Evoluties in de lokale zwembadsector

Vergelijkbare documenten
Over bezoekersaantallen, AGB s en zwemshorts

Kengetallen overheidszwembaden Workshop subsidieoproep zwembaden 2016

Kengetallen overheidszwembaden Vlaanderen en Brussel gegevens 2014 & 2015

De zwembadsector in evolutie Stabiel, maar niet windstil

Kengetallen. Vlaanderen en Brussel [ ONDERZOEK ] 49 SITUERING VAN HET ONDERZOEK

Het beroep redder doorgelicht

Redder, nog steeds een knelpuntberoep?

recreatiedomeinen in 34 //

Besparing(sintenties) gemeenten voor sport

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE N 2

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE IN

Intergemeentelijke samenwerking Voorbeelden zwembaden

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

De lokale sportsector in cijfers Het eerste Cijferboek Lokaal Sportbeleid

De evolutie en tendensen op regionaal en provinciaal niveau worden verderop in deze barometer besproken.

NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST OVERZICHT

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

De positie van de Vlaamse kust op de Belgische reismarkt

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

Bios2 Thema in de kijker Activiteiten in de bibliotheek

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

STUDIE Faillissementen 1 december Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%.

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE.

1.1 Aantal levend geborenen dat bij geboorte woont in het Vlaamse Gewest sinds 2001

Kinderopvang cijfert. Voorrangsgroepen

Bios2 Thema in de kijker Personeel in de bibliotheek

NOTARISBAROMETER VASTGOED MACRO-ECONOMISCHE FACTOREN. Barometer 35

Zwembaden en intergemeentelijke samenwerking

Hoger onderwijs, lager onderwijs, schoolloopbaan, schoolse vertraging, secundair onderwijs, universitair onderwijs, watervalsysteem, zittenblijven

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

De Vlaamse sportdiensten in beeld

SVR PROJECTIES VAN DE BEVOLKING EN DE HUISHOUDENS VOOR VLAAMSE STEDEN EN GEMEENTEN

vrind Vlaamse Regionale Indicatoren

notarisbarometer 101,6 99, ,2 99,8 94,1 Belgisch vastgoed zet de economische crisis een hak

S&R Olympia, het nieuw olympisch zwembad in Brugge

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Studentenarbeid in 2018

Kinderopvang cijfert 1. Het bezettingspercentage 2015

De evolutie van het arbeidsvolume in België, de gewesten en de Europese unie

VLAREM-REGLEMENTERING VOOR ZWEMINRICHTINGEN

Studieaanbod in de eerste graad B-stroom. Screening van de beroepenvelden in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Zwembaden en intergemeentelijke

PERSBERICHT Brussel, 19 augustus 2014

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG

De honden en katten van de Belgen

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

Houtbouw. in België vervolg op de enquêtes en uitgevoerd door Hout Info Bois 12% 2 % 5 % Hout Info Bois

Zwemmonitor Harold van der Werff Aline van Bedaf Karin Hoenderkamp Koen Breedveld. Een beeld van het aanbod van zwemwater in Nederland

Prikkels om te Ondernemen West-Vlaanderen Werkt 4, 2010

Belangrijkste conclusies

Ontwikkeling leerlingaantallen

Zwembadbeheer over de gewestgrenzen

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.

T NOTARISBAROMETER VASTGOED SAMENVATTING. Barometer 40 VASTGOEDACTIVITEIT INDEX VASTGOEDACTIVITEIT T1 2019

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

notarisbarometer 2012 : meer vastgoedtransacties in België Vastgoedactiviteit in België 106,4 106,8 101,6 99, ,2 99,8

Zwembaden & Aansprakelijkheid. 20 oktober 2011 Scherpenheuvel Zichem.

Barometer kinesitherapie 2013

BMI BIJ SCHOOLKINDEREN

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Registratie arbeidszorg

NOTARISBAROMETER VASTGOED SAMENVATTING. Barometer 39 VASTGOEDACTIVITEIT INDEX VASTGOEDACTIVITEIT T4 2018

Vastgoed April - juni 2016 VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 105,3 105,0. Op macro-economisch niveau

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

RUIMTELIJKE ANALYSE VAN DE MIGRATIE IN EN NAAR VLAANDEREN.

