Woorden die beginnen met en eindigen op s. Meer uitleg vind je bij woordpakket 14 op bladzijde 44 van het leerlingenboek.

Vergelijkbare documenten
Woorden met v en z. Meer uitleg vind je bij woordpakket 2 op bladzijde 8 van het leerlingenboek. Woorden met ei en ij

Woorden die eindigen op ig en lijk

Woorden waarin je /ie/, /i/ of /j/ hoort en y schrijft. Meer uitleg vind je bij woordpakket 2 op bladzijde 8 van het leerlingenboek.

schrijf je meestal ch, behalve bij ik lig, ik leg en ik zeg. Dan schrijf je ij. Dan schrijf je ij.

woorden met drie medeklinkers

Werkwoorden: hele werkwoord, ik-vorm, jij-vorm en hij/zij-vorm. werkwoorden

Basisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica.

Totaaloverzicht kant-en-klare sjablonen Nederlands Cito spelling 3.0 Cito spelling 2.0 Begrijpend lezen Grammatica Studievaardigheid

1. poes Luisterweg Ik luister goed naar het woord, Dan schrijf ik het zoals het hoort.

Basisspelling. Doelgroepen Basisspelling. Omschrijving Basisspelling

Benodigde voorkennis spelling groep 5

Spelling 2F. Doelgroepen Spelling 2F. Omschrijving Spelling 2F

woorden met eer (heer) De /r/ is een plaagletter bij /eer/. volgwoord woorden met oor (oor) De /r/ is een plaagletter bij /oor/.

Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands.

Kun je dit nog? Spelling. Kaartjes met schrijfaanwijzingen. Kaartje bij woordpakket 1. Voorbeeld

instapkaarten spelling

Klankgroep en lettergreep

instapkaarten spelling

kettinkje Ik hoor ju. ik schrijf je. Categorie 43d Verkleinwoorden op nkje Thema 5 groep 6

Visuele Leerlijn Spelling

Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 en 2 groep 6. Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong. Taal actief Groep 6 Categoriekaarten Malmberg s-hertogenbosch

Klankgroep en lettergreep

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 7 en 8 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

2 leerde ze op school. 3 haar met haar. 4 leest boeken uit de. van de stad en gaat graag. 5 zich bij opa en oma. in de, dat is in. 6 Met hun dan over

zelfstandig naamwoord

Leerlijn Spreken & luisteren groep 5

je schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort

Spelling 1F. Doelgroepen Spelling 1F. Omschrijving Spelling 1F

schrijf je meestal ch, behalve bij hij ligt, hij legt en hij zegt. Hoor je /ie/ aan het eind van een klankgroep, dan schrijf je i. Dan schrijf je ij.

Dyslexiebehandeling. Informatiepakket leerkracht:

Overzicht categorieën Taal actief groep 7

hond Ik hoor t aan het eind. Ik maak het woord langer. Ik hoor te(n) Ik hoor de(n) Ik schrijf t Ik schrijf d

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 7 en 8 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

Lees U laat uw kind de eerste set woorden van de week voorlezen. Deze woorden staan rechtsboven op iedere uitlegkaart.

Thema 10. We ruilen van plek

Taal actief spelling en de nieuwe Cito-toets spelling. Taal actief

Het verwoorden van de spellingsregel is belangrijk (bewustwording waarom je iets op een bepaalde manier schrijft).

Spelling in Beeld R 3. woorden op ~t en ~d. het paard de staart het land de krant het sportveld de goudvis

instapkaarten spelling

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten spelling

instapkaarten spelling

Samenvatting Nederlands Spelling

Woordpakket 1 Groep 7. Woorden: Regel:

Inleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9

Woordpakket 1 Groep 7

Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016

WOORDPAKKET 6.2 i in een tweeklank hoofdletter

Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed.

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 4 en 5 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Andere werkwoordsvorm (infinitief, voltooid of onvoltooid deelwoord) schrijf je zo simpel mogelijk. Op t- klank = verlengen, d-klank = verlengen.

uaïjee> 69iim n o o 9"789027"665768

Samenvatting Nederlands NL Spelling 1 t/m 12

WOORDPAKKET 5.1. Ik schrijf de vrije klinker a/e/o/u in een open lettergreep, verenkeling: woorden net als apen zweven over muren.

Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2)

IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit

Visuele Leerlijn Taal

Woordpakket 11 Groep 4. Woordpakket 12 Groep 4

Onthoudschrift spelling groep 8:

Groep 6. Blok 1. Signaaldictee: - woorden met ng - woorden met cht - woorden met ei - woorden met ij

Woordpakket 11 Groep 6 Onthoud woorden

Thema 2. Rennen voor geld

Na de uitslag moest Rob onmiddellijk een Europese bestemming noemen. Razendsnel dacht hij na.

Inhoud. 1 Spelling 10

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw ertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 4 en 5 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

LESSTOF. Basisspelling

Steunkaart 1. Schrijf het woord zoals je het hoort! Steunkaart 2. vriendjesflat. Vriendjesflat/ kleefletters je hoort een u maar schrijft hem niet ONL

Nieuws uit groep 1/2. Schatkist. Foto s. Splitsing groep 1/2. Belangrijke data. Groep 1 en 2 21 februari 2018

Leerstofaanbod groep 4

schrijf je meestal ch, behalve bij hij ligt, hij legt en hij zegt dan schrijf je ij dan schrijf je ij

BLOK 2: les 1 en 2. groep 4) en leren de woorden correct te schrijven (cat. 14) REGEL: 14: Lange klanken aan het eind van een klankgroep:

Nieuws vanuit groep 4

Toetsenperiode juni 2018

TAALVERZORGING KGT 2 SPORTIEF PERRON 1

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

Samenvatting Nederlands Werkwoordspelling

1 Spelling en uitspraak

instapkaarten spelling

Afspraak 31 weetwoord. Afspraak 30 regelwoord. liniaal, actueel. thermometer. Afspraak 32a weetwoord. Afspraak 32b weetwoord. team.

bankbiljet BBQ Hoe moet ik dat spellen? Hoe schrijf je dat woord voluit? 4 verkleinwoord na -y 5 letter- of cijferwoord

Bedenken: een tekening maken van de held

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van eind groep 3 en groep 4 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Gedichten. Spellingstad. uit. Leuke, leerzame, grappige gedichten over verschillende spellinghobbels in de Nederlandse taal

TAALVERZORGING BK 2 SPORTIEF PERRON 2

Toetsen juni Wat moet ik leren voor. Frans. Toetsenplanning juni de leerjaar De eik Wellen

Jaarplanning spelling

namen steden landen Namen steden. werelddelen 61 Namen landen hoofdletter werelddelen. namen, N Namen inwoners van inwoners van landen

Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 groep 7. Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong. Taal actief Groep 7 Categoriekaarten Malmberg s-hertogenbosch

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Wat ga je schrijven: een verhaal over een held die een uitdaging aangaat

Meer dan grammatica!

Thema 7 spelling groep 7

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

DE MOORD OP LOS DE MOORD OP VOOR ER NOG MEER SLACHTOFFERS VALLEN!

Niveau 1 mkm-woorden; medeklinkers, korte en lange klanken, tweetekenklanken. Niveau 2 Medeklinkercombinaties; mkmm- eenvoudig, mmkm

Woordpakket 11 Groep 6. Regel: ei / ij au / ou

LESSTOF. Basisspelling

Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 groep 8. Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong. Taal actief Groep 8 Categoriekaarten Malmberg s-hertogenbosch

Transcriptie:

Kaartje bij woordpakket panty s Woorden die beginnen met en eindigen op s Hoor je een /s/ voor een woord, die niet bij het woord hoort? Schrijf dan s (apostrof-s). Eindigt een woord in het enkelvoud op a, i, o, u of y? Schrijf dan in het meervoud s (apostrof-s). Je schrijft s morgens. Eskimo s: het enkelvoud is Eskimo. Dat eindigt op o. Schrijf in het meervoud s Eskimo s. lolly s: het enkelvoud is lolly. Dat eindigt op y. Schrijf in het meervoud s lolly s. Meer uitleg vind je bij woordpakket op bladzijde van het leerlingenboek. Kaartje bij woordpakket Stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden houten bureau Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vertelt waarvan iets is gemaakt (ijzer, hout). Staat het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord voor het zelfstandig naamwoord? Schrijf dan -en. Je schrijft de katoenen trui Je schrijft de houten tafel. Meer uitleg vind je bij woordpakket op bladzijde van het leerlingenboek. ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 0 blad van

