Inrichtingsplan Noordoever Oegstgeesterkanaal te Oegstgeest

Vergelijkbare documenten
Dossiernummer: Projectnummer:

NATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK

Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein

Natuurontwikkeling en kwaliteitsinvestering landschap

Kaart zonneveld Farm Frites gebiedsvisie

VIER MODELLEN. Bouwstenen. Een meer uitgebreide beschrijving van de bouwstenen en informatie over het beheer vindt u in de bijlage.

Een b(l)oeiend sportpark

INRICHTINGSVISIE ANNA S HOEVE CONCEPT

Wetland. Groot Wilnis-Vinkeveen

LANDSCHAPPELIJKE INPASSING EN BOMENPLAN

HOOFDSTUK TITEL. Herontwikkeling plas Caron. Versterking van natuur en recreatie door zandwinning en verondieping

Natuurvriendelijke oevers. Droge voeten, schoon water

Bermenplan Assen. Definitief

Visseninventarisatie terrein Simon Loos

Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2

Het Diemerbos. Onder de rook van Amsterdam

Ecologische beoordeling masterplan. Erasmusveld-Leywegzone

Harderbos en Harderbroek verbonden

Ruimtelijke inpassing asielzoekerscentrum te Heerenveen Maart 2016

Het Diemerbos. fietsen. Wandelen. Paardrijden. Onder de rook van Amsterdam

veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers.


Definitief ontwerp Julianapark

januari 2016 Anne-Marie Majoie-Keet park de olykampen het groene tapijt van raalte-zuid

Tussenresultaten De Zandmotor: Aanjager van innovatief kustonderhoud

NATUURONTWIKKELINGSPROJECT STAPSTEEN T ZWANENBROEKJE. in de polder bij Ubbergen

Visie op de Twellose Beek

Herontwikkeling Nieuwe Driemanspolder

Archeologische Quickscan

De weg terug. Voorstel voor herstel van een Geneneindse kerkepad in Bakel

Gedurende het project wordt dit document regelmatig herzien. Dit op basis van de laatste inzichten en vragen die aan de gemeente zijn gesteld.

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

verde vistaplas zoeterwoude Een bijenidylle met speeleilanden

KASSABON ENERGIEOPBRENGST ha zonneveld- 155 GWh/jaar. aantal huishoudens: LANDSCHAPPELIJKE INVESTERING. kosten aankoop/aanleg: LAAG

Koppel kuifeenden. Kuifeenden

BWZ Ingenieurs. Oosterduinse Meer PARK21. Vuilstort Menneweg Kagerplassen Kouden Hoorn Boterhuispolder Wilnisse Bovenlanden

Masterplan. Landschapspark aan de Hoofddijk - De Uithof

DASSENWERK. werkbladen opdrachten Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. Locatie De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen

Helder water door quaggamossel

Plan ontwikkeling Natuurbegraafplaats Maasbree

De Uithof, Den Haag. Moutainbike trail - afstand 4,8 km Inventarisatie natuurwaarde punt 1 t/m 13 maart 2015

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Vragen en antwoorden stadsstrand en Westerdijk oktober 2016

GEBIEDSBESCHRIJVING Vijf gebieden in Amersfoort Noordoost voor bestemmingsplan Bedrijventerreinen

Notitie. 1 Aanleiding

Gebied: De Drie Polders

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

Quickscan flora en fauna

Er is een aantal belangrijke redenen om ook nu voorrang te geven aan het fietspad langs de Ringvaart:

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg

Bijlage bij de raadsbrief Fietsveiligheid Sleeuwijksedijk (september 2012)

Nieuwkoopse Plassen. Op weg naar water van topkwaliteit. Droge voeten, schoon water

MEMO maaibeleid. Beheergroep Streefbeeld en maairegime Waar kan dit voorkomen Gazon

Provincie Zeeland. Zeeuwse bermen steeds bonter

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Haalbaarheidsonderzoek Snelle Fietsroute Ede - Wageningen

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard

Busbaan langs de Kruisvaart

A13/A16 ROTTERDAM. Toelichting Deelgebied West. Februari 2015

Eindrapportage Slootkwaliteitsplan in de Braakpolder bij Kolhorn

HOOFDWEGEN. Wat: Routes de stad in en uit Helpen om je te oriënteren in de stad Hebben status

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Piekberging Haarlemmermeer

FAQ Fietspad Helmond-Eindhoven: Nr. Categorie Vraag Antwoord

AMSTERDAM OPEN AIR FESTIVAL GAASPERPLAS

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Damstaete. tedenbouy^kundig plan voor 20 woningen. i mui i G Raac. nieuwl koop ļt\y

Subsidie voor aanleg natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen

Welkom bij de inloopavond van Ruygeborg II

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 3: Beekdal van de Aa ten oosten van de Zuid Willemsvaart

Project Duinweg Hellevoetsluis

Beknopte notitie over varianten Ecologische verbinding over de Utrechtse weg (N417).

Ecologisch onderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan voor een terrein ten zuiden van Harmelen

Subsidie voor aanleg natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen

Notitie flora en fauna

voorlopig BEHEER- EN ONDERHOUDS- PLAN NATUURVRIENDELIJKE OEVERS

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

SAMENVATTING GEOLOGIE / BODEM - BODEMKWALITEIT

Amfibieën en poelen. Gerlof Hoefsloot

AKS-1511 Landschappelijke inpassing Hotel Van Der Valk Akersloot

Herstel sprengen en Grift in Apeldoorn

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013

Definitief ontwerp voor het park Glaskloksingel. Harnaschpolder Delft November 2013

Consultatiebijeenkomst Inrichtingsvisie Anna's Hoeve, 13 mei 2014 Resultaten paralelle sessies

Opbouw. Het belang van natuurvriendelijke oevers. EU Kaderrichtlijn Water (KRW) Waterbeleid. Doel KRW voor oevers. EU Kaderrichtlijn Water Maatregelen

Informatiebijeenkomst Boterhuispolder 22 mei 2012

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Gemeente Den Haag Dienst Stadsbeheer. Het Wateringse Veld ECOLOGISCHE VERBINDINGEN

Quick scan ecologie Frankemaheerd te Amsterdam ZO

Verplaatsing houtsingel

Bijlandse Waard. Herinrichting voor veiligheid, natuur en beleving

Tweede Klankbordgroep Wagenaarkade, Utrecht 13 oktober 2016

Meedhuizen Verwerking vragenlijst op de Droomavond 19 juni

ADVIES. Randweg ligt op het grensgebied met Noordwijk) en Noordwijkerhout. 1. Opgave

Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen

6. Ontwerp. N 20m. Visualisatie bovenaanzicht

Transcriptie:

Inrichtingsplan Noordoever Oegstgeesterkanaal te Oegstgeest Stichting CREX Boekenburglaan 54 2215 AE Voorhout 06-14690980 info@crex-advies.nl www.crex-advies.nl Opdrachtgever: Gemeente Oegstgeest Status : definitief Datum : 27 september 2007

Inhoud 1 Inleiding 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Ligging van het gebied 2 1.3 Indeling van het gebied 2 1.4 Uitwerking MAL Oegstgeesterkanaal in Katwijk 3 2 Gebiedsbeschrijving 3 2.1 Geologie en ontstaansgeschiedenis 3 2.2 Bodem 5 2.3 Archeologie en cultuurhistorie 7 2.4 Landschap en grondgebruik 7 2.5 Waterhuishouding 8 2.6 Huidige ecologische functies 8 2.7 Huidige recreatieve functies 10 3 Doelen en randvoorwaarden 11 3.1 Natuurdoelen 11 3.2 Randvoorwaarden vanuit het waterbeheer 12 3.3 Wensen ten aanzien van recreatie 13 4 Bouwstenen groene inrichting 18 5 Recreatie 22 5.1 Huidige situatie 22 5.2 Visie 22 6 Totstandkoming inrichtingsplan 23 6.1 Enquête en klankbordgroep 23 7 Inrichtingsvarianten 25 7.1 Concept varianten voor het gebied als geheel 25 7.2 Optimale variant 36 8 Monitoring 43 9 Literatuur 44

