GRB skeletbestek. GRB-skeletvariant synthese algemene illustraties. versie

Transcriptie

1 GRB skeletbestek GRB-skeletvariant synthese algemene illustraties versie Ondersteunend Centrum GIS-Vlaanderen Gebroeders Van Eyckstraat, B-9000 Gent Tel: 09/ Fax: 09/ R.B.V. te Brussel nr 227 Het Ondersteunend Centrum GIS-Vlaanderen is een afdeling van de Vlaamse Landmaatschappij

2 versie auteur Laurence Devenijn datum aanmaak 22 april 2004 datum afdruk 25 april 2005 documenthistoriek.x: discussietekst 2.x: proefprojecten i.s.m. DBK Electrabel 3.0: afstemming op GRB-projectbestek (release 200) 3.0a: definitie van skeletgrb-skeletvarianten 3. -.: afstemming op GRB-concept 4.0, integratie illustraties aanvulling distributie-wegenis 3. -.a: rechtzetting 3.2.2: afstemming nieuwe versie synthese : afstemming nieuwe versie kernbepalingen : afstemming GRB-kernbepalingen versie 3.4 en GRBskeletaanvulling synthese.4

3 Inhoud INHOUD... III. BEDOELING UITVOERING ILLUSTRATIES REFERENTIEMEETCRITERIA GVLX TERRESTRISCH GEMETEN GEVEL VAN EEN GEBOUW KNWX - KUNSTWERKEN WOZ GRENS ONVERHARDE ZONE OVERIGE ILLUSTRATIES GVLX TERRESTRISCH GEMETEN GEVEL VAN EEN GEBOUW KNW RAND OVERBRUGGING KNW4 - HOOGSPANNINGSMAST/ TV-MAST KNW0 - CABINE KNW4 - NUTSPAAL WCZ - GRENS CIRCULATIEZONE ZWAKKE WEGGEBRUIKERS WRB - RAND VAN DE RIJBAAN WOZ- GRENS ONVERHARDE ZONE WLI VERHOOGDE BOORDSTEEN/KANTSTEEN WRIX ZICHTBAAR PUTDEKSEL WPI - PAAL PRPX - PERCEELSRECONSTRUCTIEPUNTEN GRZ3 - SKELETZONE WBN MUREN LANGS DE WEGBAAN WLI2 - MUUR / STOOTBAND BINNEN DE WEGBAAN WGL - VERHARDE RAND VAN DE WATERGANG (KAAIMUUR) WTI4 - KOPMUUR... 2

4 . Bedoeling In de GRB-context worden gegevens duidelijk omschreven op het niveau van: de definitie van het overeenkomstige terreinobject de gehanteerde meetcriteria, wat en wanneer iets opgenomen wordt de voorwaarden waaraan het ingebrachte gegeven moet voldoen typerende en identificerende attributen (geometrie, grafische voorstelling, ). Deze bepalingen hebben als doel een eenduidige kartering en uniforme modellering van topografische opmetingen op het Vlaamse grondgebied mogelijk te maken. In de tekstuele vorm zijn de specificaties nogal abstract en afstandelijk. Het document GRB skeletbestek - algemene illustraties heeft de ambitie om de GRB-gedragsregels op een grafische en bevattelijke wijze voor te stellen. Het document sluit dan ook nauw aan bij de technische bepalingen van de GRB-skeletvariant synthese Specificatie en voorbeeld worden in principe op eenzelfde blad afgedrukt. Uit praktische overwegingen kan er soms afgeweken worden van het bestek zodat een aantal specificaties in een enkele illustratie werden samengebracht. Het is duidelijk dat naarmate de GRB skeletmetingen een verdere uitbreiding nemen, er meer en andere illustraties kunnen aangemaakt worden. Het is daarom belangrijk regelmatig bij het OC na te kijken of er geen nieuwe uitgave van dit document wordt gepubliceerd. 2. Uitvoering Tijdens de uitvoering werd zoveel mogelijk een uniforme legende gehanteerd zodat er een gelijke voorstelling voor gelijkaardige begrippen ontstaat. Het document bevat meestal geboden maar toch ook enkele verbodsbepalingen. De meeste illustraties werden opgevat als een illustratie voor de uniforme kartering van het terrein met het oog op uitwisseling en recuperatie van gegevens. Daarbij worden vanaf een perspectieftekening een frontzicht en een grondplan afgeleid. De interpretatie volgens het GRB-model van dat grondplan sluit de illustratie af. Projectielijnen leggen de onderlinge verbanden vast. Weerhouden exemplaren en overeenkomstige attribuutwaarden worden in de modelfiguur opgenomen. Voor de weginrichting neemt een profiel of doorsnede de rol van het frontzicht over. De profiellijn komt meestal ook in de perspectieftekening voor. Het is bij de studie van de illustraties over de wegenis belangrijk de volgorde van de wegkartering te beschouwen. Deze volgorde is eerst wegennet, dan wegbaan, vervolgens wegopdeling en tenslotte weginrichting. Bij een aantal specificaties kan het noodzakelijk zijn de situatie in de context van het terrein op te nemen en die situaties worden via een overzichtsplan uitgewerkt. Op deze manier kunnen bijvoorbeeld volledige percelenblokken worden voorgesteld. Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

5 3. Illustraties referentiemeetcriteria Een referentiemeetcriterium is een meetcriterium dat nog verder kan worden aangevuld zonder dat de recuperatie in GRB-verband in het gedrang komt (bijvoorbeeld de opname van boordstenen die buiten de wegbaan gelegen zijn). Onderstaande illustraties geven een voorstelling van referentiemeetcriteria. 3.. Gvlx Terrestrisch gemeten gevel van een gebouw zijgevel achtergevel voorgevel >45 zijgevel zijgevel achtergevel <45 voorgevel zijgevel 4 x aanduiding van gvlx (laag) De voorgevel is het elementaire gevelvlak waarvan de gevellijnen een hoek kleiner dan of gelijk aan 45 maken met de hartlijn van de wegbaan die raakt aan het gebruiksperceel waarop het gebouw aan de grond zich bevindt; zijgevels sluiten aan op een voorgevel en de overblijvende gevelvlakken worden achtergevel genoemd. De gevel van elk hoofdgebouw, ongeacht zijn afmetingen, dient opgenomen indien deze binnen de opdrachtzone gelegen is en een hoek kleiner dan of gelijk aan 45 maakt met de bijhorende wegverbinding (dit is de zogenaamde voorgevel). De voorgevel van vrijstaande bijgebouwen zoals garages en loodsen wordt enkel opgenomen indien de oppervlakte groter dan of gelijk is aan 0m² en wanneer deze voorgevel zich bevindt tussen de voorgevel van het bijhorende hoofdgebouw (gelegen op hetzelfde gebruikersperceel) en de bijhorende wegbaan. [ss-gvl 5-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