Aantal startende ondernemingen stagneert nog altijd

Bios2 Thema in de kijker Activiteiten in de bibliotheek

Arbeidsmarktbarometer 2012 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei

Opleidings- en begeleidingscheques

Rapportering Tevredenheidsmeting Loopbaanbegeleiding 2016

STUDIE Faillissementen 03 januari 2017

S&R Westerlo: eerste zwembad in DBFM-formule opent haar deuren

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December

... Graydon studie. Faillissementen. oktober 2017

Arbeidsmarkt Onderwijs

De Trefdag Zwembaden in een notendop

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

Dossier regionale luchthavens. 0. Aanleiding:

Bij het opstellen van de exploitatiedoorrekening zijn de onderstaande uitgangspunten gehanteerd.

NOTARISBAROMETER T VASTGOED. Barometer 41 SAMENVATTING VASTGOEDACTIVITEIT PRIJSEVOLUTIE OVER 5 JAAR. Inflatie

Op 1 september 2012 startte het nieuwe omkaderingssysteem in het gewoon basisonderwijs.

GEMIDDELDE PRIJZEN EVOLUTIE 2017 S1 2018

FACTS & FIGURES Bioscoopbezoek Mathijs De Baere

STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober

Studieaanbod in de eerste graad A-stroom. Screening van de basisopties in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG

PERSBERICHT Brussel, 29 maart 2018

Bios2 Thema in de kijker Publieksbereik

Arbeidsmarkt Onderwijs

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Juli - september 2015

ZORGZWAARTE IN DE THUISVERPLEGING

Gezondheidsindicatoren 2005 Vlaams Gewest. Algemene sterftecijfers

Transcriptie:

36 // VLAAMS TIJDSCHRIFT VOOR SPORTBEHEER / 2016 / N 254 Evoluties in de lokale zwembadsector Kengetallen overheidszwembaden 2013-2015 Marjolein van Poppel stafmedewerker ISB marjolein.vanpoppel@isbvzw.be Ruim 10 jaar geleden startte ISB met de onderzoeksreeks Kengetallen Overheidszwembaden. Sindsdien worden jaarlijks basisgegevens van zwembaden opgevraagd, aangevuld met gegevens over actuele onderwerpen. Dankzij de trouwe inzet van de Vlaamse en Brusselse overheidszwembaden, - waarvoor dank! - kunnen we nu een blik werpen op de evolutie van het zwembadlandschap van 1993 tot 2015. In deze bijdrage zetten we enkele cijfers in de kijker.* Het zwembadlandschap in kaart Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tellen net geen 190 overheidszwembaden. Dit zijn zwembaden die eigendom zijn van Vlaamse en Brusselse overheden - lokale besturen, provincies, de Vlaamse Gemeenschap (Sport Vlaanderen), federale overheid, COCOF. Ook PPS-zwembaden vallen hieronder. Private zwembaden (recreatieparken, campings, hotels, ziekenhuizen ) en schoolzwembaden van alle netten (inclusief hogescholen en universiteiten) behoren hier niet toe. Verder beperkt het onderzoek zich tot de circulatiebaden. Zwemgelegenheden in open water worden dus niet aangeschreven. Het merendeel (62%) van de zwembaden die hun gegevens over 2014 * Aangezien de respons per vraag verschilt, geeft de N-waarde aan op hoeveel antwoorden het weergegeven resultaat gebaseerd is.