1 Inleiding 1.1 Aanleiding Gemeentelijk beleid In het Groenbeleidsplan (1) heeft de Gemeente Oegstgeest het streven naar behoud en versterking van de hoofdgroenstructuur verwoord. Dit streven staat centraal in de structuurvisie Oegstgeest 2005-2020 (2). Zowel de recreatieve en educatieve als de ecologische functie worden daarbij van belang geacht. Om dit streven nader uit te werken zijn in het Groenbeleidsplan projecten geformuleerd. Een van deze projecten is de recreatieve ontwikkeling van de noordkant van het Oegstgeesterkanaal. Regionaal beleid In het Masterplan Aaneenschakeling Landgoederen (MAL) (3) worden de kansen en bedreigingen van ecologische en recreatieve verbindingen tussen landgoederen in kaart gebracht. Voor het Oegstgeesterkanaal is in het MAL een kansrijk project uitgewerkt onder de titel Verbinding Oegstgeesterkanaal. Het betreft de aanleg van een doorgaand fiets- en wandelpad langs het kanaal tussen Oegstgeest en Katwijk, gecombineerd met de ontwikkeling van een ecologische verbinding tussen de Veerpolder en Polder Elsgeest. In september 2006 heeft de gemeenteraad van Oegstgeest een overeenkomst in het kader van het regionale programma Zuidvleugel Zichtbaar Groener (ZZG, voorheen programma Groen In en Om de Stad (GIOS)) geratificeerd. Daarmee heeft de gemeente de verantwoordelijkheid voor het project MAL Oegstgeesterkanaal (de strook op de noordoever ervan) op zich genomen (4),(5). Afbeelding 1: Plankaart voor de verbinding Oegstgeesterkanaal uit het MAL Inrichtingsplan Noordoever Oegstgeesterkanaal -1- CREX Ecologisch-juridisch advies, 25-11-07

1.2 Ligging van het gebied De noordoever van het Oegstgeesterkanaal is een smalle strook land langs het Oegstgeesterkanaal met een lengte van circa 1,5 kilometer en een breedte variërend van enkele tientallen meters tot ruim honderd meter. Hoewel in de titel van het inrichtingsplan uitsluitend wordt verwezen naar de noordoever van het Oegstgeesterkanaal, is de zuidoever in het meest westelijke gedeelte ook in het plan opgenomen. 1.3 Indeling van het gebied Het plangebied is op te delen in vier gebieden. Gebied 1, de noord- en zuidoever van het Oegstgeesterkanaal, van de gemeentegrens ten westen van rijksweg 44 tot aan de brug bij de Dorpsstraat. Op de noordoever is hier reeds een fietspad aanwezig. Dit sluit aan bij het fietspad (Kanaaldijk oost) langs de noordoever van het kanaal in de gemeente Katwijk. Tussen het fietspad en het kanaal liggen akkers, een huis en een kas. Op de zuidoever ligt op dit gedeelte een landweg, die geschikt is voor fietsverkeer. Deze landweg loopt door richting Rijnsburg (gemeente Katwijk). Hier ligt een smalle strook akkerland tussen het fietspad en het kanaal, waarvoor dit inrichtingsplan ook geldt. Gebied 2, noordoever van het Oegstgeesterkanaal, van de brug bij de Dorpsstraat tot aan de Poelsteeg. Het westelijke deel bestaat uit privé-tuinen en valt buiten het inrichtingsplan. Het oostelijke deel heeft reeds een inrichting als parkgebied. In dit als parkgebied ingerichte gedeelte bevindt zich een wandelpad dat parallel aan het kanaal loopt (Kanaalpad), er is geen fietspad aanwezig. De fietsroute vanaf het fietspad van de Kanaaldijk oost loopt door de wijk, middels het Jan van Gilsepad, de Willem Pijperlaan en de Johan Wagenaarlaan. Met een bocht komt de route uit bij het fietsviaduct onder de Haaswijklaan. Hier sluit de route aan op de Haaswijklaan. Gebied 3, noordoever van de Poelsteeg tot aan het Arthur van Schendelpad (J.H. Oortbrug). Dit deelgebied is in bezit van het Hoogheemraadschap van Rijnland, ingericht als tuinderij en is nu niet vrij toegankelijk. Gebied 4, noordoever van het Arthur van Schendelpad (J.H. Oortbrug) tot aan het Leidse Gat (de zijtak van het kanaal naar de Haarlemmertrekvaart). Dit deel is eveneens is in bezit van het Hoogheemraadschap van Rijnland, ingericht als grasland en niet vrij toegankelijk. Er bevinden zich geen fiets- of wandelpaden. Inrichtingsplan Noordoever Oegstgeesterkanaal -2- CREX Ecologisch-juridisch advies, 25-11-07

Afbeelding 2: de indeling van het gebied. 1.4 Uitwerking MAL Oegstgeesterkanaal in Katwijk Voor de oevers van het Oegstgeesterkanaal in Katwijk is in 2004, bij de besluitvorming voor de vervanging van de beschoeiing van de oevers, vastgesteld dat het alternatief natuurvriendelijke oever is afgevallen in verband met ruimtegebrek (bron: www.rijnland.net). Wel wordt aan de oostkant van Rijnsburg het gebied de Horn ontwikkeld, waarbij de herstelde Vliet zal uitmonden op het Oegstgeesterkanaal en waarbij extra open water gecreëerd zal worden, 50% van de oevers zullen hier natuurvriendelijk worden ingericht. Deze oevers zullen een belangrijke rol spelen als ecologische stapstenen in de ecologische structuur van het Oegstgeesterkanaal en de omliggende gebieden. 2 Gebiedsbeschrijving 2.1 Geologie en ontstaansgeschiedenis Het landschap dat door het Oegstgeesterkanaal wordt doorsneden, is grofweg ontstaan in 3 fasen 1. De vorming van het strandwallenlandschap vanaf omstreeks 7.000 jaar geleden tot 6.000 jaar geleden. 2. Veenvorming vanaf omstreeks 6.000 jaar geleden 3. Toegenomen afwatering, inklinking van het veen en afzetting zeeklei vanaf 2.500 jaar geleden In fase 1. werden strandwallen gevormd. In de laatste ijstijd (150.000 tot 10.000 jaar geleden) zijn in Nederland en op de toen nog droog liggende bodem van de Noordzee grote zandpakketten afgezet (het zogenaamde Pleistocene zand). Rond 7.000 jaar geleden stagneerde de relatief snelle zeespiegelstijging van na de laatste ijstijd en begon de zeespiegel zelfs licht te dalen (regressie). Door een samenspel van zeestroming en wind werd het pleistocene zand opgewoeld en opnieuw afgezet in strandwallen. De tussengelegen strandvlakten overstroomden vooral in perioden waarin de zeespiegel tijdelijk weer wat steeg (transgressie) nog vaak met zeewater, waardoor daar zeeklei werd afgezet. Inrichtingsplan Noordoever Oegstgeesterkanaal -3- CREX Ecologisch-juridisch advies, 25-11-07