6 Opp > 0m2 Afsluiting Opp < 0m2 prp2 Grondvlak Model x aanduiding van gvlx (laag) De voorgevel van vrijstaande bijgebouwen zoals garages en loodsen wordt enkel opgenomen indien de oppervlakte groter dan of gelijk is aan 0m² en wanneer deze voorgevel zich bevindt tussen de voorgevel van het bijhorende hoofdgebouw (gelegen op hetzelfde gebruikersperceel) en de bijhorende wegbaan. [ss-gvl 40-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

7 3.2. Knwx - Kunstwerken pijler overbrugging 0,50m 0,50m pijler pijlers liggen binnen 5m van rand van verlengde wegbaan knw 4x knw5 Enkel de pijlers van inrichtingselementen worden opgenomen (kunstwerk, gebouw, ) die gelegen zijn binnen de wegbaan of binnen een afstand van 5m van de rand van de wegbaan en die ofwel: voor cirkelvormige pijlers: diameter groter dan of gelijk aan 0.50m; voor andere pijlers: één van de veelhoekszijden groter dan of gelijk aan 0.50m of oppervlakte groter dan of gelijk aan m² [ss-knw5 2-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

8 Perspectief verluchtingsrooster binnen de opdracht zone knw wli2 wli2 wli2 wli2 De rooster wordt steeds aangemeten ter hoogte van de sokkel of het rooster zelf bij afwezigheid van een sokkel (maaiveld). Het grondoppervlak van de roosters zijn groter dn 4m² en de roosters bevinden zich binnen de wegbaan of de onmiddellijke omgeving (+5m). [ss-knw -.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

9 3.3. Woz Grens onverharde zone Perspectief >0,50m Grondvlak skelet wcz woz De grens onverharde zone (woz) wordt niet afzonderlijk opgenomen wanneer deze dichter dan 50 cm nadert t.o.v. de rand van de circulatiezone zwakke weggebruiker (wcz) of de rand van de (). Een grens onverharde zone (woz) kan geheel of gedeeltelijk samenvallen met een verhoogde boord- of kantsteen, muur, stootband of vangrail [ss-woz 4-.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

10 4. Overige illustraties 4.. Gvlx Terrestrisch gemeten gevel van een gebouw Perspectief 2 2 Frontaanzicht hoofdgebouw 2 x aanduiding van gvlx (laag) Een gebouw aan de grond is een duurzaam bouwsel, vast met het aardoppervlak verbonden, dat een voor mensen toegankelijke ruimte omsluit; gelijkvloerse toegangen voor ondergrondse of hangende constructies worden eveneens als gebouw aan de grond beschouwd. [ss-gvl -.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

11 5 7 Perspectief 5 7 Frontaanzicht gebouw gebouw 5 7 x aanduiding van gvlx (laag) De regelmatige verticale zijwanden van het gebouw worden gevel genoemd en worden beschreven volgens een eigen specificatie gvlx met x= DXF-layer. De gevel beslaat het volledig lijnstuk tussen de zijgevels inclusief de gevelhoekpunten; in het geval dat het gevelhoekpunt niet-éénduidig kan bepaald worden (bvb gebogen gevelwanden) wordt er geen gvl-aanzet geplaatst, maar vormt de gvl-lijn tegelijk ook een gemeten aanzet van de werkelijke zijgevel met lengte 5m. [ss-gvl 2-.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

12 9 Perspectief 9 Frontaanzicht gebouw container standbeeld 9 x aanduiding van gvlx (laag) Op basis van de definitie van gebouw kan de gevel van de volgende constructies uit de opmeting geweerd worden: vanwege onvoldoende duurzaam: bouwketen, schuilhokken vanwege niet vast met de aarde verbonden: woonwagens, verblijfscontainers vanwege niet toegankelijk: niet onderkelderde terrassen, standbeelden vanwege niet-zichtbaar: gebouwen belemmerd door tijdelijke en niet-duurzame constructies en aanbouwsels horecazaken [ss-gvl 3-.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

13 Perspectief Vooraanzicht Grondvlak terrein x aanduiding van gvlx Een vast verankerde serre is een gebouw waarvan het dak en minstens 3 zijden uit glas bestaan en die bestemd is voor het kweken van gewassen, wordt opgenomen wanneer de oppervlakte groter of gelijk is aan 0m². [ss-gvl 8-.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

14 VIDEOTHEEK SAUNA SHOPPING CENTRUM UNIC APOTHEEK Perspectief VIDEOTHEEK SAUNA SHOPPING CENTRUM Frontaanzicht UNIC APOTHEEK x aanduiding van gvlx (laag) In principe komt iedere toegankelijke ruimte overeen met één gebouw, ongeacht het aantal ingangen. De gevels van kleinere, ondergeschikte gebouwen (bergruimtes, garages, stallingen) die tegen de gevel van een belangrijker gebouw of tegen elkaar aan opgericht zijn, worden samen als één gevel gekarteerd indien zij op éénzelfde gebruiksperceel gelegen zijn. De horizontale opdeling van een gebouwcomplex in verschillende gebouwen aan de grond wordt gerealiseerd indien voldaan is aan: de gebouwen aan de grond zijn zichtbaar van elkaar te onderscheiden door een duurzame aanzet van een gemene gevel OF de gebouwen aan de grond zijn zichtbaar van elkaar te onderscheiden door een niet-duurzame aanzet van een gemene gevel [ss-gvl 5-.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

15 Perspectief Frontaanzicht (gezien vanop wegbaan) hangend gebouw pijler toegang tot hangend gebouw 2 x aanduiding van gvlx (laag) knw5 (pijler binnen 5m van rand wegbaan) De gevel van de gelijkvloerse toegang tot ondergrondse of hangende gebouwen wordt ook als gevel aanzien; hierbij hanteert men desnoods virtuele gevels, die gedeeltelijk de ruimte afbakenen waarbinnen het normale maaiveld verstoord is. [ss-gvl -.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

16 7 Ondersteunend Centrum GIS-Vlaanderen regelmatige wanden onregelmatige wanden 9 x aanduiding van gvlx Sommige gebouwen kunnen aanleiding geven tot meer dan één gevel. De aanzet van een zijgevel wordt geconstrueerd als gvl en sluit aan op de gevelhoekpunten. De gevel beslaat het volledig lijnstuk tussen de zijgevels inclusief de gevelhoekpunten; in het geval dat het gevelhoekpunt niet-éénduidig kan bepaald worden (bvb gebogen gevelwanden) wordt er geen gvl-aanzet geplaatst, maar vormt de gvl-lijn tegelijk ook een gemeten aanzet van de werkelijke zijgevel met lengte 5m. [ss-gvl -2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

