GRB-skeletbestek. GRB-skeletvariant GRB algemene illustraties. versie

Vergelijkbare documenten
GRB skeletbestek. GRB-skeletvariant detail algemene illustraties. versie

GRB skeletbestek. GRB-skeletvariant synthese algemene illustraties. versie

Illustraties aanvullend bij GRB-basis

Terreinvoorbeelden aanvullend bij

Entiteit Wgo - Wegopdelingselementen

Terreinvoorbeelden GVL aanvullend bij. GRB-basis. versie ///

Entiteit Gbg - Gebouw aan de grond OBJECT DEFINITIE THEMA SELECTIECRITERIA

Algemene illustraties aanvullend bij GRB aanmaakspecificaties V 3.0

Illustraties aanvullend bij GRB-skeletaanvulling detail

Terreinvoorbeelden aanvullend bij

Illustraties aanvullend bij

Terreinvoorbeelden WRB aanvullend bij. GRB-basis. versie ///

Terreinvoorbeelden WLI aanvullend bij. GRB-basis. versie ///

Terreinvoorbeelden aanvullend bij

Terreinvoorbeelden aanvullend bij

Terreinvoorbeelden aanvullend bij

Terreinvoorbeelden WOZ aanvullend bij. GRB-basis. versie ///

Memo Aandachtspunten kartering skeletprojecten

Terreinvoorbeelden aanvullend bij KNW1, KNW3, KNW4, KNW9, KNW14,

Terreinvoorbeelden KNW aanvullend bij. GRB-basis. versie ///

GRB-skeletspecificaties voor terrestrische opmetingen

Illustraties aanvullend bij de lokale bijhouding GRB

Terreinvoorbeelden aanvullend bij de lokale bijhouding GRB

versie 1.2 auteur Björn De Vidts, Liesbet De Wolf datum aanmaak 26 januari 2005 datum afdruk 25 april 2005 interne bestandsnaam rbdv021107av19_detail

Leesmij Aanvullende informatie

Terreinvoorbeelden WRV aanvullend bij. GRB-skeletaanvulling detail. versie ///

Memo. Opname perceelsreconstructiepunten 'PRP' 1 Inleiding

Rapport. Kwaliteitsspecificaties Controle van GRB-skeletaanvulling GRB. Versie Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen

Terreinvoorbeelden aanvullend bij

Kwaliteitsspecificaties

Terreinvoorbeelden WLI aanvullend bij. GRB-skeletaanvulling detail. versie ///

Terreinvoorbeelden aanvullend bij GRB aanmaakspecificaties V 3.0

GDF conforme opnameregels ten behoeve van aanmaak van wegennetwerkgeometrie (WVB en WKN) bij GRB-skeletmetingen

Karteren van muren en afsluitingen allerlei over alle aanvullingen/opties heen

Terreinvoorbeelden aanvullend bij

Terreinvoorbeelden KNW aanvullend bij. GRB-skeletaanvulling detail. versie ///

Terreinvoorbeelden WBN aanvullend bij. GRB-basis. versie ///

GRB-skeletvariant detail GRB-kernbepalingen GRB-skeletaanvulling detail Het Ondersteunend Centrum GIS-Vlaanderen is een afdeling van de Vlaamse Landma

Aanvullende technische fiches in kader van de GRB-skeletbestekken

Terreinvoorbeelden PRP aanvullend bij. GRB-skeletaanvulling detail. versie ///

Wijzigingsdocument GRB-skeletbestekken november 2014

Datastructuur. GRBcad. GRB in cad formaat. Documentversie Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen

Terreinvoorbeelden aanvullend bij

/// Datastructuur GROOTSCHALIG REFERENTIEBESTAND. GRBcad. Versie /// Volgens specificaties

GRB-skeletspecificaties voor terrestrische opmetingen

Terreinvoorbeelden WGA aanvullend bij. GRB-basis. versie ///

Terreinvoorbeelden GBS aanvullend bij. GRB-skeletaanvulling detail. versie ///

Karteren van muren en afsluitingen allerlei over alle aanvullingen/opties heen

Terreinvoorbeelden aanvullend bij

GRB-skeletmeting. GRB-skeletoptie Wegbeheer. Technische bepalingen. Versie 1.1. Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen

Terreinvoorbeelden aanvullend bij GRB-skeletope groen- en begraafplaatsenbeheer. versie ///

Rapport. Lexicon. Grootschalig Referentie Bestand Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen

Terreinvoorbeelden WPI aanvullend bij. GRB-skeletaanvulling detail. versie ///

BPA NR.43 GROOT HAGELKRUIS

versie 1.0 auteurs Liesbet De Wolf datum aanmaak 1 juli 2003 datum afdruk 25 april 2005 documenthistoriek 0.1: thesis KAHO 1.0: input via expertgroep

VALIDATIERAPPORT. Validatie digitale controlesoftware GEOPUS versie Versie 1.0 Publicatiedatum 20 september 2017.

GRB-skeletspecificaties voor terrestrische opmetingen

Deel 2 Beschrijving Hoofdgroepen

Lexicon. Grootschalig Referentie Bestand Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen

Validatierapport Geo-IT GRB-skelet controletool Versie

Stedenbouwkundige voorschriften. Artikel 1: Zone voor hoofdgebouwen

Validatierapport Pythagoras GRB-skelet controlemacro versie 3.08

OPNAME VAN GEVELHOEKPUNTEN

Artikel 3 - PLAATSEN BESTEMD VOOR GEKOPPELDE EN VRIJSTAANDE BEBOUWING

Stedenbouwkundige voorschriften

1.1. TERMINOLOGIE 1.2. INTERPRETATIE VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.3. AFWIJKING VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

STAD AALST BIJZONDER PLAN VAN AANLEG NR. 6 EREMBODEGEM - FONTEINBOS

van CADMAP naar GRB Luc De Kock relatiebeheerder AGIV Hasselt, 1 oktober 2013 Rondetafelconferentie GIS Limburg

Kwaliteitsspecificaties

STAD AALST BIJZONDER PLAN VAN AANLEG NR. 5 EREMBODEGEM - LEUVESTRAAT

VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN

GEMEENTE HOUTHALEN ~ HELCHTEREN SECT/E E, ~~ DE HEIDE

BPA NR.31 SCHOONBROEKSTRAAT EN OMGEVING

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

Gemeente Hemiksem. Verkaveling voor woningbouw. Heiligstraat Gemeenteplaats. Dossier HEM205. Stedenbouwkundige voorschriften

RUP nr. 2quater Zeedijk-Tennis Gemeente Middelkerke. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan februari 2016

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING

/// Leesmij GROOTSCHALIG REFERENTIEBESTAND. GRBcad. Versie /// Volgens specificaties

uitsluitend tekststijl standaard is toegestaan voorkomende inserts (blocks) per DF-layer mag niet afwijken van Tabel 4 De opgegeven inserts zullen ste

Gemeente Niel. Verkaveling voor woningbouw. van gronden gelegen te Niel. Verkaveling omgeving Keizerstraat. Dossier NIE210

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING

NAAR EEN UNIEK PERCELENPLAN LIESBETH COEN (AAPD) LUC DEPREDOMME (AGIV) HENDRIK VAN HEMELRYCK (AGIV)

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

Studiebureau DEMEY b.v.b.a.

GOEDGEKEURDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Volgens vergunning nr. V/LE38/1 dd. 09/11/2016 Inclusief opmerkingen technische dienst

wijzigingsplan Dr Bouwdijkstraat

Sessie 26B Project GGINO Gegevensmodel voor Gemeentelijke INventarisaties in het Openbaar domein) TREFDAG INFORMATIE VLAANDEREN 9 juni 2016 #TIV2016

COLOFON. Opdracht: RUP Le Lis. Opdrachtgever: Gemeentebestuur Hamme Marktplein 1 B-9220 Hamme. Opdrachthouder: SORESMA nv Britselei Antwerpen

Terreinvoorbeelden aanvullend bij. GRB-skeletoptie water- en rioolbeheer. versie ///

STAD AALST BIJZONDER PLAN VAN AANLEG NR. 16 AALST - HEILIG HARTLAAN

Koninklijk besluit van 12 juli 2012 Wat verandert er?

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

BIJLAGE 5/1: REACTIE BIJ BRAND

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

voorschriften bpa nr. 18 Kerklaan Noord

Wabo /

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING

Waterfront-Zuid Watersportboulevard. Vastgesteld uitwerkingsplan

Transcriptie:

GRB-skeletbestek GRB-skeletvariant GRB algemene illustraties versie 3.5.0-2.1.0 A g e n t s c h a p V o o r g e o g r a f i s c h e I n f o r m a t i e V l a a n d e r e n Gebroeders Van Eyckstraat 16, B-9000 Gent Tel: 09/261.52.00 - Fax: 09/261.52.99 - http://www.agiv.be

versie 3.5.0 2.1.0 auteur Stefanie De Veirman datum aanmaak januari 2010 datum afdruk januari 2010 documenthistoriek 1.0: originele versie 3.5.0-2.1.0: afstemming op GRB-aanmaakspecificaties 3.0.0

Inhoud INHOUD... III 1. BEDOELING... 4 2. UITVOERING... 4 3. ILLUSTRATIES REFERENTIEMEETCRITERIA... 5 3.1. GVLX TERRESTRISCH GEMETEN GEVEL VAN EEN GEBOUW... 5 3.2. KNWX - KUNSTWERKEN... 7 3.3. WOZ GRENS ONVERHARDE ZONE... 9 4. OVERIGE ILLUSTRATIES... 10 4.1. GVLX TERRESTRISCH GEMETEN GEVEL VAN EEN GEBOUW... 10 4.2. GBAX GEBOUWAANHORIGHEID... 62 4.3. KNWX KUNSTWERKEN... 68 4.4. WCZ - GRENS CIRCULATIEZONE ZWAKKE WEGGEBRUIKERS... 83 4.5. WRB - RAND VAN DE RIJBAAN... 86 4.6. WOZ- GRENS ONVERHARDE ZONE... 100 4.7. WLI1 VERHOOGDE BOORDSTEEN/KANTSTEEN... 105 4.8. WRIX ZICHTBAAR PUTDEKSEL... 109 4.9. WPI1 - PAAL... 110 4.10. PRPX - PERCEELSRECONSTRUCTIEPUNTEN... 111 4.11. GRZ3 - SKELETZONE... 123 4.12. WTZX WATERGANG... 125 4.13. SBN - SPOORBAAN... 128 4.14. WBN RAND VAN DE WEGBAAN... 129

1. Bedoeling In de GRB-context worden gegevens duidelijk omschreven op het niveau van: de definitie van het overeenkomstige terreinobject de gehanteerde meetcriteria, wat en wanneer iets opgenomen wordt de voorwaarden waaraan het ingebrachte gegeven moet voldoen typerende en identificerende attributen (geometrie, grafische voorstelling, ). Deze bepalingen hebben als doel een eenduidige kartering en uniforme modellering van topografische opmetingen op het Vlaamse grondgebied mogelijk te maken. In de tekstuele vorm zijn de specificaties nogal abstract en afstandelijk. Het document GRB skeletbestek - algemene illustraties heeft de ambitie om de GRB-gedragsregels op een grafische en bevattelijke wijze voor te stellen. Het document sluit dan ook nauw aan bij de technische bepalingen van de GRB-skeletvariant GRB 3.5.0-2.1.0. Specificatie en voorbeeld worden in principe op eenzelfde blad afgedrukt. Uit praktische overwegingen kan er soms afgeweken worden van het bestek zodat een aantal specificaties in een enkele illustratie werden samengebracht. Het is duidelijk dat naarmate de GRB-skeletmetingen een verdere uitbreiding nemen, er meer en andere illustraties kunnen aangemaakt worden. Het is daarom belangrijk regelmatig op de website van het AGIV na te kijken of er geen nieuwe uitgave van dit document wordt gepubliceerd. 2. Uitvoering Tijdens de uitvoering werd zoveel mogelijk een uniforme legende gehanteerd zodat er een gelijke voorstelling voor gelijkaardige begrippen ontstaat. Het document bevat meestal geboden maar toch ook enkele verbodsbepalingen. De meeste illustraties werden opgevat als een illustratie voor de uniforme kartering van het terrein met het oog op uitwisseling en recuperatie van gegevens. Daarbij worden vanaf een perspectieftekening een frontzicht en een grondplan afgeleid. De interpretatie volgens het GRB-model van dat grondplan sluit de illustratie af. Projectielijnen leggen de onderlinge verbanden vast. Weerhouden exemplaren en overeenkomstige attribuutwaarden worden in de modelfiguur opgenomen. Voor de weginrichting neemt een profiel of doorsnede de rol van het frontzicht over. De profiellijn komt meestal ook in de perspectieftekening voor. Het is bij de studie van de illustraties over de wegenis belangrijk de volgorde van de wegkartering te beschouwen. Deze volgorde is eerst wegennet, dan wegbaan, vervolgens wegopdeling en tenslotte weginrichting. Bij een aantal specificaties kan het noodzakelijk zijn de situatie in de context van het terrein op te nemen en die situaties worden via een overzichtsplan uitgewerkt. Op deze manier kunnen bijvoorbeeld volledige percelenblokken worden voorgesteld. i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 4/119

3. Illustraties referentiemeetcriteria Een referentiemeetcriterium is een meetcriterium dat nog verder kan worden aangevuld zonder dat de recuperatie in GRB-verband in het gedrang komt (bijvoorbeeld de opname van boordstenen die buiten de wegbaan gelegen zijn). Onderstaande illustraties geven een voorstelling van referentiemeetcriteria. 3.1. GVLx Terrestrisch gemeten gevel van een gebouw De voorgevel is het elementaire gevelvlak waarvan de gevellijnen een hoek kleiner dan of gelijk aan 45 maken met de hartlijn van de wegbaan die raakt aan het gebruiksperceel waarop het gebouw aan de grond zich bevindt; zijgevels sluiten aan op een voorgevel en de overblijvende gevelvlakken worden achtergevel genoemd. De gevel van elk hoofdgebouw, ongeacht zijn afmetingen, dient opgenomen indien deze binnen de opdrachtzone gelegen is en een hoek kleiner dan of gelijk aan 45 maakt met de bijhorende wegverbinding (dit is de zogenaamde voorgevel). De voorgevel van vrijstaande bijgebouwen zoals garages en loodsen wordt enkel opgenomen indien de oppervlakte groter dan of gelijk is aan 10m² en wanneer deze voorgevel zich bevindt tussen de voorgevel van het bijhorende hoofdgebouw (gelegen op hetzelfde gebruikersperceel) en de bijhorende wegbaan. [sg-gvl1 5-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 5/130