Rond 6.000 jaar geleden begon fase 2, doordat de strandwallen een vrijwel gesloten kustlijn vormden. Daardoor werd de invloed van de zee in het binnenland sterk teruggedrongen. Zoet regen- en rivierwater stagneerde achter en tussen de strandwallen. En er werd veen gevormd. Fase 3 begon ongeveer 2.500 jaar geleden. De zeespiegel begon weer te stijgen en de monding van de Oude Rijn begon zich te verbreden. Als gevolg van toegenomen afwatering stagneerde de veenvorming, het verdroogde veen klonk in. Tijdens nieuwe overstromingen met zeewater (transgressie) werd zeeklei op de veenlagen afgezet. De inklinking van het veen werd na de jaartelling versterkt door ontwatering als gevolg van ontginningsactiviteiten. Overstroming van de inklinkende gebieden werd tegengegaan door bedijking. Ongeveer op de plek waar het Oegstgeesterkanaal in de jaren 40 van de 19 e eeuw werd aangelegd, liep een afwateringskanaal door het plangebied. Dit afwateringskanaal, de Vliet, was in het begin van de 12 e eeuw gegraven tussen de Rijnsburgse Vliet en de huidige Kagerplassen. De aanleg was noodzakelijk omdat rond 1130 de monding van de Rijn geheel was dichtgeslibd. In het plangebied en de directe omgeving liggen twee strandwallen, die worden doorsneden door het Oegstgeesterkanaal. De meest westelijke strandwal in het plangebied volgt de lijn Groen kerkje, Haarlemmerstraatweg en Wijtenbachweg. Deelgebied 1 en 2 overlappen gedeeltelijk met deze strandwal. De meest oostelijke strandwal ligt ten oosten van het plangebied en volgt de lijn Dorpstraat in Warmond, Abspoelweg en Warmonderweg. De deelgebieden 3 en 4 liggen op de strandvlakte tussen de twee strandwallen. Deze strandvlakte is op een gegeven moment bedijkt (=ingepolderd). De polder wordt in het archief van het Hoogheemraadschap van Rijnland voor het eerst genoemd in 1641 onder de naam Voorhofsche Polder. Bij de aanleg van de Haarlemmertrekvaart in 1657 werd de polder Morsebel (ten noorden van het huidige Oegstgeesterkanaal) afgescheiden van de Voorhofpolder. Inrichtingsplan Noordoever Oegstgeesterkanaal -4- CREX Ecologisch-juridisch advies, 25-11-07

Afbeelding 3, strandwallen (geel gearceerd), de watering (blauwe stippellijn) en de bedding van de Oude Rijn (blauw gearceerd). (Bron: website MEC (8) ) (Bronnen: www.natuurinformatie.nl (9), www.historischekringdebilt.nl (10) ) en Oude Rijn doet nieuwe zaken (11) ) Aan de westkant van de akker in deelgebied 3 loopt een watergang loodrecht op het Oegstgeesterkanaal naar het noorden. Volgens de website van het MEC volgt deze watergang de loop van de oude watering die door de strandvlakte liep. De deelgebieden 1 en 2 hebben van origine een zandige ondergrond, terwijl de deelgebieden 3 en 4 van origine een ondergrond hebben die uit veen- en kleiafzettingen bestaat. Doordat in het gebied eerst de Vliet is gegraven en later het Oegstgeesterkanaal, en doordat later mogelijk slibafzettingen uit het kanaal op de kant gezet zijn, is het aannemelijk dat de bodem aan de oevers is verstoord. Overigens verloopt de overgang tussen de strandvlakte en de strandwal geleidelijk, zodat ook de grens tussen zandige ondergrond en veen en kleiafzettingen niet scherp zal zijn. 2.2 Bodem Uit onderstaande bodemkaart blijkt dat de noordoever van het Oegstgeesterkanaal hoofdzakelijk bestaat uit klei, met richting de snelweg nog een strook leemarm zand en een strook zavel. Inrichtingsplan Noordoever Oegstgeesterkanaal -5- CREX Ecologisch-juridisch advies, 25-11-07

Afbeelding 4, de samenstelling van de bodem rond het Oegstgeesterkanaal (bron: www.bodemdata.nl) Voor de gebieden uit dit inrichtingsplan is uit Afbeelding 4 de volgende bodemsamenstelling af te leiden: Gebied 1: westelijk deel: lichte zavel; oostelijk deel zand (strandwal) Gebied 2: westelijk deel (particuliere tuinen): zand; oostelijk deel: klei met zware tussenlaag of ondergrond. Gebied 3: klei op veen Gebied 4: klei op veen Op basis van bodemmonsters en het bekijken van de akkers in gebied 1 en 3 is het volgende vastgesteld: Gebied 1: - Oever ten westen van snelweg: bodemmonster: lichte zavel (zand met laag lutumgehalte, de bovenste laag is humusrijk, ook puinresten); - Direct ten westen van de snelweg is de bodem opgehoogd (waarschijnlijk met zand, geen bodemmonster genomen). Het is de vraag of Rijkswaterstaat akkoord gaat met afgraving voor een natte inrichting van dit gedeelte. - Akker ten oosten van de snelweg: op zicht beoordeeld: zand met zeer laag lutumgehalte. Gebied 2: Inrichtingsplan Noordoever Oegstgeesterkanaal -6- CREX Ecologisch-juridisch advies, 25-11-07

- Oever bij het meest westelijke deel van het kanaalpad: zandig met puinresten - Oever net ten oosten van de Haaswijklaan: bovenlaag met zand, klei op 40 cm en dieper Gebied 3: - aan de westrand bodemmonster: ca 15 cm humusrijk zand daaronder vette klei (dicht bij de plek waar de oude wetering heeft gelopen). - Aan de akker is duidelijk te zien dat de bodem hier uit klei bestaat, waarschijnlijk lichte klei. Gebied 4: - Dit gebied is duidelijk opgehoogd tot 1,5 tot 2 meter boven het polderpeil. Uit grondmonsters blijkt dat de opgebrachte grond uit zand met een laag lutumgehalte bestaat. De bovenste laag van ca. 60 cm is humusrijk. Uit de bovenstaande veldwaarnemingen blijkt dat de bodem op de oever verstoord is. 2.3 Archeologie en cultuurhistorie Volgens de Cultuurhistorische Hoofdstructuur van de Provincie Zuid-Holland was er op de strandwallen al bewoning vanaf het Neolithicum. Dat moet het laat Neolithicum geweest zijn, want eerder bestonden de strandwallen nog niet. De strandvlaktes zijn vanaf de IJzertijd of de Romeinse tijd bewoond. De trefkans op archeologische sporen is volgens de provincie op de strandwallen zeer groot en op de strandvlaktes redelijk tot groot. De provincie heeft het oude duin waarop het Groene Kerkje staat aangemerkt als een terrein met hoge archeologische waarde. De oudste vondsten in de omgeving van Oegstgeest zijn gedaan in polder Morsebel (ten noorden van het Oegstgeesterkanaal) en wijzen op bewoning in de IJzertijd (800-12 v. Chr.). Het gaat hier om aardewerk scherven, verkoolde resten van vlechtwerk en botmateriaal. Fragmenten van middeleeuws aardewerk (kogelpot, Paffrath, Pingsdorf en Andenne) zijn op diverse plaatsen aangetroffen in Oegstgeest; onder andere bij het Groene Kerkje. Bron: Bestemmingsplan Poelgeest (12) 2.4 Landschap en grondgebruik Het Oegstgeesterkanaal vormt een fraaie lijn in het landschap en een ideale groene schakel tussen de grote publiekstrekkers van de regio: het strand van Katwijk en de Kagerplassen. De nog in te richten stukken van de noordoever van het Oegstgeesterkanaal zijn te kenschetsen als restgebieden. Het grondgebruik van de deelgebieden verschilt. Gebied 1 en 3 zijn verpacht voor de teelt van sierbloemen. De pachtcontracten lopen tot 2030. De pachter van gebied 1 wil over enkele jaren stoppen met zijn bedrijf. De pachter van gebied 3 is niet van plan te stoppen met zijn bedrijf. Inrichtingsplan Noordoever Oegstgeesterkanaal -7- CREX Ecologisch-juridisch advies, 25-11-07