ZWEMBAD // 37 Joke Van der maelen Een overheidszwembad vraagt een jaarlijkse investering van 500.000 à 700.000. Hier staat echter een maatschappelijke meerwaarde tegenover die niet zomaar in euro s te vatten is Typologie van zwembaden en 2015 deelden (N = 125) geeft aan dat het zwembad op zich staat. De helft van de overheidszwembaden omschrijft zichzelf als een recreatiebad. 74% van de zwembaden (N = 135) beschikte anno 2013 over een AED en iets meer dan de helft van de zwembaden (53%) organiseert aanvullend aan de jaarlijkse reddersbijscholing oefenmomenten reanimatie. In 2013 (N = 136) gaf 83% van de zwembaden aan over een cafetaria te beschikken. Daarvan wordt 88% via concessie uitgebaat. Slechts een kleine minderheid van ISB hanteert in de onderzoeksreeks Kengetallen overheidszwembaden de volgende indeling: Type overheidszwembad Eénbadige grote zwembaden (EGB) Instructiebaden (INB) Zwembaden met 2 of meer overdekte baden (TDB) Openluchtzwembaden (OPL) Combizwembad (COM) Omschrijving Zwembad met één groot overdekt bad van meer dan 300 m² wateroppervlakte. Zwembad met één klein overdekt bad van minder dan 300 m². Zwembad met 2, 3 of meer overdekte baden en geen openluchtbaden. Dit kunnen zowel kleine peuterbaden zijn, als aparte instructiebaden of doelgroepenbaden. Zwembad met 1 of meerdere openluchtbaden en geen overdekte baden. Zwembad met 1 of meerdere overdekte baden en 1 of meerdere openluchtbaden. de zwembaden kiest ervoor om de cafetaria in eigen beheer te houden. De beheersvorm gemeentelijk is al jaar en dag de meest voorkomende, al daalt het aandeel zwembaden dat op deze manier beheerd wordt (70% in 2003 (N = 171) - 47% in 2015 (N = 121)). Een soortgelijke evolutie geldt voor het beheer door een vzw. Bij de start van de onderzoeksreeks kengetallen zwembaden (2003, N = 171) werd een kwart (27%) van de zwembaden zo beheerd, nu is dit nog 9% (2015, N = 121). De beheersvormen die in opmars zijn, zijn AGB (2015: 28%), Farys en - op kleinere schaal - ook PPS. Farys beheerde in 2016 23 overheidszwembaden, terwijl deze beheersvorm tot 2005 onbestaande was. Het aantal zwembaden dat in PPS-vorm beheerd wordt lag in 2015 op 12, terwijl dat er in 2003 nog maar één was. Gezien het aantal publiek gecommuniceerde projecten dat in de pijplijn zit (PPS: 9, Farys: 1), wordt verwacht dat deze twee laatste beheersvormen nog verder zullen doorgroeien. Over intergemeentelijke samenwerking wordt veel gesproken, maar in de praktijk komt het nog niet veel voor. Bij slechts 15% van de zwembaden (N = 121) was er sprake van zo n samenwerking. Provinciaal gezien lopen de cijfers redelijk gelijk, alleen in Oost- en West-Vlaanderen ligt het percentage opvallend lager. De samenwerking zelf neemt uiteenlopende vormen en gradaties aan, gaande van echt intergemeentelijk beheer tot een bijdrage in de

38 // VLAAMS TIJDSCHRIFT VOOR SPORTBEHEER / 2016 / N 254 exploitatiekosten of het op elkaar afstemmen van de openingsuren en inhoudelijke samenwerking. Verwacht wordt dat intergemeentelijke samenwerkingsvormen in de toekomst aan belang zullen winnen. Beschikbaarheid van zwemwater Het aantal dagen waarop zwemmers in het zwembad terecht kunnen, is doorheen de jaren een relatief stabiel gegeven. Zoals uit Figuur 1 blijkt, schommelde het aantal dagen dat overdekte zwembaden (incl. combinatiezwembaden) op jaarbasis open zijn de voorbije 10 jaar tussen 309 en 320. Voor openluchtzwembaden lag dit gemiddelde tussen 2005 en 2015 tussen 92 en 109. Zwembaden van het type combinatiebaden waren in 2015 met een gemiddelde van 343 het meeste aantal dagen open. De instructiebaden hebben beduidend Ondanks een stijging met een factor van 1,9 tussen 1993 en 2013, blijven de tarieven voor een zwembeurt - zeker in verhouding tot de kosten - zeer democratisch minder openingsdagen (gemiddeld 263). Het aantal openingsdagen van zwembaden met één groot bad en zwembaden met twee of meer baden is 330 respectievelijk 327. Tijdens een normale week tijdens het schooljaar was een zwembad in 2015 gemiddeld 77 uur per week beschikbaar voor publiek/scholen/ clubs/ (N = 111). Instructiebaden en openluchtbaden zijn op weekbasis het minst open (62 uur). Voor de andere types zwembaden ligt het gemiddelde op 81 openingsuren per week. Bezoekers Het aantal bezoekers kende de voorbije jaren een grilliger verloop (Tabel 1). In 2015 bedroeg het gemiddeld aantal bezoekers per zwembad 129.040 (N = 112). In 2014 lag het gemiddelde iets lager (125.588, N = 118) terwijl het gemiddelde voor 2013 met 139.151 (N = 134) dan weer een stuk hoger lag. Een andere maatstaf om de evolutie in de bezoekersaantallen op te volgen, is het aantal bezoekers per dag dat het zwembad open is. Op die manier worden verschillen in openingsmomenten of sluitingsperioden mee in rekening genomen. FIGUUR 1 // Evolutie van het aantal openingsdagen per jaar. aantal openingsdagen/jaar 350 300 250 200 150 100 50 0 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 overdekt 315 320 312 317 320 314 309 317 317 312 320 openlucht 105 101 100 94 108 106 109 92 100 93 94 overdekt openlucht N 2005 = 122, N 2006 = 131, N 2007 = 117, N 2008 = 139, N 2009 = 144, N 2010 = 145, N 2011 = 164, N 2012 = 121, N 2013 = 115, N 2014 = 120, N 2015 = 114

