Afgestudeerd... en dan?



Vergelijkbare documenten
Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Meer succes met je website

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Een land waar. mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Ria Massy. De taart van Tamid

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

We spelen in het huis van mijn mama deze keer,

Hoe gaat het met je studie?

Juridische medewerker

KIEZEN VOOR WERK: HANDLEIDING

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Werkboek Het is mijn leven

Lotte is er erg blij mee. Ik wilde altijd al een huisdier voor mezelf, zegt ze tegen opa. En nu heb ik er opeens een heleboel.

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

sarie, mijn vriend kaspar en ik

De Bloem (van plastic) is een meid van nu! Tikkeltje brutaal!

Hoe oriënteren studenten zich op de arbeidsmarkt?

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Lekker ding. Maar Anita kijkt boos. Hersendoden zijn het!, zegt ze. Die Jeroen is de ergste. Ik kijk weer om en zie hem meteen zitten.

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Leraar, je wist dat je het was.

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

De Budget Ster: omgaan met je schulden

VIER EENVOUDIGE TAKTIEKEN OM LASTIGE COLLEGA S VOOR JE TE WINNEN

Bij. research. Gemaakt door: Flore Wassenberg A3c Stage gelopen bij Ron en Janne.

Inge Test

BINNENSUIS Jehudi van Dijk

Borstkanker ''Angst voor het onbekende''

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Aan de slag met de Werk Ster!

Kinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT

Verhaal: Jozef en Maria

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

Wat was voor jou de belangrijkste reden om aan dit project mee te werken?

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

Klein Kontakt. Jarigen. in april zijn:

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

De muur. Maar nu, ik wil uitbreken. Ik kom in het nauw en wil d r uit. Het lukt echter niet. De muur is te hoog. De muur is te dik.

Voor jou. Verhalen van mantelzorgers. Anne-Rose Hermer

Periode: CBT examens 15 april t/m 30 april 2014

Jouw praktische weg naar het hbo. Onderdeel van AOC Oost

Karin de Galan. Karin de Galan (1967) is sinds 1991 trainer en coach.

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1

Factsheet persbericht

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

Iris marrink Klas 3A.

Hans van Rooij VERSTAG

LAAT JE BEDRIJF GROEIEN DOOR HET INZETTEN VAN JE NETWERK!

Doorbreek je belemmerende overtuigingen!

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

Info. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1

U in het middelpunt Die migraine hè Levenservaring verzilveren

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Elke middag loopt Fogg van zijn huis naar de Club. Om een spelletje kaart te spelen. Er wordt altijd om geld gespeeld. En als Fogg wint, geeft hij

NAAM. Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever.

1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden.

Presentatie kwalitatief onderzoek beleving respondenten moestuinproject Asten - Someren

Adinda Keizer - Copyright 2013 Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van Vindjeklant.nl worden gekopieerd of gebruikt in commerciële

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

MARIAN HOEFNAGEL. Met alle geweld. in één klap alleen. Uitgeverij Eenvoudig Communiceren

Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!

Aan de Schrans in Leeuwarden is één van de meest opvallende orthodontiepraktijken. van Noord-Nederland gevestigd. Daarin werkt

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 7-8. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

3 Bijna ruzie. Maar die Marokkanen en Turken horen hier niet. Ze moeten het land uit, vindt Jacco.


Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

Researchverslag: rituelen Joanna Siccama GAR1-B leraar: Harald Warmelink

MARIAN HOEFNAGEL. De nieuwe buurt. Uitgeverij Eenvoudig Communiceren

Dat ze klaarstaat voor haar vrienden. Als ze samen is met haar vriendinnen, is er veel gein

Op zoek naar een leuke baan? WSD-Groep helpt je op weg!

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

JUST BE YOU.NL. Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen. Marian Palsgraaf -

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst.

Afval Anne en de Sorteerbrigade

Nie uwsb rie f Stichting OE R S T I C H T I N G O N D E R W I J S E V A L U A T I E R A P P O R T J A A R G A N G 4, NR. 3 ( M A A R T )

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

1 Lezen. 1.1 Lezen wat er staat. Lees eerst de tekst goed door en probeer dan de vragen hieronder te beantwoorden.

13 Acquisitietips. AngelCoaching. Coaching en training voor de creatieve sector

H E T V E R L O R E N G E L D

Allemaal in ontwikkeling. Door: Rieke Veurink / Fotografie: Kees Winkelman

FLIPPEN. Naam: Ruben van Dijk Datum van inlevering: 28/11/06 Klas: M1C Tutorgroep: 2

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

Tornado. Maartje gaat voor het eerst logeren. s Nachts belandt ze met haar vriendinnetje Eva in een tornado en beleven ze een heel spannend avontuur.

ik? Houd je spreekbeurt over GGNet

Maatschappelijk werk (alweer)

Transcriptie:

9 18e jaargang 10 april 2013 redactioneel onafhankelijk magazine van de Hanzehogeschool Groningen website: www.hanzemag.nl e-mail: hanzemag@org.hanze.nl Foto: Pepijn van den Broeke werk check Hanzemag.nl we rk Afgestudeerd... en dan?

ADVERTENTIE @HanzeMag /HanzeMag Video: Bereid gezond en snel de Body & Brains Burger! Hanzemagazine Colofon Loco Video: ICM student Suzanne Zuurman is manga- en anime-fan!

INHOUD Arbeidsperspectieven versus Eerlijke Voorlichting Glibberen in een cijferbrij 8/9 Betaalde scriptiehulp De vage scheidslijn tussen fraude en begeleiding 14/15/16 De teloorgang van links in de medezeggenschap Ook de GSb richt zich op de calculerende student 18/19 Bijbanen: van mystery shopper tot hovenier Van een tientje tot 22,50 euro per uur Item: Daan & Amerenske Als ik moe ben doet Daan een dekentje over me heen en gaat voor me koken 20 21 [9] 10 APRIL 2013 WOENSDAG HANZEMAG 3

4 HANZEMAG WOENSDAG 10 APRIL 2013 [9] Foto: Luuk Steemers

Zo n duizend studenten en afgestudeerden van Stenden Hogeschool, Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool kwamen naar het jaarlijkse Career Event op 20 maart in de Der A-kerk. Op de oeroude graftegels in de vloer werden workshops gegeven, presentaties en één-op-één-gesprekken met vertegenwoordigers van bedrijven en organisaties. Volgens Elise van Zwieten van het organiserende Talent Career Center groeit het aantal deelnemende hbo ers ieder jaar. De werkgevers zijn ook steeds meer in hbo ers geïnteresseerd omdat ze meer praktijkervaring hebben en beter hebben leren samenwerken en netwerken. [6] 9 JANUARI 2013 WOENSDAG HANZEMAG 5

