Gemeente IJsselstein. Gemeentelijke BZK rapportage Art.1 Midden Nederland

Vergelijkbare documenten
Discriminatie-ervaringen 2016 gemeld bij Bureau Gelijke Behandeling Flevoland

Registratie gemeentelijke antidiscriminatievoorziening. Gemeente Maasdriel 2012

Klachtenmonitor 2012 Meldpunt Discriminatie Drenthe

Art.1 Midden Nederland. Gemeentelijke rapportage januari juni 2012

Jaarcijfers 2011 Discriminatie Meldpunt Groningen (DMG)

WEBDOSSIER meldpunt RADAR 2015

gemeenteraad College van Burgemeester en Wethouders

Overzicht discriminatieklachten 2011 veiligheidsregio Gelderland-Zuid

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Anti Discriminatie Bureau BELAND

GEMEENTE BEUNINGEN INGEKOMEN U FEB 2012

Registratie discriminatieklachten 2011

Overzicht discriminatieklachten 2013 veiligheidsregio Gelderland-Zuid

Centraal Bureau voor de Statistiek

Overzicht discriminatieklachten politieregio Gelderland-Zuid

Verantwoordingsverslag 2018

Gemeentelijke BZK-rapportage Januari juni 2017

Discriminatiecijfers Art.1 Noord Oost Gelderland

MONITOR DISCRIMINATIE Deze Monitor Discriminatie 2018 politie-eenheid Amsterdam maakt deel uit van het jaarverslag van het MDRA.

Feitenkaart discriminatie 2007, regio Zuid-Holland-Zuid

l d-bfcîvwiund - 4 MRT 2019 afd.

Aantal meldingen per jaar

Aantal meldingen per jaar

Registratie gemeentelijke antidiscriminatievoorziening. Gemeente Geldermalsen 2014

Trendrapportage. Discriminatiemeldingen Monique Vooijs

Tabellen jaaroverzicht 2009

WEBDOSSIER Jaaroverzicht 2012 op hoofdlijnen

Gemeente amersfoort Gemeentelijke BZK rapportage 2016

Melden heeft zin! te oud. Nationaliteit. te homo. te zwanger. te allochtoon. te mannelijk. voor de discotheek?! te gehandicapt. voor zorgtaken?!

DATUM 26 maart 2012 DOORKIESNUMMER FAXNUMMER

Gemeente utrecht Gemeentelijke BZK rapportage 2016

Ik laat me niet discrimineren. Ik meld het op ADVLimburg.nl

Jaarverslag MiND Meldpunt Internet Discriminatie

Feitenkaart discriminatie 2007, regio Midden- en West-Brabant

Registratie discriminatieklachten bij antidiscriminatievoorzieningen 2014

Banen en vestigingen per gemeente [2010] ALLE BANEN BE Nijverheid TOTAAL

Registratie Discriminatieklachten bij Antidiscriminatie- voorzieningen 2015

Sociale Veiligheid in Gelderland

JAARVERSLAG MiND Meldpunt Internet Discriminatie

Jaarverslag. Anti Discriminatie Bureau Zeeland (ADB Zeeland)

gemeenteraad College van Burgemeester en Wethouders Hierbij bieden wij u ter kennisgeving aan de rapportage door ADV/Ieder1Gelijk over 2014.

Registratie Discriminatieklachten bij Antidiscriminatievoorzieningen

Regio Midden- en West-Brabant FEITENKAART DISCRIMINATIE 2008

Vergelijking discriminatiemeldingen 2012 binnen de G32

BEDRIJFSPLAN

Jaarverslag MiND Meldpunt Internet Discriminatie

commissie-informatiebrief inzake jaarstukken 2011 Anti Discriminatievoorziening Limburg (ADV-L)

Gedragscode CMWW. Met elkaar, voor elkaar. versie

Hoofdstuk 23 Discriminatie

AGENDAPUNT /10

Registratie discriminatieklachten 2013

Datum 19 juni 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Meer homogeweld en veel zaken komen niet bij Openbaar Ministerie terecht

Wettelijke kaders & regelgeving

DISCRIMINATIE MELDPUNT GRONINGEN JAARVERSLAG 2013

Advies: De RIB 'Gemeentelijke BZK rapportage 2014' vast te stellen en ter kennisname te sturen aan de Raad

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Gedragscode stichting Torion

Discriminatieklimaat Groningen

Provincie Utrecht

7 november 2013 Platformdag Gehandicapten mbo Marije Graven

Gedragscode ter voorkoming van ongewenst gedrag

Factsheet Discriminatieklachten op grond van homoseksuele gerichtheid 2012

: College van burgemeester en wethouders : 21 juni 2016 : wethouder Koster

Wat u over een procedure bij het College voor de Rechten van de Mens moet weten

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM

JAARVERSLAG MiND Meldpunt Internet Discriminatie

Jaarcijfers. Discriminatiezaken Haaglanden. Een overzicht van klachten en meldingen

Gelijke Behandeling Preventie & Monitor Discriminatie Fryslân 2007

Inhoudsopgave. Voorwoord ADV Den Haag Meldt meldt zich 7. Den Haag Meldt van start Den Haag Meldt in Den Haag 9

MODEL KLACHTENREGELING ONGEWENST GEDRAG

gelijke behandeling en passend onderwijs 25 maart 2014 Actieweek passend onderwijs

MONITOR DISCRIMINATIEZAKEN Tabellen

Kerncijfers Overzicht van discriminatieklachten en -meldingen geregistreerd bij antidiscriminatievoorzieningen

NOTA VAN TOELICHTING. I Algemeen deel

Aandachtspunten. Goed werkgeverschap Antidiscriminatievoorziening Limburg maart 2018

Gemeentelijke BZK-rapportage 2016

Discriminatiebeeld Gelderland-Midden 2016 Toelichting bij het landelijk multi-agency rapport "Discriminatiecijfers in 2016" (18 mei 2017)

Discriminatie in Rotterdam

Gedragscode ter voorkoming van ongewenst gedrag

Wettelijke kaders & Regelgeving: Handreikingen voor toepassing in de praktijk

Discriminatieklimaat Gelderland-Zuid

Jaarverslag Bureau Gelijke Behandeling Flevoland

JAARBERICHT Het jaar van de Tolerantie

Jaarverslag Bureau Gelijke Behandeling Flevoland

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Protocol grensoverschrijdend gedrag en instellingsbesluit vertrouwenscommissie

BEDRIJFSPLAN

Rapportage discriminatie Gemeente Tiel

Gedragscode FloreoKids. Versie

Rapport. Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162

Dit is een voorlichtingsfolder van Transgender Netwerk Nederland

Gedragscode Stichting Kids op Vakantie Ter voorkoming van ongewenst gedrag

Kerncijfers Landelijk overzicht van klachten en meldingen over discriminatie, geregistreerd bij de antidiscriminatievoorzieningen.

Interne gedragscode voor patiënten- en gehandicaptenorganisaties

Beleidsplan Panel Deurbeleid Utrecht

Kerncijfers 2010 Overzicht discriminatieklachten en meldingen

Feitenkaart discriminatie 2008, RADAR Rotterdam-Rijnmond

BEHANDELING FLEVOLAND Gemeente Zeewolde, 1 7 A r n zoi

Feitenkaart Discriminatie 2010 Zuid-Holland-Zuid

Feitenkaart Discriminatiemeldingen Midden- en West-Brabant

Transcriptie:

Gemeente IJsselstein Gemeentelijke BZK rapportage 2012 Art.1 Midden Nederland

INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 A. Gemeentelijke BZK Rapportage 2012 4 1. Totaal aantal klachten 4 2. Discriminatiegrond 4 3. Maatschappelijk terrein 5 4. Aard 5 5. Klachtbehandeling 6 6. Wijze van melden 7 7. Herkomst melder 7 B. Cijfers 2012 Art.1 Midden Nederland 8 Toelichting cijfers Art.1 Midden Nederland 2012 10 Trends en ontwikkelingen 14 Bijlage 1: Casussen 17 Bijlage 2: Uitleg begrippen 20 Discriminatiegronden 20 Maatschappelijk terrein 23 Aard 26 Bijlage 3: Werkwijze klachtbehandeling 27 Gemeentelijke BZK rapportage 2012 2

INLEIDING Voor u ligt de Gemeentelijke BZK rapportage 2012. Zoals bekend, is in de Wet lijke antidiscriminatievoorzieningen bepaald, dat uw jaarlijks vóór 1 april verslag dient uit te brengen aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) over door uw antidiscriminatievoorziening in geregistreerde klachten. In de rapportage zijn onder hoofdstuk A de cijfers van uw eigen opgenomen. Voor inzicht en vergelijking treft u in hoofdstuk B de cijfers van de gehele provincie Utrecht aan, dit is het totale werkgebied van Art.1 Midden Nederland (Art.1 MN). In het volgende hoofdstuk is een toelichting op de cijfers over 2012 te lezen. Hierbij wordt ingegaan op duiding van de provinciale cijfers en de rol van Art.1 MN. Op het gebied van discriminatiebestrijding en preventie gebeurt er veel in het land, zowel op landelijk, regionaal als lijk niveau. In het hoofdstuk Trends en Ontwikkelingen vindt u hiervan een weerslag, die wellicht niet terug te vinden is in de lijke cijfers, maar wel van belang zijn. In de bijlagen presenteren wij u enkele casussen die wij in 2012 behandeld hebben. Ook is hier een toelichting te vinden op de gebruikte begrippen en de werkwijze klachtbehandeling. Deze rapportage betreft het jaar 2012. Afgelopen jaar heeft Art.1 MN een trendrapportage uitgebracht over de periode 2009-2011. Hierin zijn trends beschreven over de genoemde periode. U heeft hiervan een exemplaar ontvangen. Indien u dit wenst, is de trendrapportage op onze website www.art1middennederland.nl te downloaden. Wellicht heeft u na het lezen van de Gemeentelijke BZK rapportage 2012 nog vragen. U kunt ons bereiken op info@art1middennederland.nl of telefonisch op 030-232 86 66. Met vriendelijke groet, Mieke Janssen Directeur Art.1 Midden Nederland Gemeentelijke BZK rapportage 2012 3