Gebied 2 bestaat deels uit privé-tuinen en is deels ingericht als park met een wandelpad, gras en verspreid staande bomen. Het meest oostelijke deel van gebied 2 bestaat uit een gazon met een wandelpad. Gebied 4 omvat een oever met veel riet, verspreid staande bomen en struiken, en is verder als gazon ingericht. De omgeving van de in te richten gebieden is in gebruik als woongebied. 2.5 Waterhuishouding Afbeelding 5, de waterkaart van het plangebied en omgeving (bron Hoogheemraadschap van Rijnland). In de huidige situatie valt de boezemkade van de polder Morsebel aan de zuidkant van de deelgebieden 3 en 4 samen met de noordoever van het Oegstgeesterkanaal. Ten westen van de akkers van deelgebied 3 buigt de boezemkade noordwaarts langs de westelijke oever van de watergang die de oude loop van de watering volgt. De zuidoever van het Oegstgeesterkanaal in deelgebied 1 is ook een boezemkade. Deelgebieden 3 en 4 worden aan de noordzijde begrensd door een hoofdwatergang op polderpeil. 2.6 Huidige ecologische functies De huidige natuurwaarden in het plangebied zijn beperkt. Het gebied is grotendeels omgeven door stedelijk gebied. De oever van het kanaal is langs de deelgebieden 1 en 2 voorzien van een harde beschoeiing, waardoor er nauwelijks amfibieën en oever- en moerasplanten voorkomen. In gebied 3 en 4 heeft het Oegstgeesterkanaal een natuurvriendelijke oever. In gebied 3 wordt het riet voor de zaadzetting gemaaid, om overlast voor de akker te voorkomen. Vegetatie De vegetatie op de oevers is over het algemeen te omschrijven als een voedselrijke berm, plaatselijk met verstoringssoorten. Gebied 1 en 3 bestaan Inrichtingsplan Noordoever Oegstgeesterkanaal -8- CREX Ecologisch-juridisch advies, 25-11-07

hoofdzakelijk uit akkers, die vrij intensief worden gebruikt, waardoor de ecologische functie van deze gebieden zeer beperkt is. De vegetatie van gebied 2 en het westelijke smalle deel van gebied 3 bestaat hoofdzakelijk uit gras dat vrij intensief wordt gemaaid. Deelgebied 4 heeft een smalle natuurvriendelijk ingerichte oeverzone. Het extensieve beheer van het grasland heeft geleid tot een betrekkelijk soortenrijke vegetatie met vlinderbloemigen, waarop veel insecten foerageren. Zoogdieren Het gebied functioneert als leefgebied voor zoogdieren, zoals egels, mollen en waarschijnlijk ook algemene soorten muizen en spitsmuizen. Het is aannemelijk dat de grootste aantallen en diversiteit in gebied 4 voorkomen. Boven het kanaal foerageren meervleermuizen en boven de oevers foerageren gewone dwergvleermuizen. Van deze laatste soort is in gebied 2 een mogelijke paarplaats geconstateerd. Vogels Het gebied functioneert in beperkte mate als leefgebied voor algemene watervogels, zoals fuut en meerkoet. Geschikte broedplaatsen zijn schaars en wegens gebrek aan waterplanten is de voedselsituatie voor meerkoeten beperkt. In het riet op de natuurvriendelijke oever langs gebied 4 broeden kleine karekieten. In en boven het kanaal foerageren boerenzwaluwen, visdieven, aalscholvers, kokmeeuwen, zilvermeeuwen en blauwe reigers. Gebied 2 vervult een beperkte functie als foerageergebied voor zangvogels. Amfibieën Met name de gebieden 3 en 4 zijn in beperkte mate geschikt als leefgebied (voortplanting, foerageren, rusten, overwinteren) voor bruine kikkers, gewone padden en kleine watersalamanders. De poldersloot die aan de noordzijde langs deze gebieden loopt, en de natuurvriendelijke oever zijn van belang voor deze soorten. De gebieden 1 en 2 zijn door het ontbreken van een natuurvriendelijke oever en door afwezigheid van kleinere meer beschutte watergangen niet geschikt als leefgebied voor amfibieën. Vissen Het kanaal is voor een beperkt aantal algemene vissoorten van belang als verblijfplaats buiten de paaitijd. De poldersloot langs de gebieden 3 en 4 is vrij ondiep, modderig en er groeien weinig waterplanten. Daardoor is ook deze sloot nu alleen geschikt als leef- en voortplantingsgebied voor enkele algemene soorten, zoals de tiendoornige stekelbaars. Langs de natuurvriendelijke oever in gebied 4 bevinden zich kleine poeltjes achter de beschoeiing. Deze zijn is echter te gering van omvang om een rol te spelen als voortplantingsgebied voor vissen. Insecten en andere ongewervelden Het gebied functioneert als leefgebied voor vooral algemene soorten insecten en andere ongewervelden. De grootste diversiteit wordt aangetroffen in deelgebied 4. Hier zijn ook de twee minder algemene soorten, kleine vuurvlinder en bruine winterjuffer, aangetroffen. Ecologische structuur Inrichtingsplan Noordoever Oegstgeesterkanaal -9- CREX Ecologisch-juridisch advies, 25-11-07

Het plangebied ligt tussen de Elsgeesterpolder en de Kagerplassen. De noordoever van het Oegstgeesterkanaal zou daardoor kunnen functioneren als ecologische verbinding tussen die gebieden. Die functie vervult het in te richten gebied in de huidig situatie slechts in zeer beperkte mate doordat de omstandigheden er voor veel planten en diersoorten momenteel niet geschikt zijn en doordat veel planten en diersoorten in hun verspreiding gehinderd worden door diverse barrières (zoals wegen, dijken, kanalen etc.). 2.7 Huidige recreatieve functies Langs gebied 1 loopt over de noordoever een fietspad en over de zuidoever een landweg die geschikt is voor fietsverkeer. Door gebied 2 loopt een voetpad: het Kanaalpad, dat langs gebied 3 weer aansluit op het wegennetwerk van Haaswijk. De gebieden 3 en 4 zijn niet toegankelijk. Fietsers die van westelijke richting langs de noordoever van gebied 1 in Oegstgeest aankomen kunnen voorbij gebied 1 de Haarlemmerstraatweg oversteken en hun route vervolgen over het Jan van Gilsepad. Zij komen dan uit in Haaswijk, waar ze langs een niet gemarkeerde route naar het oosten fietsen. Via de Haaswijklaan of het Arthur van Schendelpad kunnen ze het kanaal oversteken om op de zuidoever verder naar het oosten te gaan. Via het Arthur van Schendelpad en het Marga Mincopad kunnen zij ook in noordelijke richting naar de Klinkenbergerplas fietsen. Het Oegstgeesterkanaal maakt deel uit van het regionale netwerk van kanoroutes. Afbeelding 6, plankaart Fietsplan 2001, Provincie Zuid-Holland. Inrichtingsplan Noordoever Oegstgeesterkanaal -10- CREX Ecologisch-juridisch advies, 25-11-07

3 Doelen en randvoorwaarden 3.1 Natuurdoelen Bij de inrichting van de noordoever van het Oegstgeesterkanaal is de doelstelling een groene inrichting, gecombineerd met recreatieve functies. In de inrichtingsopgave zijn dus geen specifieke natuurdoelen geformuleerd. CREX adviseert om bij de inrichting in ieder geval de huidige ecologische functies te versterken. Daarnaast kan gestreefd worden naar een mogelijke verbindingsfunctie tussen de omliggende groene gebieden. Er liggen kansen op het gebied van natte en drassige natuur, doordat er twee watersystemen aanwezig zijn: de boezem (Oegstgeesterkanaal en de westelijk van gebied 3 naar het noorden aftakkende oude wetering) en de poldersloot langs gebied 3 en 4. Ecologische Hoofdstructuur Het Oegstgeesterkanaal ligt tussen de Elsgeesterpolder en de Kagerplassen in. Dat zijn twee onderdelen van de Ecologische Hoofdstructuur. Voor een ecologische inrichting van de oevers van het Oegstgeesterkanaal is het aan te bevelen om aan te sluiten bij de ecologie van en de natuurdoelen voor deze gebieden. Zo wordt een extra verbinding gecreëerd in de regionale ecologische structuur, die daardoor robuuster wordt. De natuurdoelen voor de Elsgeesterpolder zijn grasland en nat schraalgrasland. Hierbij dient opgemerkt te worden dat het natte schraalgrasland zich op geruime afstand van het Oegstgeesterkanaal bevindt. Door de Elsgeesterpolder lopen sloten en weteringen. Naar eigen constatering zijn sloten en slootkanten in het Oegstgeestse gedeelte van de Elsgeesterpolder betrekkelijk soortenrijk. De natuurdoelen voor de Kagerplassen zijn grasland, bloemrijk grasland, natuurbos met rietlanden en zoetwatergemeenschap. De Veerpolder, het gedeelte van het Kaaggebied dat direct ten oosten van het plangebied ligt, heeft bloemrijk grasland als natuurdoel. Zowel in de Elsgeesterpolder als bij de Kagerplassen is natte en drassige (oever)natuur een belangrijke component. Regionale ecologische structuur Afbeelding 7: Regionale ecologische structuur (15) Inrichtingsplan Noordoever Oegstgeesterkanaal -11- CREX Ecologisch-juridisch advies, 25-11-07