17 Perspectief 23 gevellijn 23 Frontaanzicht regelmatige wand tussen hoekpunten regelmatige wand tussen hoekpunten gebouw regelmatige wand tussen hoekpunten regelmatige wand tussen hoekpunten voorgevel 23 gevellijn x aanduiding van gvlx Een gevelpunt is elk beduidend vormpunt als voorstelling van de loodrechte projectie van een detail in het gevelvlak op het maaiveld. Het gevelvlak is elke elementaire verticale en regelmatige gevelwand van een gebouw aan de grond. De gevellijn verbindt twee verschillende gevelpunten en volgt de verticale projectie van het gevelvlak op het maaiveld. [ss-gvl 44-.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

18 VERHOUDINGEN STERK OVERDREVEN VERHOUDINGEN STERK OVERDREVEN gevelhoekpunt gevellijn (maaiveld) 8 gevelwand gevelhoekpunt Een gevelpunt is elk beduidend vormpunt als voorstelling van de loodrechte projectie van een detail in het gevelvlak op het maaiveld. Het gevelvlak is elke elementaire verticale en regelmatige gevelwand van een gebouw aan de grond. De gevellijn verbindt twee verschillende gevelpunten en volgt de verticale projectie van het gevelvlak op het maaiveld. [ss-gvl 3-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

19 7 Perspectief gevellijn wegbaan dakrand dakoversteek teruggezette dakoversteek gevelbasis 7 Frontaanzicht gebouw wegbaan 7 gevellijn x aanduiding van gvlx (laag) Een gevelpunt is elk beduidend vormpunt als voorstelling van de loodrechte projectie van een detail in het gevelvlak op het maaiveld. Het gevelvlak is elke elementaire verticale en regelmatige gevelwand van een gebouw aan de grond. De gevellijn verbindt twee verschillende gevelpunten en volgt de verticale projectie van het gevelvlak op het maaiveld. [ss-gvl 4-.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

20 Perspectief 2 4 Frontaanzicht 2 4 gebouw doorgang gebouw 5m 2 4 2m 2m 5m x aanduiding van gvlx (laag) Bij een niet-afsluitbare doorgang door een gebouw wordt de gevel onderbroken. Er wordt een aanzet geconstrueerd die een lengte heeft van 2m en loodrecht staat op het bijhorende gevelstuk. Deze aanzet wordt opgenomen onder gvl. [ss-gvl 7-.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

21 L doorgang L gba 3 5 x aanduiding van gvlx (laag) Bij een niet-afsluitbare doorgang door een gebouw wordt de gevel onderbroken. Er wordt een aanzet geconstrueerd die een lengte heeft van 2m en loodrecht staat op het bijhorende gevelstuk. Deze aanzet wordt opgenomen onder gvl. De verdieping wordt ingebracht in het geval van een niet-afsluitbare doorgang door een gebouw. De doorgang wordt niet langs beide zijden begrensd door een gebouw of uitbreiding van een gebouw, behorend tot hetzelfde gebruiksperceel. [ss-gvl 8-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

22 hoofdgebouw aanbouwsel hoofdgebouw <5m aanbouwsel wegbaan 8 x aanduiding van gvlx (laag) Aanbouwsels zoals garages maken in principe deel uit van de aanleunende gevel tenzij de gevel van het aanbouwsel meer dan 5m naar achter verspringt t.o.v. de aanleunende gevel. [ss-gvl -2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

23 VERHOUDINGEN STERK OVERDREVEN >/2L </2L >0cm L >.5m VERHOUDINGEN STERK OVERDREVEN 33 Een vooruitspringend gedeelte (door verspringing of uitsprong naar de wegbaan toe) van de gevel bepaalt de (hoekpunten van deze ) gevel indien ofwel: dit vooruitspringende gedeelte het grootste aandeel in de gevellijn heeft, 2 of meer versprongen gedeelten van de gevel omvat en de verspringing t.o.v. de aansluitende gevelwand meer dan.50m bedraagt dit vooruitspringende gedeelte meer dan 5m naar de wegbaan toe verspringt t.o.v. de aansluitende façade Dit geldt niet bij gebouwen op hoekpercelen (ter hoogte van een kruispunt) [ss-gvl 9-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

24 >5m L L 5 x aanduiding van gvlx (laag) Een vooruitspringend gedeelte (door verspringing of uitsprong naar de wegbaan toe) van de gevel bepaalt de (hoekpunten van deze ) gevel indien ofwel: dit vooruitspringende gedeelte het grootste aandeel in de gevellijn heeft, 2 of meer versprongen gedeelten van de gevel omvat en de verspringing t.o.v. de aansluitende gevelwand meer dan.50m bedraagt dit vooruitspringende gedeelte meer dan 5m naar de wegbaan toe verspringt t.o.v. de aansluitende façade Dit geldt niet bij gebouwen op hoekpercelen (ter hoogte van een kruispunt) [ss-gvl 0-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

25 VERHOUDINGEN STERK OVERDREVEN > 5m >m VERHOUDINGEN STERK OVERDREVEN 25 x aanduiding van gvlx (laag) Een vooruitspringend gedeelte (door verspringing of uitsprong naar de wegbaan toe) van de gevel bepaalt de (hoekpunten van deze ) gevel indien ofwel: dit vooruitspringende gedeelte het grootste aandeel in de gevellijn heeft, 2 of meer versprongen gedeelten van de gevel omvat en de verspringing t.o.v. de aansluitende gevelwand meer dan.50m bedraagt dit vooruitspringende gedeelte meer dan 5m naar de wegbaan toe verspringt t.o.v. de aansluitende façade Dit geldt niet bij gebouwen op hoekpercelen (ter hoogte van een kruispunt) [ss-gvl 37-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

26 L 2 >,50m > /2 L Een vooruitspringend gedeelte (door verspringing of uitsprong naar de wegbaan toe) van de gevel bepaalt de (hoekpunten van deze ) gevel indien ofwel: dit vooruitspringende gedeelte het grootste aandeel in de gevellijn heeft, 2 of meer versprongen gedeelten van de gevel omvat en de verspringing t.o.v. de aansluitende gevelwand meer dan.50m bedraagt dit vooruitspringende gedeelte meer dan 5m naar de wegbaan toe verspringt t.o.v. de aansluitende façade Dit geldt niet bij gebouwen op hoekpercelen (ter hoogte van een kruispunt) Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

27 VERHOUDINGEN STERK OVERDREVEN gevelbasis <0cm gevelbasis gevelbasis >0cm gevelbasis VERHOUDINGEN STERK OVERDREVEN 4 8 x aanduiding van gvlx (laag) 0 Bij aanliggende gebouwen worden aangrenzende gevels, aangesloten volgens de volgende regels, wanneer: de afstand tussen de respectievelijke hoekpunten minder dan 0 cm bedraagt, dan wordt het meest vooruit geplaatste hoekpunt als gemeenschappelijk beschouwd; de afstand tussen respectievelijke hoekpunten meer dan 0 cm bedraagt, dan worden beide als verschillend beschouwd en dan blijven beide hoekpunten zelfstandig aanwezig. [ss-gvl -2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