ZWEMBAD // 39 TABEL 1 // Evolutie van het gemiddeld aantal bezoekers per zwembad en het gemiddeld aantal bezoekers per openingsdag Gemiddeld aantal bezoekers Jaartal 1993 2003 2005 2007 2009 2011 2013 2015 per zwembad 132.001 (N = 125) 140.706 (N = 175) 136.014 (N = 145) 133.697 (N = 135) 130.355 (N = 149) 122.347 (N = 145) 139.151 (N = 134) 129.040 (N = 112) per openingsdag 464 (N = 123) 433 (N = 135) 440 (N=141) 441 (N = 109) 452 (N = 112) 431 (N = 110) In 2015 bedroeg het gemiddeld aantal bezoekers per openingsdag 431 (N = 110). Dit is iets hoger dan in 2014 (427, N = 118)), maar een stuk lager dan in 2013 (Tabel 1). Ook het gemiddeld aantal bezoekers per dag kent dus een grillig verloop, al blijkt wel dat dit niet altijd parallel loopt met de algemene evolutie van de bezoekersaantallen. Bij de evolutie van de bezoekersaantallen is de mogelijke variatie in de samenstelling van de steekproef een bijkomende factor die in het achterhoofd gehouden moet worden. Naargelang het type zwembad is men een grotere of kleinere publiekstrekker. De combinatiezwembaden trekken gemiddeld de meeste bezoekers aan. In 2015 waren dat er gemiddeld 217.239 per zwembad of 634 per openingsdag. De zwembaden van het type twee of meer baden staan op de tweede plaats (gemiddeld 145.042 bezoekers of 446 zwemmers/dag). De zwembaden met één groot bad tellen op jaarbasis 85.333 bezoekers en per dag 255. De instructiebaden zijn door de jaren het meest stabiel wat bezoekersaantallen betreft. Het gemiddelde situeert zich rond 40.000 bezoekers per zwembad en circa 160 per openingsdag. De - weersafhankelijke - openluchtzwembaden trokken in 2015 gemiddeld 36.801 zwemmers aan, dat zijn er 391 per openingsdag. Ook de samenstelling van de bezoekers varieert naargelang het type zwembad. Figuur 2 geeft de verhoudingen tussen publiek, school- en clubzwemmen weer. Combinatie- en openluchtzwembaden hebben in verhouding tot de andere type zwembaden een groter aandeel publieke zwemmers. De instructiebaden en zwembaden met één groot bad worden dan weer gekenmerkt door een hoger aandeel schoolzwemmen. Instructiebaden en zwembaden met twee of meer baden trekken iets meer clubzwemmers aan dan gemiddeld. Op basis van gegevens van de voorbije 12 jaar, kan er geconcludeerd worden dat de verhouding publiek, school- en clubzwemmen doorheen de tijd redelijk stabiel is. Dat een zwembad een regionale functie heeft, blijkt onder andere uit het feit dat in 2013 voor het publiek zwemmen 51% van de bezoekers (N = 35) niet woonde in de gemeente waar het zwembad gelegen is. Voor het schoolzwemmen (N = 36) liggen de verhoudingen anders. Daar zijn het wel overwegend (64%) schoolzwembeurten van scholen die gelegen zijn in de gemeente waar het zwembad ligt. Opvallend is wel dat het aantal zwembaden dat dergelijke gegevens registreert en hier dus objectief zicht op heeft, beperkt is. Inkomsten en uitgaven De exploitatie van een overheidszwembad heeft een financiële weerslag. Afhankelijk van het type zwembad (Tabel 2) lopen de kosten op tot gemiddeld 725.000 à 2,1 miljoen, terwijl de inkomsten beperkt blijven tot gemiddeld 22.000 à 1,4 miljoen. Dit betekent dat de betrokken overheidsinstanties op jaarbasis gemiddeld 500.000 à 700.000