bij de les Hoe verleid je depressieve cliënten tot punniken, breien en vilten? In de communicatieles van Annet Feitsma oefent een groep deeltijdeerstejaars met rollenspellen en feedback van de groep, de video én de juf. Beren van de weg schoppen Foto: Luuk Steemers Dertien dames die worden bij- of omgeschoold tot verpleegkundige druppelen enigszins gespannen lokaal C1.20 van het Wiebengacomplex binnen. De groep verzamelt zich rond de grote ovale houten tafel. Annet Feitsma controleert de camera-opstelling en waarschuwt dat het een bijzondere les wordt, waarin ze het zwaar te verduren krijgen. De camera zal de rollenspellen feilloos registreren, de groep zal kritisch toekijken en de docent zal genadeloos commentaar leveren. Tessa en Jolanda gaan een adviesgesprek voeren. Tessa speelt de verpleegkundige en Jolanda is Marian. Marian is depressief, met alle vitale kenmerken. Ze zit sinds vier maanden in een GGZ-instelling. Marian slaapt veel en doet weinig. Tessa wil haar stimuleren om mee te doen aan activiteiten. Marian staat niet direct te springen. Tessa (fris & fruitig): Dag Marian, fijn dat je er bent. Wil je iets drinken? Ik wil vandaag graag de mogelijkheden voor activiteiten met je bespreken. Vind je dat goed? Je bent nu vier maanden hier. Hoe gaat het? Marian (somber): Niet zo goed. Ik ben de hele dag moe en heb eigenlijk alleen zin om te slapen. Verder heb ik last van negatieve gedachten. Tessa (meelevend): Waar gaan die negatieve gedachten over? Marian (triest): Waarom zou ik überhaupt mijn bed uitkomen? Tessa (uit het veld geslagen): Wat vind je van de dagstructuur? Marian (bedrukt): Ik kom mijn bed uit voor het ontbijt en het avondeten, meer energie heb ik niet. Tessa (rustig): Soms kan het helpen om iets te gaan doen om meer energie te krijgen. Zijn er dingen die je leuk vond voor je depressief werd? Marian (sprankje licht): Ik zat op een handwerkclubje. Tessa (ijzer smeden als het heet is): Zou je maandag eens bij Manon en Gerrit, de activiteitenbegeleiders, willen kijken? Geheel vrijblijvend. Gerrit kan je komen halen. Marian (gespannen): Ik vind het heel spannend met allemaal vreemde mensen. Het zou helpen als ik gehaald werd. Tessa (energiek): Je kunt breien, punniken, vilten Er is koffie en thee met een koekje. En het kost niets. Je zou ook twee keer kunnen Marian (hohooo ): Eén keer kijken vind ik wel genoeg. Vrijblijvend. Tessa (geruststellend): Goed dat je het wilt proberen. Dan spreken wij dinsdag om 11.00 uur af en kan ik horen hoe je het vond. Wat vond je van ons gesprek? Marian (zucht van verlichting): Prima. Ik denk dat het goed is om te proberen. Annet complimenteert Marian en Jolanda. Ze zijn keurig binnen de tijd gebleven en Annet benadrukt het leerrendement van de video. Voor de verpleegkundigen in spe is het vooral schrikken om zichzelf terug te zien. Dat haar en die stem vreselijk! Annet vraagt de groep wat ze van het gesprek vonden. Goed, klinkt het eenstemmig. Met goed neem ik geen genoegen, antwoordt Annet. Groep: Tessa heeft goed doorgevraagd, nam rust, heeft de patiënt gestimuleerd om door te praten en ze heeft haar doel in tien minuten bereikt. Ze maakte goed gebruik van parafrases. Dat van die dagstructuur begreep ik alleen niet. Tessa: Ik wilde wat over koetjes en kalfjes beginnen om Marians vertrouwen te winnen, maar dat bleek niet nodig. Toen kwam die dagstructuur een beetje uit de lucht vallen. Annet: Marian komt moeilijk haar bed uit, hoe kun je daarop doorvragen? Groep: Waarom kom je moeilijk uit bed? Waar zou je wel je bed voor uitkomen? Annet vult aan: Waar kreeg je energie van voor je depressie? Leg het initiatief bij de cliënt. Je mag best gesloten vragen stellen, als je maar op het antwoord ingaat. Laat de patiënt zelf tot inzicht komen en zelf de beren van de weg schoppen. Groep: Probeer de cliënt te empoweren met woorden als: wat knap dat u dat doet. Dan creëer je een mooie ingang tot je doel. Gedragsveranderingen beginnen bij motivatie. Motivatie is de motor. Annet: Nog een belangrijke tip voor de toetsing: focus je op de cliënt in plaats van op de theorie. Loes Vader 6 HANZEMAG WOENSDAG 10 APRIL 2013 [9]

Opinie BSA Rondvraag BSA na de propedeuse? Hogescholen en universiteiten mogen vanaf september experimenteren met het invoeren van een bindend studie-advies (BSA) in het tweede en derde studiejaar. Zo'n BSA zou volgens minister Jet Bussemaker studievertraging kunnen tegengaan en het studietempo verhogen. Of de Hanzehogeschool zich aan een experiment waagt, is nog onbekend. Leon Benjamins, eerstejaars Sociaal Juridische Dienstverlening Het lijkt me onnodig. In het eerste jaar kun je volgens mij best het kaf van het koren scheiden. Als je in het eerste jaar je punten niet haalt omdat je je best niet doet, heb je dat helemaal aan jezelf te wijten. En als je niet haalt omdat je de stof niet aankunt, heb je het niveau waarschijnlijk niet. Henk van Essen, docent Communicatie bij de International Business School Dit is een paardenmiddel. Als opleiding moet je ervoor zorgen dat je je studenten in de propedeuse selecteert. De student kan zich in die tijd oriënteren op de studie en het beroep. De meeste pittige vakken heb je als je je punten binnen hebt gehaald. Dat is de garantie dat je de rest van de studie aankunt. Opleidingen moeten dat traject goed voor elkaar hebben. Sommige opleidingen hebben misschien staart-problemen met studenten die acht tot negen jaar blijven doorstuderen. Dat kost de opleiding en de student veel geld. Maar bijna niemand is tegenwoordig nog in staat om dat te betalen. Natuurlijk wil je als opleiding af van langstudeerders, maar dan kun je beter andere middelen inzetten. Schakel het decanaat in en zet er stevige studieloopbaanbegeleiding op. Helpt dat niet? Dan coach je die student naar een voor hem of haar passende oplossing. Rick Koster, voorzitter van de Onafhankelijke Studenten Raad (OSR) De OSR is fel tegen. Wij zijn liberaal gericht, we vinden dat studenten niet moeten worden lastiggevallen met allerlei voorwaarden die de studie verzwaren. Bij de oprichting van onze stichting zei CVB-lid Marian van Os dat het belangrijk is dat studenten bestuurlijk actief kunnen zijn. Wij denken dat je zo vaardigheden opdoet die je tijdens de studie niet kunt oppikken. Wij willen al geen BSA in het eerste jaar en in het tweede en derde jaar moet dat helemaal niet kunnen. Het begon met een norm van 40 punten en nu zijn het er al 48. Bij de Rijksuniversiteit willen ze zelfs overgaan op 60 punten en jaarklassen. Studeren moet leuk blijven en je moet er ook een bijbaan bij kunnen hebben. De mooiste tijd van je leven wordt zo een zakelijke transactie. Nino Kooijman, eerstejaars Sociaal Juridische Dienstverlening Als je derdejaars bent en je hebt er drie jaar voor zitten zwoegen, dan is het wel erg zuur als je moet stoppen. Het kan je toch ook eens wat tegen zitten? Volgens mij kun je beter mensen hebben die zes jaar over hun studie doen, dan mensen die na drie jaar moeten stoppen en dan weer een andere opleiding moeten gaan doen. Dat is duur voor de studenten én voor de overheid. BSA vernietigt talent Jan Munters Woordvoerder GSb Dit is een aanslag op de student. Je propedeuse en al je andere studieresultaten worden gewoon met één pennenstreek van tafel geveegd, zelfs als je al ver met je studie bent. Ook kun je fluiten naar het geld dat je in je studie hebt gestoken. Wij roepen de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool op om niet mee te doen aan het experiment van Jet Bussemaker. De minister wil dat studenten sneller gaan studeren, maar ze vraagt zich niet af of ze ook béter gaan studeren. De menselijke maat is helemaal zoek. Studenten die in het eerste jaar voldoende punten halen tonen aan dat ze de studie aankunnen. Je kunt een student die halverwege is toch niet meer zomaar wegsturen? Dat is een regelrechte vernietiging van talent. Het voorstel zorgt volgens ons voor hogere studieschulden. Vergeet niet dat Bussemaker ook een leenstelsel wil invoeren. Drie jaar uitwonend studeren levert een studieschuld op van 10.000 tot 35.000 euro. Een andere opleiding doen duurt veel langer dan de oude afmaken. De student wordt door een BSA in jaar twee en drie voor een dilemma gesteld: opnieuw beginnen en nog meer schuld opbouwen, of zonder diploma aan het werk gaan. Het bindend studieadvies is bedoeld om studie-uitval in latere jaren te voorkómen, niet om het te bewerkstelligen. Sinds de invoering hebben de RUG en Hanze de norm voor het BSA herhaaldelijk verhoogd. De GSb is altijd tegen dit soort onnodige blokkades geweest. Met de uitbreiding naar het tweede en derde jaar lijkt het BSA vooral een middel om grote groepen studenten weg te saneren. Het moet maar eens afgelopen zijn. [9] 10 APRIL 2013 WOENSDAG HANZEMAG 7