A: GEMEENTELIJKE BZK RAPPORTAGE 2012 Naam Antidiscriminatievoorziening Art.1 Midden Nederland Rapportage ten behoeve van de IJsselstein Jaar van registratie 2012 1. Totaal aantal klachten Klacht van ingezetene Klacht van nietingezetene Totaal Voorval in Voorval in Totaal over andere voorval in Totaal 1 1 2 0 2 2. Discriminatiegrond 1 Klacht van ingezetene Klacht van nietingezetene Totaal Voorval in Voorval in andere Totaal over voorval in Ras 1 1 2 2 Antisemitisme Nationaliteit Handicap/chronische ziekte Leeftijd Seksuele gerichtheid Geslacht Arbeidsduur Arbeidscontract Burgerlijke staat Godsdienst Levensovertuiging Politieke gezindheid Niet-wettelijke grond (overig) Onbekend Totaal 1 1 2 0 2 1 Het totale aantal in deze tabel kan afwijken van het totaal aantal klachten. Een klacht kan namelijk over discriminatie op meerdere gronden gaan, waardoor er verschillen ontstaan tussen de twee totalen. Gemeentelijke BZK rapportage 2012 4

3. Maatschappelijk terrein Klacht van ingezetene Klacht van nietingezetene Totaal Voorval in Voorval in andere Totaal over voorval in Arbeidsmarkt Buurt/wijk 1 1 1 Collectieve voorziening Commerciële dienstverlening Horeca/amusement Huisvesting Media en reclame Onderwijs Politie/OM/VD² Privé-sfeer Publieke/politieke opinie Sport en recreatie Openbare ruimte 1 1 1 Overig Onbekend/n.v.t. Totaal 1 1 2 0 2 4. Aard³ Klacht van ingezetene Klacht van nietingezetene Totaal Voorval in Voorval in andere Totaal over voorval in Omstreden behandeling Vijandige bejegening 1 1 2 2 Geweld Bedreiging Overig Onbekend/n.v.t. Totaal 1 1 2 0 2 ² Onder de categorie Politie / OM / VD valt ook Justitie. ³ Het totale aantal geregistreerde meldingen naar aard voorval kan afwijken van het totaal aantal klachten omdat een klacht over meer dan één aard kan gaan. Gemeentelijke BZK rapportage 2012 5

5. Klachtbehandeling⁴ Klacht van ingezetene Klacht van nietingezetene Totaal Voorval in Voorval in andere Totaal over voorval in Registratie Advies/informatie 1 1 1 Beïnvloeding beleid Bemiddeling Bijstaan in procedures Doorverwijzing 1 1 1 Eigen onderzoek ADV Overig Totaal 1 1 2 0 2 ⁴ Per klacht kunnen meerdere wijzen van klachtbehandeling worden toegepast en geregistreerd. Daarbij kan de wijze van klachtbehandeling niet of niet volledig zijn ingevuld doordat de klachten nog lopende zijn ten tijde van de uitgave van deze rapportage. Om deze redenen kan het totaal afwijken van het totale aantal geregistreerde klachten. Gemeentelijke BZK rapportage 2012 6

6. Wijze van melden Klacht van ingezetene Klacht van nietingezetene Totaal Voorval in Voorval in andere Totaal over voorval in Telefonisch www.art1middennederland.nl www.discriminatie.nl 1 1 1 E-mail Schriftelijk Eigen bevindingen Gemeentelijk loket 1 1 1 Outreaching Discriminatie App Doorverwijzing derden RDO CRM Totaal 1 1 2 0 2 7. Herkomst melder Klacht van ingezetene Klacht van nietingezetene Totaal Voorval in Voorval in andere Totaal over voorval in Antilliaans 1 1 1 Marokkaans Moluks Surinaams Turks Nederlands Roma Overig Europa Overig Amerika Overig Azië Overig Afrika Organisatie Onbekend 1 1 1 Overig Totaal 1 1 2 0 2 Gemeentelijke BZK rapportage 2012 7

B. CIJFERS 2012 ART.1 MIDDEN NEDERLAND Gemeente voorval Amersfoort 45 Baarn 2 Bunnik 3 Bunschoten 3 De Bilt 5 De Ronde Venen 6 Eemnes 0 Houten 4 IJsselstein 1 Leusden 7 Lopik 2 Montfoort 0 Nieuwegein 16 Oudewater 1 Renswoude 1 Rhenen 3 Soest 5 Stichtse Vecht 9 Utrecht 146 Utrechtse Heuvelrug 12 Veenendaal 18 Vianen 2 Wijk bij Duurstede 2 Woerden 11 Woudenberg 0 Zeist 9 Landelijk 20 Overig Nederland 78 Overig Buitenland 1 Onbekend 28 Totaal 440 Gemeente melder Amersfoort 54 Baarn 3 Bunnik 1 Bunschoten 3 De Bilt 9 De Ronde Venen 9 Eemnes 2 Houten 6 IJsselstein 2 Leusden 9 Lopik 1 Montfoort 1 Nieuwegein 17 Oudewater 1 Renswoude 1 Rhenen 3 Soest 9 Stichtse Vecht 13 Utrecht 191 Utrechtse Heuvelrug 14 Veenendaal 24 Vianen 3 Wijk bij Duurstede 2 Woerden 12 Woudenberg 2 Zeist 12 Overig Nederland 16 Overig Buitenland 2 Onbekend 18 Totaal 440 Gemeentelijke BZK rapportage 2012 8

Discriminatiegrond Ras 214 Antisemitisme 4 Nationaliteit 10 Handicap/chronische ziekte 31 Leeftijd 70 Seksuele gerichtheid 19 Geslacht 43 Arbeidsduur 0 Arbeidscontract 2 Burgerlijke staat 1 Godsdienst 23 Levensovertuiging 1 Politieke gezindheid 1 Niet wettelijke grond (overig) 18 Onbekend 18 Totaal 455 Maatschappelijk terrein Arbeid 152 Buurt/wijk 35 Collectieve voorziening 24 Commerciële dienstverlening 42 Horeca/amusement 14 Huisvesting 11 Media en reclame 14 Onderwijs 19 Openbare ruimte 49 Politie / OM / VD 22 Privésfeer 3 Publieke / politieke opinie 36 Sport en recreatie 4 Overig 6 Onbekend 9 Totaal 440 Aard Omstreden behandeling 243 Vijandige bejegening 186 Geweld 2 Bedreiging 0 Onbekend 10 Totaal 441 Klachtbehandeling Registratie 121 Advies/informatie 261 Beïnvloeding beleid 8 Bemiddeling 17 Bijstaan in procedures 23 Doorverwijzing 10 Totaal 440 Herkomst melder Antilliaans 4 Marokkaans 18 Moluks 0 Surinaams 10 Turks 9 Nederlands 122 Roma 2 Overig Europa 36 Overig Amerika 7 Overig Azië 23 Overig Afrika 11 Organisatie 66 Onbekend 132 Overig 0 Totaal 440 Wijze van melden Telefonisch 111 www.art1middennederland.nl 68 www.discriminatie.nl 91 E-mail 13 Schriftelijk 3 Eigen bevindingen 48 Gemeentelijk loket 32 Outreaching 2 Discriminatie App 2 Doorverwijzing 42 RDO 13 CRM 15 Totaal 440 Gemeentelijke BZK rapportage 2012 9