ZWEMBAD // 41 F FIGUUR 2 // Aandeel zwembeurten per doelgroep - volgens type zwembad 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 10% 9% 63% 24% COM (N=15) 42% 20% 21% 47% 52% EGB (N=6) INB (N=14) 3% 91% 6% OPL (N=8) 17% 15% 45% 49% 35% 33% TDB (N=63) % scholen % publiek % clubs % overig Vlaanderen BHG (N=106) (N = 106 - referentiejaar 2015) investeren in het zwembad. Hier staat echter een maatschappelijke meerwaarde tegenover die niet zonder meer in euro s te vatten is. Aan de uitgavenzijde is personeel de grootste kostenpost. Meer dan de helft van de totale uitgaven (circa 57%) gaat naar personeel. De uitgaven voor exploitatie schommelen rond 40%. Een zwembad had in 2013 gemiddeld 12,35 voltijdse equivalenten (VTE) personeel in dienst (N = 128). Naargelang het type zwembad zijn er verschillen: de instructiebaden hebben het minste personeel, de combinatiebaden het meeste. De grootste personeelsgroep (46%) zijn de redders (gemiddeld 5,64 VTE). Het schoonmaakpersoneel maakt met gemiddeld 2,9 VTE bijna een kwart uit van de zwembadmedewerkers en het onthaalpersoneel 12% (1,51 VTE). De techniekers zijn de kleinste groep zwembadmedewerkers (gemiddeld 0,41 VTE per zwembad). Hierbij moet echter opgemerkt worden dat voor 2013 78% van de responderende 104 zwembaden aangaf de technieken uit te besteden aan een extern bedrijf. Tussen 1993 en 2003 steeg het gemiddeld aantal VTE medewerkers per zwembad licht om in het daarop volgende decennium relatief stabiel te blijven. In de samenstelling van het personeelsbestand waren er daarentegen wel verschuivingen. Zo vertoont het aantal VTE voor schoonmaak en techniek een dalende lijn. De tendens naar het uitbesteden van deze taken is hier wellicht een verklaring voor. Bij de redders is er een stijgende evolutie waar te nemen. Wat de inkomsten betreft, zijn de zwembaden in grote mate (80%) afhankelijk van de zwembeurten. Ondanks het feit dat de tarieven tussen 1993 en 2013 met een factor 1,9 stegen, blijven de tarieven voor een zwembeurt - zeker in verhouding tot de kosten - zeer democratisch. Zo waren in 2015 de gemiddelde inwonerstarieven voor een 10-jarige 2,03, voor een 30-jarige TABEL 2 // Financiële exploitatie van zwembaden Type zwembad Uitgaven Inkomsten Saldo 1 groot of 2 overdekte baden (N = 19) 723.535 224.565-500.468 3 of meer overdekte baden (N = 18) 1.092.744 434.831-657.913 Combizwembaden (N = 8) 2.122.830 1.404.422-718.408 (referentiejaar 2013)