De voorgevel van vrijstaande bijgebouwen zoals garages en loodsen wordt enkel opgenomen indien de oppervlakte groter dan of gelijk is aan 10m² en wanneer deze voorgevel zich bevindt tussen de voorgevel van het bijhorende hoofdgebouw (gelegen op hetzelfde gebruikersperceel) en de bijhorende wegbaan. sg-gvl1 40-2.eps i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 6/130

3.2. KNWx - Kunstwerken Enkel de pijlers van inrichtingselementen worden opgenomen (kunstwerk, gebouw, ) die gelegen zijn binnen de wegbaan of binnen een afstand van 5m van de rand van de wegbaan en die ofwel: voor cirkelvormige pijlers: diameter groter dan of gelijk aan 0.50m; voor andere pijlers: één van de veelhoekszijden groter dan of gelijk aan 0.50m of oppervlakte groter dan of gelijk aan 1m² [sg-knw5 2-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 7/130

De rooster wordt steeds aangemeten ter hoogte van de sokkel of het rooster zelf bij afwezigheid van een sokkel (maaiveld). [sg-knw6 1-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 8/130

3.3. WOZ Grens onverharde zone De grens onverharde zone (WOZ) wordt niet afzonderlijk opgenomen wanneer deze dichter dan 50cm nadert t.o.v. de grens circulatiezone zwakke weggebruiker (WCZ) of rand van de rijbaan (WRB) Een grens onverharde zone (WOZ) kan geheel of gedeeltelijk samenvallen met een verhoogde boord- of kantsteen, muur, stootband of vangrail [sg-woz 4-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 9/130

4. Overige illustraties 4.1. GVLx Terrestrisch gemeten gevel van een gebouw Een gebouw aan de grond is een duurzaam bouwsel, vast met het aardoppervlak verbonden, dat een voor mensen toegankelijke ruimte omsluit; gelijkvloerse toegangen voor ondergrondse of hangende constructies worden eveneens als gebouw aan de grond beschouwd. [ss-gvl1 1-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 10/130

De regelmatige vertikale zijwanden van het gebouw worden gevel genoemd en worden beschreven volgens een eigen specificatie GVLx met x= DXF-layer. De gevel beslaat het volledig lijnstuk tussen de zijgevels inclusief de gevelhoekpunten; in het geval dat het gevelhoekpunt niet-éénduidig kan bepaald worden (bvb gebogen gevelwanden) wordt er geen GVL6-aanzet geplaatst, maar vormt de GVL1-lijn tegelijk ook een gemeten aanzet van de werkelijke zijgevel met lengte 5m. [sg-gvl1 2-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 11/130

Op basis van de definitie van gebouw kan de gevel van de volgende constructies uit de opmeting geweerd worden: vanwege onvoldoende duurzaam: bouwketen, schuilhokken vanwege niet vast met de aarde verbonden: woonwagens, verblijfscontainers vanwege niet toegankelijk: niet onderkelderde terrassen, standbeelden vanwege niet-zichtbaar: gebouwen belemmerd door tijdelijke en niet-duurzame constructies en aanbouwsels horecazaken. Het standbeeld wordt opgenomen als cultuurhistorisch monument (KNW3) indien het grondoppervlak groter is dan 4m². [sg-gvl1 3-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 12/130

Een vast verankerde serre is een gebouw waarvan het dak en minstens 3 zijden uit glas bestaan en die bestemd is voor het kweken van gewassen, wordt opgenomen wanneer de oppervlakte groter of gelijk is aan 10m². [sg-gvl1 8-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 13/130

In principe komt iedere toegankelijke ruimte overeen met één gebouw, ongeacht het aantal ingangen. De gevels van kleinere, ondergeschikte gebouwen (bergruimtes, garages, stallingen) die tegen de gevel van een belangrijker gebouw of tegen elkaar aan opgericht zijn, worden samen als één gevel gekarteerd indien zij op éénzelfde gebruiksperceel gelegen zijn. De horizontale opdeling van een gebouwcomplex in verschillende gebouwen aan de grond wordt gerealiseerd indien voldaan is aan: de gebouwen aan de grond zijn zichtbaar van elkaar te onderscheiden door een duurzame aanzet van een gemene gevel OF de gebouwen aan de grond zijn zichtbaar van elkaar te onderscheiden door een niet-duurzame aanzet van een gemene gevel [sg-gvl1 5-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 14/130

De gevel van de gelijkvloerse toegang tot ondergrondse of hangende gebouwen wordt ook als gevel aanzien; hierbij hanteert men desnoods virtuele gevels, die gedeeltelijk de ruimte afbakenen waarbinnen het normale maaiveld verstoord is. [sg-gvl1 6-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 15/130

Sommige gebouwen kunnen aanleiding geven tot meer dan één gevel. De aanzet van een zijgevel wordt geconstrueerd als GVL6 en sluit aan op de gevelhoekpunten. De gevel beslaat het volledige lijnstuk tussen de zijgevels inclusief de hoekpunten; in het geval dat de gevelhoeklijn niet-éénduidig kan bepaald worden (bvb. gebogen gevelwanden op hoekpunten) wordt er geen GVL6-aanzet geplaatst, maar vormt de GVL1-lijn tegelijk ook een gemeten aanzet van de werkelijke zijgevel met lengte 5m. [sg-gvl1 1-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 16/130

Een gevelpunt is elk beduidend vormpunt als voorstelling van de loodrechte projectie van een detail in het gevelvlak op het maaiveld. Het gevelvlak is elke elementaire verticale en regelmatige gevelwand van een gebouw aan de grond. De gevellijn verbindt twee verschillende gevelpunten en volgt de vertikale projectie van het gevelvlak op het maaiveld. [sg-gvl1 44-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 17/130

Een gevelpunt is elk beduidend vormpunt als voorstelling van de loodrechte projectie van een detail in het gevelvlak op het maaiveld. Het gevelvlak is elke elementaire verticale en regelmatige gevelwand van een gebouw aan de grond. De gevellijn verbindt twee verschillende gevelpunten en volgt de vertikale projectie van het gevelvlak op het maaiveld. [sg-gvl1 3-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 18/130

Een gevelpunt is elk beduidend vormpunt als voorstelling van de loodrechte projectie van een detail in het gevelvlak op het maaiveld. Het gevelvlak is elke elementaire verticale en regelmatige gevelwand van een gebouw aan de grond. De gevellijn verbindt twee verschillende gevelpunten en volgt de verticale projectie van het gevelvlak op het maaiveld. [sg-gvl1 4-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 19/130

Bij een niet-afsluitbare doorgang door een gebouw wordt de gevel onderbroken. Er wordt een aanzet geconstrueerd die een lengte heeft van 2m en loodrecht staat op het bijhorende gevelstuk. Deze aanzet wordt opgenomen onder GVL6. [sg-gvl1 7-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 20/130

Bij een niet-afsluitbare doorgang door een gebouw wordt de gevel onderbroken. Er wordt een aanzet geconstrueerd die een lengte heeft van 2m en loodrecht staat op het bijhorende gevelstuk. Deze aanzet wordt opgenomen onder GVL6. De verdieping wordt ingebracht in het geval van een niet-afsluitbare doorgang door een gebouw. [sg-gvl1 8-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 21/130

Aanbouwsels zoals garages maken in principe deel uit van de aanleunende gevel tenzij de gevel van het aanbouwsel meer dan 5m naar achter verspringt t.o.v. de aanleunende gevel. [sg-gvl1 6-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 22/130