TOELICHTING CIJFERS 2012 ART.1 MIDDEN NEDERLAND In 2012 zijn er 440 meldingen van discriminatie bij Art.1 Midden Nederland (Art.1 MN) geregistreerd. Deze meldingen zijn opgenomen in een landelijk registratiesysteem. In het merendeel van de gevallen zijn het individuele klanten die zich tot onze organisatie wenden voor hulp, ondersteuning of bemiddeling. Echter, Art.1 MN registreert ook andere meldingen uit andere bronnen. In de provincie Utrecht is er elk kwartaal overleg met de politie en het Openbaar Ministerie, het Regionaal Discriminatie Overleg (RDO). Naast strategisch overleg, houdt het RDO zich in een zaaksoverleg bezig met bespreking van meldingen van discriminatie met een mogelijk strafrechtelijke component. De politie verwijst bij aangiften niet automatisch door naar Art.1 MN, zoals wel het geval is met Slachtofferhulp. Wel is de afspraak gemaakt dat, indien er geen strafrechtelijk component is, de politie melder attendeert op Art.1 MN voor emotionele ondersteuning en mogelijke bemiddeling. De behandeling van meldingen en aangiften bij de politie en bij Art.1 MN worden tijdens het RDO op elkaar afgestemd en het verloop van de behandeling wordt besproken. Alle casussen op het zaaksoverzicht worden in de registratie van Art.1 MN opgenomen. Als de zaak niet door Art.1 MN is behandeld, wordt bij wijze van melden het RDO vermeld. In 2012 betreft het dertien meldingen. Overigens is dit de stand van zaken zoals deze bij ons bekend was per 1 februari 2013. In 2012 zijn alle taken van de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) bij wet over gegaan naar het College voor de Rechten van de Mens (CRM). Zaken vanuit de provincie Utrecht die het CRM inhoudelijk behandeld heeft, zijn in onze registratie opgenomen. In 2012 betreft het vijftien meldingen. Art.1 MN is attent op berichtgevingen in de media over ervaringen van discriminatie en ongelijke behandeling. Bijvoorbeeld, een bericht in de regionale pers over een Turkse ondernemer in de Amersfoort, waar bij een brand mogelijk racistische motieven een rol speelden. De volgende ochtend zijn op een muur hakenkruizen en racistische teksten aangetroffen. Art.1 MN heeft naar aanleiding van deze berichtgeving contact gehad met de woordvoerder van de ondernemer. In andere gevallen wordt het bericht alleen ter registratie opgenomen. Zoals in het geval van een bericht in de krant over een incident in de horeca, waarbij de bezoeker van mening is dat de toegang tot een etablissement is geweigerd op basis van zijn herkomst. De persoon in kwestie was in het betreffende geval niet te achterhalen, waardoor de zaak niet inhoudelijk in behandeling kon worden genomen. Op 1 mei 2004 is de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid in werking getreden. Klachtenconsulenten van Art.1 MN zijn vanaf dit moment kranten gaan screenen op vacatures met ongemotiveerde leeftijdseisen. De betreffende bedrijven werden aangeschreven om hen attent te maken op de wet. Als daarnaast bij de screening geconstateerd werd, dat in een vacature onderscheid werd gemaakt op geslacht of herkomst, werden ook deze bedrijven aangeschreven om hen te attenderen op de gelijkebehandelingswetgeving. Art.1 MN zag het als haar taak de bedrijven te wijzen op de discriminerende functie-eisen om hiermee herhaling te voorkomen. In het registratiesysteem zijn deze meldingen opgenomen onder de noemer eigen bevinding. In 2011 is, in opdracht van Art.1 MN, door een stagiair Sociaal Juridische Dienstverlening (SJD) onderzoek gedaan naar de effectiviteit van deze handelswijze. De conclusie was, dat de gehanteerde methodiek niet (meer) de beoogde Gemeentelijke BZK rapportage 2012 10

werking had. Gezien de grote tijdsinvestering, is in 2012 besloten met de screening te stoppen. Het effect van deze keuze is terug te zien in het klachtenvolume. In 2011 waren er 596 meldingen, in 2012 is dit verminderd tot 440. Op het eerste gezicht lijkt dit een grote afname. Echter, als de eigen bevindingen rondom vacatures uit deze cijfers worden verwijderd, blijkt het aantal directe meldingen 431 (2011) en 406 (2012). GEOGRAFISCH Als grootste in onze provincie, zijn de meeste meldingen afkomstig uit de stad Utrecht. In bijna de helft van de gevallen is de melder burger van de Utrecht (191). Overigens is de plaats van voorval minder vaak de provinciehoofdstad (146). Amersfoort is, als tweede in de provincie, goed voor 12% van de meldingen, gevolgd door Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal en Zeist. Van burgers uit alle n zijn er meldingen opgenomen. Er zijn alleen geen voorvallen geregistreerd in de n Montfoort en Woudenberg. DISCRIMINATIEGROND Net als in voorgaande jaren is ook in 2012 ras de meest geregistreerde grond van discriminatie. Het gaat hier om bijna de helft van het totaal aantal meldingen (214). Ten opzichte van 2011 is er sprake van een stijging. Hiermee is er sprake van een trendbreuk. In de jaren van 2009 tot 2011 was er steeds in absolute aantallen sprake van een daling (262 241 180). De oorzaak van de stijging kan gedeeltelijk gevonden worden in de ophef die is ontstaan over het meldpunt van de PVV, waar mensen een klacht kunnen indienen over Midden en Oost Europeanen. Het initiatief heeft veel aandacht gekregen in de media. Art.1 MN en andere discriminatiebureaus in het land, hebben meer dan 3.000 meldingen gekregen over het discriminatoire karakter van de website. Het is opvallend, dat de protesten niet alleen kwamen van mensen uit Midden- en Oost-Europa, maar dat ook veel Nederlanders lieten weten verontwaardigd te zijn over het stigmatiserende en discriminerende karakter van het meldpunt. Art.1 MN ontving in totaal 33 meldingen. Vanuit de Landelijke Brancheorganisatie van Antidiscriminatiebureaus (LBA) is een brief opgesteld, die aan melders is gestuurd. Hierin werd uitgelegd dat het begrijpelijk is dat mensen de website als discriminerend ervaren, maar dat er naar alle waarschijnlijkheid geen sprake is van strafbare feiten. Desondanks leidt, naar inziens van Art.1 MN, het meldpunt wel tot negatieve beeldvorming van Midden- en Oost-Europeanen. De eenzijdige nadruk op negatieve ervaringen, zet deze mensen in een slecht daglicht en werkt stigmatiserend. Dit kan consequenties hebben voor het dagelijks leven van deze groep. In mindere mate, maar een jaarlijks terugkomend fenomeen, is dat burgers tijdens de Sinterklaasperiode klagen over discriminatie. De verschijning Zwarte Piet wordt door hen als racistisch beschouwd. Ook worden in deze periode gekleurde mensen vaker, door bijvoorbeeld collega s, aangesproken alsof zij Zwarte Piet zouden zijn. In 2012 hebben zich negentien mensen bij ons gemeld. Art.1 MN heeft het standpunt van de LBA overgenomen, dat Zwarte Piet op zich zelf staand niet racistisch is, maar dat de kenmerken van Zwarte Piet wel als racistisch kunnen worden beschouwd. Dit standpunt hebben wij uitgedragen tijdens een debat georganiseerd door de Jonge Socialisten in Utrecht en in een interview op Radio 1. Gemeentelijke BZK rapportage 2012 11

Opmerkelijk is de afname van het aantal meldingen op grond van seksuele gerichtheid. In 2011 waren dit er 39, in 2012 is het aantal gedaald tot negentien. Dit ondanks alle aandacht die er voor ongelijke behandeling van homoseksuelen is. In verschillende buurten hebben een aantal incidenten plaats gevonden met betrekking tot pestgedrag en agressie naar homoseksuelen. Art.1 MN heeft een digitaal enquêtepanel van LHBT-ers (lesbisch, homoseksueel, biseksueel, en transgender) uit Amersfoort en Utrecht, het Pink Panel. Uit de jaarlijkse thematische enquêtes blijkt telkens weer, dat homoseksuelen buiten de eigen leefomgeving hun gedrag aanpassen naar de heteroseksuele norm. Wellicht is dit een mogelijke verklaring voor de daling in het aantal meldingen. Andere veel voorkomende discriminatiegronden zijn geslacht (43), godsdienst (23), handicap (31) en leeftijd (70). MAATSCHAPPELIJK TERREIN De arbeidsmarkt is het terrein waarop de meeste ervaringen met ongelijke behandeling worden gemeld (152). Dit beeld is niet veranderd ten opzichte van voorgaande jaren. De commerciële dienstverlening (42) en openbare ruimte (49) zijn samen goed voor een vijfde van het totaal aantal meldingen. Op de vierde plaats staat in 2012 de publieke en politieke opinie. Een uitzonderlijk gegeven, dat geheel toegeschreven kan worden aan de meldingen rondom het meldpunt van de PVV. Opvallende daler is het terrein van de horeca (14). In 2011 zijn er dertig meldingen op dit terrein geregistreerd. De afname is toe te schrijven aan de Utrecht, met een daling van 21 in 2011 naar zeven in 2012. In Utrecht is het Panel Deurbeleid actief. Hier is het aantal behandelde klachten ongeveer gelijk gebleven. De politie heeft een aantal malen de horeca bezocht met mystery guests. In dit onderzoek lijkt het handelen van de portiers zich in de loop van de tijd positief te ontwikkelen. Landelijk blijkt uit presentaties tijdens een congres over de werking en effectiviteit van panels deurbeleid, dat de opstelling op bestuurlijk niveau van grote invloed is op discriminatie in de horeca. Een kleine boete maakt weinig indruk, maar een tijdelijke sluiting van de gelegenheid kost de ondernemer veel meer geld. Het positief belonen levert goede resultaten, bijvoorbeeld door de ondernemer langere openingstijden toe te staan. AARD VAN DISCRIMINATIE Onveranderd blijft omstreden behandeling (243) de belangrijkste vorm van discriminatie, gevolgd door vijandige bejegening (186). Onder omstreden behandeling wordt verstaan, de toepassing of uitwerking van regels, belemmering van toegang tot of uitsluiting van diensten en voorzieningen. Beledigingen, scheldpartijen en pesterijen worden onder vijandige bejegening geregistreerd. KLACHTBEHANDELING In de helft (253) van de meldingen bestaat de behandeling van de klacht uit het geven van advies en informatie. Hieronder valt informatieverstrekking over wetgeving, advies voor eigen handelen, een luisterend oor, morele ondersteuning en empowerment. Bij een kwart (118) van de meldingen kunnen wij niet helpen omdat wettelijke gronden ontbreken. Wij beperken ons dan tot het registreren van de Gemeentelijke BZK rapportage 2012 12