Ecologische verbinding 6 De Provincie Zuid-Holland heeft ten noorden van Oegstgeest de ecologische verbinding 6 gepland, tussen de Elsgeesterpolder en de Kagerplassen. In de publicatieecologische verbindingszones in Zuid-Holland (14). Aanwijzingen voor inrichting en beheer (1998) wordt deze verbinding getypeerd als: Aaneengesloten moerasverbinding die geschikt is voor kritische diersoorten. Als belangrijke soorten worden genoemd: dwergspitsmuis, waterspitsmuis en hermelijn. Voorbeelden van soorten die van te treffen maatregelen meeprofiteren zijn: meervleermuis, watervleermuis, bosspitsmuis, rietzanger en rietgors. Dit type ecologische verbinding kan als richtinggevend worden beschouwd voor de inrichting van de Noordoever van het Oegstgeesterkanaal. Aaneengesloten verbinding of stepping stones Het is niet mogelijk om meteen een aaneengesloten moerasverbinding te maken. De oever is gedeeltelijk in privé-bezit en plaatselijk te smal om ruimte te bieden aan een wandelpad, een fietspad en een substantiële natuurstrook. Bovendien is waarschijnlijk een gedeelte nog enkele jaren en een ander gedeelte nog enkele decennia in gebruik als akker. Daardoor kunnen ook niet alle gebieden meteen al ingericht worden. De gebieden die (al) wel ingericht kunnen worden kunnen als ecologische stapstenen functioneren in de regionale ecologische structuur. Bij de inrichting kan gewerkt worden met de bouwstenen die in Hoofdstuk 6 worden besproken. Voor de verbindingsfunctie zijn vooral de bouwstenen: natuurvriendelijke oever, sloten en vaarten en poelen, van belang. Realisatie van andere bouwstenen (rietland, schraal grasland, nat schraal grasland, bossages, houtwal) leidt tot meer biodiversiteit en draagt daarom in positieve zin bij aan de natuurwaarden en de belevingswaarde van het gebied. 3.2 Randvoorwaarden vanuit het waterbeheer Verbreding van het Oegstgeesterkanaal wordt in de (ontwerp) Deelstroomgebiedvisie en het streekplan genoemd, als maatregel om de capaciteit van het boezemstelsel te vergroten. De gebieden 1, 3 en 4 op de noordoever zijn in dit verband in bezit van het hoogheemraadschap. Voor de korte termijn kiest het hoogheemraadschap ervoor om het Oegstgeesterkanaal te verdiepen in plaats van te verbreden. Op de langere termijn (ca. 30 jaar) kan het hoogheemraadschap er alsnog voor kiezen om het kanaal te verbreden. De extensieve inrichting van het gebied ten behoeve van recreatie en natuur is voor de komende ca. 30 jaar verenigbaar met de doelen vanuit het waterbeheer. Het Hoogheemraadschap staat in het algemeen positief tegenover natuurvriendelijke inrichting van oevers en het vergroten van het areaal oppervlaktewater en heeft dit ook in haar eigen beleid opgenomen. Wel moet worden voorkomen dat oevers afkalven door scheepvaart. Het Hoogheemraadschap heeft aangegeven dat verplaatsing van de boezemkade grote financiële consequenties heeft en de inrichting van het gebied onnodig gecompliceerd zou maken. Dit betekent voor gebied 3 en 4 dat een open verbinding met het Oegstgeesterkanaal niet mogelijk is. Voor een natte ecologische inrichting kan worden aangesloten op het polderwatersysteem. Dit heeft ook ecologische voordelen, omdat de waterkwaliteit in de polder beter is. Inrichtingsplan Noordoever Oegstgeesterkanaal -12- CREX Ecologisch-juridisch advies, 25-11-07

In gebied 1 kan voor een natte ecologische inrichting van de noordoever worden aangesloten op het boezemsysteem. Daarmee kan al in beperkte mate worden bijgedragen aan extra boezemcapaciteit. De zuidoever in gebied 1 is een boezemkade en kan dus direct aan de kanaalzijde een zelfde ecologische inrichting krijgen als in de huidige situatie langs de noordoever van de gebieden 3 en 4 het geval is. 3.3 Wensen ten aanzien van recreatie Binnen de gemeentegrenzen zal de gemeente Oegstgeest na de voltooiing van de wijken Poelgeest en Nieuw Rhijngeest vrijwel geheel zijn volgebouwd. Een recreatief waardevolle groene inrichting van de noordoever van het Oegstgeesterkanaal zal daarom een welkome tegenhanger zijn voor de oprukkende verstedelijking in deze Randstadgemeente. Voor de recreatieve verblijfsfunctie is de inrichting van dit gebied vooral van lokaal belang. Door gesprekken te voeren met organisaties die wij beschouwen als de vertegenwoordigers van de belangen van potentiële recreanten in het plangebied, zijn de wensen ten aanzien van recreatie geïnventariseerd. De resultaten van die inventarisatie zijn hieronder weergegeven. Fietsersbond Oegstgeest De fietsersbond staat positief ten opzichte van een doorgaande fietsroute vanaf de President Kennedylaan via de J.H. Oortbrug langs de noordoever van het kanaal richting Katwijk. Voor fietsers is een verbinding naar buiten een grote wens. De doorgaande fietsroute langs het kanaal komt in het Katwijkse gedeelte nu uit op een industriegebied. Voor een doorgaande fietsroute is een goede bewegwijzering een vereiste. Voorts is de verbinding van de Abstpoelweg naar de Veerpolder een obstakel: om verder te kunnen fietsen langs de Haarlemmertrekvaart richting Leiden moet de hindernis van een trap overwonnen worden. Tenslotte is de kruising bij de Haaswijklaan een knelpunt. In de wijk direct grenzend aan de westkant van de Haaswijklaan is geen fietsoprit naar de Van Eysingabrug. De fietsersbond gaf aan dat Oegstgeest redelijk veilig is voor fietsers. Voor de schoolgaande jeugd zijn er goede veilige fietsverbindingen. Het huidige fietspad door Haaswijk vanaf de J.H. Oortbrug naar de Klinkenbergerplas wordt veel gebruikt, met name zomers voor recreatief verkeer richting de Klinkenbergerplas. Voor wat betreft het tracé van de doorgaande fietsverbinding vanaf de J.H. Oortbrug (Arthur van Schendelpad) heeft de fietsersbond de volgende wensen (zie kaartje, de zwarte lijn is het nieuw aan te leggen stuk): Inrichtingsplan Noordoever Oegstgeesterkanaal -13- CREX Ecologisch-juridisch advies, 25-11-07