Wat moeten we met Eerlijke Voorlichting en arbeidsmarktperspectieven? Appels, peren, en kersen op de taart Het streven om aankomend studenten zo feitelijk mogelijk te informeren over hun toekomst mondt uit in cijferdrijfzand. Maar hier en daar komen verrassende feiten naar boven. Vandaag Open Dag op de Hanzehogeschool Groningen. Veel docenten en studenten staan klaar om eerlijke voorlichting te geven. Dat twitterde bestuurslid Marian van Os op 9 maart. Zo, hé, concludeerde 87,5 procent van de mensen die ik de tweet voorlegde, dus tot en met 8 maart heeft de Hanze de kluit bedonderd! Dat bedoelde Van Os natuurlijk niet te zeggen. Eerlijke Voorlichting is bestuursjargon. Het betekent dat hogescholen hun best doen om potentiële studenten zo feitelijk mogelijk te informeren over de opleiding. Zo krijgen de aanstaande studenten een beeld van het vermoedelijke aantal jaar- en studiegenoten, het percentage van de studenten die uitvallen en de tijd die de gemiddelde student over z n opleiding doet. De eerlijke voorlichters in den lande laten het echter niet bij gegevens over de studietijd. Zij geven ook inzicht in de kans op een baan en zelfs het salaris dat de student zal verdienen als hij de hogeschool met een diploma verlaat. Eerlijke Voorlichting is, kortom, van alles en nog wat dat in cijfers is uit te drukken. Cijfers kunnen best liegen En daar zit meteen een probleem. Cijfers lijken preciezer en feitelijker (en sinds kort dus ook: eerlijker) dan ze hoeven te zijn. En hoe meer cijfers in getallen staan, hoe sterker dit effect optreedt. Het percentage mensen dat dacht dat de Hanze vóór 9 maart de boel belazerde, was 87,5. Dat was volkomen juist: ik had acht mensen gevraagd om Van Os tweet te beoordelen, en zeven van hen zagen er een bekentenis in. In dit voorbeeld zou de tekst zeven van de acht mensen veel informatiever zijn dan 87,5 procent van de mensen. Maar veel mensen voelen dat helemaal niet zo: 87,5 procent klinkt hun preciezer in de oren dan zeven van de acht. Hoewel het spreekwoord anders zegt kunnen cijfers dus best liegen. Of in ieder geval kunnen ze een beeld vertekenen. Op de website van de Hanzehogeschool staat, het moet gezegd, een prachtige studievergelijker. Met een paar muisklikken kan een aspirant-student zien met welke opleiding hij de grootste kans maakt op de arbeidsmarkt. Dat is de opleiding Mondzorgkunde. 99 van de honderd studenten hebben anderhalf jaar nadat ze een diploma haalden een baan op hbo-niveau. Dat is leuk om te weten. Maar de studievergelijker zet er andere cijfers naast. Hé iets minder dan de helft (45 procent) van de Mondzorgstudenten doet méér dan vijf jaar over de studie. En verdorie Fysiotherapie-studenten, die ook een heel goede kans op een baan hebben, halen hun diploma sneller en ze zijn ietsje tevredener over hun opleiding dan de Mondzorgkundigen in spe. Wat weet een geïnteresseerde middelbare scholier nu meer dan dat hij wist voordat hij de studievergelijker raadpleegde? Hij heeft enig zicht op appels en peren, én hij kan ook nog bananen en kersen tegen het licht houden. De gegevens zijn zo verschillend van karakter dat hij de kans loopt door de bomen het bos niet meer te zien. Twijfelaars uit hun evenwicht Het vergroten van het aantal gegevens leidt dus niet automatisch tot betere voorlichting. Misschien zorgt het zelfs voor het omgekeerde: de enorme bult cijfermateriaal kan de aanstaande student afschrikken. De Hanzehogeschool vergroot die kans op afschrikking trouwens nog door op de Open Dag andere cijfers te presenteren dan de gegevens op internet: zo was de kans op een baan voor Mondzorgkunde op 9 maart honderd procent (de studievergelijker houdt het op 99 procent). Het zijn kleine verschillen, maar een twijfelaar kan erdoor uit z n evenwicht raken. Een cijfervloed kan de keuzestress vergroten en dat was natuurlijk niet wat de Hanzehogeschool voor ogen had. Je hoeft geen cijferfetisjist te zijn om met de studievergelijker leuke dingen over de opleidingen van de Hanzehogeschool aan de weet te komen. Zo mag de opleiding International Business & Management zich verheugen op de meeste nieuwelingen in de collegebanken (522). De opleiding tot Docent Dans heeft daarentegen maar acht eerstejaars. Verrassend weetje: bijna negentig procent van de studenten van de Docentenopleiding Beeldende Kunst haalt binnen vijf jaar z n diploma. Daar steekt Financial Services Management, met nog 31 procent, schril tegen af. Prangende vragen De meest tevreden studenten treft men op de Hanze aan op Dansacademie Lucia Marthas en de studenten van de docentenopleiding Muziek en Bio-informatica mogen ook niet klagen. Studenten van Management, Economie & Recht, de Pedagogische Academie, Bouwkunde en Verpleegkunde zijn het meest kritisch op hun opleiding en haar voorzieningen. Wie deze gegevens zwart-op-wit zet krijgt vaak repliek. Die cijfers, zo betogen de verantwoordelijken van de betrokken opleidingen, zijn achterhaald. Die kritiek is terecht. De cijfers komen uit onderzoek dat de zogeheten HBOmonitor een jaar geleden uitvoerde. De onderzoekers verzamelde daarin bovendien gegevens van ex-studenten, hbo-opgeleiden die anderhalf jaar geleden zijn afgestudeerd. Ze gaan dus over het verleden en die gegevens bieden, zoals bekend, geen garantie voor de toekomst. Wie de studievergelijker van de Hanzehogeschool heel precies interpreteert, concludeert: 99 procent van de studenten die in 2005 aan de opleiding Mondzorgkunde begonnen hadden in 2012 een baan op hbo-niveau. Dat roept prangende vragen op. Hebben ze die baan nog steeds? Zullen ze hem over vijf jaar nog hebben? Zegt dat iets over de kans op een baan van de huidige eerstejaars? Daar staat de Hanzehogeschool dan met haar Eerlijke Voorlichting. Minder rooskleurig dan gedacht Voorspellen is moeilijk en vooral als het om de toekomst gaat. In december 2011 verscheen De Arbeidsmarkt naar Opleiding en Beroep tot 2016, van het Researchcentrum voor Onderwijs & Arbeidsmarkt (ROA). Het ROA waagt zich iedere twee jaar aan een uitgebreide beschrijving van de trends op de arbeidsmarkt en legt verbanden met het genoten onderwijs. Veertien maanden later nuanceert senior-onderzoeker Didier Fouarge de bevindingen. We baseerden ons rapport op de werkgelegenheidsprognoses die het Centraal Planbureau in 2011 uitbracht. Die lieten een voorzichtige economische groei zien. Maar die groei laat helaas nog op zich wachten. Over de 8 HANZEMAG WOENSDAG 10 APRIL 2013 [9]