melding. Andere vormen van hulp die wij bieden zijn beïnvloeding van beleid, bemiddeling en het bijstaan in procedures. In tien gevallen is er doorverwezen naar andere organisaties of instanties. HERKOMST MELDER Indien bekent, wordt de herkomst van de melder geregistreerd. In een kwart van de gevallen is deze echter niet bekend (132). Een kwart van de meldingen is afkomstig van autochtone Nederlanders (122). De groep Overig Europa is in 2012 betrekkelijk groot ten opzichte van voorgaande jaren (36). Dit komt vooral door de meldingen over het PVV meldpunt. De eigen bevindingen, zoals de gescreende vacatures en meldingen die voortkomen uit berichtgeving in de media, vallen onder de noemer organisatie. WIJZE VAN MELDEN De meeste meldingen (111) komen telefonisch binnen. Ook het internet is een belangrijke manier om een melding te doen. Hiervoor worden twee websites gebruikt. Het klachtenformulier op de eigen website van Art.1 MN (www.art1middennederland.nl) is 68 keer ingevuld. Er is ook een landelijke website, www.discriminatie.nl. Deze is 91 keer gebruikt om een melding te doen. De lijke loketten worden verhoudingsgewijs niet vaak bezocht (32). Van het loket in Utrecht wordt het meeste gebruik gemaakt (22), vijf maal het loket op de Stadsring in Amersfoort en vijf keer in diverse andere n. Toch is deze mogelijkheid om een ervaring van discriminatie te melden van belang voor de groep burgers die geen toegang heeft tot internet. Ook voor burgers met een beperking is het zeer prettig om laagdrempelig, in de eigen woonplaats, terecht te kunnen voor het melden van ongelijke behandeling. De lijke loketten spelen ook een belangrijke rol bij de gesprekken met melders. Over het algemeen voert de klachtenconsulent een intakegesprek met de melder. Art.1 MN hecht groot belang aan dit gesprek, niet alleen om zo het verhaal van de melder helder te krijgen, maar ook om de melder emotioneel te ondersteunen bij de ervaring van ongelijke behandeling. Indien gewenst, vinden deze gesprekken op locatie plaats. In 2012 zijn 157 intakegesprekken gevoerd, waarvan 42 gesprekken op locatie bij het lokale loket. In 2012 is een nieuwe mogelijkheid toegevoegd aan de lijst van mogelijke manieren van melden. Door toenmalig minister Leers is in oktober de app Discriminatie gelanceerd. In de ruim twee maanden van het bestaan van de app, is er twee maal gebruik van gemaakt. De verwachting is, dat dit aantal toe zal nemen in deze tijd waar het gebruik van smartphones een enorme vlucht neemt. TOT SLOT Wij willen benadrukken dat de registraties meldingen van vermeende discriminatie betreffen. Het gaat om voorvallen, die door de melder als discriminatoir ervaren worden. De cijfers geven dus nadrukkelijk niet het aantal bewezen voorvallen van discriminatie weer. Art.1 MN gaat bij de behandeling van de klachten uit van de beleving van de melder. Door de bemiddelende rol van Art.1 MN, worden vaak oplossingen bereikt zonder dat er feitelijk is vastgesteld dat er ook daadwerkelijk sprake was van discriminatie. Gemeentelijke BZK rapportage 2012 13

TRENDS EN ONTWIKKELINGEN De jaarcijfers 2012 betreffen meldingen van ervaringen met ongelijke behandeling van burgers uit de provincie Utrecht. Op het gebied van discriminatie gebeurt er veel in het land, zowel op landelijk, regionaal als lijk niveau. In dit hoofdstuk willen wij een aantal ontwikkelingen met u delen, die wellicht niet zijn terug te vinden in de lijke cijfers, maar wel van belang zijn. LANDELIJK EVALUATIE WET GEMEENTELIJKE ANTIDISCRIMINATIEVOORZIENINGEN Op grond van de Wet lijke antidiscriminatievoorzieningen (Wga) zijn n sinds 28 januari 2010 verplicht hun inwoners toegang te bieden tot een onafhankelijke antidiscriminatievoorziening. Deze taak heeft uw in een dienstverleningsovereenkomst uitbesteed aan Art.1 MN. In de wet is vastgelegd, dat binnen drie jaar na inwerkingtreding, aan de Staten Generaal een verslag wordt gezonden over de doeltreffendheid en de effecten van de wet in de praktijk. Partners&Pröppe heeft dit onderzoek verricht. De conclusie is, dat 98% van de n een voorziening voor de uitvoering van de twee wettelijke taken (registratie en bijstand) heeft gerealiseerd in de directe leefomgeving van burgers. De voorzieningen zijn laagdrempelig en toegankelijk. Bijna de helft van de n geeft aan, dat de Wga bijdraagt aan een groter bewustzijn van discriminatie in de lokale samenleving. De aandacht voor discriminatie blijkt vooral bij beleidsprofessionals binnen de ambtelijke organisatie toegenomen, sinds de invoering van de Wga. De aandacht van het college en de raad blijft hierop echter achter. Aan de andere kant draagt de uitvoering van de wet niet of nauwelijks bij aan het tegengaan van onderregistratie. Het aantal meldingen van discriminatie is het topje van de ijsberg. Grote n zijn zich vaak meer bewust van onderregistratie dan kleine n en investeren dan ook meer in een antidiscriminatiebeleid met aanvullende activiteiten zoals voorlichting en preventie. Terwijl n wel behoefte hebben aan meer informatie over de specifieke en lokale situatie in hun, blijken ze volgens de evaluatie weinig te investeren in een goede informatiepositie. De Wga blijkt dan ook onvoldoende voorwaarde voor een hogere meldingsbereidheid en een beter zicht op de lokale situatie binnen de n. Enkel de uitvoering van de wet blijkt een onvoldoende voorwaarde om de meldingsbereidheid van burgers die discriminatie ervaren, te vergroten. COLLEGE VOOR DE RECHTEN VAN DE MENS In 2012 zijn alle taken van de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) bij wet over gegaan naar het College voor de Rechten van de Mens (CRM). Nederland heeft hiermee het langverwachte nationale mensenrechteninstituut. Kerntaak van het CRM is, het beschermen en bevorderen van mensenrechten in Nederland. Een combinatie van monitoring, onderzoek, advies en voorlichting moet dit realiseren. Het College is onder meer verantwoordelijk voor een jaarlijkse rapportage over de mensenrechtensituatie in Nederland. Burgers kunnen zich tot het CRM wenden met het verzoek tot een oordeel in gelijke behandelingskwesties. Het CRM en Art.1 MN hebben beide voor 2013 het terrein arbeid als Gemeentelijke BZK rapportage 2012 14

speerpunt van beleid. Hierover vindt overleg plaats, om te komen tot afstemming in activiteiten en mogelijke samenwerking. HANDICAP EN OPENBAAR VERVOER Met ingang van 9 mei 2012 moeten bussen en metro s in Nederland toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Dit is vastgelegd in de gewijzigde Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ). De wet wordt stapsgewijs aangepast naar een volledige toegankelijkheid van het openbaar vervoer voor mensen met een beperking. Dit moet uiteindelijk voor 2030 gerealiseerd zijn. Omdat een aantal aanpassingen nogal wat voeten in de aarde hebben, is er een lange termijn gesteld om alles te regelen. Een voorbeeld hiervan is, de aanpassing van alle perrons in Nederland, zodat mensen in een rolstoel vanaf het perron de trein, bus, tram en metro zelfstandig in kunnen rijden. Voor de provincie Utrecht is het van belang, dat vanaf het voorjaar 2012 98% van alle bussen en de sneltram Utrecht-Nieuwegein, toegankelijk moeten zijn. Art.1 MN heeft het bericht over de nieuwe wetgeving breed verspreid en mensen met een handicap opgeroepen om melding te doen als zij discriminatie in het openbaar vervoer ervaren. In 2012 heeft Art.1 MN één melding over discriminatie op grond van handicap en openbaar vervoer ontvangen. Ook bij het CRM zijn geen verzoeken tot een oordeel rond dit thema ingediend. REGIONAAL ONDERZOEK ONGELIJKWAARDIGHEID Art.1 MN nam als toehoorder en adviseur deel aan de, door het college van portefeuillehouders ingestelde, Drivergroep Ongelijkwaardigheid waarin de Utrechtse n, de politie en het Openbaar Ministerie zitting hebben. Daarnaast heeft Art.1 MN in 2012 deelgenomen aan de Werkgroep Ongelijkwaardigheid, die een concept actieplan heeft opgesteld voor de Drivergroep Ongelijkwaardigheid. Vanuit dit actieplan is onderzoek uitgevoerd naar ervaringen van discriminatie onder 2.700 jongeren in de provincie Utrecht. De bevindingen zijn gepresenteerd op een conferentie op 15 november 2012. Art.1 MN heeft op de conferentie een workshop over het terugdringen van discriminatie bij stages verzorgd. Omdat de Drivergroep eind 2012 ophield te bestaan, is aan Art.1 MN gevraagd mee te werken aan de borging van een aantal activiteiten. We hebben hiertoe een centrale website gemaakt, waar slachtoffers van discriminatie op grond van seksuele gerichtheid, alle partijen in de provincie Utrecht kunnen vinden die hulp kunnen bieden. Deze website wordt in 2013 gelanceerd. Ook hebben we een viertal gedragscodes/huisregels ontwikkeld voor de horeca, het jongerenwerk, het onderwijs en het voetbal. Deze worden in 2013 in alle n in de provincie Utrecht verspreid. PROMO In de jaren 2009 en 2010 was een forse stijging van het aantal meldingen zichtbaar, die grotendeels verklaard kon worden door gevoerde campagnes op landelijk, regionaal en lijk niveau. De Gemeentelijke BZK rapportage 2012 15