Een vooruitspringend gedeelte (door verspringing of uitsprong naar de wegbaan toe) van de gevel bepaalt de (hoekpunten van deze ) gevel indien ofwel: dit vooruitspringende gedeelte het grootste aandeel in de gevellijn heeft, 2 of meer versprongen gedeelten van de gevel omvat en de verspringing t.o.v. de aansluitende gevelwand meer dan 1.50m bedraagt dit vooruitspringende gedeelte meer dan 5m naar de wegbaan toe verspringt t.o.v. de aansluitende façade Dit geldt niet bij gebouwen op hoekpercelen (ter hoogte van een kruispunt) [sg-gvl1 9-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 23/130

Een vooruitspringend gedeelte (door verspringing of uitsprong naar de wegbaan toe) van de gevel bepaalt de (hoekpunten van deze ) gevel indien ofwel: dit vooruitspringende gedeelte het grootste aandeel in de gevellijn heeft, 2 of meer versprongen gedeelten van de gevel omvat en de verspringing t.o.v. de aansluitende gevelwand meer dan 1.50m bedraagt dit vooruitspringende gedeelte meer dan 5m naar de wegbaan toe verspringt t.o.v. de aansluitende façade Dit geldt niet bij gebouwen op hoekpercelen (ter hoogte van een kruispunt) [sg-gvl1 10-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 24/130

Een vooruitspringend gedeelte (door verspringing of uitsprong naar de wegbaan toe) van de gevel bepaalt de (hoekpunten van deze ) gevel indien ofwel: dit vooruitspringende gedeelte het grootste aandeel in de gevellijn heeft, 2 of meer versprongen gedeelten van de gevel omvat en de verspringing t.o.v. de aansluitende gevelwand meer dan 1.50m bedraagt dit vooruitspringende gedeelte meer dan 5m naar de wegbaan toe verspringt t.o.v. de aansluitende façade Dit geldt niet bij gebouwen op hoekpercelen (ter hoogte van een kruispunt) [sg-gvl1 37-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 25/130

Een vooruitspringend gedeelte (door verspringing of uitsprong naar de wegbaan toe) van de gevel bepaalt de (hoekpunten van deze ) gevel indien ofwel: dit vooruitspringende gedeelte het grootste aandeel in de gevellijn heeft, 2 of meer versprongen gedeelten van de gevel omvat en de verspringing t.o.v. de aansluitende gevelwand meer dan 1.50m bedraagt dit vooruitspringende gedeelte meer dan 5m naar de wegbaan toe verspringt t.o.v. de aansluitende façade Dit geldt niet bij gebouwen op hoekpercelen (ter hoogte van een kruispunt) i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 26/130

Bij aanliggende gebouwen worden aangrenzende gevels, aangesloten volgens de volgende regels, wanneer: de afstand tussen de respectievelijke hoekpunten minder dan 10cm bedraagt, dan wordt het meest vooruit geplaatste hoekpunt als gemeenschappelijk beschouwd; de afstand tussen respectievelijke hoekpunten meer dan 10cm bedraagt, dan worden beide als verschillend beschouwd en dan blijven beide hoekpunten zelfstandig aanwezig. [sg-gvl1 11-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 27/130

VERSPRINGING definitie: een verspringing in de gevel komt voor wanneer de gevellijn over een bepaalde afstand verspringt zonder naar zijn oorspronkelijke ligging terug te keren waarbij de richting van de gevellijn onveranderd blijft selectiecriteria: de verspringing zelf bedraagt minimaal 10cm [sg-gvl1 12-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 28/130

VERSPRINGING definitie: een verspringing in de gevel komt voor wanneer de gevellijn over een bepaalde afstand verspringt zonder naar zijn oorspronkelijke ligging terug te keren waarbij de richting van de gevellijn onveranderd blijft selectiecriteria: de verspringing zelf bedraagt minimaal 10cm [sg-gvl1 13-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 29/130

INSPRONG definitie: een insprong in de gevel is een t.o.v. het gebouw inwendig georiënteerde bijzondere verspringing waarbij de gevellijn terugkeert naar zijn oorspronkelijke ligging. Een insprong impliceert dat de dakoversteek tegelijkertijd inspringt. selectiecriteria: de insprong bedraagt minimaal 10cm over een lengte van minimaal 2m [sg-gvl1 14-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 30/130

INSPRONG definitie: een insprong in de gevel is een t.o.v. het gebouw inwendig georiënteerde bijzondere verspringing waarbij de gevellijn terugkeert naar zijn oorspronkelijke ligging. Een insprong impliceert dat de dakoversteek tegelijkertijd inspringt. selectiecriteria: de insprong bedraagt minimaal 10cm over een lengte van minimaal 2m [sg-gvl1 15-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 31/130

PORTIEK definitie: een portiek in de gevel is een bijzondere insprong waarbij de dakoversteek onverstoord en op continue wijze doorloopt. selectiecriteria: een portiek in de gevel wordt niet opgenomen, tenzij de portiek (vanaf 10cm) het grootste aandeel in de gevellijn heeft [sg-gvl1 16-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 32/130

PORTIEK definitie: een portiek in de gevel is een bijzondere insprong waarbij de dakoversteek onverstoord en op continue wijze doorloopt. selectiecriteria: een portiek in de gevel wordt niet opgenomen, tenzij de portiek (vanaf 10cm) het grootste aandeel in de gevellijn heeft [sg-gvl1 30-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 33/130

PORTIEK definitie: een portiek in de gevel is een bijzondere insprong waarbij de dakoversteek onverstoord en op continue wijze doorloopt. selectiecriteria: een portiek in de gevel wordt niet opgenomen, tenzij de portiek (vanaf 10cm) het grootste aandeel in de gevellijn heeft [sg-gvl1 17-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 34/130

UITSPRONG definitie: een uitsprong in de gevel is een t.o.v. het gebouw uitwendig georiënteerde bijzondere verspringing waarbij de gevellijn terugkeert naar zijn oorspronkelijke ligging. selectiecriteria: de uitsprong zelf bedraagt minimaal 10cm over een lengte van minimaal 1m. Steunberen van een gebouw (vb. kerk) worden enkel opgenomen indien ze voldoen aan vermelde criteria en tegelijk onmiddellijk aanvangen aan het gevelhoekpunt. [sg-gvl1 18-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 35/130

Verschillende gelijksoortige uitsprongen die gegroepeerd voorkomen bij hetzelfde gebouw met een onderlinge afstand kleiner dan 1m worden als één enkele composiet -uitsprong opgenomen. [sg-gvl1 19-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 36/130

HOEKPORTIEK definitie: een hoekportiek ontstaat wanneer er een overbouwde geknikte gevellijn voorkomt op de hoek van het gebouw selectiecriteria: de gevellijn wordt al dan niet bepaald door de hoekportiek: indien er geen drempel of opstap in het verlengde van de gevellijn (max. verspringing toegelaten tot 10cm) aanwezig is, bepaalt de portiek de gevelwand. indien er wel een drempel of opstap aanwezig is in het verlengde van de gevellijn, wordt de portiek niet gekarteerd en volgt de gevelwand de drempel op het maaiveld op voorwaarde dat dit de functionele voorstelling van het gebouw niet vertekent. Enkel de pijlers van inrichtingselementen worden opgenomen (kunstwerk, gebouw, ) die gelegen zijn binnen de wegbaan of binnen een afstand van 5m van de rand van de wegbaan. [sg-gvl1 20-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 37/130

