AANGEPAST EXEMPLAAR Raadsvoorstel jaar bijlagenr. commissie(s) categorie/agendanr. 2002 118 Bestuur en Middelen A 15 onderwerp BTW-compensatiefonds Aan de raad 1. Aanleiding en achtergrond Met de invoering van het wettelijk voorgeschreven BTW-compensatiefonds (BCF) vanaf 1 januari 2003 krijgen gemeenten (en ook provincies) de mogelijkheid om de door hen betaalde BTW op een groot aantal activiteiten, waarbij zij een taak als niet-ondernemer (waaronder overheidstaak) uitoefenen, te verrekenen met het BCF. De invoering van het BTW-compensatiefonds heeft ingrijpende gevolgen voor de BTW-positie van de gemeenten, de in dat kader gemaakte afspraken met de Belastingdienst en het financieel beleid en beheer. De gevolgen voor het financieel beheer betreffen met name de aanpassing van de begroting, het budgetbeheer, de jaarverslaggeving, de administratie en de geautomatiseerde gegevensverwerking ten behoeve van administratie en verslaggeving en het doen van de opgave aan het BTWcompensatiefonds. Het doel van de wet en in het verlengde daarvan het BCF is: Het verwijderen van de invloed van BTW-heffing op de afweging door gemeenten tussen het zelf uitvoeren van taken en het uitbesteden daarvan aan private partijen. Het verwijderen van de invloed van BTW-heffing op de afweging ten aanzien van uitwisseling van personeel tussen gemeenten. Het voorkomen van (fiscale) constructies die nu door gemeenten opgezet worden om de lasten van de omzetbelasting te beperken. Uitgangspunt is dat de gemeenten en provincies de door hen betaalde BTW uit het BTW-compensatiefonds (BCF) gecompenseerd krijgen voor activiteiten, die zij uitvoeren in de hoedanigheid van niet-ondernemer. Voor alle gemeenten zal deze operatie in beginsel een budgettair neutraal verloop krijgen. De budgettaire neutraliteit wordt gerealiseerd door een bedrag ter grootte van de door gemeenten betaalde inkoop-btw uit het gemeentefonds te lichten en in het BCF te storten. Dit dient voor het Rijk budgettair neutraal te gebeuren. Per gemeente kan er wel sprake zijn van onder- dan wel overcompensatie. Het eventuele negatieve herverdeeleffect is voorshands afgegrendeld op maximaal 4,54 per inwoner per jaar. Het gevolg van de invoering van het BCF is dat de begroting van de gemeenten van bruto naar netto wordt omgezet, met als belangrijkste aspecten een lagere uitkering uit het gemeentefonds en lagere lasten als gevolg van het kunnen compenseren van de BTW op de overheidsactiviteiten.
-2-2. Uitwerking op hoofdlijnen a. Huidige situatie Verricht de gemeente activiteiten/prestaties in de hoedanigheid van niet-ondernemer, dan hoeft over die prestaties geen BTW in rekening te worden gebracht. Aan de andere kant bestaat er ook geen aftrekmogelijkheid voor de door derden aan de gemeente over alle kosten in rekening gebrachte BTW. De BTW-systematiek heeft daardoor ongewenste consequenties voor de keuze tussen inbesteden en uitbesteden. Als een gemeente ervoor kiest een activiteit niet-ondernemer uit te besteden aan een particulier bedrijf, ontvangt de gemeente van het bedrijf een nota met BTW over alle kostencomponenten. Deze BTW kan niet in aftrek worden gebracht. Als de gemeente de activiteit zelf uitvoert (inbesteedt) hoeft er in de huidige situatie alleen BTW betaald te worden over de inkoop van goederen en diensten. Hierdoor wordt de keuze tussen inbesteden en uitbesteden beïnvloed, ten gunste van inbesteden. Daarnaast leidt de werking van de BTW er op dit moment toe dat veel tijd en geld wordt gestoken in het opzetten van fiscale constructies en het bestrijden daarvan. Dit is zowel voor gemeenten, provincies als voor het Rijk ongewenst. Tot slot levert de huidige BTW-systematiek belemmeringen op voor onder meer het inhuren van tijdelijk (overtollig) personeel van andere overheidslichamen. De instelling van het BTW-compensatiefonds levert een belangrijke bijdrage aan de oplossing van de geschetste problemen. b. Toekomstige situatie De gemeentelijke activiteiten kunnen vanuit BTW-perspectief per 1 januari a.s. als volgt worden onderscheiden: De gemeente als ondernemer Vanuit BTW-oogpunt beschouwd kunnen deze activiteiten BTW-belast zijn, danwel vrijgesteld zijn van BTW. Bij belaste activiteiten dient de gemeente de aan derden in rekening gebrachte BTW per kwartaal aan de fiscus af te dragen. BTW, die derden aan de gemeente in rekening brengen, kan via vooraftrek van de fiscus teruggevorderd worden. Een voorbeeld hiervan is de kosten van het bouwrijp maken voor woningbouw. Treedt de gemeente op als ondernemer, dan wordt de keuze voor de gemeente tussen het zelf uitvoeren van activiteiten (inbesteden) of het uitbesteden ervan niet beïnvloed door de heffing van BTW.