startsalaris ander beroep Startsalaris van hbo ers in euro s per maand (bron: ROA). afstudeerders Percentage hbo ers dat in een ander werkveld terechtkwam dan dat waarvoor ze werden opgeleid (bron: ROA). beroepen in nederland Prognose van het percentage hbo ers dat tussen 2011 en 2016 afstudeert, opgesplitst in de diverse richtingen (bron: ROA). De Nederlandse beroepsbevolking, 7,43 miljoen mensen, opgedeeld naar beroepsgroep (bron: ROA). hele linie zijn we dus iets te optimistisch geweest, maar de trends zijn helder. Het kan dus een tikje minder rooskleurig zijn, maar de ROA-teneur is duidelijk: het zit wel snor met de werkgelegenheid voor hbo ers (alleen vmbo ers hebben een grotere kans op een baan). Dit goede perspectief dankt de hbo er aan de vergrijzing (vooral in het onderwijs) en de uitbreiding van de werkgelegenheid (in de zorg bijvoorbeeld). Tot 2016 zullen er in totaal zo n twee miljoen banen vrijkomen. Dat is nogal wat: in totaal telt Nederland 7,43 miljoen werkenden. Daar zit wel wat krimp in, maar het aantal nieuwkomers op de arbeidsmarkt zal vermoedelijk kleiner zijn dan het aantal werkenden dat het arbeidsproces verlaat. Hier rapporteert het ROA trouwens een verrassend weetje: markt zoekt boer! Maar liefst de helft van de werknemers in de agrarische beroepen stopt vóór 2016 met werken. Er zijn tal van redenen om het níet te doen, maar wie wil werken zou een boerenbedrijf kunnen beginnen. Vooral ondernemende studenten zouden die kans kunnen grijpen: vacatures voor hbo ers die een economische opleiding volgden, zijn namelijk dun gezaaid. Concurrentie voor hbo-economen Economiestudenten hebben ook de meeste concurrentie. In de vijf jaar tussen 2011 en 2016 studeren bijna honderdduizend hbo ers in de economie af, bijna dertig procent van het totaal aantal hbo-afstudeerders. In het gevecht om een baan wedijveren ze bovendien niet alleen met elkaar, maar ook met mbo ers en academici. Want ook universiteiten en regionale opleidingscentra leveren veel economisch geschoolde starters op de arbeidsmarkt af (ook hier vormen ze ongeveer een derde van het totaal aantal afgestudeerden). Doorstuderen loont de moeite voor mbo ers die een economie-opleiding achter de rug hebben. Met een mbo-diploma bedraagt hun kans op werkloosheid zo n tien procent, maar met een hbo-diploma is die kans aanmerkelijk kleiner (6,3 procent). Studenten in de paramedische beroepen (Fysiotherapie, Logopedie en Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken) hoeven helemaal niet bang te zijn dat ze niet aan de bak komen. Slechts tweeënhalf procent zit anderhalf jaar na het afstuderen nog zonder baan. De studenten die een sociale studie achter de rug hebben (Sociaal Pedagogische Hulpverlening, Maatschappelijk Werk & Dienstverlening) hebben beduidend minder kans op een baan op niveau, hoewel ook negen van de tien van hen binnen achttien maanden onder de pannen zijn. En dan nu het salaris De slechtste kans op een baan en dan ook nog voor het laagste salaris: het is te hopen dat het cliché dat sociale types weinig om geld geven waar is. Want hbo ers uit de sociale hoek verdienen minder dan andere hbo ers. In 2010 kreeg een hulpverlener met een volledige baan iedere maand een dikke 2100 euro bruto bijgeschreven op z n rekening. Da s toch mooi vierhonderd bruto minder dan de paramedicus, de best verdienende hbo-opgeleide. Misschien verrassend is dat iemand met een economisch hbo-diploma een lager startsalaris ( 2269,- bruto) heeft dan een beginnende leraar of onderwijzer ( 2342,-). Het is dus te hopen dat het cliché dat economische types veel om geld geven níet waar is. Meer dan een kwart van de economiestudenten heeft achteraf spijt van de hbo-opleiding die hij koos. Of die spijt te wijten is aan het relatief lage startsalaris, is onbekend, maar het heeft er niet de schijn van. De achteraf opspelende spijt zou wel eens kunnen voortvloeien uit het feit dat mensen met een sociale (23 procent) of een economische opleiding (33 procent) het vaakst in een ander beroep terechtkomen dan dat waarvoor ze zijn opgeleid. Dan is het niet vreemd om later te denken: had ik maar een studie gekozen die bij mijn werk past. Dit idee zou ook verklaren waarom voormalige techniek-, onderwijs- en zorgstudenten het minst vaak spijt hebben. Zij vinden vaak een baan in het vak waarvoor ze zijn opgeleid en weten vaker binnen anderhalf jaar een vaste betrekking te verwerven. En in de salarissfeer zijn de hbo-technici en -paramedici ook nog eens spekkoper. Eén van de grote vragen is of de studenten die in 2010 afstudeerden een andere opleiding hadden gekozen als ze Eerlijk waren Voorgelicht. Maar de hamvraag is of ze daarmee een gelukkiger keuze hadden gemaakt. Boudewijn Otten [9] 10 APRIL 2013 WOENSDAG HANZEMAG 9

10 HANZEMAG WOENSDAG 10 APRIL 2013 [9]

Verhuizer Naam: Kevin Brander (26) Studie: Small Business & Retail Management Bijbaan sinds: 2008 Hoe vaak: 15 uur per week Verdient: ongeveer tien Euro netto per uur Een luie verhuizer is een goede verhuizer, zeggen ze wel eens. Dat klinkt negatief, maar een verhuizer moet zoveel mogelijk manieren verzinnen om zwaar tillen te vermijden. In het begin heb ik nogal eens last van mijn rug gehad doordat ik aan één kant tilde. Dat doe ik nu niet meer. Ik til altijd voor me uit. Anders hou je het niet lang vol. Zo leer ik met de dag nieuwe technieken, meestal van ervaren collega s. De beruchte wasmachine die de trap op moet bijvoorbeeld. Ik heb geleerd om die op mijn schouders naar boven te duwen terwijl een collega de bovenkant vasthoudt. Het fysieke aspect, daar hou ik wel van, lekker aanpakken. Ik heb een tijd op de Koninklijke Militaire Academie in Breda gezeten, maar besloot toch dat ik liever Small Business in Groningen ging studeren. Ik moest toen nog een paar maanden wachten voor ik kon beginnen. Dus moest ik geld verdienen. Per toeval liep ik bij een uitzendbureau tegen deze bijbaan bij Van Hoek aan. Die eerste maanden voordat ik met de studie begon werkte ik veertig tot zestig uur per week. Nu werk ik gemiddeld twee dagen per week. Ik kom echt overal in het land. Klussen in de buurt proberen we in één dag te doen. Maar als we een klus hebben in Maastricht of Middelburg, dan lukt dat niet. Ik overnacht dan in een hotel. Van Hoek doet ook internationale verhuizingen tot Zweden, Portugal en Italië aan toe. Zelf ben ik nog niet verder geweest dan Duitsland omdat je als parttimer nu eenmaal niet in aanmerking komt voor klussen die een aantal dagen in beslag nemen. Als ik s morgens een oproep krijg, weet ik niet wat me te wachten staat. Pas op het bedrijf hoor ik wat ik ga doen. Iedere dag is weer anders. Ik hou van dat onvoorspelbare. We verhuizen vaak bedrijven. Dat ben je meestal in de weer met kantoorattributen. Maar het aller-leukste vind ik de verhuizingen van particulieren. Je komt bij de mensen thuis en ziet hoe ze leven. Elk gezin is anders. Je maakt soms gekke dingen mee. Zo stonden we tien minuten bij een deur aan te bellen. Net toen we weg wilden gaan, opent een prachtige dame de deur, haar badjas half open. Ze had verder ook nog helemaal niets ingepakt. Ik heb ook eens een keer een alleenstaande vrouw met negen katten verhuisd. Het eten lag overal op de grond. We kregen koffie aangeboden, maar zelfs de kopjes zaten volgeplakt met kattenharen. Een bende! Uiteindelijk hebben we de klus met handschoenen aan gedaan. Het minste moment was toen ik een kwikthermometer verwerkt in en soortement kunstvoorwerp uit de vingers heb laten glippen. Onherstelbaar beschadigd. Die klant was niet blij. Gelukkig zijn we voor dat soort zaken goed verzekerd. Ik ben bezig met het opzetten van een webbedrijf. Het geld dat ik met de bijbaan verdien zet ik daarvoor opzij. Volgend jaar studeer ik af, maar ik blijf dan nog wel een paar jaar doorgaan bij Van Hoek. Omdat het financieel nodig is, maar zeker ook omdat ik het zo leuk vind. Tekst en foto: Luuk Steemers [9] 10 APRIL 2013 WOENSDAG HANZEMAG 11