HOEKPORTIEK definitie: een hoekportiek ontstaat wanneer er een overbouwde geknikte gevellijn voorkomt op de hoek van het gebouw selectiecriteria: de gevellijn wordt al dan niet bepaald door de hoekportiek: indien er geen drempel of opstap in het verlengde van de gevellijn (max. verspringing toegelaten tot 10cm) aanwezig is, bepaalt de portiek de gevelwand. indien er wel een drempel of opstap aanwezig is in het verlengde van de gevellijn, wordt de portiek niet gekarteerd en volgt de gevelwand de drempel op het maaiveld op voorwaarde dat dit de functionele voorstelling van het gebouw niet vertekent. Enkel de pijlers van inrichtingselementen worden opgenomen (kunstwerk, gebouw, ) die gelegen zijn binnen de wegbaan of binnen een afstand van 5 m van de rand van de wegbaan. [sg-gvl1 21-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 38/130

KNIK definitie: een knik in de gevel komt voor wanneer de gevellijn over een bepaalde afstand verspringt zonder naar zijn oorspronkelijke ligging terug te keren. De richting van de gevellijn verandert selectiecriteria: elke knik die na 100cm een lineaire verplaatsing van minimaal 10cm voor het gevelvlak betekent De aanzet van de zijgevel wordt geconstrueerd onder de volgende voorwaarden: lengte 5 m loodrecht t.o.v. het gedeelte van de gevel dat het grootste aandeel in de gevellijn heeft. [sg-gvl1 22-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 39/130

i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 40/130

i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 41/130

Figuur1: VERSPRINGING definitie: een verspringing in de gevel komt voor wanneer de gevellijn over een bepaalde afstand verspringt zonder naar zijn oorspronkelijke ligging terug te keren waarbij de richting van de gevellijn onveranderd blijft selectiecriteria: de verspringing zelf bedraagt minimaal 10cm PORTIEK definitie: een portiek in de gevel is een bijzondere insprong waarbij de dakoversteek onverstoord en op continue wijze doorloopt. selectiecriteria: een portiek in de gevel wordt niet opgenomen, tenzij de portiek (vanaf 10cm) het grootste aandeel in de gevellijn heeft Figuur2: INSPRONG definitie: een insprong in de gevel is een t.o.v. het gebouw inwendig georiënteerde bijzondere verspringing waarbij de gevellijn terugkeert naar zijn oorspronkelijke ligging. Een insprong impliceert dat de dakoversteek tegelijkertijd inspringt. selectiecriteria: de insprong bedraagt minimaal 10cm over een lengte van minimaal 2m Figuur3: PORTIEK definitie: een portiek in de gevel is een bijzondere insprong waarbij de dakoversteek onverstoord en op continue wijze doorloopt. selectiecriteria: een portiek in de gevel wordt niet opgenomen, tenzij de portiek (vanaf 10cm) het grootste aandeel in de gevellijn heeft Figuur4: INSPRONG definitie: een insprong in de gevel is een t.o.v. het gebouw inwendig georiënteerde bijzondere verspringing waarbij de gevellijn terugkeert naar zijn oorspronkelijke ligging. Een insprong impliceert dat de dakoversteek tegelijkertijd inspringt. selectiecriteria: de insprong bedraagt minimaal 10cm over een lengte van minimaal 2m Maar men kan het punt, die de insprong bepaalt niet éénduidig meten, waardoor alles wordt ingemeten Figuur5: INSPRONG definitie: een insprong in de gevel is een t.o.v. het gebouw inwendig georiënteerde bijzondere verspringing waarbij de gevellijn terugkeert naar zijn oorspronkelijke ligging. Een insprong impliceert dat de dakoversteek tegelijkertijd inspringt. selectiecriteria: de insprong bedraagt minimaal 10cm over een lengte van minimaal 2m i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 42/130

Figuur6: VERSPRINGING definitie: een verspringing in de gevel komt voor wanneer de gevellijn over een bepaalde afstand verspringt zonder naar zijn oorspronkelijke ligging terug te keren waarbij de richting van de gevellijn onveranderd blijft selectiecriteria: de verspringing zelf bedraagt minimaal 10cm [sg-gvl1 42-2.eps] [sg-gvl1 36-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 43/130

Wachtgevels bij gesloten en/of halfopen bebouwing maken geen deel uit van de gevel, het gevelhoekpunt wordt dan bepaald door het vooruitgesprongen hoekpunt van het eigenlijke gevelvlak van de voorgevel. [sg-gvl1 23-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 44/130

Wanneer door een ingewerkte afvoerpijp bij aansluiting van aangrenzende gebouwen (gemene gevels) het eigenlijke gevelhoek- en scheidingspunt van de gevels niet éénduidig meetbaar is, wordt conventioneel het gevelhoekpunt van de gevel weerhouden dat rechts van de afvoerpijp gelegen is. [sg-gvl1 24-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 45/130

Wanneer de afvoerpijp niet ingewerkt is, vervalt voorgaande regel. [sg-gvl1 25-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 46/130

Uitspringende muren binnen of in het vlak van een gevelwand worden in de regel niet gekarteerd. [sg-gvl1 26-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 47/130

Uitspringende muren binnen of in het vlak van een gevelwand worden in de regel niet gekarteerd. Hier bestaan volgende uitzonderingen op indien er geen éénduidig aanmeetbaar scheidingspunt tussen gevelwand en muur voorkomt: vrije muren in het vlak van de voorgevel kunnen desgevallend in één geheel met de gevel van het overeenkomstig gebouw gekarteerd worden. vrije muren korter dan 2m in het vlak van de zijgevel kunnen desgevallend in één geheel met de gevel van het overeenkomstig gebouw gekarteerd worden [sg-gvl1 27-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 48/130

Uitspringende muren binnen of in het vlak van een gevelwand worden in de regel niet gekarteerd. Hier bestaan volgende uitzonderingen op indien er geen éénduidig aanmeetbaar scheidingspunt tussen gevelwand en muur voorkomt: vrije muren in het vlak van de voorgevel kunnen desgevallend in één geheel met de gevel van het overeenkomstig gebouw gekarteerd worden. vrije muren korter dan 2m in het vlak van de zijgevel kunnen desgevallend in één geheel met de gevel van het overeenkomstig gebouw gekarteerd worden [sg-gvl1 28-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 49/130

Uitspringende muren binnen of in het vlak van een gevelwand worden in de regel niet gekarteerd. Hier bestaan volgende uitzonderingen op indien er geen éénduidig aanmeetbaar scheidingspunt tussen gevelwand en muur voorkomt: vrije muren in het vlak van de voorgevel kunnen desgevallend in één geheel met de gevel van het overeenkomstig gebouw gekarteerd worden. vrije muren korter dan 2m in het vlak van de zijgevel kunnen desgevallend in één geheel met de gevel van het overeenkomstig gebouw gekarteerd worden [sg-gvl1 46-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 50/130

Uitspringende muren binnen of in het vlak van een gevelwand worden in de regel niet gekarteerd [sg-gvl1 29-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 51/130

De gevel van elk hoofdgebouw, ongeacht zijn afmetingen, dient opgenomen indien deze binnen de opdrachtzone gelegen is en een hoek kleiner dan of gelijk aan 45 maakt met de bijhorende wegas. [sg-gvl1 31-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 52/130