Afbeelding 8, de wensen van de fietsersbond (rode lijn = bestaande fietspaden/routes, zwarte lijn = te realiseren fietspad). - teneinde de helling komend van en naar de brug zo klein mogelijk te maken, moet de aftakking van de route vanaf de brug gezien vlak bij de bebouwing langs de Martinus Nijhofflaan komen. - Vanuit recreatief oogpunt en vanwege de sociale veiligheid is het 't meest wenselijk dat de fietsroute zo veel mogelijk langs het kanaal komt te liggen en dat de route onder de Van Eijsingabrug door gaat. 's Avonds is dit nu een donkere plek. - Qua materiaalgebruik is (rood) asfalt het meest comfortabel voor fietsers. Tegels zijn minder comfortabel, maar wel makkelijker in onderhoud. - De fietsroute moet gezien de smalle stukken onder de Van Eijsingabrug en bij de aansluiting op de Willem Pijperlaan ingericht worden voor langzame fietsers en zeker niet voor brommers. Te Voet - Vereniging van wandelaars Zuid-Holland noord De Vereniging van wandelaars was erg enthousiast over een doorgaande wandelroute vanaf de Elsgeesterpolder, via de noordoever van het Oegstgeesterkanaal met een bocht naar de Haarlemmertrekvaart en daarna verder via Tolhuisbrug richting Klinkenbergerplas. In het dichtbevolkte gebied van Holland Rijnland ontbreken voor wandelaars aantrekkelijke oostwestverbindingen van duinen naar plassengebied. Met de uitvoering van dit plan zou zo'n verbinding kunnen worden gerealiseerd. Voor lange afstand wandelaars is dit een sleutelverbinding en zou dit zelfs een alternatief kunnen zijn voor een deel van het Marskramerpad. Niet alleen voor de lange afstand wandelaars, maar zeker voor buurtbewoners is het erg aantrekkelijk als er een rondwandeling mogelijk is langs het kanaal en Haarlemmertrekvaart, om een ommetje te maken of de hond uit te laten. Voor de voetgangers is het wenselijk dat het fietspad zo veel mogelijk gescheiden blijft van het voetpad, en dat het fietspad niet wordt gebruikt door skaters of bromfietsers. Het is de wens van de voetgangers om het nieuw aan te leggen voetpad (donkerpaarse lijn) langs het kanaal aan te leggen, terwijl de fietsroute door de wijk loopt (zwarte lijn) zoals dat nu ook het geval is, met aansluitend een nieuw stukje naar de J.H. Oortbrug (zwarte lijn). De voetgangersvereniging vraagt zich ook af of niet veel fietsers komend vanaf de kant van Katwijk ervoor kiezen om recht door te rijden onder het huidige fietstunneltje van de Haaswijklaan door, in plaats van af te buigen naar een fietspad vlak langs het kanaal. Inrichtingsplan Noordoever Oegstgeesterkanaal -14- CREX Ecologisch-juridisch advies, 25-11-07

Afbeelding 9: De wensen van de wandelvereniging (roze lijn = bestaand voetpad, rode lijn = wandelroute door woonwijk, zwarte en paarse lijn = te realiseren voetpaden. Qua materiaalgebruik is er een voorkeur voor een schelpenpaadje, indien het pad langs de oever wordt aangelegd. Klinkertjes zijn mooi, maar onderhoudsgevoelig. Een tegelpad is minder mooi, maar makkelijker in onderhoud. Dit loopt het meest comfortabel. Voor wandelaars is het aantrekkelijk als een gedeelte van de route op palen wordt aangelegd door een moerasachtig stuk, dit verhoogt namelijk de aantrekkelijkheid van de route. Voor wandelaars is het leuk om een mooi uitzicht te hebben. Bewoners buurtvereniging Haaswijk en Morsebel De buurtvereniging vertegenwoordigd zo'n 700 huishoudens, pakweg een vierde van het aantal huishoudens in de wijk Haaswijk en Morsebel. De bewoners van de Martinus Nijhoflaan en Simon Vestdijklaan willen het vrije uitzicht vanuit hun achtertuinen behouden. Er wordt wel wat weerstand verwacht als het gebied opnieuw wordt ingericht en er een fiets- en wandelroute achter hun huizen komt te liggen, dit geldt met name voor een fietsroute. Voor de bewoners van de Martinus Nijhoflaan is het 't meest wenselijk als het fietspad zo veel mogelijk langs het Oegstgeesterkanaal ligt, en niet vlak langs hun achtertuinen. De fietsroute voert dan onder de Van Eijsingabrug door naar de Willem Pijperlaan. De wens is voorts om een fietsoprit te maken vanaf de Kees van Baarenlaan naar de Van Eysingabrug. De buurtvereniging denkt dat de fietsroute zeker niet alleen voor recreatief verkeer zal worden gebruikt, maar ook voor woon-school, woon-werk en woonwinkel verkeer. Voor een doorgaande wandelroute verwacht de buurtvereniging minder weerstand. Het is voor de bewoners zelf immers ook fijn om een ommetje te kunnen maken langs een mooie route aan de rand van de wijk. Buurtbewoners die niet direct langs de noordoever wonen hebben profijt van de aanleg van een wandelpad. Sleutelbegrip voor een nieuwe inrichting van het gebied is rustige recreatie, zoals het polderpark Cronenstein ten zuiden van Leiden. De bewoners hebben zich tot nu toe zonder resultaat sterk gemaakt voor een horecavoorziening (theehuis) in het recreatiegebied van de Klinkenbergerplas. Voor de noordoever is dit echter geen optie. Onder de Van Eysingabrug bevindt zich nu regelmatig een groepje (hang)jongeren. Dit heeft te maken met het feit dat er vlakbij een snackbar zit en dat zich vroeger een jongerencentrum bevond in het multicentrum t Groot Proffijt":, dat inmiddels is gesloten. De gemeente heeft reeds voorzieningen voor de oudere jeugd gerealiseerd, er is een skateveld in het Jan David Zocherpark, er is een hangplek aan de zuidkant van de Van Eysingabrug, maar het is de vraag of hier veel gebruik van wordt gemaakt. De bewonersvereniging ziet dan ook niet veel heil in een avonturenspeellandje op de noordoever, dit zou beter bij de Klinkenbergerplas gerealiseerd kunnen worden. Ook voor een combikooi is geen animo, een trapveldje bij het Rademakerspad zou dan een betere oplossing zijn. De bewonersvereniging wil graag een zo groen mogelijke inrichting van het gebied, zodat het ruimte biedt voor de rustige recreant (wandelaars) en dat het de natuurwaarde vergroot. Een moerasachtige inrichting past in dit kader. Voor vissers zijn er evenwel al genoeg voorzieningen in de wijk. Tenslotte wijst de buurtvereniging op een heldere communicatie over de plannen omtrent de inrichting van het gebied, teneinde het draagvlak voor de plannen te vergroten. Inrichtingsplan Noordoever Oegstgeesterkanaal -15- CREX Ecologisch-juridisch advies, 25-11-07

Zeeverkenners Sagatara Satrya's De zeeverkenners zijn erg te spreken over het idee om aan de noordoever een avonturenspeellandje in te richten. Voor de jongere kinderen zijn er in de buurt al veel voorzieningen, dit is een kans om iets te realiseren voor de wat oudere kinderen. Hun grote wens zou dan zijn om dit te maken in de vorm van een avontureneilandje, wat vanaf het kanaal ook toegankelijk is voor kano's en roeibootjes. Het Oegstgeesterkanaal is voorts een doorgaande kanoroute, er bevindt zich aan het kanaal nu nog geen aanlegplaats c.q. rust- of picknickplaats, waar ook in zou kunnen worden voorzien. Bij een avontureneiland denken de Zeeverkenners aan klimtoestellen, een kabelbaan, vlot over het water, enzovoorts. Maar ook een trapveldje is een optie. Nu moet je ervoor naar het Hofbrouckerpark, want in de directe omgeving (zoals de hoogspanningszone) bevinden zich geen trapveldjes. De Klinkenbergerplas is geen optie, deze is niet aangesloten op vaarroutes, zodat bootjes er niet naar toe kunnen varen. In de zomer varen veel kinderen met opblaasbare rubberbootjes door de sloten van de wijk, een avontureneilandje zou voor hen ook een uitkomst zijn. Zodra het gebied toegankelijk wordt, nodigt het de jeugd uit om er iets te doen. Het is dan een kwestie van regie voeren: richt het in als speelplek, en niet als hangplek, zodat het een meerwaarde krijgt. Een combikooi zou al snel een hangplek kunnen worden. Als je als gemeente besluit om een combikooi in de wijk neer te zetten, dan zou je dit niet moeten plaatsen bij het Rademakerspad, maar tegen het talud van de Haaswijklaan aan bij de Van Eysingabrug, waar jongeren zich nu reeds verzamelen. De Zeeverkenners zien een voordeel in een gecombineerde fiets- en wandelroute, zodat je zicht hebt wat er gebeurt. Met name voor de route onder de Van Eysingabrug is het voor de sociale veiligheid beter als er naast het voetpad ook een fietspad komt te liggen. Loopgroep Oegstgeest De loopgroep vindt het positief dat de gebieden langs de noordoever een nieuwe inrichting krijgen. De loopgroep loopt nu langs verschillende trimroutes, waaronder het Oegstgeesterkanaal van Groene Kerkje naar de brug bij Rijnsburg en een rondje Haaswijk (Haarlemmerstraatweg-Haarlemmertrekvaart- Simon Vestdijklaan Boerhaaveplein Haaswijklaan President Kennedylaan). Nu stuit het zuidelijke stuk van het rondje Haaswijk op tal van obstakels: de scherpe bocht bij het Anna Blamanhof, de oversteek bij het Arthur van Schendelpad (fietspad), zijstraten waaruit verkeer komt, het tunneltje onder de Haaswijklaan, de trap omhoog naar de Van Eysingabrug (omdat er geen oprit is vanaf de Kees Baarenlaan). Voor de hardlopers is het van belang dat de route zo veel mogelijk aansluit op andere (hardloop)routes en dat je zonder obstakels de mogelijkheid hebt een rondje om de wijk te lopen. De loopgroep benadrukt dat er naast de leden van de vereniging veel andere trimmers zijn te vinden in en om de wijk. De loopgroep heeft een voorkeur voor een gecombineerde wandel- en fietsroute dicht langs het kanaal. Afhankelijk van de verkeersintensiteit is een geasfalteerd fietspad erg aantrekkelijk voor hardlopers. Ook voor het voetgangerspad is het vanuit hardlopersoogpunt wenselijk als het pad wordt geasfalteerd. Een tegelpad kan ook, mits goed onderhouden. Een schelpenpaadje heeft minder de voorkeur, een pad op palen door een plas-drasgebied is niet interessant voor hardlopers: het rent niet comfortabel en je maakt makkelijk een misstap in het moeras of de sloot. Inrichtingsplan Noordoever Oegstgeesterkanaal -16- CREX Ecologisch-juridisch advies, 25-11-07