ADVERTENTIE

hovenier Naam: Roderick van der Stelt (25) Studie: Management, Economie & Recht Bijbaan sinds: 2012 Hoe vaak: twee dagen per week Verdiensten: 22,50 bruto per uur Zwartebroek is een mooi dorp, maar werk ligt er niet voor het opscheppen. Mijn moeder zei dat ik beter naar buiten moest kijken. De tuin. Tja, die was behoorlijk. Zo begon het: als scholier een zakcentje verdienen. Grasmaaien is natuurlijk een fluitje van een cent. Maar het ging al gauw verder. Spitten, schoffelen en snoeien. M n moeder heeft groene vingers, die wezen me de weg. Door de jaren heen leerde ik het vak, want dat is het. Ik ga mijn moeder niet meer bellen. Hoeft niet, ik heb een tuin-app. Soms sta ik ineens voor een vreemde plant. Ik maak een foto en stuur hem rond. Binnen de kortste keren krijg je respons van ander groenvolk: ja, dit is het moment om er de snoeischaar in te zetten. Of nee nog effe wachten! Er zijn zoveel mensen die je willen helpen. Ik werk zwaar onder de prijs van gewone hoveniersbedrijven. Ik klaar de klus voor de helft. Een kwestie van even goed nadenken. Mijn vervoerskosten zijn nul, ik heb die studenten-ov-kaart niet voor niks. Materiaal heb ik ook niet. Zou wel leuk zijn, trouwens, met een schoffel, een spade en een hark in de bus naar Achterburenveensebocht. Maar wie een tuin heeft, heeft natuurlijk ook tuingereedschap. En anders heeft de buurman het wel. Mijn klanten zijn op de hoogte, ze weten dat ik student ben. Er zijn dingen die te hoog gegrepen zijn. Voor een uitgebreid tuinontwerp moet je niet bij mij zijn. Hoewel, ik ken weer iemand die daarin wel bedreven is. Ik hou van aanpoten, lekker buiten zijn. Heel anders dan tv s verkopen in de groothandel, wat ik tot vorig jaar deed. Buffelen is veel leuker. Dat voldane gevoel als je s avonds moe in je mandje valt. Man, na een tuindag slaap ik als een roos. Het mooiste is dat je mensen blij maakt. Zo n oud dametje dat het nét niet meer aankan. Moet je eens kijken hoe ze straalt als je haar het grove werk uit handen neemt. Het oude blad wegruimen is het klassieke begin. Dan het gazon afkanten. Helemaal niet moeilijk, iedereen kan het, maar moet je eens zien wat voor effect het heeft. Dat zijn de quick wins, het laaghangend fruit. Maar m n beste vriend, dat is de snoeischaar. De bomen en heesters snoeien, het onderhout op orde brengen. Dat knapt lekker op. Het poot- en perkgoed, daar kan ze onderwijl zelf wel mee uit de voeten. En als het dan nog mooi weer is, sta je samen te genieten. Puur geluk. Ik heb er een bedrijfje van gemaakt, studenthovenier.nl. In de winter is het natuurlijk niet druk, hoewel ik me in december op de kerstbomenhandel heb gestort. Maar vanaf februari begonnen de opdrachten weer binnen te stromen. Ik heb een mannetje of tien die los-vast aan het werk kunnen. Allemaal vrienden van me. Sommige moest ik wel een schop onder de kont geven. Want ze moeten zich wel inschrijven bij een payrollbedrijf voor hun loon: 22 euro 50 per uur, helemaal wit! Boudewijn Otten Foto: Luuk Steemers [9] 10 APRIL 2013 WOENSDAG HANZEMAG 13

14 HANZEMAG WOENSDAG 10 APRIL 2013 [9] Illustratie: Meike de Haas

Betaalde scriptiehulp: fraude of gewoon begeleiding? Geen enkele student werkt helemaal alleen aan zijn scriptie Tijdens het schrijven van hun scriptie trekken veel studenten de haren uit hun hoofd. Steeds vaker roepen studenten betaalde hulp in van scriptiebureaus voor onderzoekstips, begeleiding, statistische analyse en redactie van hun tekst. Maar is dat eigenlijk wel toegestaan? Tom (niet zijn echte naam) had altijd al moeite met de concentratie, maar tijdens het schrijven van z n scriptie werd het zo n groot probleem dat hij helemaal vastliep. Ik heb ADHD en vond het erg lastig om een goede structuur in mijn scriptie aan te brengen. Dat was iedere dag weer een zware taak. Ik wist niet waar ik moest beginnen en wat een goede aanpak was om mijn scriptie van A tot Z te schrijven. Hij begon maar gewoon met schrijven. Niet dat het zo goed ging, want ik zat voornamelijk mijn tijd te verdoen omdat ik niet goed wist hoe ik mijn onderzoek op papier moest krijgen. Ik vroeg de Hanzehogeschool om begeleiding, maar aan een paar tips had ik niet genoeg. Ik wilde weten of ik een goede opzet had gemaakt, slimme vragen stelde en of ik de goede kant op ging. Want ik had zelf geen idee. Maar ik begreep ook wel dat ik van mijn begeleider niet kon verwachten dat hij heel veel tijd in mij zou stoppen. Scriptiedokters Daarom zocht Tom hulp van een betaalde scriptiehulp in Groningen, De Scriptieversneller, die ongeveer de helft van de twintig klanten per jaar uit Groningen krijgt. Tom is niet de enige Nederlandse student die hulp in de arm neemt. Ook studenten uit andere studentensteden, zoals Rotterdam, Utrecht en Leiden, weten de scriptiebureaus te vinden. Door de druk om sneller af te studeren schakelen studenten steeds vaker betaalde scriptiehulp in. Ze hebben vaak moeite met hun methodologisch onderzoek, statistische analyse of ze maken veel spelfouten. De zoekterm scriptie levert alleen al op Marktplaats 275 hits op. De virtuele handelsplaats is niet de enige hulpplek. Ook elders op internet bieden scriptiehulpen hun diensten aan. Het afgelopen jaar zijn er veel scriptiedokters, afstudeerbegeleiders en studiemeesters bij gekomen. De diensten die zij aanbieden, verschillen sterk. Op scriptielatenschrijven. nl vragen wanhopige studenten of er mensen zijn die tegen veel geld hun complete scriptie willen schrijven. Dat is uiteraard verboden. Andere scriptiebureau, zoals Studiemeesters.nl, hebben tientallen werknemers of freelancers in dienst. Zij bieden workshops aan om studenten beter te leren schrijven en te formuleren. Deze bureaus werken bijvoorbeeld nooit in de tekst van een student zelf. Weer andere bureaus doen statistische analyses voor studenten of ze koppelen de studenten aan professionals uit hun eigen werkveld die een scriptie inhoudelijk verbeteren en de tekst redigeren. Waar ligt precies de grens voor examencommissies? Is al die hulp bij een scriptie wel toegestaan? Belonen met etentje De examencommissie van het Instituut voor Communicatie & Media (ICM) van de Hanzehogeschool is niet bekend met betaalde scriptiehulp. Waarschijnlijk is dat naïef van ons. Controlerende autoriteiten lopen wel vaker achter de feiten aan, zegt Fokke Veenstra, voorzitter van de examencommissie. Of deze vorm van hulp is toegestaan, vindt hij een lastige vraag. De examencommissie van ICM heeft geen bezwaar tegen aanvullend onderwijs door bijlessen, trainingen en controlewerk, zoals meelezen. Maar de afstudeerder moet zelf de prestatie hebben geleverd waarop hij wordt beoordeeld. [9] 10 APRIL 2013 WOENSDAG HANZEMAG 15