42 // VLAAMS TIJDSCHRIFT VOOR SPORTBEHEER / 2016 / N 254 FIGUUR 3 // Vergelijking doorheen de tijd van de tarieven voor één zwembeurt voor een 10-, 30- en 65-jarige inwoner 3,00 gemiddeld tarief /zwembeurt (inwoners) 2,50 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00 1993 2003 2013 2015 10-jarige 0,99 1,40 1,87 2,03 30-jarige 1,41 2,00 2,63 2,78 65-jarige 1,08 1,53 2,06 2,25 1993 = 175, N 2003 = 175, N 2013 = 137, N 2015 = 117) (N 1993 = 175, N 2003 = 175, N 2013 = 137, N 2015 = 117) De meest populaire energiebesparingsmaatregel is het recupereren van warmte uit ventilatielucht 2,78 en voor een 65-jarige 2,25. In West-Vlaanderen worden over het algemeen de laagste tarieven gehanteerd, de duurste provincie om te gaan zwemmen is Limburg. Beschouwd volgens type zwembad hanteren de instructiezwembaden de laagste en de combinatiebaden de hoogste tarieven. Wordt de prijsstijging bij zwembaden tussen 2004 en 2015 (index 139) vergeleken met de consumptieprijsindex voor dezelfde periode (124)*, blijkt dat de stijging bij zwembaden iets hoger ligt. Meer en meer zwembaden kiezen ervoor om een ander tarief aan te rekenen voor inwoners en nietinwoners. In 2010 (N = 131) paste nog maar een kwart (26%) van de zwembaden dit toe, in 2015 (N = 115) was dat al 43%. De grootte van het prijsverschil situeerde zich in 2015 rond factor 1,5. Duurzaamheid Zwembaden zijn grootgebruikers wat energie en water betreft. Het gemiddelde waterverbruik bedraagt 8.837m³ (N = 61). Per zwemmer is dat gemiddeld 71,4 liter. Voor het gasverbruik is het gemiddelde 821.620 kwh (N = 42) met een gemiddelde van 5,9 kwh per zwemmer (N = 40) en 1.640 kwh per m² wateroppervlakte (N = 42). Het elektriciteitsgebruik ligt gemiddeld op 427.060 kwh (N = 58). Per zwemmer is dat 3,3 kwh (N = 56) en 374 kwh per m² wateroppervlakte (N = 58). Wat energiebesparende maatregelen betreft, geeft 80% (N = 121) aan dergelijke maatregelen te nemen. De meest populaire maatregel is het recupereren van warmte uit ventilatielucht (45%). Andere maatregelen die bij meer dan een kwart van de zwembaden toegepast worden, zijn het aanpassen van de frequentieregeling van de ventilatoren en het - binnen de grenzen van Vlarem - aanpassen van de turnover van de filters. Bijna een vijfde van de zwembaden (18%) heeft de gebouwschil geïsoleerd. De andere energiebesparende maatregelen die bevraagd werden (afdekken zwembad, recuperatie restwarmte afvalwater, warmtekrachtkoppeling, warmtepomp, zonneboiler) komen minder frequent voor. // * Algemene Directie Statistiek: http://economie.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/economie/consumptieprijzen/consumptieprijsindexen/#dwtable

ZWEMBAD // 43 Privé-zwemlessen Hoe gaan zwembadbeheerders om met vragen van privé-lesgevers die in het lokale zwembad hun diensten willen aanbieden (N = 121, referentiejaar 2015)? Slechts een kwart (24%) gaf aan dit niet toe te laten. In de zwembaden waar dergelijke privé-zwemlessen wel mogelijk zijn (N = 92) koppelt 63% hier een toelating aan. De overgrote meerderheid hiervan (95%) koppelt bepaalde voorwaarden aan die toelating. Een sporttechnische kwalificatie en een ondernemings-/btw-nummer zijn voorwaarden die in meer dan de helft van de gevallen gesteld worden. Maar ook het hebben van een verzekering en afspraken met betrekking tot de momenten waarop lesgegeven kan worden, blijken courant (circa 40%). In de categorie andere kwamen voorwaarden als bewijs van goed gedrag en zeden, afspraken over de begeleiding van kinderen onder een bepaalde leeftijdsgrens, ondertekenen van een afsprakennota en een maximumaantal lesgevers naar voor. Een zwembad gaf aan een lesgeverspas in het leven geroepen te hebben waaraan een aantal van bovenstaande criteria verbonden zijn. FIGUUR // Voorwaarden die aan externe privé-lesgevers gesteld worden Andere Minimumleeftijd lesgever 22% 26% Bepaalde momenten Verzekering 37% 41% Ondernemingsnummer/btw-nummer Sporttechnische kwalificatie 52% 54% (N = 54, meerdere antwoorden mogelijk, referentiejaar 2015) 0% 20% 40% 60% (N = 54, meerdere antwoorden mogelijk, referentiejaar 2015) Dit artikel is een samenvatting van het uitgebreide onderzoeksrapport Kengetallen Overheidszwembaden 2013 2015. Dat rapport gaat dieper in op de gegevens en geeft ze ook meer weer volgens type zwembad en eventueel provincie. Ook andere bevraagde items komen er aan bod. Zwembaden die de bevraging invulden, krijgen een digitale versie van het rapport toegestuurd. Andere geïnteresseerden kunnen het gedrukte rapport bestellen via www.isbvzw.be/webshop. KENN ANK i n f o r m e r e n d i n s p i r e r e n d Meer lezen over dit onderwerp? Zoek in de ISB-Kennisbank met de trefwoorden ZWEMBADEN, ONDERZOEK, KENGETAL- LEN, BEHEER EN EXPLOITATIE