Het bijgebouw is toegankelijk en éénduidig aanmeetbaar. Daardoor is het niet nodig de achtergevel van het hoofdgebouw in te meten. [sg-gvl1 32-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 53/130

Het bijgebouw is niet toegankelijk en niet éénduidig aanmeetbaar, maar wel zichtbaar. Daardoor is het niet nodig de achtergevel van het hoofdgebouw in te meten. [sg-gvl1 33-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 54/130

Het zichtbaar gebouwfundament bepaalt het gevelvlak wanneer: het fundament een hoogte van meer dan 50cm boven het maaiveld vertoont OF een breedte van minder dan 10cm heeft t.o.v. de gevelwand. [sg-gvl1 38-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 55/130

Het zichtbaar gebouwfundament bepaalt het gevelvlak wanneer: het fundament een hoogte van meer dan 50cm boven het maaiveld vertoont OF een breedte van minder dan 10cm heeft t.o.v. de gevelwand. [sg-gvl1 39-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 56/130

Een GVL7 is een gemene gevel die ter hoogte van zijn raakpunt met het vlak van de gevel werd opgemeten via de gangbare technieken. Het raakpunt is niet duurzaam en kan niet-éénduidig worden bepaald. Een niet-duurzaam aanzetpunt van een gemene gevel kan maar worden toegepast in de volgende gevallen gevel werd terrestrisch ingemeten het aanzetpunt bevindt zich ter hoogte van de gevelbasis (maaiveld) aanzet gemene gevel bepaald op basis van en in deze rangorde: symmetrische gebouwen kleurverschil gevel- en dakbedekking Belangrijk hierbij is dat het aanzetpunt van de gemene gevel de oriëntatie van de gevelwand niet beïnvloedt. [sg-gvl7 1-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 57/130

Een gevelstuk is een in de context relevant maar onvolledig gekarteerde gevel (GVL1); een gevelstuk wordt begrensd door geen of slechts één van beide gevelhoekpunten. Omwille van de specifieke terreinsituatie (ontoegankelijk, onzichtbaar, ) kunnen één of beide gevelhoekpunten niet opgenomen worden. Het gevelstuk is dus eigenlijk een aan één of beide zijden onvolledige GVL1. De relevantie wordt bepaald door het gelijktijdig opnemen van een ander object in dezelfde opdracht. [sd-gvl10 1-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 58/130

Een gevelstuk is een in de context relevant maar onvolledig gekarteerde gevel (GVL1); een gevelstuk wordt begrensd door geen of slechts één van beide gevelhoekpunten. Omwille van de specifieke terreinsituatie (ontoegankelijk, onzichtbaar, ) kunnen één of beide gevelhoekpunten niet opgenomen worden. Het gevelstuk is dus eigenlijk een aan één of beide zijden onvolledige GVL1. De relevantie wordt bepaald door het gelijktijdig opnemen van een ander object in dezelfde opdracht. [sg-gvl10 2-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 59/130

Een fictieve gevel is een bij benadering geplaatst lijnstuk dat minstens één nietaanmeetbare gevel van een gebouw voorstelt. Een fictieve gevel wordt ingebracht wanneer op terrein EN binnen de opdrachtzone een gebouw aanwezig is waarbij één of beide gevels niet met de gangbare meettechnieken in te brengen is. Tegelijk werden reeds één of meerdere gevels van datzelfde gebouw met de gangbare meettechnieken ingebracht. Een fictieve gevel is niet bepaald in lengte, plaats en richting. [sg-gvl9 1-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 60/130

Een fictieve gevel is een bij benadering geplaatst lijnstuk dat minstens één nietaanmeetbare gevel van een gebouw voorstelt. Een fictieve gevel wordt ingebracht wanneer op terrein EN binnen de opdrachtzone een gebouw aanwezig is waarbij één of beide gevels niet met de gangbare meettechnieken in te brengen is. Tegelijk werden reeds één of meerdere gevels van datzelfde gebouw met de gangbare meettechnieken ingebracht. Een fictieve gevel is niet bepaald in lengte, plaats en richting. [sg-gvl9 2-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 61/130

4.2. GBAx Gebouwaanhorigheid Een gebouwaanhorigheid type verdieping wordt opgenomen wanneer er een eerste en hogere verdieping als duurzame constructie voorkomt, horend bij een gebouw in de opdracht en die maken dat de vlakke voorstelling van het gebouw als gelijkvloerse gevellijn als onvolledig ervaren wordt. Wanneer de gebouwaanhorigheid zich bevindt tussen de voorgevel van het bijhorende hoofdgebouw (gelegen op hetzelfde gebruikersperceel) en de bijhorende wegbaan dan wordt de gebouwaanhorigheid volledig opgenomen Elke duurzame, al dan niet door pijlers ondersteunde loopbrug wordt ingebracht, met uitzondering van sierconstructies. [sg-gba1 1-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 62/130

Een al dan niet door pijlers ondersteund afdak als duurzame constructie wordt opgenomen als een gebouwaanhorigheid type afdak. De rand van het afdak wordt desgevallend aangesloten op de bijhorende gevelwand (GVLx) of gebouwaanhorigheid (GBAx) Enkel de wegwand van de gebouwaanhorigheid wordt opgenomen. De aanzet van de zijwand wordt geconstrueerd onder de volgende voorwaarden (*) lengte 5m loodrecht t.o.v. het gedeelte van de wegwand dat het grootste aandeel heeft De gebouwaanhorigheid wordt bepaald door de loodrechte projectie van de gehele of gedeeltelijke omtrek [sg-gba1 2-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 63/130

Een al dan niet door pijlers ondersteund afdak als duurzame constructie wordt opgenomen als een gebouwaanhorigheid type afdak. De rand van het afdak wordt desgevallend aangesloten op de bijhorende gevelwand (GVLx) of gebouwaanhorigheid (GBAx) Enkel de wegwand van de gebouwaanhorigheid wordt opgenomen. De aanzet van de zijwand wordt geconstrueerd onder de volgende voorwaarden (*) lengte 5m loodrecht t.o.v. het gedeelte van de wegwand dat het grootste aandeel heeft De gebouwaanhorigheid wordt bepaald door de loodrechte projectie van de gehele of gedeeltelijke omtrek De rand van de verdieping wordt steeds aangesloten op de bijhorende gevelwand (GVLx) of gebouwaanhorigheid (GBAx). Hierdoor kan worden afgeweken van de voorwaarden vermeld onder (*) [sg-gba2 3-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 64/130

Een trap wordt opgenomen indien deze tegelijk: aanleunt bij de voorgevel van een gebouw een zijde heeft die langer is dan 1m een oppervlakte heeft die groter is dan 4m² meer dan drie treden omvat binnen een afstand van 5m van de rand van de wegbaan gelegen is [sg-gba4 4-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 65/130

Elke zichtbare onderkeldering van een gebouw (bvb onderkelderd terras) wordt ingebracht. [sg-gba5 5-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 66/130

Elke zichtbare en ingezonken garagetoegang van een gebouw (bvb inrit naar ondergrondse garage van een gebouw) wordt opgenomen als een gebouwaanhorigheid type ingezonken garagetoegang. De gebouwaanhorigheid wordt bepaald door de loodrechte projectie van de gehele of gedeeltelijke omtrek, inclusief eventuele steunmuren. De rand van de zichtbare en ingezonken garagetoegang wordt steeds aangesloten op de bijhorende gevelwand (GVLx) of gebouwaanhorigheid (GBAx) [sg-gba6 6-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 67/130

