 1 Brandklasse 2 Rookdichtheid 3 Beloopbare vlakken, grenzend aan: Vloer, trap, hellingbaan Alle ruimten T3 10 m -1 Overige constructies, grenzend aan: Binnenoppervlak Beschermde route 2 5,4 m -1 Overig 4 10 m -1 Buitenoppervlak Alle ruimten 4-1) Maximaal 5 % van de constructieonderdelen hoeft niet aan bovenstaande eisen te voldoen. 2) Dient bepaalt te worden conform NEN 6065 en voor beloopbare vlakken conform NEN 1775. 3) Dient bepaalt te worden conform NEN 6066. 4) Deze eisen gelden niet voor deuren en ramen, deze dienen te voldoen aan klasse 4. In afwijking van de in de tabel genoemde NEN normen mag conform artikel 2.80 van het Bouwbesluit 2012 ook worden uitgegaan van de brand- en rookklassen uit de NEN-EN 13501-1. Hierbij dient rekening gehouden te worden met onderstaande converteringstabel (tabel 4.2): Tabel 4.2: Converteringstabel: Vereiste klassen, niveau bestaande bouw Klassen conform Euroklassen Brandklasse 2 (besloten ruimte) (NEN 6065) Brandklasse B (NEN-EN 13501-1) Brandklasse 2 (niet-besloten ruimte) (NEN 6065) Brandklasse C (NEN-EN 13501-1) Brandklasse 4 (NEN 6065) Brandklasse D (NEN-EN 13501-1) Brandklasse T1 (NEN 1775) Brandklasse C fl (NEN-EN 13501-1) Brandklasse T3 (NEN 1775) Brandklasse D fl (NEN-EN 13501-1) Rookdichtheid 10 m -1 of 5,4 m -1 (NEN 6066) Rookklasse S2 (NEN-EN 13501-1) In de beschermde route dient kritisch gekeken te worden of deze waarden worden gehaald. Voor de overige ruimten zijn geen problemen geconstateerd om aan deze eisen te voldoen. Bladzijde 6
5 Overige brandveiligheidsaspecten 5.1 (Nood)verlichting Het pand heeft een zodanige verlichtingsinstallatie dat het pand veilig kan worden gebruikt en verlaten. Onderstaande voorzieningen zijn vereist om dat te kunnen realiseren. Conform artikel 6.2 van het Bouwbesluit 2012 dienen de volgende besloten ruimten voorzien te zijn van verlichting: De praktijkruimte. De beschermde route (gang en trap). De verlichting heeft een verlichtingssterkte op de vloer en tredevlak van ten minste 1 lux. Conform artikel 6.3 van het Bouwbesluit 2012 is noodverlichting niet noodzakelijk. 5.2 Tijdig vaststellen van brand Het pand heeft zodanige voorzieningen dat brand tijdig kan worden ontdekt zodat veilig kan worden gevlucht. Onderstaande voorzieningen zijn vereist om dat te kunnen realiseren. Brandmeldinstallatie Voor reguliere woningen en voor een kantoor op de begane grond kleiner dan 1.500 m² zijn conform artikel 6.20 van het Bouwbesluit 2012 geen eisen voor een brandmeldinstallatie. Rookmelders Conform artikel 6.21, lid 1 van het Bouwbesluit 2012 dient een besloten vluchtroute vanuit een verblijfsruimte tot de uitgang van de woning te worden voorzien van voldoende rookmelders. Dit geldt alleen voor een te bouwen woonfunctie en bij functiewijziging naar een woonfunctie. In bijlage I is aangegeven in waar de rookmelders geplaatst moeten worden. 5.3 Vluchten bij brand Het pand heeft zodanige voorzieningen dat het ontvluchten goed kan verlopen. Onderstaande voorzieningen zijn vereist om dat te kunnen realiseren. Vluchtrouteaanduidingen Conform artikel 6.24 van het Bouwbesluit 2012 dienen de volgende ruimten voor de praktijkruimte voorzien te zijn van vluchtrouteaanduidingen: Ruimten waardoor een verkeersroute voert. Ruimten met een bezetting groter dan 50 personen. Omdat er een rechtstreekse vluchtweg vanuit de praktijkruimte naar buiten is en omdat de bezetting niet meer is dan 50 personen is vluchtrouteaanduiding niet vereist. Bladzijde 7
Zelfsluitende deuren Conform artikel 6.26 van het Bouwbesluit dienen de deuren in inwendige scheidingsconstructies waarvoor een WBDBO eis geldt, uitgevoerd te worden als zelfsluitend. Dit geldt niet voor een woningtoegangsdeur. Dat betekend dat de deur van de praktijkruimte naar de gang zelfsluitend dient te zijn. Deuren in vluchtroutes Conform artikel 7.12 van het Bouwbesluit is een deur op een vluchtroute bij aanwezigheid van personen uitsluitend gesloten indien die deur tijdens het vluchten, zonder gebruik te moeten maken van een sleutel onmiddellijk over de tenminste vereiste breedte kan worden geopend. Dit geldt niet voor een woningtoegangsdeur. Dat betekend dat de deur in de praktijkruimte rechtstreeks naar buiten en de entreedeur in de gang rechtstreeks naar buiten moeten worden voorzien van bijvoorbeeld een cilinderknop. Bladzijde 8
6 Conclusie en samenvatting In opdracht van PROCORE te Nieuw-Vennep is het nieuwe ontwerp voor het project Hoefbladstraat 24-26 te Nieuw-Vennep getoetst ten behoeve van de aanvraag van de omgevingsvergunning met betrekking tot de eisen uit het Bouwbesluit voor brandveiligheid. Het betreft een bestaand kantoorpand aan de Hoefbladstraat te Nieuw-Vennep. Het pand wordt gerenoveerd tot een praktijkruimte (kantoorfunctie) op de begane grond en vier studio s (woonfunctie) verdeeld over de begane grond en eerste verdieping. De praktijkruimte en de studio s worden apart verhuurd, derhalve is de praktijkruimte (kantoorfunctie) geen nevenruimte van de woonfuncties. Het gebouw is gebouwd omstreeks 1995. Vanwege de beperkte omvang wordt verondersteld dat het gebouw als één brandcompartiment is uitgevoerd, zonder brandwerende voorzieningen. Daarom wordt het rechtens verkregen niveau gelijkgesteld aan niveau bestaande bouw uit het Bouwbesluit 2012. Bij de toetsing ten behoeve van de omgevingsvergunningsaanvraag is gebruik gemaakt van de tekeningen van PROCORE, aangeleverd op 23 november 2015. Voor de uitgangspunten en aandachtspunten om te voldoen aan de brandveiligheidseisen uit het Bouwbesluit 2012 wordt verwezen naar hoofdstuk 2 t/m 5 van dit rapport. DPA Cauberg-Huygen B.V. De heer ing. D. Brobbel projectleider Bladzijde 9
Bijlage I Brandveiligheidsconcept Beoordeling brandveiligheid 10-12-2015