Betaalde scriptiehulp: fraude of gewoon begeleiding? Het is niet toegestaan om onderdelen van het afstudeerrapport door iemand te laten schrijven, benadrukt hij. Hetzelfde geldt voor de uitvoering van werkzaamheden die leiden tot dat afstudeerrapport. In de scriptie worden de vaardigheden en het niveau van de student getoetst. Dat wordt onmogelijk als de student een deel van het rapport niet zelfstandig heeft gemaakt. De examencommissie van ICM komt dus zeker in actie als ze in een voorwoord lezen dat een student een derde persoon dankt voor het aanleveren van de enquêtevragen. Wat die actie precies inhoudt, kan ik niet zeggen, omdat we er nog geen ervaring mee hebben. Veenstra heeft er niet zoveel moeite mee als een student de scriptie laat controleren op spel- en stijlfouten. Hij ziet dat zelfs als teken van zorgvuldigheid. Maar een beloning voor dat controleren ligt wel een stuk moeilijker. Als je een vriend hiervoor beloont met een etentje, mag dat dan? En als dat mag, hoe zit het dan met een betaling? Tja, waar ligt de grens? Niet bewust van regels Andere examencommissies zijn strenger. Iedere scriptie is authentiek, zegt Robert Heeringa, interim-secretaris van de examencommissie van het Instituut voor Marketing Management. Een scriptie is een individuele toetsing op het eindniveau. De inhoudelijke kennis wordt beoordeeld door twee onafhankelijke beoordelaren en dan volgt nog een mondelinge toetsing in het eindgesprek. Andere examencommissies, zoals die van Human Resources Management, laten zich niet uit over betaalde scriptiehulp. Ze verwijzen naar de Onderwijsen Examenregeling en de studiehandleiding, maar daarin valt niet te lezen hoe men met de kwestie omgaat. Studenten die betaalde hulp inschakelen, zoals Tom, zijn zich vaak niet bewust van de regels. Voor hem ligt de grens bij het zelf schrijven van de scriptie. Ik wist dat het goed zat omdat ik in principe alles zelf moest doen. Ik heb mijn eigen onderzoek gedaan en een paar tips en trucs zijn volgens mij niet erg. Veertig kantjes inleiding Tom vroeg niet alleen om hulp omdat hij vastliep en structuur miste, maar ook omdat de druk groot was. Hij was al bijna tien jaar bezig met zijn studie en als hij niet binnen een paar maanden klaar was, moest hij duizenden euro s terugbetalen. Ik had het misschien alleen ook wel gered, maar niet binnen die tijd. Ik was erg blij met de hulp, dat nam de druk wat weg. Soms vragen studenten mij op een maff iatoon hoeveel het kost als ik hun scriptie schrijf Menno Rol, één van de oprichters van De Scriptieversneller, begeleidde Tom. Als docent aan de Hanzehogeschool deed hij al jaren aan scriptiebegeleiding. Ik merkte dat studenten begonnen met schrijven, terwijl ze nog niet klaar waren met hun onderzoek. Ik kreeg soms een inleiding van wel veertig kantjes. Het kostte heel veel tijd om die door te nemen. Dat is lastig wanneer je nog meer studenten moet begeleiden. Rol kwam op het slimme idee om zijn studenten andersom te laten werken. In plaats van maar door te schrijven liet hij ze eerst onderzoek doen en voorlopige conclusies schrijven. Pas als ze helemaal helder hadden wat ze wilden vertellen, liet ik ze aan hun scriptie verder werken. Door al een goede conclusie te hebben, weet je wat de kern van de zaak is en waar je naartoe moet schrijven. Dat scheelde me veel leeswerk en de student wist dan precies hoe de scriptie verder moest worden geschreven. Vaak schreven ze hun middenstuk in twee weken en daarna hun inleiding op een zondagmiddag. Terwijl ze eerder twee maanden op hun inleiding zaten te zuchten en steunen. Die techniek past hij nu ook toe op zijn klanten van De Scriptieversneller. Voor veel studenten is zijn methode een eyeopener, zegt hij. Tom geeft hem daar helemaal gelijk in. Het was raar om zo te werk te gaan, maar wel heel verfrissend. Ik wist nu waar ik heen moest. De zeshonderd euro die hij betaalde waren welbesteed, vindt hij. Als ik niet was opgeschoten, had ik veel meer moeten betalen. Gezond wantrouwen Rol kan zich de reserves tegenover betaalde hulp wel voorstellen. Met gezond wantrouwen is niets mis, ik zou ook willen weten welke hulp studenten krijgen. Vooral omdat sommige studenten erg ver gaan in het zoeken van hulp. Soms vragen studenten mij op een maffiatoon hoeveel het kost als ik hun scriptie voor ze schrijf. Maar wij doen alleen aan procesbegeleiding, anders is het fraude. Onze studenten doen hun onderzoek helemaal zelf. Ik wil me er inhoudelijk zo weinig mogelijk mee bemoeien en ze door vragen te stellen zelf achter de antwoorden te laten komen. Maar soms zeil je langs de grens. Want hoeveel kritische vragen mag je stellen? Wanneer is het niet meer het idee van de student? Ik heb daar geen snoeihard antwoord op. Maar aan de andere kant: geen enkele student werkt helemaal alleen aan zijn scriptie. Studenten die moeite hebben met methodologie en structureren lopen zonder hulp helemaal vast Ze zoeken op internet en hebben hulp van familie, vrienden en begeleiders van de universiteit of hogeschool. Als ze daar niet genoeg aan hebben, kunnen ze bij Rol aankloppen. Studenten krijgen allerlei trainingen tijdens hun opleiding, maar sommige opleidingen vergeten de vaardigheden die nodig zijn voor het schrijven van een scriptie. Studenten die moeite hebben met methodologie en structureren lopen zonder hulp helemaal vast. De scriptiebegeleider eist van zijn klanten dat ze open zijn over het zoeken van betaalde hulp. Ik ben bereid om al mijn mails en de aantekeningen van gesprekken te overleggen aan de hogeschool. Dan weten ze precies hoe ik deze student heb begeleid. Martine Zeijlstra 16 HANZEMAG WOENSDAG 10 APRIL 2013 [9]

Assistent-begeleider in een logeerhuis Naam: Marleen Rohaan (24) Studie: Sociaal Pedagogische Hulpverlening Bijbaan sinds: 2011 Hoe vaak: 8/16 uur per week Verdient: ongeveer tien euro netto per uur Als ik, zo om het weekend, binnenkom in mijn logeerhuis, krijg ik altijd knuffels van de kinderen. Ze zijn erg aan me gehecht, maar ze kennen ook mijn grenzen. Het logeerhuis is een gezinsvervangend tehuis, de kinderen moeten zich houden aan onze normen en waarden. We zijn ook opvoedkundig bezig. Als ze stout zijn geweest, moeten ze bijvoorbeeld even op de gang staan. Of in een stoel met afsluitbeugel zitten als ze willen weglopen. Dat soort dingen overleggen we natuurlijk allemaal van tevoren met hun ouders. Meestal is het er heel leuk en gezellig, deze kinderen zijn niet zo gedragsgestoord dat je ze niet aan kunt. Onze kinderen zijn tussen de vier en zeventien jaar en hebben allemaal een lichamelijke of geestelijke beperking, of allebei. Ze logeren regelmatig in de weekends en vakanties in de logeerhuizen van Promens Care in Assen, om hun ouders wat te ontlasten. Het zijn drie rijtjeshuizen, naast elkaar gelegen in een woonwijk. Ze hebben er wat muren uitgebroken om het tot één groot huis te maken. Eén huis fungeert als speelhuis. Er zitten zes kinderen in een groep en er zijn drie groepen. In de groep waar ik de laatste tijd vaak mee werk, zitten kinderen die op een behoorlijk laag niveau functioneren. Die moet je dus continu in de gaten houden. Er is er bijvoorbeeld eentje bij die van alles in zijn mond stopt en een ander probeert constant weg te lopen. Als ik dagdienst heb, kom ik om acht uur binnen en haal de kinderen uit bed om te douchen en te ontbijten. Daarna gaan we iets gezelligs doen, een spelletje of naar buiten. In de vakanties kan het wel eens zwaar zijn. Dan werk je vaak met verschillende groepen kinderen die elkaar niet allemaal even goed kennen en ben je de hele tijd brandjes aan het blussen. Als ik terugkom van m n werk ben ik best moe maar ik heb wél altijd een hele leuke dag gehad. Ik kan vooral goed opschieten met kinderen die het syndroom van Down hebben. Die zijn zo lief, daar zit geen greintje kwaad in. En ze zijn zo lekker stronteigenwijs. Ook met autistische kinderen kan ik best goed omgaan. Op dit moment loop ik vier dagen in de week stage op het Alfacollege, bij de afdeling Educatie. Ik begeleid daar anderstaligen in het voortraject van hun inburgering. Het is een driejarig traject van de Sociale Dienst om mensen die vaak veel hebben meegemaakt sociaal te activeren. Ik help ze om hun leven weer wat op de rails te krijgen. Heel mooi en nuttig werk, maar als ik afgestudeerd ben, zou ik toch liever in een woonvoorziening willen werken. Als pedagogisch medewerker kun je mensen echt behandelen. Nu ben ik toch min of meer een veredelde oppas. Hoe leuk ik dat ook vind, ik heb meer in mijn mars. Na mijn eerstejaarsstage, nu twee jaar geleden, vroegen ze me voor deze bijbaan. Inmiddels heb ik veel cursussen gevolgd en ervaring opgedaan. Dat is een pre. Wat werk betreft zie ik de toekomst best zonnig in. Rina Tienstra Foto: Luuk Steemers [9] 10 APRIL 2013 WOENSDAG HANZEMAG 17