28 Perspectief Perspectief VERSPRINGING definitie: een verspringing in de gevel komt voor wanneer de gevellijn over een bepaalde afstand verspringt zonder naar zijn oorspronkelijke ligging terug te keren waarbij de richting van de gevellijn onveranderd blijft selectiecriteria: de verspringing zelf bedraagt minimaal 0cm [ss-gvl 2-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

29 VERHOUDINGEN STERK OVERDREVEN gevelbasis >0cm <0cm gevelbasis VERHOUDINGEN STERK OVERDREVEN 7 x aanduiding van gvlx (laag) VERSPRINGING definitie: een verspringing in de gevel komt voor wanneer de gevellijn over een bepaalde afstand verspringt zonder naar zijn oorspronkelijke ligging terug te keren waarbij de richting van de gevellijn onveranderd blijft selectiecriteria: de verspringing zelf bedraagt minimaal 0cm [ss-gvl 3-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

30 Perspectief INSPRONG definitie: een insprong in de gevel is een t.o.v. het gebouw inwendig georiënteerde bijzondere verspringing waarbij de gevellijn terugkeert naar zijn oorspronkelijke ligging. Een insprong impliceert dat de dakoversteek tegelijkertijd inspringt. selectiecriteria: de insprong bedraagt minimaal 0cm over een lengte van minimaal 2m [ss-gvl 4-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

31 VERHOUDINGEN STERK OVERDREVEN >0cm >2m VERHOUDINGEN STERK OVERDREVEN 2 x aanduiding van gvlx (laag) INSPRONG definitie: een insprong in de gevel is een t.o.v. het gebouw inwendig georiënteerde bijzondere verspringing waarbij de gevellijn terugkeert naar zijn oorspronkelijke ligging. Een insprong impliceert dat de dakoversteek tegelijkertijd inspringt. selectiecriteria: de insprong bedraagt minimaal 0cm over een lengte van minimaal 2m [ss-gvl 5-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

32 Perspectief PORTIEK definitie: een portiek in de gevel is een bijzondere insprong waarbij de dakoversteek onverstoord en op continue wijze doorloopt. selectiecriteria: een portiek in de gevel wordt niet opgenomen, tenzij de portiek (vanaf 0cm) het grootste aandeel in de gevellijn heeft [ss-gvl -2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

33 5 x aanduiding van gvl x PORTIEK definitie: een portiek in de gevel is een bijzondere insprong waarbij de dakoversteek onverstoord en op continue wijze doorloopt. selectiecriteria: een portiek in de gevel wordt niet opgenomen, tenzij de portiek (vanaf 0cm) het grootste aandeel in de gevellijn heeft [ss-gvl 30-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

34 9 Perspectief 9 Frontaanzicht gebouw portiek 9 x aanduiding van gvlx (laag) PORTIEK definitie: een portiek in de gevel is een bijzondere insprong waarbij de dakoversteek onverstoord en op continue wijze doorloopt. selectiecriteria: een portiek in de gevel wordt niet opgenomen, tenzij de portiek (vanaf 0cm) het grootste aandeel in de gevellijn heeft [ss-gvl 7-.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

35 VERHOUDINGEN STERK OVERDREVEN >0cm >m VERHOUDINGEN STERK OVERDREVEN 25 x aanduiding van gvlx (laag) UITSPRONG definitie: een uitsprong in de gevel is een t.o.v. het gebouw uitwendig georiënteerde bijzondere verspringing waarbij de gevellijn terugkeert naar zijn oorspronkelijke ligging. selectiecriteria: de uitsprong zelf bedraagt minimaal 0cm over een lengte van minimaal m. Steunberen van een gebouw (vb. kerk) worden enkel opgenomen indien ze voldoen aan vermelde criteria en tegelijk onmiddellijk aanvangen aan het gevelhoekpunt. [ss-gvl 8-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

36 VERHOUDINGEN STERK OVERDREVEN 0cm m <m m <m m VERHOUDINGEN STERK OVERDREVEN 47 x aanduiding van gvlx (laag) Verschillende gelijksoortige uitsprongen die gegroepeerd voorkomen bij hetzelfde gebouw met een onderlinge afstand kleiner dan m worden als één enkele composiet -uitsprong opgenomen. [ss-gvl 9-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

37 Perspectief Frontaanzicht > 5m 37 x aanduiding van gvlx (laag) HOEKPORTIEK definitie: een hoekportiek ontstaat wanneer er een overbouwde geknikte gevellijn voorkomt op de hoek van het gebouw selectiecriteria: de gevellijn wordt al dan niet bepaald door de hoekportiek: indien er geen drempel of opstap in het verlengde van de gevellijn (max. verspringing toegelaten tot 0cm) aanwezig is, bepaalt de portiek de gevelwand. indien er wel een drempel of opstap aanwezig is in het verlengde van de gevellijn, wordt de portiek niet gekarteerd en volgt de gevelwand de drempel op het maaiveld op voorwaarde dat dit de functionele voorstelling van het gebouw niet vertekent. Enkel de pijlers van inrichtingselementen worden opgenomen (kunstwerk, gebouw, ) die gelegen zijn binnen de wegbaan of binnen een afstand van 5m van de rand van de wegbaan. [ss-gvl 20-.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

38 Perspectief 3 3 Frontaanzicht 3 x aanduiding van gvlx (laag) HOEKPORTIEK definitie: een hoekportiek ontstaat wanneer er een overbouwde geknikte gevellijn voorkomt op de hoek van het gebouw selectiecriteria: de gevellijn wordt al dan niet bepaald door de hoekportiek: indien er geen drempel of opstap in het verlengde van de gevellijn (max. verspringing toegelaten tot 0cm) aanwezig is, bepaalt de portiek de gevelwand. indien er wel een drempel of opstap aanwezig is in het verlengde van de gevellijn, wordt de portiek niet gekarteerd en volgt de gevelwand de drempel op het maaiveld op voorwaarde dat dit de functionele voorstelling van het gebouw niet vertekent. Enkel de pijlers van inrichtingselementen worden opgenomen (kunstwerk, gebouw, ) die gelegen zijn binnen de wegbaan of binnen een afstand van 5 m van de rand van de wegbaan. [ss-gvl 2-.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