De loopgroep benadrukt dat het wandel- en fietspad goed verlicht moet zijn, zowel qua sociale veiligheid, als qua verkeersveiligheid (ook in de avonduren goed overzicht kunnen houden, ander verkeer ontwijken). Wat het inrichtingsmodel betreft heeft de loopgroep een voorkeur voor een parkachtige inrichting met een (jaag)pad langs het kanaal. Voor intervaltraining is het daarbij wenselijk als de padenstructuur zodanig is, dat er een circuitje ontstaat (een rondlopend of ovaal stelsel van paden). De loopgroep staat niet negatief tegenover een avonturenlandje. Dit zou ook uitgebreid kunnen worden met een trimroute, met diverse trimtoestellen. Dit is niet alleen aantrekkelijk voor hardlopers, ook scholen kunnen er gebruik van maken als er in het zomerseizoen buiten gymnastiekles wordt gegeven in de buitenlucht. Milieu Educatie Centrum Oegstgeest Het MEC is van mening dat er rekening moet worden gehouden met de oude waterrondgang in de linkerkant van Haaswijk. Deze waterrondgang is bij de bouw van Haaswijk aanwezig gebleven, met hier en daar nog oude geriefhoutbosjes. Verder zou er voor de herinrichting van de noordoever contact moeten worden gezocht met de jeugd via bijvoorbeeld scholen. Basisscholen in de buurt zouden kunnen worden benaderd. Het MEC noemde speciaal De Springplank en Joris de Witte. Op deze manier kan de jeugd (weer) met de natuur in contact worden gebracht. De plek waar dit contact zou moeten plaatsvinden maakt op zich niet uit. Ideeën voor deze plek zijn onder meer een avonturenlandje, een kabelbaan, stapstenen door het water heen of een balk om over water te komen (lopend). De recreatieve paden langs het water hoeven verder niet vlak langs het water. Dan blijft er ook nog plaats voor natuurvriendelijke oevers. Het MEC heeft een voorkeur voor een wandelpad langs het water ten opzichte van een fietspad, dat is minder problematisch voor de natuur. Het MEC is verder een voorstander van een laarzen- of knuppelpad door het gebied of een struinpad. Dit zou dan in ieder geval door een wat meer ruigere omgeving moeten gaan. Visstand Beheer Commissie Rijnlands Boezem. De Visstand Beheer Commissie (VBC) heeft een voorkeur uitgesproken voor zo groot mogelijke poelen (40 x 10 meter of groter), gelegen aan het Oegstgeesterkanaal. Zulke grote poelen geven zowel ruimte voor hele jonge vis (opgroeiende tussen de waterplanten) als iets grotere jonge vis (levend op de grens van waterplanten en meer open water). Deze poelen zijn door middel van één verbinding verbonden met het kanaal. Bij meer dan 1 verbinding ontstaat er bij het spuien trek in de poelen, waardoor jonge vis als het ware uit de poelen wordt gezogen. Deze verbindingen moeten ca 2, 5 meter breed zijn, en ten minste 80 centimeter diep. Bij deze diepte komen ook grote vissen (karper, snoek, ook qua formaat) de poelen in om te paaien. Bij kleinere dieptes komen alleen qua formaat kleinere vissen de poelen in. De VBC gaf verder de volgende adviezen betreffende het beheer van deze poelen: - Deze poelen moeten geregeld worden onderhouden om te voorkomen dat de poelen verlanden. Dat betekent dat er gebaggerd moet worden en dat het riet af en toe gemaaid moet worden. - Het is van belang om het maaien van het riet en het baggeren van de poelen te combineren. Het riet dient eenmaal in de drie jaar gemaaid te worden zodat je Inrichtingsplan Noordoever Oegstgeesterkanaal -17- CREX Ecologisch-juridisch advies, 25-11-07

in het gebied een combinatie houdt van overjarig riet en jong riet. Dit om aan de eisen van zoveel mogelijk vogelsoorten tegemoet te komen. Omdat riet het best in de maanden december, januari of februari gemaaid kan worden zal het baggeren niet in de meest ideale maanden (september t/m november) kunnen plaatsvinden. Er kan namelijk niet gebaggerd worden als het riet er nog staat. Bij combinatie van baggeren en maaien moet er dus gekozen worden tussen twee kwaden. Daar staat dan wel tegenover dat er maar eenmaal verstoring optreedt i.p.v. tweemaal. Hou er rekening mee dat het gemaaide riet wordt afgevoerd of verbrand. Dit is vooral van belang voor het riet op de oevers. Maai het landriet niet met een klepelmaaier omdat dit een explosie van wilgenopschot kan veroorzaken. - Voorkomen dient te worden dat de poelen geheel dichtslibben of verlanden, hiertoe dienen ze periodiek gekrabt en gebaggerd te worden. De voorkeur gaat uit naar een schema waarbij iedere 6 jaar de helft van de poelen wordt gebaggerd, zodat de waardevolle verlandingszones, het leefgebied voor bijvoorbeeld de kleine modderkruiper, niet ineens verdwijnen. Het baggeren zelf wordt bij voorkeur uitgevoerd met een zuiger of pomp. Dit is voor vis en waterleven het meest duurzaam. De beste maanden voor uitvoering zijn september, oktober en november maar zoals hierboven betoogd heeft dat ook het nadeel dat je het riet te vroeg maait of tweemaal moet verstoren. Wellicht is het ook mogelijk om i.p.v. baggeren met de pomp eenmaal in de drie jaar te volstaan met uitkrabben van de afgestorven plantendelen met een maaikorf. Daarbij wordt de halfvergane vegetatie plus een kleine hoeveelheid bagger afgevoerd. De praktijk zal moeten uitwijzen of dit voldoende is. - Zoals gezegd is het van belang om de diepte vanaf de oever (0,25 centimeter) geleidelijk te laten verlopen tot ca. 1 meter bij de beschoeiing. Door dit verloop ontstaat een gevarieerde begroeiing van riet, lisdodde, lis, kalmoes, etc en drijvende waterplanten zoals gentiaan, fonteinkruiden, gele plomp en waterlelie. Als baggeren met de pomp noodzakelijk is hoeft alleen de eerste (diepste) strook direct achter de beschoeiing gezogen te worden omdat de bagger zich daar zal ophopen. Voor de vissers is een vissteiger niet van belang. De vissers zitten liever op een plekje tussen het riet, dit geeft ze meer natuurbeleving. Bovendien leidt een vissteiger vaak tot het aanleggen van jachten. Kleine verhardingen (maximaal 2,5 meter lang) op meerdere plaatsen voor vissers mogen wel, maar hoeven beslist niet. 4 Bouwstenen groene inrichting Bij de groene inrichting van het gebied is uitgegaan van het bouwsteen principe. Het bouwsteen principe houdt in dat een onderdeel een bouwsteen is als het gebruikt kan worden om een groter geheel te bouwen. Door alle mogelijke onderdelen van de groene inrichting te beschouwen als bouwstenen kan er, door het spelen met die bouwstenen, een grote mate van diversiteit bereikt worden voor zover het gaat om de groene inrichting. Een grote mate van biodiversiteit in het landschap zal vrijwel automatisch ook leiden tot een grotere mate van biodiversiteit aan planten en dieren. Bij het maken van de varianten zijn eerst een aantal keren de gebieden ingetekend waarbij met de bouwstenen tot een ecologisch geheel werd getracht te komen. De uitkomsten hiervan werden steeds verder afgestemd op de wensen van de opdrachtgever en de uitkomsten van de gesprekken die met organisaties Inrichtingsplan Noordoever Oegstgeesterkanaal -18- CREX Ecologisch-juridisch advies, 25-11-07