4.3. KNWx Kunstwerken Een overbrugging is een civieltechnische constructie opgetrokken uit duurzame materialen die een vaste verbinding vormt tussen twee tracés van spoor, weg of water waarbij een gedeelte van een weg, waterloop of spoorweg boven het maaiveld gelegen is. De rand van de overbrugging wordt bepaald door overlangse buitenste rand van brugdek dwarse uitzetvoeg Bij afwezigheid van een dwarse uitzetvoeg wordt het kunstwerk arbitrair gesloten. Muren op een brugdek worden eveneens als WLI2 opgenomen (wegzijde). Dit is een illustratie van een voorbeeld van een opdrachtzone. [sg-knw1 1-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 68/130

Een overbrugging is een civieltechnische constructie opgetrokken uit duurzame materialen die een vaste verbinding vormt tussen twee tracés van spoor, weg of water waarbij een gedeelte van een weg, waterloop of spoorweg boven het maaiveld gelegen is. De rand van de overbrugging wordt bepaald door overlangse buitenste rand van brugdek dwarse uitzetvoeg Bij afwezigheid van een dwarse uitzetvoeg wordt het kunstwerk arbitrair gesloten. Dit is een illustratie van een voorbeeld van een opdrachtzone. [sg-knw1 2-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 69/130

Muren op een brugdek worden eveneens als WLI2 opgenomen (wegzijde), dus de muur op het brugdek wordt in dit geval zowel als WRB als WLI2 opgenomen. Dit is een illustratie van een voorbeeld van een opdrachtzone. [sg-knw1 3-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 70/130

Muren op een brugdek worden eveneens als WLI2 opgenomen (wegzijde). Dit is een illustratie van een voorbeeld van een opdrachtzone. [sg-knw1 4-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 71/130

Een overbrugging is een civieltechnische constructie opgetrokken uit duurzame materialen die een vaste verbinding vormt tussen twee tracés van spoor, weg of water waarbij een gedeelte van een weg, waterloop of spoorweg boven het maaiveld gelegen is De rand van de overbrugging wordt bepaald door: - overlangse buitenste rand van brugdek - dwarse uitzetvoeg bij afwezigheid van een dwarse uitzetvoeg wordt het kunstwerk arbitrair gesloten [sg-knw1 1-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 72/130

Grote installaties (grondoppervlak groter dan 4m²) ten behoeve van het weg-, spoor- en waterverkeer worden opgenomen als KNW2. Een stel sluisdeuren wordt voorgesteld via de rechthoek die de ruimte tussen overstaande deurnissen opvult. Bij overwelving of ter hoogte van waterbouwkundige constructies (sluis, ) wordt de watergang opgenomen [sg-knw2 1-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 73/130

Een cultuurhistorisch monument (KNW3) wordt opgenomen indien het constructies betreft met een grondoppervlak groter dan 4m². [sg-knw3 2-1] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 74/130

Een nutspaal is een burgerlijke constructie, die gebruikt wordt voor de aanmaak (windturbine), het transport (hoogspanningspaal) of distributie (GSM-paal)van nutssignalen. Een paal verschilt van een mast door zijn enkelvoetige duurzame verankering met de grond. Een tijdelijke GSM-mast of zendinstallaties van amateurs worden niet opgenomen. [sg-knw14 2-4.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 75/130

Enkel de volgende masten met publiek karakter worden gekarteerd: - hoogspanning - TV-signalen Masten van TV/radio-amateurs worden niet gekarteerd. Een mast onderscheidt zich van een paal door zijn meervoudige duurzame verankering met de grond (bvb. drievoetige mast, ) [sg-knw4 3-1] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 76/130

Een schoorsteen is een zichtbare constructie opgetrokken uit duurzame materialen voorzien als rookkanaal in functie van een nabijgelegen stookplaats. Enkel de schoorstenen die rechtstreeks steunen op de grond en geïsoleerd staan van en niet volledig omsloten zijn door gebouwen. [sg-knw7 4-1] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 77/130

Volgende installaties worden opgenomen: - silo - opslagtank op voorwaarde dat het grondoppervlak van de constructie groter is dan 4m² [sg-knw9 5-1 ] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 78/130

Volgende installaties worden opgenomen: - silo - opslagtank op voorwaarde dat het grondoppervlak van de constructie groter is dan 4m² De silo of opslagtank wordt voorgesteld door een veelhoek, bepaald door de omtrek van het grondvlak. Verschillende composities naast elkaar worden niet als een geheel gekarteerd. [sg-knw9 6-1] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 79/130

Volgende installaties worden opgenomen: - silo - opslagtank op voorwaarde dat het grondoppervlak van de constructie groter is dan 4m² De silo of opslagtank wordt aangemeten ter hoogte van het maaiveld, inclusief het zichtbare fundament. [sg-knw9 7-1] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 80/130

Cabines en vrijstaande installaties met transformatieposten worden opgenomen als KNW 10. [sg-knw10 1-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 81/130

Een tunnelmond, indien het gaat om een duidelijke constructie uit de burgerlijke bouwkunde die de (verlengde) wegbaan beïnvloedt; wordt opgenomen als kunstwerk, typecode 12. De verlengde wegbaan is het aansluitende gebied onder en op het kunstwerk dat voor het wegverkeer is ingericht. [sg-knw12 1-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 82/130

4.4. WCZ - Grens circulatiezone zwakke weggebruikers De grenslijn van de zone binnen de wegbaan die ontworpen is om het verkeer van snellere verkeersvormen te scheiden van minder snelle weggebruikers zoals voetgangers. De zone is steeds fysiek gescheiden van de rest van de wegbaan en wordt typisch gekenmerkt door een afgeboorde verzakking van de wegverharding naar de hartlijn van de wegbaan toe. [sg-wcz 1-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 83/130

De morfologische criteria zijn: minstens 90 % van de lengte van de grens circulatiezone zwakke weggebruiker (WCZ) bestaat uit boordstenen met hoogteverschil; indien er meerdere gelijkaardige en overwegend parallelle scheidingen zijn binnen de wegbaan: o wordt de grens circulatiezone zwakke weggebruiker (WCZ) opgenomen op de plaats van de verkeerstechnische scheiding tussen het gemotoriseerd wegverkeer (zwaar verkeer (vrachtwagens- bussen) en autoverkeer) en het niet-gemotoriseerd wegverkeer (tweewielers en voetgangers). De grens van de circulatiezone zwakke weggebruikers benadert aldus de rand van de rijbaan; o wordt de grens circulatiezone zwakke weggebruiker (WCZ) opgenomen voor de meest aan de buitenrand gelegen scheiding indien het bovenstaand onderscheid niet kan gemaakt worden. De overige verhoogde boordstenen worden als verhoogde boorsteen/kantsteen (WLI1) opgenomen [sg-wcz 2-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 84/130

De circulatiezone voor zwakke weggebruikers wordt enkel opgenomen indien ze de buitenste zone van een vrijliggende wegbaan begrenst. Een afgeboorde centrale inrichting (bvb. rond punt) geeft geen aanleiding tot het karteren van grens circulatiezone zwakke weggebruiker (WCZ). Deze worden als verhoogde boordsteen / kantsteen (WLI1) opgenomen. [sg-wcz 3-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 85/130