39 knik 5 x aanduiding van gvlx (laag) KNIK definitie: een knik in de gevel komt voor wanneer de gevellijn over een bepaalde afstand verspringt zonder naar zijn oorspronkelijke ligging terug te keren. De richting van de gevellijn verandert selectiecriteria: elke knik die na 00cm een lineaire verplaatsing van minimaal 0cm voor het gevelvlak betekent De aanzet van de zijgevel wordt geconstrueerd onder de volgende voorwaarden: lengte 5 m loodrecht t.o.v. het gedeelte van de gevel dat het grootste aandeel in de gevellijn heeft. [ss-gvl 22-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

40 dakoversteek 2 > 2m > 0cm dakoversteek Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

41 3 L </2 L dakoversteek 4 niet eenduidig dakoversteek 5 dakoversteek dakoversteek Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

42 Figuur: VERSPRINGING definitie: een verspringing in de gevel komt voor wanneer de gevellijn over een bepaalde afstand verspringt zonder naar zijn oorspronkelijke ligging terug te keren waarbij de richting van de gevellijn onveranderd blijft selectiecriteria: de verspringing zelf bedraagt minimaal 0cm PORTIEK definitie: een portiek in de gevel is een bijzondere insprong waarbij de dakoversteek onverstoord en op continue wijze doorloopt. selectiecriteria: een portiek in de gevel wordt niet opgenomen, tenzij de portiek (vanaf 0cm) het grootste aandeel in de gevellijn heeft Figuur2: INSPRONG definitie: een insprong in de gevel is een t.o.v. het gebouw inwendig georiënteerde bijzondere verspringing waarbij de gevellijn terugkeert naar zijn oorspronkelijke ligging. Een insprong impliceert dat de dakoversteek tegelijkertijd inspringt. selectiecriteria: de insprong bedraagt minimaal 0cm over een lengte van minimaal 2m Figuur3: PORTIEK definitie: een portiek in de gevel is een bijzondere insprong waarbij de dakoversteek onverstoord en op continue wijze doorloopt. selectiecriteria: een portiek in de gevel wordt niet opgenomen, tenzij de portiek (vanaf 0cm) het grootste aandeel in de gevellijn heeft Figuur4: INSPRONG definitie: een insprong in de gevel is een t.o.v. het gebouw inwendig georiënteerde bijzondere verspringing waarbij de gevellijn terugkeert naar zijn oorspronkelijke ligging. Een insprong impliceert dat de dakoversteek tegelijkertijd inspringt. selectiecriteria: de insprong bedraagt minimaal 0cm over een lengte van minimaal 2m Maar men kan het punt, die de insprong bepaalt niet éénduidig meten, waardoor alles wordt ingemeten Figuur5: INSPRONG definitie: een insprong in de gevel is een t.o.v. het gebouw inwendig georiënteerde bijzondere verspringing waarbij de gevellijn terugkeert naar zijn oorspronkelijke ligging. Een insprong impliceert dat de dakoversteek tegelijkertijd inspringt. selectiecriteria: de insprong bedraagt minimaal 0cm over een lengte van minimaal 2m Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

43 Figuur: VERSPRINGING definitie: een verspringing in de gevel komt voor wanneer de gevellijn over een bepaalde afstand verspringt zonder naar zijn oorspronkelijke ligging terug te keren waarbij de richting van de gevellijn onveranderd blijft selectiecriteria: de verspringing zelf bedraagt minimaal 0cm [ss-gvl 42-2.eps] [ss-gvl 3-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

44 VERHOUDINGEN STERK OVERDREVEN wachtgevel L l facade VERHOUDINGEN STERK OVERDREVEN l 7 5 x aanduiding van gvlx (laag) Wachtgevels bij gesloten en/of halfopen bebouwing maken geen deel uit van de gevel, het gevelhoekpunt wordt dan bepaald door het vooruitgesprongen hoekpunt van het eigenlijke gevelvlak van de voorgevel. [ss-gvl 23-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

45 VERHOUDINGEN STERK OVERDREVEN gebouw gebouw afvoerpijp gebouw L gebouw VERHOUDINGEN STERK OVERDREVEN 2 4 L 3 5 x aanduiding van gvlx (laag) Wanneer door een ingewerkte afvoerpijp bij aansluiting van aangrenzende gebouwen (gemene gevels) het eigenlijke gevelhoek- en scheidingspunt van de gevels niet éénduidig meetbaar is, wordt conventioneel het gevelhoekpunt van de gevel weerhouden dat rechts van de afvoerpijp gelegen is. [ss-gvl 24-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

46 VERHOUDINGEN STERK OVERDREVEN gebouw gebouw afvoerpijp gebouw L gebouw VERHOUDINGEN STERK OVERDREVEN 2 4 L 3 5 x aanduiding van gvlx (laag) Wanneer de afvoerpijp niet ingewerkt is, vervalt voorgaande regel. [ss-gvl 25-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

47 Perspectief aanmeetbare scheiding aanwezig Frontaanzicht gebouw x aanduiding van gvlx Uitspringende muren binnen of in het vlak van een gevelwand worden in de regel niet gekarteerd. [ss-gvl2-.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

48 Perspectief 3 3 Frontaanzicht geen aanmeetbare scheiding aanwezig gebouw 3 x aanduiding van gvlx (laag) Uitspringende muren binnen of in het vlak van een gevelwand worden in de regel niet gekarteerd. Hier bestaan volgende uitzonderingen op indien er geen éénduidig aanmeetbaar scheidingspunt tussen gevelwand en muur voorkomt: vrije muren in het vlak van de voorgevel kunnen desgevallend in één geheel met de gevel van het overeenkomstig gebouw gekarteerd worden. vrije muren korter dan 2m in het vlak van de zijgevel kunnen desgevallend in één geheel met de gevel van het overeenkomstig gebouw gekarteerd worden [ss-gvl 27-.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

49 Perspectief 4 4 Frontaanzicht gebouw <2m voorgevel 4 x aanduiding van gvlx (laag) Uitspringende muren binnen of in het vlak van een gevelwand worden in de regel niet gekarteerd. Hier bestaan volgende uitzonderingen op indien er geen éénduidig aanmeetbaar scheidingspunt tussen gevelwand en muur voorkomt: vrije muren in het vlak van de voorgevel kunnen desgevallend in één geheel met de gevel van het overeenkomstig gebouw gekarteerd worden. vrije muren korter dan 2m in het vlak van de zijgevel kunnen desgevallend in één geheel met de gevel van het overeenkomstig gebouw gekarteerd worden [ss-gvl 28-.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

50 Perspectief 4 4 Frontaanzicht gebouw >2m voorgevel 4 x aanduiding van gvlx (laag) Uitspringende muren binnen of in het vlak van een gevelwand worden in de regel niet gekarteerd. Hier bestaan volgende uitzonderingen op indien er geen éénduidig aanmeetbaar scheidingspunt tussen gevelwand en muur voorkomt: vrije muren in het vlak van de voorgevel kunnen desgevallend in één geheel met de gevel van het overeenkomstig gebouw gekarteerd worden. vrije muren korter dan 2m in het vlak van de zijgevel kunnen desgevallend in één geheel met de gevel van het overeenkomstig gebouw gekarteerd worden [ss-gvl 4-.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