-3- De gemeente als niet-ondernemer (waaronder overheidsoptreden) Deze activiteiten worden per 1 januari 2003 onderscheiden in compensabele en nietcompensabele activiteiten. Hieruit wordt al duidelijk dat het BCF niet alle BTW vergoed die de gemeente als overheid draagt. Van compensatie worden namelijk die BTW-uitgaven uitgesloten die anderen dan gemeenten, die dezelfde taken uitvoeren, eveneens niet vergoed zouden krijgen. Een voorbeeld is hiervan: het verstrekken van onderwijs (primair en voortgezet onderwijs). Een gevolg van het invoeren van het BTW-compensatiefonds is dat alle begrotingsposten ingedeeld worden naar bovenstaande indelingen en dat de compensabele posten ontdaan moeten worden van de BTW-component (van bruto naar netto). 3. Risico s Zoals gesteld zal er om het BCF budgettair neutraal in te kunnen voeren per 2003 een uitname uit het gemeentefonds plaatsvinden. De te compenseren BTW over 2003 zal pas medio 2004 worden uitbetaald. Het effect van de invoering van het BTW-compensatiefonds is het saldo van de compensabele BTW en de uitname uit het gemeentefonds en een drietal andere bronnen (o.m. BTW-28). Voor individuele gemeenten kan het BCF derhalve positief of negatief uitwerken. De eerste jaren zal het risico voor gemeenten niet meer bedragen dan 4,54 per inwoner. Ook is het de vraag in hoeverre een eenmalige bijdrage in het jaar 2003 voor het afschrijven van de BTW in de huidige activa voldoende zal zijn om alle BTW te compenseren. 4. Plan van aanpak Om de invoering van het BTW-compensatiefonds mogelijk te maken dienen vroegtijdig voorbereidingen te worden getroffen. In Emmen is een uit alle diensten samengestelde werkgroep gevormd, die een plan van aanpak, incl. planning heeft opgesteld (bijgevoegd). Hoofdtaak zal zijn het ombouwen van een bruto begroting naar een netto begroting. Belangrijke onderwerpen zijn eveneens hoe om te gaan met de zgn. gemengde kosten, waarbij afspraken met de belastingdienst nodig zijn en de samenwerkingsverbanden. Hierover is recent een handleiding door het ministerie van Financiën uitgebracht. De diensten zijn verantwoordelijk voor de invoering en worden daarbij ondersteund door een projectbureau en evt. externe deskundigheid. De invoeringskosten worden geraamd op 260.000,--.
-4-5. Voorstel Op grond van het voorgaande stellen wij u voor het volgende te besluiten: Voor de uitvoering van het plan van aanpak Invoering BTW- compensatiefonds een krediet ad 260.000,-- beschikbaar te stellen en dit als volgt te dekken: uit de door het rijk beschikbaar gestelde uitvoeringskosten BTW-compensatiefonds zijnde een bedrag van 90.000,--; de resterende kosten ad 170.000,-- te halen uit de VAR. Een ontwerp-besluit is bijgevoegd. Emmen, 17 juni 2002. Burgemeester en wethouders van Emmen, de secretaris, de burgemeester, A.J. Mewe C. Bijl
2002, nr. A15 De raad der gemeente Emmen; gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 juni 2002, nr. 118; b e s l u i t : 1. Voor de uitvoering van het plan van aanpak Invoering BTW- compensatiefonds een krediet ad 260.000,-- beschikbaar te stellen en dit als volgt te dekken: uit de door het rijk beschikbaar gestelde uitvoeringskosten BTW-compensatiefonds zijnde een bedrag van 90.000,--; de resterende kosten ad 170.000,-- te halen uit de VAR. 2. Het benodigde krediet bij begrotingswijziging beschikbaar te stellen. Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 27 juni 2002, de secretaris, de voorzitter,