rijksoverheid heeft de landelijke campagne om budgettaire redenen niet herhaald. Ook voor Art.1 MN is een grootscheepse campagne onbetaalbaar. Daarom is gezocht naar een alternatieve manier om de organisatie onder de aandacht te brengen, van zowel de burgers als het maatschappelijke speelveld. Er is gestart met een promotieteam bestaande uit zowel klachtbehandelaars als voorlichters, die gezamenlijk optrekken om publiciteit voor Art.1 MN te organiseren. Er is doelgroepgericht foldermateriaal ontwikkeld, er zijn radio-interviews gegeven, jongerenorganisaties en migrantenorganisaties zijn bezocht en er is geflyerd in de stad Utrecht. Ook is er aan alle n een nieuwe digitale tekst aangeboden die gebruikt kan worden ter plaatsing op de lijke websites. Echter, de belangrijkste inspanning in 2012 was gericht op de huisartsen in de gehele provincie. Ervaringen van discriminatie kunnen tot zowel psychische als lichamelijk gezondheidsklachten leiden. Dit blijkt uit diverse onderzoeken over de relatie tussen discriminatie en gezondheidsklachten, maar ook uit de eigen waarneming van klachtenconsulenten. Op psychisch vlak leidt discriminatie onder andere tot depressie, angsten en identiteitsproblemen. Ook kunnen er diverse lichamelijke klachten ontstaan, zoals hoge bloeddruk, verslaving en stress. Klachten waarmee de burger zich wendt tot de huisarts. Om deze reden is er een speciale folder ontwikkeld, gericht op gezondheidsklachten. Medewerkers van Art.1 MN zijn eind 2012 gestart met het persoonlijk bezoeken van de huisartsen. Met een toelichtende brief voor de huisarts, zijn de folders achtergelaten in de wachtkamer. Zowel door de assistenten als de huisartsen werd met enthousiasme gereageerd. De actie heeft al geleid tot enkele meldingen. In 2013 wordt de inzet gecontinueerd en verbreedt naar andere terreinen. Uit onderzoek van het CRM blijkt dat bijna de helft (45%) van de vrouwen op de arbeidsmarkt een ervaring heeft die wijst op discriminatie vanwege zwangerschap, jong moederschap of een kinderwens. Ook blijkt dat zowel werkgevers als zwangere werkneemsters niet altijd op de hoogte zijn van wat wel en niet mag. Het College vindt het van belang dat meer bekendheid wordt gegeven aan de rechten en plichten van zwangere werkneemsters en werkgevers van zwangere vrouwen. Op deze uitnodiging gaat Art.1 MN graag in. KENNISMAKINGSGESPREKKEN MET BELEIDSAMBTENAREN Mieke Janssen heeft, als nieuwe directeur van Art.1 MN, in het najaar de n bezocht voor een kennismaking. Uit de gesprekken met de 24 van de 26 beleidsambtenaren is gebleken, dat zij over het algemeen zeer tevreden zijn over onze basisdienstverlening. Klachten worden goed afgehandeld en de registratie en verslaglegging zijn in orde. Wel is er behoefte aan meer toelichting op de cijfers. Daarom is onze rapportage aangepast aan deze wens. In twee n stelt de politiek vragen bij de hoogte van de bekostiging in relatie tot de geringe hoeveelheid klachten. Op veel plekken is de informatie over de dienstverlening van Art.1 MN niet of nauwelijks beschreven bij het digitale lijke loket en/of de website. Er is inmiddels door Art.1 MN een digitale tekst aangeleverd aan de n. De ambtenaren zijn blij met de registraties, die ze zonder extra werk kunnen doorsturen naar BZK. De adviesfunctie van Art.1 MN is nauwelijks bekend. Deze behoort tot onze preventieactiviteiten en is gratis. Inmiddels bemerken wij dat er meer gebruik gemaakt wordt van deze faciliteit. Gemeentelijke BZK rapportage 2012 16

BIJLAGE 1: CASUSSEN RAS/HUISVESTING Mijnheer X. is op zoek naar tijdelijke woonruimte. Een kennis woont antikraak en zoekt tijdelijk een bewoner voor zijn woonruimte. Mijnheer X. en de kennis doen het voorstel aan Antikraak. Deze gaat niet akkoord, omdat mijnheer X. geen vloeiend Nederlands spreekt. Mijnheer X. voelt zich gediscrimineerd op grond van zijn ras. Uit onderzoek van Art.1 MN blijkt dat het CRM eerder heeft geoordeeld dat Antikraak discrimineert door alleen mensen met een Nederlands paspoort te bemiddelen naar een antikraakwoning. Ook discrimineert zij, door van de potentiële bewoner te eisen, dat zij de Nederlandse taal in woord en geschrift beheersen. In reactie geeft Antikraak aan zich te conformeren aan het oordeel van het College. In dit geval zou er sprake zijn van miscommunicatie tussen mijnheer X. en een medewerkster. Het oordeel wordt opnieuw onder de aandacht gebracht van de medewerkers. Mijnheer X. is tevreden met het resultaat en voelt zich gesteund en geholpen. HANDICAP/ARBEID Mijnheer Y. heeft via een uitzendbureau gesolliciteerd bij één van de opdrachtgevers. Mijnheer Y. wordt uitgenodigd voor een gesprek, omdat zijn CV goed aansluit op de vacature. Zowel het eerste als het tweede gesprek verlopen positief. Desondanks wordt mijnheer Y. afgewezen, met als motivatie dat hij stottert. Als mijnheer Y. aangeeft dat dit discriminatie is, voegt het uitzendbureau er aan toe dat mijnheer Y. gebrek heeft aan bepaalde kennis, die voor de functie een vereiste is. Mijnheer Y. vindt dit niet geloofwaardig en voelt zich gediscrimineerd op grond van handicap. Art.1 MN start een hoor-wederhoor procedure. De opdrachtgever geeft aan, dat de reden niet ligt in de handicap van mijnheer Y., maar in het ontbreken van kwaliteiten die voor de vacature vereist zijn. De opdrachtgever geeft hierbij een duidelijke toelichting. Art.1 MN bespreekt de reactie met mijnheer Y., waarmee het gevoel van discriminatie deels is weggenomen. Mijnheer Y. voelt zich gehoord en gesteund. KLACHT POLITIEOPTREDEN Mijnheer Z. wendt zich tot Art.1 MN omdat hij in korte tijd tweemaal staande is gehouden door de politie. Mijnheer Z. heeft het idee dat zijn huidskleur een rol heeft gespeeld. Art.1 MN ondersteunt mijnheer Z. in een procedure Klacht politieoptreden. Een klachtbehandelaar van de politie nodigt mijnheer Z. uit om het verhaal toe te lichten, waarna de agenten in kwestie worden gehoord. Hiervan is een verslag gemaakt en naar mijnheer Z. gestuurd. Gemeentelijke BZK rapportage 2012 17