51 Perspectief Frontaanzicht gebouw voorgevel x aanduiding van gvlx (laag) Uitspringende muren binnen of in het vlak van een gevelwand worden in de regel niet gekarteerd [ss-gvl 29-.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

52 gebouw 7 O x aanduiding van gvlx (laag) De gevel van elk hoofdgebouw, ongeacht zijn afmetingen, dient opgenomen indien deze binnen de opdrachtzone gelegen is en een hoek kleiner dan of gelijk aan 45 maakt met de bijhorende wegas. [ss-gvl 3-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

53 toegang gebouw bijgebouw 5 X x x aanduiding van gvlx (laag) Het bijgebouw is toegankelijk en éénduidig aanmeetbaar. Daardoor is het niet nodig de achtergevel van het hoofdgebouw in te meten. [ss-gvl 32-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

54 toegang Begroeiing gebouw niet meetbaar bijgebouw 2 X x aanduiding van gvlx (laag) X block 'hnr0' op laag 'hnr' Het bijgebouw is niet toegankelijk en niet éénduidig aanmeetbaar, maar wel zichtbaar. Daardoor is het niet nodig de achtergevel van het hoofdgebouw in te meten. [ss-gvl 33-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

55 Perspectief Frontaanzicht CABINE 000 O x aanduiding van gvl x (laag) Een genummerde cabine, geïntegreerd in een gebouw, geeft steeds aanleiding tot een hoofdgebouw; De naam CABINE wordt geplaatst bij elke cabine, zowel deze die opgemeten zijn als gevel (gvlx) als deze die gemeten zijn als kunstwerk (knw0) of paal (wpi). Tekst bestaat uit string samengesteld uit 2 delen: CABINE gevolgd door identificatienummer De tekst heeft een oriëntatie parallel met de frontzijde van de cabine of oriëntatie parallel met de wegas (zwevende cabine) Volgende gevallen kunnen voorkomen: CABINE CABINE 000 CABINE G000 [ss-gvl 34-.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

56 Perspectief 33 Vooraanzicht > 50cm L L2 < 0cm L+ L2 33 x aanduiding van gvlx (laag) Het zichtbaar gebouwfundament bepaalt het gevelvlak wanneer: het fundament een hoogte van meer dan 50cm boven het maaiveld vertoont OF een breedte van minder dan 0cm heeft t.o.v de gevelwand. [ss-gvl 38-.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

57 Perspectief 33 Vooraanzicht < 50cm L L2 > 0cm L 33 x aanduiding van gvlx (laag) Het zichtbaar gebouwfundament bepaalt het gevelvlak wanneer: het fundament een hoogte van meer dan 50cm boven het maaiveld vertoont OF een breedte van minder dan 0cm heeft t.o.v de gevelwand. [ss-gvl 39-.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

58 perspectief frontaanzicht geen scheiding / voeg aanwezig grondvlak terrein x grondvlak skelet aanduiding van gvl x (laag) Een gvl7 is een gemene gevel die ter hoogte van zijn raakpunt met het vlak van de gevel werd opgemeten via de gangbare technieken. Het raakpunt is niet duurzaam en kan nietéénduidig worden bepaald. Een niet-duurzaam aanzetpunt van een gemene gevel kan maar worden toegepast in de volgende gevallen gevel werd terrestrisch ingemeten het aanzetpunt bevindt zich ter hoogte van de gevelbasis (maaiveld) aanzet gemene gevel bepaald op basis van en in deze rangorde: symmetrische gebouwen kleurverschil gevel- en dakbedekking Belangrijk hierbij is dat het aanzetpunt van de gemene gevel de oriëntatie van de gevelwand niet beïnvloedt. [ss-gvl7 -.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

59 gebouw niet-aanmeetbaar gevelhoekpunt niet-aanmeetbaar gevelhoekpunt muur (>=,5m) muur (>=,5m) x aanduiding van gvl x (laag) wbn wbn Een gevelstuk is een in de context relevant maar onvolledig gekarteerde gevel (gvl); een gevelstuk wordt begrensd door geen of slechts één van beide gevelhoekpunten. Omwille van de specifieke terreinsituatie (ontoegankelijk, onzichtbaar, ) kunnen één of beide gevelhoekpunten niet opgenomen worden. Het gevelstuk is dus eigenlijk een aan één of beide zijden onvolledige gvl. De relevantie wordt bepaald door het gelijktijdig opnemen van een ander object in dezelfde opdracht. [ss-gvl0-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

60 gebouw niet-aanmeetbaar gevelhoekpunt muur x aanduiding van gvl x (laag) wbn Een gevelstuk is een in de context relevant maar onvolledig gekarteerde gevel (gvl); een gevelstuk wordt begrensd door geen of slechts één van beide gevelhoekpunten. Omwille van de specifieke terreinsituatie (ontoegankelijk, onzichtbaar, ) kunnen één of beide gevelhoekpunten niet opgenomen worden. Het gevelstuk is dus eigenlijk een aan één of beide zijden onvolledige gvl. De relevantie wordt bepaald door het gelijktijdig opnemen van een ander object in dezelfde opdracht. [ss-gvl0 2-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

61 boom toegang tot gebouw gebouw boom niet-aanmeetbaar gevelhoekpunt niet-aanmeetbaar gevelhoekpunt begroeing 4 9 x aanduiding van gvl x (laag) Een fictieve gevel is een bij benadering geplaatst lijnstuk dat minstens één nietaanmeetbare gevel van een gebouw voorstelt. Een fictieve gevel wordt ingebracht wanneer op terrein én binnen de opdrachtzone een gebouw aanwezig is waarbij één of beide gevels niet met de gangbare meettechnieken in te brengen is. Tegelijk werden reeds één of meerdere gevels van datzelfde gebouw met de gangbare meettechnieken ingebracht. Een fictieve gevel is niet bepaald in lengte, plaats en richting. [ss-gvl9-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

62 begroeiing gebouw 44 9 x aanduiding van gvl x Een fictieve gevel is een bij benadering geplaatst lijnstuk dat minstens één nietaanmeetbare gevel van een gebouw voorstelt. Een fictieve gevel wordt ingebracht wanneer op terrein én binnen de opdrachtzone een gebouw aanwezig is waarbij één of beide gevels niet met de gangbare meettechnieken in te brengen is. Tegelijk werden reeds één of meerdere gevels van datzelfde gebouw met de gangbare meettechnieken ingebracht. Een fictieve gevel is niet bepaald in lengte, plaats en richting. [ss-gvl9 2-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