Kaartje bij woordpakket Woorden afbreken in lettergrepen Past een woord niet helemaal op de regel? Verdeel het woord in lettergrepen en breek het af. Gebruik een - (afbreekstreepje) en verplaats een deel van het woord naar de volgende regel. Je schrijft school-tas. Je schrijft jam-mer. Je schrijft den-ken. Meer uitleg vind je bij woordpakket op bladzijde 8 van het leerlingenboek. Kaartje bij woordpakket 8 a.u.b. Afkortingen Een afkorting is een korte manier om een woord, een groepje woorden of een naam te schrijven. Bedenk hoe je de afkorting schrijft. Dat kun je niet horen, dat moet je onthouden. Met punten: Zonder punten: Met één punt: Je schrijft i.v.m. Je schrijft tv Je schrijft blz. Meer uitleg vind je bij woordpakket 8 op bladzijde van het leerlingenboek. ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 0 blad van

Kaartje bij woordpakket 9 basisschoolleerling Samenstellingen Hoor je twee of meer woorden? Knip ze los. Let op! Als er twee of meer medeklinkers achter elkaar staan die hetzelfde zijn of (bijna) hetzelfde klinken: bedenk of er een koppelteken nodig is voor de uitspraak. bedenk of de samenstelling wel of niet de tussenletter s of n krijgt. weekend + dienst: weekenddienst ski + instructeur: ski-instructeur peer + sap: perensap zon + bank: zonnebank Meer uitleg vind je bij woordpakket 9 op bladzijde 8 van het leerlingenboek. Kaartje bij woordpakket 0 ambulance Leenwoorden Leenwoorden zijn woorden die uit een andere taal komen. Bedenk hoe je het leenwoord schrijft. Dat kun je niet horen, dat moet je onthouden. Je schrijft trottoir. Je schrijft keeper. Je schrijft sowieso. Je schrijft confetti. Meer uitleg vind je bij woordpakket 0 op bladzijde 0 van het leerlingenboek. ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 0 blad van

Kaartje bij woordpakket vasthouden Woorden met ei, ij, au, auw, ou, ouw Bedenk of je het woord schrijft met ei of ij, of met au(w) of ou(w). Dat kun je niet horen, dat moet je onthouden. Je schrijft treiteren. Je schrijft gijzelaar. Je schrijft scouting. Je schrijft auditie. Meer uitleg vind je bij woordpakket op bladzijde 8 van het leerlingenboek. Kaartje bij woordpakket Woorden waarin /zj/ of /zju/ hoort en g of ge schrijft rangeren Hoor je /zj/ in een woord of woordstukje? Schrijf dan g. Hoor je /zju/ in een woord of woordstukje? Schrijf dan ge. Je hoort /passazjier/, je schrijft passagier. Je hoort /kollazju/, je schrijft collage. Meer uitleg vind je bij woordpakket op bladzijde 70 van het leerlingenboek. ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 0 blad van

Kaartje bij woordpakket spinnenweb Woorden en woordstukjes die eindigen op d en b Hoor je een /t/ of /p/ aan het eind van het woord of woordstukje? Let op! Maak het woord of woordstukje langer. Hoor je in het lange woord een /d/? Schrijf dan een d. Hoor je in het lange woord een /b/? Schrijf dan een b. Kun je het woord of woordstukje niet langer maken? Bedenk of je het woord schrijft met d of t of met b of p. Dat kun je niet horen, dat moet je onthouden. braadpan: je hoort een /t/ aan het eind van het eerste woord. Maak het woord langer: braden. Je hoort een /d/ in het lange woord, dus je schrijft: braadpan. abnormaal: je hoort een /p/ aan het eind van het eerste woordstukje. Je kunt het woordstukje /ap/ niet langer maken. Bedenk hoe je het woord schrijft: abnormaal. Meer uitleg vind je bij woordpakket op bladzijde 7 van het leerlingenboek. ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 0 blad van