In overleg met Art.1 MN zet mijnheer Z. de procedure voort. Er volgen twee bemiddelingsgesprekken. In één bemiddelingsgesprek haalt mijnheer Z. voldoening uit het verhaal van de agent. Bij het andere bemiddelingsgesprek wordt mijnheer Z. de reden van staande houding niet duidelijk. Mijnheer Z. ervaart het verhaal van agent als onbetrouwbaar. De klacht wordt, met hulp van Art.1 MN, voorgelegd aan de klachtencommissie van de politie, waar tijdens de zitting mijnheer Z. zijn verhaal nogmaals toelicht. De klachtencommissie verklaart de klacht ongegrond. Mijnheer Z. kan noch de redenering van de agent op alle punten volgen, noch het advies van de klachtencommissie. In overleg met Art.1 MN grijpt mijnheer Z. naar een laatste middel en legt hij de zaak voor aan De Nationale Ombudsman. Art.1 MN stelt het verzoek op en stuurt dit na goedkeuring van mijnheer Z. op. Tot op heden is er nog geen uitspraak van De Nationale Ombudsman ontvangen. ONGEWENST GEDRAG / INFORMATIE EN ADVIES AAN DE GEMEENTE Een bezoeker van de afdeling burgerzaken bij een is tweemaal geholpen door een moslima met een hoofddoek. De bezoeker stuurt de een brief met de volgende tekst: Ik heb niets te klagen over de afhandeling door de medewerker, maar ik vind het niet juist dat de zich presenteert door een ambtenaar die haar godsdienst in de baas zijn tijd uitdraagt. We leven in Nederland, niet in Turkije of Marokko! Een ambtenaar achter een bureau of een schoonmaakster met een hoofddoek is wat mij betreft geen probleem, maar iemand die je te woord staat aan een loket is een vertegenwoordiger van de en dient zijn of haar religie thuis te laten, en al helemaal als het een religie is als de islam (geweld verheerlijkend, intolerant ten opzichte van andere levensovertuigingen en nog veel meer onacceptabele kanten). De vraagt Art.1 MN advies. Art.1 MN stelt, dat de als werkgever de plicht heeft te zorgen voor een discriminatievrije werkvloer voor haar werknemers. Daarnaast blijkt uit jurisprudentie van het CRM dat een haar werknemers moet behoeden voor discriminatie door klanten. De neemt het advies van Art.1 MN over. Zij stuurt de bezoeker een brief waarin de aangeeft niet van dergelijk gedrag gediend te zijn en dat de het gedrag als discriminerend typeert. De bezoeker wordt geïnformeerd dat het incident bij de politie en het antidiscriminatiebureau is gemeld. De waarschuwt dat aan herhaling consequenties worden verbonden. LEEFTIJD/ COMMERCIËLE DIENSTVERLENING Mevrouw B. (77) bezit bij een bank effecten, waardoor op haar rekening een debetstand is toegestaan. Na verkoop van de effecten kan mevrouw B. niet meer rood staan. De bank geeft aan, dat ter bescherming van erfgenamen, debetstand voor klanten ouder dan 74 jaar niet is toegestaan. Mevrouw B. vindt dat dit voor haar niet van toepassing is omdat zij diverse huizen bezit waarop geen hypotheek rust. Zij ervaart de regeling als discriminatie op grond van leeftijd. Het bankwezen valt onder commerciële dienstverlening en hier geldt de wettelijke bescherming tegen leeftijdsdiscriminatie niet. Desondanks start Art.1 MN een hoor-wederhoor procedure. In reactie laat Gemeentelijke BZK rapportage 2012 18

de bank weten dat de roodstand bij mevrouw B. niet meer is toegestaan vanwege het vervallen van de dekkingswaarde van de effecten. Hierdoor vervalt mevrouw B. in de algemene regel rondom debetstand. De bank biedt aan in een persoonlijk gesprek het vermoeden van discriminatie weg te nemen bij mevrouw B. GESLACHT/COLLECTIEVE VOORZIENING Mevrouw H. voelt zich gediscrimineerd op grond van geslacht omdat een in de belastingaanslag de naam van de ex-man gebruikt in plaats van haar eigen naam. Mevrouw H. heeft de verzocht om de correspondentie op haar naam te stellen. De weigert en beroept zich op een beleidsregel waarin is opgenomen dat een man in soortgelijke gevallen de voorkeur geniet en de correspondentie op zijn naam gevoerd moet worden. Mevrouw H. maakt bezwaar tegen het beleid. Nadat het bezwaar ongegrond is verklaard, heeft mevrouw H. zich gewend tot de bestuursrechter. Art.1 MN heeft mevrouw H. ondersteund tijdens de juridische procedure. Tijdens de zitting zijn de partijen tot elkaar gekomen en zijn er afspraken gemaakt. Vanaf 2013 moeten de aanslagen op de naam worden gesteld van mevrouw H. Er zal een ambtelijk voorstel aan het college van B&W gestuurd worden om de beleidsregels conform de beleidsregels van de VNG aan te passen. SEKSUELE GERICHTHEID/ BUURT OF WIJK Art.1 MN krijgt van een woningbouwcoöperatie een melding binnen van discriminatie van één van hun bewoners. Mijnheer K. wordt door twee buurtbewoners in het appartementencomplex beledigd, bedreigd en gediscrimineerd vanwege zijn homoseksuele geaardheid. Mijnheer K. heeft aangifte gedaan bij de politie. Art.1 MN vervult een coördinerende rol tussen mijnheer K., de woningbouwcoöperatie, de politie en de. Mijnheer K. wil graag komen tot een woningruil. Dit is complex omdat er meerdere woningbouwcorporaties bij betrokken zijn. Dankzij het advies van Art.1 MN komt de woningruil soepel tot stand. Mijnheer K. verhuist begin maart 2013 naar zijn nieuwe woning. De korte lijntjes tussen de organisaties zorgden voor een snelle en accurate afhandeling van de klacht. Mijnheer K. was blij dat Art.1 MN voor hem de zaken coördineerde. Hij zag zelf geen uitweg meer. Ook was hij erg blij met de woningruil. Hij krijgt nu de rust en veiligheid waar hij naar verlangde. Gemeentelijke BZK rapportage 2012 19

BIJLAGE 2: UITLEG BEGRIPPEN (bron: Kerncijfers 2010; Overzicht discriminatieklachten en meldingen van de LBA). DISCRIMINATIEGRONDEN RAS Het begrip ras moet volgens de definitie in het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie (IVUR) en vaste jurisprudentie van de Hoge Raad ruim worden uitgelegd en omvat ook: huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming. Maar fysieke, etnische, geografische, culturele, historische kenmerken kunnen er ook toe leiden dat er sprake is van discriminatie op grond van ras. Een groep die zich in culturele zin al generaties onderscheidt, kan als ras in juridische zin aangemerkt worden, bijvoorbeeld woonwagenbewoners (CGB 2007-109). Dit betekent overigens niet dat het begrip eindeloos opgerekt kan worden. Zo valt Amsterdammer niet onder ras (CGB 2006-18). ANTISEMITISME Antisemitisme werd in het verleden door antidiscriminatiebureaus als aparte discriminatiegrond geregistreerd. Volgens de wet (zowel strafrecht als civiel recht) is antisemitisme echter geen aparte discriminatiegrond. Antisemitisme is, kort gezegd, discriminatie van Joden op grond van hun ras en/of hun godsdienst. Momenteel wordt antisemitisme als discriminatie op grond van ras geregistreerd, tenzij de uiting of het handelen specifiek gericht is tegen Joden als groep mensen met het Jodendom als gemeenschappelijke godsdienst. NATIONALITEIT Klachten op grond van nationaliteit hebben vaak betrekking op het niet, of onder minder gunstige voorwaarden, aanbieden van goederen en diensten aan personen die niet beschikken over de Nederlandse nationaliteit en/of die in het bezit zijn van een tijdelijke verblijfsvergunning. Voorbeeld: aanbieders van mobiele telefonie en financiële diensten staan in de acceptatievoorwaarden onderscheid op grond van nationaliteit toe. HANDICAP OF CHRONISCHE ZIEKTE Klachten worden geregistreerd als discriminatie op grond van handicap of chronische ziekte wanneer het onderscheid gebaseerd is op de (veronderstelde) lichamelijke, verstandelijke of psychische handicap of chronische ziekte van het slachtoffer. De wet geeft geen definitie of opsomming van chronische ziekten. Dit wordt per geval getoetst door de rechter of het CRM. De Wet Gelijke Behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGB h/cz) verbiedt het maken van onderscheid bij arbeid, het vrije beroep en beroepsonderwijs. In 2009 is de wet uitgebreid met wonen en het primair en voortgezet onderwijs en in 2012 met het openbaar vervoer. Gemeentelijke BZK rapportage 2012 20

LEEFTIJD De leeftijdswet heeft alleen betrekking op onderscheid bij de arbeid, het vrije beroep en het beroepsonderwijs. Direct onderscheid op leeftijd is verboden (bijvoorbeeld door in een vacature te vragen naar een verkoper tussen de 18 en 24 jaar). Ook indirect onderscheid kan verboden zijn (bijvoorbeeld door in een vacature te vragen naar studenten. Hierdoor worden ouderen ontmoedigd te reageren). In de praktijk gaat een deel van de klachten over leeftijdsdiscriminatie over commerciële dienstverlening en collectieve voorzieningen. Bijvoorbeeld regels van de overheid waar leeftijdsgrenzen worden gehanteerd of uitsluiting van diensten op grond van leeftijd, zoals verzekeringen of financiële producten. Deze klachten vallen buiten de reikwijdte van de (huidige) wetgeving. Er is wel een Europese richtlijn in voorbereiding die discriminatie verbiedt op grond van leeftijd (en handicap, seksuele gerichtheid, godsdienst of levensovertuiging) bij onder andere de toegang tot goederen en diensten. Als deze richtlijn in werking treedt moeten de lidstaten, waaronder Nederland, dit binnen twee jaar omzetten in nationale wetgeving. SEKSUELE GERICHTHEID Discriminatie op grond van (veronderstelde) homo- of heteroseksuele gerichtheid van het slachtoffer. Biseksualiteit valt hier ook onder. Transgender valt onder de categorie geslacht, ondanks dat deze groep in beleid vaak samenvalt met de homo- en biseksuelen (LHBT). Bij klachten gaat het vaak om incidenten, veelal in openbare ruimte of de woonomgeving, gericht tegen personen met een homoseksuele gerichtheid. Bij deze incidenten is vaker sprake van geweld dan bij klachten over discriminatie op andere gronden. GESLACHT Bij de discriminatiegrond geslacht gaat het veelal om vrouwen die ongelijk worden behandeld ten opzichte van mannen. Dit komt vooral voor bij arbeid. Bijvoorbeeld bijarbeidsvoorwaarden, salaris, promotie of doorstroom en benadeling op grond van zwangerschap. Het kan echter ook gaan om mannen die nadelig worden behandeld ten opzichte van vrouwen. Ook discriminatieklachten van transgenders vallen eveneens onder de discriminatiegrond geslacht. ARBEIDSDUUR Verboden onderscheid op grond van arbeidsduur, heeft betrekking op het nadelig behandelen van personen met een parttime baan ten opzichte van personen met een fulltime baan. ARBEIDSCONTRACT Onderscheid op grond vast of tijdelijk contract heeft veelal betrekking op het nadelig behandelen van personen met een tijdelijke arbeidsovereenkomst. Gemeentelijke BZK rapportage 2012 21