63 4.2. Knw Rand overbrugging Verharde weg met continue verharding wgl x wgl x wli2 20m knw 20m wli2 wgl x wgl x Een overbrugging is een civieltechnische constructie opgetrokken uit duurzame materialen die een vaste verbinding vormt tussen twee tracés van spoor, weg of water waarbij een gedeelte van een weg, waterloop of spoorweg boven het maaiveld gelegen is. De rand van de overbrugging wordt bepaald door overlangse buitenste rand van brugdek dwarse uitzetvoeg Bij afwezigheid van een dwarse uitzetvoeg wordt het kunstwerk arbitrair gesloten. Muren op een brugdek worden eveneens als wli2 opgenomen (wegzijde). Dit is een illustratie van een voorbeeld van een opdrachtzone. [ss-knw -2g.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

64 overspannen waterloop L 'open' afrastering wgl x 20m knw L wgl x (bovenzicht) wgl x wgl x Een overbrugging is een civieltechnische constructie opgetrokken uit duurzame materialen die een vaste verbinding vormt tussen twee tracés van spoor, weg of water waarbij een gedeelte van een weg, waterloop of spoorweg boven het maaiveld gelegen is. De rand van de overbrugging wordt bepaald door overlangse buitenste rand van brugdek dwarse uitzetvoeg Bij afwezigheid van een dwarse uitzetvoeg wordt het kunstwerk arbitrair gesloten. Dit is een illustratie van een voorbeeld van een opdrachtzone. [ss-knw 2-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

65 muur overspannen waterloop L muur wgl x knw wgl x (bovenzicht) wgl x 20m wli2 L wgl x wli2 Muren op een brugdek worden eveneens als wli2 opgenomen (wegzijde), dus de muur op het brugdek wordt in dit geval zowel als als wli2 opgenomen. Dit is een illustratie van een voorbeeld van een opdrachtzone. [ss-knw 3-2g.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

66 voetpad overspannen waterloop L muur overgang verharding wgl x 20m knw L wgl x (bovenzicht) wgl x wli2 wgl x wli2 Muren op een brugdek worden eveneens als wli2 opgenomen (wegzijde). Dit is een illustratie van een voorbeeld van een opdrachtzone. [ss-knw 4-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

67 4.3. Knw4 - Hoogspanningsmast/ TV-mast Perspectief Frontaanzicht 2x knw4 Grondvlak Model Een hoogspanningsmast is een kunstwerk bedoeld voor het transport van stroom onder hoge spanning. Een TV-mast is een kunstwerk bedoeld voor de distributie van TVsignalen Een mast onderscheidt zich van een paal door zijn meervoudige duurzame verankering met de grond (bvb drievoetige mast, ) Masten van TV/radio-amateurs worden niet gekarteerd. [ss-knw4 -.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

68 4.4. Knw0 - Cabine Perspectief 0000 V 0000 V Frontaanzicht CABINE CABINE 000 CABINE G000 CABINE 000 knw0 Electriciteits- en gascabines en vrijstaande installaties met transformatieposten worden opgenomen als knw0. Cabines geïntegreerd in een gebouw geven steeds aanleiding tot een hoofdgebouw. De wanden van dat gebouw worden als gvlx opgenomen. [ss-knw0 2-.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

69 4.5. Knw4 - Nutspaal Zijaanzicht Terrein GSM-paal (permanent) knw4 Elke nutspaal, met een zijde of diameter vanaf m wordt als knw4 opgenomen; het gaat om de volgende gevallen: windturbine hoogspanningspaal permanente GSM-paal De nutspaal wordt als een cirkel of gesloten veelhoekslijn opgemeten conform de volgende voorwaarden: cirkel o positie centrum valt samen met het centrum van de paal o diameter komt overeen met de werkelijke diameter van de paal veelhoek o wordt aangemeten ter hoogte van het maaiveld [ss-knw4-3.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

70 GSM-mast (tijdelijk) (profiel) Een nutspaal is een burgerlijke constructie, die gebruikt wordt voor de aanmaak (windturbine), het transport (hoogspanningspaal) of distributie (GSM-paal)van nutssignalen. Een paal verschilt van een mast door zijn enkelvoetige duurzame verankering met de grond. Een tijdelijke GSM-mast of zendinstallaties van amateurs worden niet opgenomen. [ss-knw4 2-4.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

71 4.. Wcz - Grens circulatiezone zwakke weggebruikers A 4 Perspectief B A B Profiel wpi wpi 4 x aanduiding van gvlx (laag) wcz wcz De grenslijn van de zone binnen de wegbaan die ontworpen is om het verkeer van snellere verkeersvormen te scheiden van minder snelle weggebruikers zoals voetgangers. De zone is steeds fysiek gescheiden van de rest van de wegbaan en wordt typisch gekenmerkt door een afgeboorde verzakking van de wegverharding naar de hartlijn van de wegbaan toe. [ss-wcz -.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

72 4 Ondersteunend Centrum GIS-Vlaanderen 4 A Perspectief B A B Frontaanzicht x aanduiding van gvlx (laag) wcz wcz wli De morfologische criteria zijn: minstens 90 % van de lengte van de grens circulatiezone zwakke weggebruiker (wcz) bestaat uit boordstenen met hoogteverschil; indien er meerdere gelijkaardige en overwegend parallelle scheidingen zijn binnen de wegbaan: o wordt de grens circulatiezone zwakke weggebruiker (wcz) opgenomen op de plaats van de verkeerstechnische scheiding tussen het gemotoriseerd wegverkeer (zwaar verkeer (vrachtwagens- bussen) en autoverkeer) en het niet-gemotoriseerd wegverkeer (tweewielers en voetgangers). De grens van de circulatiezone zwakke weggebruikers benadert aldus de rand van de ; o wordt de grens circulatiezone zwakke weggebruiker (wcz) opgenomen voor de meest aan de buitenrand gelegen scheiding indien het bovenstaand onderscheid niet kan gemaakt worden. De overige verhoogde boordstenen worden als verhoogde boorsteen/kantsteen (wli) opgenomen [ss-wcz 2-.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

73 B Perspectief A A B Frontaanzicht wcz wli wli wcz De circulatiezone voor zwakke weggebruikers wordt enkel opgenomen indien ze de buitenste zone van een vrijliggende wegbaan begrenst. Een afgeboorde centrale inrichting (bvb. rond punt) geeft geen aanleiding tot het karteren van grens circulatiezone zwakke weggebruiker (wcz). Deze worden als verhoogde boordsteen / kantsteen (wli) opgenomen. [ss-wcz 3-.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

74 4.7. Wrb - Rand van de A Perspectief B B A Frontaanzicht De is het gedeelte van de vlakke verharde wegbaan dat gereserveerd wordt voor ten minste autoverkeer. Hiermee wordt bedoeld dat een verharde strook binnen de wegbaan met minimale breedte van 2.5m dient beschouwd als potentiële. [ss- -.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