GSb stopt met medezeggenschap, richt zich op calculerende student Studenten zijn niet meer gewend om ergens voor te strijden De Groninger Studentenbond (GSb) kapt er mee. Althans, met medezeggenschap. Interne strubbelingen en de veranderende mentaliteit van studenten dwingt de links-progressieve bond tot een andere koers. Studenten voelen niet meer de noodzaak om het systeem om te gooien, ze zijn veel meer bezig met concrete dingen als geld besparen. Een jaarlijks BSA, de (inmiddels afgeschafte) langstudeerboete, de prestatiebeurs en de mogelijke verdwijning van de OV-jaarkaart: je zou zeggen dat er genoeg te protesteren is voor de huidige student. Aan alle kanten worden privileges afgepakt en wordt de druk stevig opgevoerd. De helft van de studenten kampt onderhand met psychische problemen, zo bleek vorige maand uit onderzoek van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). In de vorige eeuw stonden studenten om mindere redenen massaal op het Malieveld, maar die tijd lijkt definitief voorbij. In mei vinden verkiezingen plaats voor de medezeggenschapsraden van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en de Hanzehogeschool, maar de fractie die zich vroeger het meest roerde wanneer er harde maatregelen dreigden, de Groninger Studentenbond (GSb), doet dit jaar niet eens mee aan de verkiezingsstrijd. Groningen, ooit een links bolwerk waar zelfs Nijmegen een puntje aan kon zuigen, lijkt zijn activistische roots helemaal kwijt te zijn. Is dit een landelijke trend of heeft de GSb er gewoon een potje van gemaakt? Ik zie geen landelijke trend waarbij de activistische partijen verdwijnen, zegt Lars van Rooijen, bestuurslid van het Studenten Overleg Medezeggenschap (SOM), het landelijk overlegorgaan voor studenten in de medezeggenschap op het hbo. Maar de opkomst bij medezeggenschapsverkiezingen loopt wel terug. Studenten interesseren zich steeds minder voor de manier waarop hun hogeschool wordt bestuurd. De meeste zaken die in de raad besproken worden, zijn erg abstract. Studenten zijn meer geïnteresseerd in praktische, kleine problemen, zoals kantinevoedsel of slechte docenten. Paulien Vinke, voormalig secretaris van de GSb, heeft een soortgelijke mening. Ik zie twee trends. De actiebereidheid in het algemeen, dus niet alleen bij studenten, is niet meer zo groot tegenwoordig. En daarnaast denk ik dat jongeren ook een beetje verwend zijn geraakt. Ze zijn niet gewend om echt ergens voor te strijden, alles ging jarenlang redelijk vanzelf. Toch heeft Vinke de hoop nog niet opgegeven. De echte maatregelen gaan nog komen, en zodra studenten de effecten gaan voelen, denk ik dat ze wel weer in actie komen. Vinke denkt dat het kabinet het spelletje ook wel slim speelt. Bij vrijwel iedere nieuwe maatregel werken ze met overgangsregelingen. Nieuwe regelingen zoals het leenstelsel gelden niet voor huidige studenten, maar voor aankomende. Daarmee voorkom je dat studenten massaal de straat opgaan. De Groninger Studentenbond heeft dus te kampen met een terugloop aan interesse voor politieke zaken bij de gemiddelde student. Toch is dat niet de enige verklaring voor het feit dat de partij in de afgelopen jaren gedecimeerd werd. Want waarom wisten partijen als HSV, SOG en Calimero in die jaren wel zetels te winnen en GSb niet? Een verklaring zou kunnen zitten in de matige campagne van vorig jaar. Volgens Jan Munters, woordvoerder van de GSb, werd er al langer getwijfeld aan het nut van de medezeggenschapsraad en dat had ook zo zijn invloed op de inzet tijdens de campagne. Vanaf de jaren negentig worden hogeronderwijsinstellingen steeds meer gerund als bedrijven. De inspraak die je als fractie hebt, is niet erg groot meer. Daarnaast hadden we ook moeite met het vinden van studenten die zich in willen zetten. Daaruit hebben we de conclusie getrokken dat het beter was om onze energie te richten op het juridische steunpunt en het huurteam. Toch lijkt het conflict dat de GSb in november 2012 in tweeën splitste ook een rol te hebben gespeeld in het besluit om niet meer mee te doen met de verkiezingen. Toenmalig fractievoorzitter van de universiteitsraad Berthil Bos kwam, samen met een aantal andere kritische leden, tijdens een algemene ledenvergadering met een plan voor een nieuwe koers. Dit werd door het bestuur gezien als een coup en twee bestuursleden besloten per direct op te stappen. Zeven leden, waaronder Bos, werden vervolgens na een stemmingsronde geroyeerd. Bos ging op eigen houtje door in de U-raad, waardoor de GSb haar enige zetel kwijtraakte. Maar volgens Munters was dit slechts de druppel die de emmer deed overlopen. Het conflict was niet zozeer de reden voor deze omslag. Het werkte wel als accelerator. Het was anders ook wel gebeurd, maar door het verlies van een raadszetel en zeven leden werden we gedwongen om onze koers opnieuw te bepalen. Het idee was zelfs al eerder geopperd, maar de fractieleden staken veel tijd in hun raadswerk en dan stop je er niet zomaar mee. Vinke ziet wel voordelen in de gedwongen koerswijziging. Ik heb begrepen dat de GSb zich nu aan het heroriënteren is. Wat onderscheidt ze van de andere organisaties? Wat kunnen ze in de toekomst betekenen? Dat zijn goede vragen, want ik denk wel dat de partijen in de loop der jaren erg naar elkaar toegegroeid zijn qua standpunten. Je niet meer verkiesbaar stellen voor de medezeggenschapsraden kan best een goede keuze zijn. De GSb heeft duidelijke idealen waar ze altijd aan vasthouden, dat functioneert soms beter buiten de raad dan erin. Misschien is het dan geen gek idee om op andere zaken te focussen. Zaken waar ze altijd goed in waren, zoals huisvesting en juridische hulp. Daar is Munters het helemaal mee eens. 18 HANZEMAG WOENSDAG 10 APRIL 2013 [9]