BURGERLIJKE STAAT De grond burgerlijke staat heeft betrekking op onderscheid op grond van de in Nederland erkende vormen van samenlevingsverbanden. Onderscheid tussen mensen met en zonder kinderen kan ook leiden tot indirect onderscheid op grond van burgerlijke staat, omdat gehuwde mensen significant vaker kinderen hebben dan ongehuwde mensen. GODSDIENST Het begrip godsdienst moet volgens de Grondwet en internationale verdragen ruim worden uitgelegd en omvat niet alleen het huldigen van een geloofsovertuiging, maar ook het zich ernaar gedragen. Dit laatste aspect wordt ook wel handelingsvrijheid genoemd. Hieruit vloeit voort, dat de AWGB (Algemene Wet gelijke Behandeling) ook bescherming biedt aan gedragingen die, mede gelet op hun karakter en op de betekenis van godsdienstige voorschriften en regels, rechtstreeks uitdrukking geven aan een godsdienstige overtuiging. Bijvoorbeeld het dragen van een hoofddoek of een keppeltje. De AWGB definieert het begrip godsdienst niet, maar het CRM toetst of sprake is van een godsdienst in gevallen waar het niet om een algemeen bekende en geaccepteerde godsdienst gaat. LEVENSOVERTUIGING Onder levensovertuiging wordt een min of meer coherent stelsel van ideeën verstaan, waarbij sprake is van fundamentele opvattingen over het menselijk bestaan. Dit is niet hetzelfde als het huldigen van maatschappelijke opvattingen, waarbij het eerder om politieke overtuiging zal gaan. Bovendien is het noodzakelijk dat deze opvattingen niet slechts individueel worden gehuldigd, maar dat sprake is van gemeenschappelijke opvattingen. Bijvoorbeeld Rastafari of Boeddhisme. POLITIEKE GEZINDHEID Als het onderscheid gebaseerd is op de (veronderstelde) politieke gezindheid van het slachtoffer, worden de klachten geregistreerd in deze categorie. Het gaat hier om een politieke overtuiging, die kan worden afgeleid uit bijvoorbeeld uitingen of lidmaatschappen. De klachten hebben vaak betrekking op het weigeren van diensten op grond van politieke gezindheid. NIET-WETTELIJKE GRONDEN Onder de categorie niet-wettelijke gronden worden klachten geregistreerd die niet onder de reikwijdte van de gelijkebehandelingswetgeving vallen. Het gaat om de meest uiteenlopende (vermeende) discriminatiegronden. Bijvoorbeeld uiterlijk en uiterlijke kenmerken (piercings, tatoeages of haardracht etc.) en lichaamsgewicht 2, maar ook sociale positie, inkomen, woonplaats, kledingstijl en het hebben van een strafblad. 2 Extreme of morbide obesitas kan worden aangemerkt als een handicap of chronische ziekte in de zin van de WGBH/CZ. Daarbij is niet van belang of de morbide obesitas het gevolg is van een chronische ziekte (CGB 2011-78). Gemeentelijke BZK rapportage 2012 22

MAATSCHAPPELIJK TERREIN ARBEIDSMARKT Klachten over de arbeidsmarkt hebben betrekking op alle facetten, vanaf de aanbieding van een betrekking tot en met het beëindigen van de arbeidsverhouding, arbeidsbemiddeling, arbeidsvoorwaarden, scholing, bevordering en arbeidsomstandigheden. Klachten over stages en over vrijwilligerswerk worden ook onder het terrein arbeidsmarkt gerekend. BUURT / WIJK Het grootste deel van klachten op het terrein van buurt en wijk betreffen conflicten tussen buren, waarbij discriminatie een rol speelt. Vaak is niet duidelijk of discriminatie de oorzaak, of het gevolg is van het conflict tussen de buren. Het conflict omvat over het algemeen meer dan alleen de discriminatie. COLLECTIEVE VOORZIENINGEN Klachten over discriminatie bij collectieve voorzieningen betreffen vooral de overheid, de gezondheidszorg en uitkeringsinstanties. Klachten over eenzijdig overheidshandelen (handelen waarbij de overheid optreedt als overheid richting burgers) vallen buiten de reikwijdte van de gelijkebehandelingswetgeving. COMMERCIËLE DIENSTVERLENING Onder de categorie commerciële dienstverlening valt het aanbieden van goederen en diensten, zoals het kopen van een auto (goederen) of het afsluiten van een verzekering (diensten). Het grootste deel van de klachten gaat over uitsluiting van dienstverlening op grond van ras, godsdienst, leeftijd of seksuele gerichtheid. Voorbeelden: onheuse bejegening door winkelpersoneel en weigering tot het openen van een rekening bij een financiële instelling. HORECA / AMUSEMENT Klachten over discriminatie in de horeca betreffen vrijwel uitsluitend cafés en discotheken en het gehanteerde deurbeleid. Vaak wordt discriminatie op grond van ras ervaren, samenvallend met discriminatie op grond van geslacht. Bijvoorbeeld de weigering van een allochtone man, die niet in het gezelschap is van een vrouw. In mindere mate wordt onderscheid op grond van seksuele gerichtheid ervaren, zowel bij de toegang als dat men wordt aangesproken op intiem gedrag. De overige registraties betreffen niet-wettelijke gronden, zoals de weigering van toegang vanwege kleding of uiterlijke kenmerken. Gemeentelijke BZK rapportage 2012 23

HUISVESTING Klachten over huisvesting betreffen vooral woonruimtebemiddeling en de toewijzing van woningen. Een kleiner deel betreft het handelen of juist niet-handelen door woningcorporaties. MEDIA EN RECLAME Deze klachten hebben betrekking op het medium in kwestie en niet op de uitingen die door het medium doorgegeven worden. Als de klacht zich richt op het programma, omdat dit bijvoorbeeld een politicus een podium verschaft, wordt de klacht geregistreerd als media. Als de klacht een televisieprogramma betreft waarin een politicus bepaalde uitspraken doet, wordt deze geregistreerd als publieke en politieke uitingen als de klacht zich richt op de uitingen van de politicus. Klachten over reclame gaan bijvoorbeeld over uitingen die bijdragen aan het in stand houden van bepaalde vooroordelen, bijvoorbeeld door bepaalde groepen op stereotype wijze af te beelden. ONDERWIJS De klachten over discriminatie in het onderwijs zijn divers van aard. Ze kunnen betrekking hebben op de verhouding tussen leerlingen onderling of op bejegening van leerlingen door docenten, maar ook op het toelatingsbeleid van een onderwijsinstelling of op schooladviezen. Klachten van docenten, die door collega s of leerlingen gediscrimineerd worden, vallen onder het terrein arbeidsmarkt, omdat de docenten discriminatie ervaren op het werk. Klachten over discriminatie bij stages, vallen alleen onder het terrein onderwijs, als deze betrekking hebben op het handelen of nalaten van de school. In de andere gevallen worden deze gerekend tot de arbeidsmarkt. OPENBARE RUIMTE Klachten over de openbare ruimte zijn incidenten die niet gerelateerd zijn aan de locatie waar het incident zich voordoet, zoals scheldpartijen op straat of bekladdingen die niet op een specifiek doel zijn aangebracht. Bijvoorbeeld personen die op straat allerhande verwensingen naar hun hoofd geslingerd krijgen. Bij bekladdingen gaat het op discriminatoire leuzen en tekens die op objecten in de openbare ruimte zijn aangebracht, zoals elektriciteitshuisjes, viaducten, bankjes of lantaarnpalen. POLITIE Klachten over de politie betreffen vooral aanhoudingen. Bijvoorbeeld allochtonen die menen dat zij staande zijn gehouden op grond van hun afkomst. Daarnaast kunnen de klachten betrekking hebben op aanvaringen tussen burgers en politiefunctionarissen in de openbare ruimte, waarbij de burgers de wijze waarop zij door de politie bejegend zijn, als discriminerend hebben ervaren. Als de politie weigert een aangifte van discriminatie op te nemen, wordt dit onder deze categorie geregistreerd. Gemeentelijke BZK rapportage 2012 24

PRIVÉSFEER Klachten in de privésfeer vallen buiten het wettelijk kader als het gaat om discriminatie. Deze klachten hebben vaak betrekking op discriminatoire bejegening binnen relaties of familieverbanden, bijvoorbeeld omdat niet geaccepteerd wordt dat een familielid een gemengde relatie heeft of homoseksueel is. PUBLIEKE EN POLITIEKE OPINIE Klachten over politieke en publieke opinie kunnen gaan over uitspraken van politici, maar ook over columns en andere uitingen van publieke en politieke aard. Veelal gaat het om melders die zich persoonlijk aangesproken en gekwetst voelen door generieke uitspraken van publieke persoonlijkheden. SPORT EN RECREATIE Bij klachten over discriminatie in de sport kan het bijvoorbeeld gaan over scheldpartijen op het sportveld of langs de lijn, maar ook over de toegankelijkheid van sportverenigingen voor bepaalde groepen. Hetzelfde geldt als dit zich voordoet bij een culturele vereniging. Gemeentelijke BZK rapportage 2012 25