van belanghebbenden zijn gehouden. Uiteindelijk mondt dit uit in een inrichting, die zowel tracht te voldoen aan de wensen van belanghebbenden, als een zo groen mogelijke inrichting probeert te bereiken. Bij de groene inrichting is gestart met de volgende bouwstenen: Natuurvriendelijke oever kanaal Deze bouwsteen kan gezien worden als een oever die enerzijds functioneert als een oeverbescherming tegen golfslag van passerende boten en het behouden van de walkant. Anderzijds bieden deze oevers door de mogelijkheden van plantengroei (lisdodde, riet, kalmoes) een schuilplaats voor dieren (vissen, libellen) die in en nabij het kanaal leven. De materialen voor deze oevers zijn vaak steen, die in een matvorm worden neergelegd. De matvorm geeft de planten de mogelijkheid zich tussen de stenen te vestigen. Omdat de genoemde planten geen houtige gewassen zijn, wordt de beschermende steenlaag ook op de lange duur niet aangetast. Rietland Deze bouwsteen is geschikt voor grotere oppervlakten. Afhankelijk van het beheer en de plaats (droog, plas/dras of onder water) vormt riet het habitat voor vele dieren (vogels, libellen, amfibieën en vissen). Het beheer is enigszins intensief, in die zin dat als riet niet beheert wordt, het vroeger of later overgaat in moerasbos. De aanleg van deze bouwsteen is het makkelijkst van alle. Vaak komt riet vanzelf, maar met uitzaai van zaad is succes verzekerd. Deze bouwsteen biedt een aantrekkelijk landschappelijk uitzicht voor wandelaars, fietsers en waterrecreanten. Uiteraard is deze bouwsteen ook geschikt als waterberging. Poel in verbinding met kanaal Deze bouwsteen is bedoeld voor waterberging en als paaiplaats en opgroeiplaats van jonge vis. Vele andere waterdieren zoals amfibieën en libellen vinden er een goede schuilplaats door de dichte begroeiing aan de randen. Waterplanten vullen tot 80 % van de poel. Voor vissers zijn deze poelen interessant door de mogelijkheden om te vissen op vis die in het kanaal zeer verspreid leeft. Geïsoleerde poel Deze bouwsteen is in het bijzonder geschikt als paai- en opgroeiplaats voor amfibieën, libellen en ander kleine dieren. Door de geïsoleerde ligging en de geringe diepte wordt voorkomen dat er vis in kan leven, die dan een sterk effect heeft op het leven in de poel. In de poel komen allerlei fraai bloeiende waterplanten voor. Voor wandelaars en fietsers zijn deze bouwstenen een bijzondere aankleding in het landschap. Sloten en vaarten met natuurvriendelijke oevers Deze bouwsteen doet wandelaars, fietsers en waterrecreanten herinneren aan het oude polderlandschap zoals dat vroeger in Nederland bestond. De natuurvriendelijke oevers met een glooiend, flauw talud, zijn in de zomer een bloemenzee van moerasplanten. Op de kant leven amfibieën en libellen. In het heldere water schieten vissen tussen de waterplanten door. Waterrecreanten roeien of kanoën door het water, terwijl wandelaars en fietsers vanaf de kant van het landschap genieten. Schraal (bloemrijk) grasland Deze bouwsteen ontstaat door het regulier maaien van grasland. Bij een juist beheer ontstaat en rijk bloeiende vegetatie, waar in de zomer vlinders vliegen. Sprinkhanen en vogels wonen er en vinden er hun voedsel. Deze bouwsteen geeft wandelaars het gevoel in een natuurgebiedje te zijn, en is bijzonder aantrekkelijk voor de meer natuurgerichte recreatie fietser. Van alle bouwstenen Inrichtingsplan Noordoever Oegstgeesterkanaal -19- CREX Ecologisch-juridisch advies, 25-11-07

is deze het makkelijkst aan te leggen indien de grond niet al te rijk is. Het beheer is echter intensiever; het maaisel moet afgevoerd worden. Nat schraal grasland Deze bouwsteen is als de vorige bouwsteen, met dat verschil dat de grond een stuk natter is. Bij het onbeheerd laten van deze bouwsteen verwordt het vaak eerst tot rietland, om later tot moerasbos uit te groeien. Bij een juist beheer geeft het een goed beeld hoe vroeger de schrale hooilanden in het veenweidegebied eruit zagen. Deze bouwsteen is bij uitstek geschikt voor de aanleg van knuppelpaden, en is daarom meer gericht op de natuurgerichte wandelaar. Moerastuin Deze bouwsteen is gericht op educatie. Het geeft de bezoeker een idee wat er in een moerasachtig biotoop leeft. Onderdelen hiervan kunnen geïsoleerde poelen zijn, nat schraal grasland, rietland of zelfs poelen die een verbinding hebben met het kanaal. Op deze manier kan deze bouwsteen bestaan uit weer andere bouwstenen. Het vormt een goede manier om mensen, jong en oud, te betrekken bij de natuur. Houtwal Deze bouwsteen is bedoeld om een landelijke aankleding aan een gebied te geven. Een houtwal bestaat altijd uit verschillende soorten houtige gewassen, die hoger opschieten in vergelijking met de voorgaande bouwstenen. Het is landschappelijke een uiterst fraai element, geeft beschutting aan wandelaars en fietsers tegen wind, en is de woonplaats van vooral veel vogels. Bossage Deze bouwsteen is wat massiever dan een houtwal, wat een meer lijnvormig element is. Oor wat grotere vogels is deze bouwsteen te verkiezen boven een houtwal omdat er minder verstoring optreedt door mensen. Landschappelijk vooral van belang voor wandelaars. Floatland Deze bouwsteen is bedoeld om een natuurlijk element toe te voegen aan die oevers, waar door ruimtegebrek er geen andere bouwsteen, zoals natuurvriendelijke oevers, kan worden toegepast. Deze bouwsteen bestaat vaak uit bakken, soms drijvend, soms zinkend, waar moerasplanten zoals riet en lisdodde in zijn geplant. Landschappelijk minder indrukwekkend, maar bij het gebruik van de juiste beplanting geeft het aan een anders vaak harde, kale beschoeiing een natuurlijker uitstraling. Deze bouwsteen is belangrijk voor dieren die in het water vallen, en er zonder hulp niet meer uitkomen, zoals egels en reeën. Uiteindelijk is gekozen om bepaalde bouwstenen niet toe te passen. Dit werd vaak ingegeven door onmogelijkheden qua ruimte, door de wensen van de verschillende belanghebbenden en door de beperking in de opdracht. De overgebleven bouwstenen zijn gebruikt om de drie varianten in te vullen, elk op een andere manier. Door het gebruik van de bouwstenen is in elke variant een afwisselend landschap ontstaan, met een grote mate aan variatie. Een landschap dat door het gebruik van de verschillende bouwstenen voor vrijwel alle belanghebbenden gewenste elementen bevat. De ecologie van het gebied wordt door de afwisseling in het landschap versterkt en vormt een schakel tussen de Elsgeesterpolder en de Kagerplassen. Inrichtingsplan Noordoever Oegstgeesterkanaal -20- CREX Ecologisch-juridisch advies, 25-11-07