frick Wittebroodsweken Het was op één van die bevroren dagen eind maart. Ik stond op de stoep van het park bij mij om de hoek. Waarom ik daar stilstond weet ik niet precies, maar mijn voeten wezen naar de parkvijver. In timmermanstermen, ik stond haaks op de stoep. Misschien stond ik daar stil om stil te staan bij het feit dat ik daar stilstond. Ik denk namelijk graag na over heel gewone dingen. Op de één of andere manier wil ik dat er een evenwicht bestaat tussen denken over gewone dingen en denken over ongewone dingen. Een heikel streven, want voor ik het weet verandert iets gewoons in mijn hoofd razendsnel in iets bijzonders. De GSb had altijd vier richtingen: infovoorziening, juridische hulp, acties en belangenbehartiging. Die laatste richting staat nu dus op een laag pitje. We blijven wel lobbyen en hebben nauw contact met de andere studentenpartijen, maar we gaan niet meer in de raad zitten. Studenten kunnen honderden euro s per jaar besparen dankzij de adviezen en hulp van ons huurteam. In deze tijd van crisis en strenge maatregelen voor studenten zijn de financiën nog belangrijker dan voorheen. Er ligt veel meer druk op studenten tegenwoordig. Als het niet goed gaat met je studie, zijn er gelijk flinke consequenties, ook financieel. Het is dus nog belangrijker dat studenten hun financiën op orde hebben, en daar is een taak voor ons weggelegd. Past de GSb zich aan aan de calculerende student? Munters denkt dat er niets anders op zit. De actiebereidheid bij studenten is laag, dat weten we. Studenten voelen niet meer de noodzaak om het systeem om te gooien, ze zijn veel meer bezig met concrete dingen zoals geld besparen. Ik denk dat studenten veel meer behoefte hebben aan persoonlijke hulp. In plaats van vechten voor abstracte zaken zorgen we ervoor dat studenten vijftig euro per maand kunnen overhouden. Wij kunnen onszelf weer noodzakelijk maken door daar op in te spelen. Ook Van Rooijen denkt dat de focus in de toekomst moet liggen op individueel contact. Facebook en twitter zijn hele mooie tools, maar om mensen echt voor je te winnen, zul je met ze moeten praten. Je moet ze vooral het gevoel geven dat je makkelijk bereikbaar bent. Laagdrempeligheid is enorm belangrijk. Dat studenten ook buiten de raden invloed kunnen hebben, ondervond Van Rooijen al toen hij in de studentenraad van de Hogeschool Leiden zat. Er werd daar een nieuw instellingsplan geschreven dat de toekomst van de school zou bepalen. Weet je hoe vaak het woord student er in voor kwam? Eenmaal! Wij hebben vervolgens een inspraakdag georganiseerd voor studenten. Daar kwamen 35 studenten op af, op een totaal van 8500. Misschien niet veel, maar het was wel een mooie afspiegeling van alle opleidingen. We hebben een paar uur gesproken en gedebatteerd. Welke kant moet de school op? Wat willen jullie veranderd zien? Alle ideeën hebben we gebundeld en aan het College van Bestuur gepresenteerd. Nu komt het woord student ineens heel vaak voor. Ook buiten de politiek valt er dus heel wat te winnen voor studenten. Maar wat nu als de GSb weer helemaal opbloeit dankzij haar nieuwe koers? Komt de medezeggenschapsraad dan toch weer in beeld? Munters twijfelt. Het is niet in steen gebeiteld, maar ik verwacht eerlijk gezegd niet dat we de komende jaren in de raden gaan zitten. Natuurlijk, als de GSb weer helemaal opbloeit en er een grote aanwas aan leden is, kan het weer anders komen te liggen. Of als we denken dat de partijen die er zitten er helemaal niks van bakken. Maar ik denk dat we eerste deze nieuwe koers maar eens succesvol moeten maken. Dan zien we wel verder. Tekst: Chris Wind Illustratie: XF&M Illustration Ik heb waarschijnlijk wel eens eerder haaks op een stoep gestaan, maar ik heb me dat nooit zo gerealiseerd. Terwijl het best fijn is om haaks op een stoep te staan. Het is zo anders dan anders. Dat haaks hoeft niet eens. Staan op een stoep is sowieso al uitzonderlijk, want een stoep is om op te lopen. Maar vroeger niet, hoor. Eeuwenlang was een stoep het opstapje voor een deur, een stenen deurmat. Bij uitstek een plek waar je even stilstaat. En haaks, bovendien. Ik stond dus haaks op een stoep toen daar twee eenden aan kwamen lopen, een echtpaar in hun wittebroodsweken. Ze kwamen recht op mij af en straalden iets ontembaar vriendelijks uit, iets van interesse zelfs. Een fraai tafereel. Woerd, eend en ik stonden een paar eeuwige seconden naar elkaar te kijken, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Heel mijn leven heb ik gedacht dat vogels nestelen als het warm genoeg is. Maar het was bar koud, de poolwind blies. Toch was hun liefde ontloken. Een koppel verliefde eenden, gegrepen door alles waardoor verliefde eenden zich laten grijpen: eieren, nestelen en pullen (eendenkuikens). Toen zag ik ineens overal de knoppen in de takken, narcissen en krokussen. De natuur heeft een eigen agenda. Op de één of andere manier weten flora en fauna wanneer het uur u is aangebroken. Die eenden waren gewoon verbaasd: hoe bijzonder, wéér een mens dat niet in de gaten heeft dat het lente is. Hajo Frick [9] 10 APRIL 2013 WOENSDAG HANZEMAG 19

Mystery shopper Naam: Erwin Pestman (24) Studie: Vierdejaars Management, Economie & Recht Bijbaan sinds: 2009 Hoe vaak: 7 11 uur in de week Verdient: gemiddeld 10,50 bruto per uur Een mystery shopper shopt undercover voor een opdrachtgever om te onderzoeken hoe het personeel omgaat met een potentiële klant. Bijvoorbeeld, je loopt De Bijenkorf in en kijkt hoe het personeel reageert. Van binnenlopen tot kopen. Als mystery shopper krijg je vooraf een case en een briefing over wat de klant wil weten. Hoe ruikt een winkel? Hoe kundig en vriendelijk word je te woord gestaan? Hoeveel minuten duurt het voor je wordt aangesproken? Vriendelijk knikken is dan niet voldoende. De klant vraagt om harde meetbare criteria. Soms koop je iets en breng je het terug. Dan kun je het hele traject rapporteren. Van binnenkomst tot terugbrengen. Het is belangrijk om alles wat je ontdekt te rapporteren. Juist kleine, schijnbaar onbenullige zaken kunnen grote verbeteringen opleveren. Om de resultaten niet te beïnvloeden weet het winkelpersoneel natuurlijk nergens van. Afgelopen zomer deed ik een mystery shop voor een regionaal vervoersbedrijf om te toetsen hoe een bellijnbus functioneerde. Of het taxibedrijf dat de ritten uitvoerde voldeed aan de kwaliteitseisen. Ik moest de belbus nemen van een dorpje ergens bij Groningen naar Munnikezijl, in de buurt van Zoutkamp. Hoe vaak gaat de telefoon over voordat ie wordt opgenomen? Wordt de naam van de organisatie genoemd, of spreek je met Annie of Wim? Spreekt degene die de telefoon opneemt duidelijk? Komt het busje op de afgesproken tijd? Als je wordt opgehaald let je op de rijstijl, de communicatie met de bestuurder en of je een leuke rit hebt. Het heet belbus, maar het is in feite een taxi. In Munnikezijl aangekomen, heb ik een uur gewacht en de bus terug gebeld. Je wacht dan even een uur zodat je een andere chauffeur krijgt. Zo heb je in één ronde twee personen te pakken. Ik had mijn laptop bij me en in tus- sentijd voerde ik de rapportage in. Bij Scotch & Soda moest ik ook op de geur in de winkel letten. Een lekkere geur triggert de kooplust. Dan koop ik een shirtje voor mezelf. Betaald shoppen dus. We doen niet alleen mystery shops, maar ook mystery calls. Dan bellen we callcenters en onderzoeken hun service. Voor UPC bijvoorbeeld. Dan doe ik me voor als klant die bijvoorbeeld zijn abonnement wil opzeggen. Goedemorgen, goedemiddag, goedenavond Worden er open vragen gesteld? Is de persoon drammerig? Je kunt doorvragen over een aanbieding en checken of de persoon voldoende weet over een product en of ie overtuigingskracht heeft. Het leuke aan deze bijbaan is de diversiteit. Je zit nooit langer dan vier weken op hetzelfde project. Je kunt eropuit als shopper en het werk sluit nog aardig op de studie aan ook. Je scherpt je communicatieve vaardigheden. Je spreekt met allerlei organisaties en bedrijven. Naast het mystery-werk is Erwin ook belmedewerker bij Store Support. Hij maakt afspraken voor buitendienstmedewerkers en doet klanttevredenheidsonderzoeken. Op dit moment plan ik afspraken in voor adviesgesprekken voor mensen die een nieuwe cv-ketel willen. En ik neem enquêtes af voor de Ledenvereniging Evean/ Icare. Bij particulieren moet je eerst vaak door de belmenietregister-allergie heen prikken. Dan moet je ze drie keer uitleggen dat je ze niets wilt verkopen. Loes Vader Foto: Pepijn van den Broeke 20 HANZEMAG WOENSDAG 10 APRIL 2013 [9]