4.5. WRB - Rand van de rijbaan De rijbaan is het gedeelte van de vlakke verharde wegbaan dat gereserveerd wordt voor ten minste autoverkeer. Hiermee wordt bedoeld dat een verharde strook binnen de wegbaan met minimale breedte van 2.5m dient beschouwd als potentiële rijbaan. [sg-wrb 1-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 86/130

De rand van de rijbaan (WRB) wordt maar opgenomen indien het gaat om een éénduidig aanmeetbare en vlakke rand verharding OF overgang verharding OF straatgoot OF een verschil in patroon en verband van betonklinkers OF de rand (voeg) tussen 2 identieke types verhardingen Verfmarkering of kleurverschil komt niet in aanmerking. De rijbaan bestaat uit volgende terreinfenomenen: één of meerdere rijstroken eventueel gecombineerd met één of meerdere componenten: verhard fietspad, straatgoot, reststrook, kantopsluiting [sg-wrb 2-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 87/130

De rand van de rijbaan wordt desgevallend intern afgesloten of fysisch aangesloten op WCZ of WLI1. [sg-wrb 3-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 88/130

De rijbaan is het gedeelte van de vlakke verharde wegbaan dat gereserveerd wordt voor ten minste autoverkeer. Hiermee wordt bedoeld dat een verharde strook binnen de wegbaan met minimale breedte van 2.5m dient beschouwd als potentiële rijbaan. [sg-wrb 4-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 89/130

Een homogene verharde zijstrook, die geen reststrook is, deelt de rijbaan op. De buitenkant van het fietspad wordt op dat moment als WOZ opgenomen. De rijbaan wordt eng geïnterpreteerd en beperkt tot het geheel der rijstroken. [sg-wrb 5-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 90/130

De straatgoot als rand van de rijbaan is een onderdeel van de verharde inrichting van de wegbaan met een collectie- en transportfunctie voor hemelwater, afkomstig van de verharde wegbaan. [sg-wrb 6-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 91/130

Geïsoleerde inrichtingen ter hoogte van een tussenberm bepalen de rand van de rijbaan (WRB) indien deze individueel voldoen aan de volgende voorwaarden lengte (parallel met wegverbinding) vanaf 20m EN breedte (haaks op wegverbinding) vanaf 50cm [sg-wrb 7-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 92/130

Geïsoleerde inrichtingen ter hoogte van een tussenberm bepalen de rand van de rijbaan (WRB) indien deze individueel voldoen aan de volgende voorwaarden lengte (parallel met wegverbinding) vanaf 20m EN breedte (haaks op wegverbinding) vanaf 50cm [sg-wrb 8-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 93/130

Geïsoleerde inrichtingen ter hoogte van een tussenberm bepalen de rand van de rijbaan (WRB) indien deze individueel voldoen aan de volgende voorwaarden lengte (parallel met wegverbinding) vanaf 20m EN breedte (haaks op wegverbinding) vanaf 50cm Wanneer de onderlinge afstand tussen dezelfde inrichtingen kleiner is dan 40m loopt de rand van de rijbaan (WRB) gewoon onverstoord door. De rand van de rijbaan (WRB) stemt echter in alle gevallen overeen met een éénduidig aanmeetbare rand verharding, overgang verharding of straatgoot. [sg-wrb 9-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 94/130

Geïsoleerde inrichtingen ter hoogte van een tussenberm bepalen de rand van de rijbaan (WRB) indien deze individueel voldoen aan de volgende voorwaarden lengte (parallel met wegverbinding) vanaf 20m EN breedte (haaks op wegverbinding) vanaf 50cm Wanneer de onderlinge afstand tussen dezelfde inrichtingen kleiner is dan 40m loopt de rand van de rijbaan (WRB) gewoon onverstoord door. De rand van de rijbaan (WRB) stemt echter in alle gevallen overeen met een éénduidig aanmeetbare rand verharding, overgang verharding of straatgoot. [sg-wrb 10-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 95/130

De rand van de rijbaan (WRB) wordt maar opgenomen indien het gaat om een éénduidig aanmeetbare en vlakke rand verharding OF overgang verharding OF straatgoot OF een verschil in patroon en verband van betonklinkers OF de rand (voeg) tussen 2 identieke types verhardingen Verfmarkering of kleurverschil komt niet in aanmerking. [sg-wrb 11-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 96/130

De rand van de rijbaan (WRB) wordt maar opgenomen indien het gaat om een éénduidig aanmeetbare en vlakke rand verharding OF overgang verharding OF straatgoot OF een verschil in patroon en verband van betonklinkers OF de rand (voeg) tussen 2 identieke types verhardingen Verfmarkering of kleurverschil komt niet in aanmerking. [sg-wrb 12-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 97/130

De rijbaan bestaat uit volgende terreinfenomenen: één of meerdere rijstroken eventueel gecombineerd met één of meerdere componenten: verhard fietspad, straatgoot, reststrook, kantopsluiting [sg-wrb 14-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 98/130

Voorwaarden voor het aanmeten van de WRB in geval van kantopsluiting. De rijbaan wordt uitgebreid met de kantopsluiting behalve in de volgende gevallen: verhoogde boordsteen en verhoogde kantopsluiting in het algemeen ribbelstrook die geen reststrook is kasseien als kantstrook Schijnbare privatieve verhardingen komen niet in aanmerking als kantopsluiting. Het zichtbare gedeelte van een door een nieuwe verhardingslaag bedekte oudere verharding bepaalt de rand van de rijbaan (WRB) niet. Een ribbelstrook gelegen tussen verharde rijstroken en het verhard fietspad wordt beschouwd als een reststrook en deelt bijgevolg de rijbaan niet op. [sg-wrb 13-4.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 99/130

4.6. WOZ- Grens onverharde zone De opname van de grens onverharde zone (WOZ) gaat niet door indien er voor hetzelfde fenomeen reeds een grens van de circulatiezone voor zwakke weggebruiker (WCZ) rand van de rijbaan (WRB) bestaat De grens onverharde zone (WOZ) volgt de verharding ter hoogte van opritten tot aan de rand van de wegbaan [sg-woz 1-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 100/130

De opname van de grens onverharde zone (WOZ) gaat niet door indien er voor hetzelfde fenomeen reeds een grens van de circulatiezone voor zwakke weggebruiker (WCZ) rand van de rijbaan (WRB) bestaat [sg-woz 2-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 101/130

De opname van grens onverharde zone (WOZ) gaat steeds gepaard met het: het voorkomen van een verharde buitenberm in het geval van onverharde wegen [sg-woz 3-2.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 102/130

Wanneer een boordsteen, kantsteen of palissade de grens van de onverharde zone bepaalt wordt deze als volgt ingebracht: met hoogteverschil: benedenzijde (kant verharde zone) zonder hoogteverschil: buitenkant (kant onverharde zone) Aangezien er geen hoogteverschil is worden deze boordstenen niet als verhoogde boordsteen / kantsteen (WLI1) opgenomen. [sg-woz 5-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 103/130

Wanneer een boordsteen, kantsteen of palissade de grens van de onverharde zone bepaalt wordt deze als volgt ingebracht: met hoogteverschil: benedenzijde (kant verharde zone) zonder hoogteverschil: buitenkant (kant onverharde zone) Aangezien er een hoogteverschil is worden deze boordstenen ook als WLI1 opgenomen. [sg-woz 6-1.eps] i l l u s t r a t i e s GRB-skeletvariant GRB versie 3.5.0 2.1.0 104/130