75 fietspad onverharde berm rijstrook reststrook verhard fietspad onverharde berm De rand van de () wordt maar opgenomen indien het gaat om een éénduidig aanmeetbare en vlakke rand verharding OF overgang verharding OF straatgoot OF een verschil in patroon en verband van betonklinkers OF de rand (voeg) tussen 2 identieke types verhardingen Verfmarkering of kleurverschil komt niet in aanmerking. De bestaat uit volgende terreinfenomenen: één of meerdere rijstroken eventueel gecombineerd met één of meerdere componenten: verhard fietspad, straatgoot, reststrook, kantopsluiting [ss- 2-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

76 B Perspectief A wegbaan A B Profiel A-B wcz wcz De rand van de wordt desgevallend intern afgesloten of fysisch aangesloten op wcz of wli. [ss- 3-.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

77 verharde berm rijstrook onverharde berm De is het gedeelte van de vlakke verharde wegbaan dat gereserveerd wordt voor ten minste autoverkeer. Hiermee wordt bedoeld dat een verharde strook binnen de wegbaan met minimale breedte van 2.5m dient beschouwd als potentiële. [ss- 4-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

78 onverharde berm >= 50cm fietspad rijstrook boordsteen verharde zijstrook onverharde berm woz wcz woz Een homogene verharde zijstrook, die geen reststrook is, deelt de op. De buitenkant van het fietspad wordt op dat moment als woz opgenomen. De wordt eng geïnterpreteerd en beperkt tot het geheel der rijstroken. [ss- 5-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

79 onverharde berm fietspad straatgoot rijstrook onverharde berm straatgoot verhard fietspad De straatgoot als rand van de is een onderdeel van de verharde inrichting van de wegbaan met een collectie- en transportfunctie voor hemelwater, afkomstig van de verharde wegbaan. [ss- -2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

80 > 20 m = onverharde zone fietspad rijstrook >50 cm woz Geïsoleerde inrichtingen ter hoogte van een tussenberm bepalen de rand van de () indien deze individueel voldoen aan de volgende voorwaarden lengte (parallel met wegverbinding) vanaf 20m EN breedte (haaks op wegverbinding) vanaf 50cm [ss- 7-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

81 < 20 m > 20 m = onverharde zone fietspad >50 cm rijstrook woz Geïsoleerde inrichtingen ter hoogte van een tussenberm bepalen de rand van de () indien deze individueel voldoen aan de volgende voorwaarden lengte (parallel met wegverbinding) vanaf 20m EN breedte (haaks op wegverbinding) vanaf 50cm [ss- 8-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

82 > 20 m < 40 m > 20 m = onverharde zone >50 cm fietspad rijstrook woz Geïsoleerde inrichtingen ter hoogte van een tussenberm bepalen de rand van de () indien deze individueel voldoen aan de volgende voorwaarden lengte (parallel met wegverbinding) vanaf 20m EN breedte (haaks op wegverbinding) vanaf 50cm Wanneer de onderlinge afstand tussen dezelfde inrichtingen kleiner is dan 40m loopt de rand van de () gewoon onverstoord door. De rand van de () stemt echter in alle gevallen overeen met een éénduidig aanmeetbare rand verharding, overgang verharding of straatgoot. [ss- 9-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

83 > 20 m > 40 m = onverharde zone > 20 m fietspad >50 cm rijstrook woz woz Geïsoleerde inrichtingen ter hoogte van een tussenberm bepalen de rand van de () indien deze individueel voldoen aan de volgende voorwaarden lengte (parallel met wegverbinding) vanaf 20m EN breedte (haaks op wegverbinding) vanaf 50cm Wanneer de onderlinge afstand tussen dezelfde inrichtingen kleiner is dan 40m loopt de rand van de () gewoon onverstoord door. De rand van de () stemt echter in alle gevallen overeen met een éénduidig aanmeetbare rand verharding, overgang verharding of straatgoot. [ss- 0-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

84 = onverharde zone rijstrook volle witte lijn goot fietspad parkeerstrook woz De rand van de () wordt maar opgenomen indien het gaat om een éénduidig aanmeetbare en vlakke rand verharding OF overgang verharding OF straatgoot OF een verschil in patroon en verband van betonklinkers OF de rand (voeg) tussen 2 identieke types verhardingen Verfmarkering of kleurverschil komt niet in aanmerking. [ss- -2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

85 P = onverharde zone rijstrook volle witte lijn fietspad goot parkeerstrook De rand van de () wordt maar opgenomen indien het gaat om een éénduidig aanmeetbare en vlakke rand verharding OF overgang verharding OF straatgoot OF een verschil in patroon en verband van betonklinkers OF de rand (voeg) tussen 2 identieke types verhardingen Verfmarkering of kleurverschil komt niet in aanmerking. [ss- 2-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

86 B U S rijstrook verhard fietspad Grondvlak Model De bestaat uit volgende terreinfenomenen: één of meerdere rijstroken eventueel gecombineerd met één of meerdere componenten: verhard fietspad, straatgoot, reststrook, kantopsluiting [ss- 4-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

87 kws overlangse betonstroken overlangse betonstroken overlangse betonstroken kasseien Voorwaarden voor het aanmeten van de kasseien klinkers prefab-goot Voorwaarden voor het aanmeten van de in geval van kantopsluiting. De wordt uitgebreid met de kantopsluiting behalve in de volgende gevallen: verhoogde boordsteen en verhoogde kantopsluiting in het algemeen ribbelstrook die geen reststrook is kasseien als kantstrook Schijnbare privatieve verhardingen komen niet in aanmerking als kantopsluiting. Het zichtbare gedeelte van een door een nieuwe verhardingslaag bedekte oudere verharding bepaalt de rand van de () niet. Een ribbelstrook gelegen tussen verharde rijstroken en het verhard fietspad wordt beschouwd als een reststrook en deelt bijgevolg de niet op. [ss- 3-4.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

88 4.8. Woz- Grens onverharde zone B Perspectief A verharde zone wegbaan A B Profiel A-B woz wcz wcz woz De opname van de grens onverharde zone (woz) gaat niet door indien er voor hetzelfde fenomeen reeds een grens van de circulatiezone voor zwakke weggebruiker (wcz) rand van de () bestaat De grens onverharde zone (woz) volgt de verharding ter hoogte van opritten tot aan de rand van de wegbaan [ss-woz -.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2

89 onverharde berm gebouw verharde stoep verharde x aanduiding van gvlx = laag De opname van de grens onverharde zone (woz) gaat niet door indien er voor hetzelfde fenomeen reeds een grens van de circulatiezone voor zwakke weggebruiker (wcz) rand van de () bestaat [ss-woz 2-2.eps] Illustraties GRB-skeletvariant synthese versie /2