AARD Met aard wordt bedoeld de uitingsvorm die de discriminatie aanneemt. OMSTREDEN BEHANDELING Bij omstreden behandeling gaat het over belemmering van de toegang tot, of uitsluiting van diensten en voorzieningen van instanties. Dit is ook van toepassing wanneer de discriminatoire houding of handeling van het personeel, uitsluiting tot gevolg heeft. Kort gezegd: omstreden toepassing van regels, die direct of indirect, onderscheid tot gevolg hebben. Denk bijvoorbeeld aan weigering bij discotheken, afwijzing bij sollicitaties en aanhouding door de politie. Maar ook uitsluiting van bepaalde diensten zoals verzekeringen, hypotheken of telefoonabonnementen. VIJANDIGE BEJEGENING Er is sprake van vijandige bejegening als er uitingen worden gedaan van opvattingen, gedragingen en daden, waarbij sprake is van discriminatoir onderscheid, dat kwetsend is of als zodanig wordt ervaren, angst of commotie teweeg kan brengen. Bejegening heeft zowel betrekking op mondelinge als schriftelijke uitingen. Concreet kan bejegening betrekking hebben op scheldpartijen op de werkvloer en pesterijen op school. Ook bekladdingen met een discriminatoire strekking vallen hier onder. GEWELD EN BEDREIGING Bij geweld gaat het niet alleen om daadwerkelijk geweld, maar eveneens om pogingen tot geweld, waarbij discriminatie een rol speelt (als motief of als bijkomend feit). Onder bedreiging vallen zowel mondelinge als schriftelijke uitingen, gericht tegen personen of objecten, waarbij gerefereerd wordt aan discriminatiegronden. Gemeentelijke BZK rapportage 2012 26

BIJLAGE 3: WERKWIJZE KLACHTBEHANDELING MELDING Onder een melding wordt verstaan, een incident dat bij Art.1 MN onder de aandacht wordt gebracht. KLACHT Elke melding waarbij Art.1 MN door het slachtoffer of de getuige wordt gevraagd om nader onderzoek te verrichten en op basis daarvan, indien nodig en in overleg met de cliënt, actie te ondernemen, alsmede de meldingen waarbij Art.1 MN zelf aanleiding ziet tot nader onderzoek en/of actie. WIJZE VAN BINNENKOMST MELDING Een melding kan telefonisch, per post, per email, via het invullen van een formulier op diverse websites of persoonlijk bij een lijk loket binnen komen. Sinds oktober 2012 is het ook mogelijk om melding te doen via de app Discriminatie op smartphone of tablet. WERKGEBIED Het werkgebied van Art.1 MN is de provincie Utrecht. KLACHTBEHANDELING Klachtbehandeling houdt in dat op basis van de melding een vervolgtraject ter afhandeling ingezet wordt. Doelen van klachtbehandeling kunnen zijn: ondersteuning van slachtoffers van discriminatie; bevorderen van zelfredzaamheid van slachtoffers van discriminatie; signaleren van structurele patronen van discriminatie; gedrags- en/of beleidsbeïnvloeding van personen of organisatie die zich bedoeld of onbedoeld schuldig hebben gemaakt aan discriminatie, gericht op voorkomen en herhaling; toetsen van wetgeving; ontwikkeling van jurisprudentie. Alvorens tot klachtbehandeling wordt overgegaan vindt eerst een intake plaats. Doel daarvan is: melder zijn of haar verhaal en gevoelens te laten uiten; inzicht te krijgen in de aard van de melding; te bepalen wat de verwachtingen zijn van de melder t.a.v. verdere behandeling; melder te informeren over de werkwijze klachtbehandeling Art.1 MN; afspraken te maken over het verdere verloop. Na een intake wordt de werkwijze, de wensen van melder en de juridische mogelijkheden besproken. Het gaat hierbij om het principe van hoor-wederhoor, vormen van ondersteuning, juridische Gemeentelijke BZK rapportage 2012 27

beperkingen, kostenaspect, procedure behandeling melding, klachtenreglement, eigen verantwoordelijkheid melder, registratie en privacybescherming. Daarbij bestaan voor de klachtbehandeling de volgende opties: het bieden van een luisterend oor en registratie van de melding; verstrekking van informatie en advies n.a.v. de melding; ondernemen van actie door Art.1 MN zelf n.a.v. de melding (alle zaken waarbij Art.1 MN op eigen naam handelt); het bieden van ondersteuning en begeleiding bij een (juridische) procedure; doorverwijzen naar een externe instantie ( advocaat, nationale ombudsman, mediator etc.). Bemiddeling Middels een vooronderzoek wordt aanvullend feitenmateriaal, verklaringen van getuigen, mogelijkheden van aanpak en procedures verkregen. Daarbij moet gekeken worden naar het discriminatieaspect, de praktische aspecten en mogelijk structurele oorzaken. Op basis van het vooronderzoek en de diagnose beslist de klachtenconsulent of en op welke wijze de klacht behandeld kan worden. Een plan van aanpak wordt opgesteld en vervolgens uitgevoerd. AFSLUITING KLACHT indien het doel van de klachtbehandeling bereikt is; indien de cliënt geen verdere behandeling meer wenst; indien de cliënt, na een keer rappel, niets meer van zich laat horen; indien Art.1 MN vindt dat er niets meer te bereiken valt, wordt cliënt door een brief of telefonisch op de hoogte gesteld; indien Art.1 MN het niet eens is met de wijze van klachtbehandeling die de cliënt voorstaat. EVALUATIE Nadat een melding is afgesloten, wordt de cliënt een evaluatieformulier toegezonden. Deze dient er voor om de kwaliteit van de klachtbehandeling te bewaken en zonodig te verbeteren. REGISTRATIE Registratie houdt in dat alle voor het voorkomen en bestrijden van discriminatie relevante gegevens worden verzameld. Structureel wordt geregistreerd: discriminatiegrond, aard en maatschappelijk terrein; etnische afkomst melder; wijze binnenkomst melding; oorsprong melding; geografische spreiding ( voorval, woonplaats); wijze van behandeling; beoogde resultaat. Gemeentelijke BZK rapportage 2012 28

Schematische weergave werkwijze klachtbehandeling Registratie Omschrijving Registreren van melding en het geven van een korte reactie ( telefonisch of per e- mail) Registratie van meldingen van derden om op basis daarvan een beeld te verschaffen van discriminatie in de regio. Registratie van voorvallen van discriminatie op basis van eigen screening media Voorbeeld De wens van cliënt om een voorval te registreren en verder geen actie te ondernemen Meldingen van derden Advies/informatie Informeren over wetgeving, adviseren om eigen handelen, het bieden van een luisterend oor, morele ondersteuning en empowerment. Inschatting voorval, advies eigen handelen, informatie over wettelijke mogelijkheden en procedures voor cliënten. Brieven voor eigen handelen opstellen Zelfredzaamheid van cliënt vergroten Beïnvloeding beleid Streven naar verandering van beleid van wederpartij Adviezen voor preventief beleid aan overheden, instellingen of bedrijven Brief naar wederpartij met advies voor aanpassing beleid Informatiebrief naar bedrijven m.b.t. hun werving- en selectiebeleid Bemiddeling Art.1 MN werkt volgens een hoorwederhoor procedure. Dit houdt in dat de wederpartij partij in de gelegenheid wordt gesteld te reageren op de klacht van een cliënt. Als de reactie van de wederpartij daar aanleiding toe geeft zullen partijen met elkaar in gesprek worden gebracht. Klachtenconsulent informeert cliënt en wederpartij over schriftelijk contact. Klachtenconsulent organiseert een gesprek tussen beiden partijen. Bijstaan in procedures Begeleiding en/of vertegenwoordigen van cliënt bij geschillen bij diverse instanties Zelfstandig procedure voeren waar de cliënt als getuige optreedt Procedure bij CRM Procedure bij een Scheidsgerecht Klacht politieoptreden Aangifte van discriminatie Procedure bij Nationale Ombudsman Gemeentelijke BZK rapportage 2012 29

Doorverwijzing Indien sprake is van (feitelijk of ervaren) discriminatie en de cliënt woonachtig is in het werkgebied van een andere ADV. Indien blijkt dat er geen sprake van discriminatie is, wordt cliënt doorverwezen naar een andere instantie. Gericht doorverwijzing cliënt naar het juiste ADV adres Gericht doorverwijzing cliënt naar: advocaat, rechtsbijstaand, juridisch loket, maatschappelijk werk, ombudsman, vluchtelingenwerk, vertrouwenspersoon etc. Eigen onderzoek ADV Wanneer signalen van structurele aard daartoe aanleiding geven, kan Art.1 MN zelf onderzoek verrichten om te onderzoeken of er sprake is van structurele discriminatie. Praktijktesten Eigen screening van personeelsadvertentie (tot 2012) Interviews met of enquêtes onder doelgroepen Overig Valt niet onder een van bovengenoemde wijze klachtbehandeling Gemeentelijke BZK rapportage 2012 30