Naut Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 3 7
Thema 4 Techniek om je heen thema 4 Techniek om je heen les 1 les 2 les 3 les 4 72 2 VOORAF Houd het boek nog even dicht. Vraag: wat is een echt spannende technische constructie? Noem een voorbeeld om de kinderen op ideeën te brengen. (Snel vliegtuig, parachute, halfpipe.) KIJKEN Laat de kinderen de themaplaat goed bekijken. Vraag: wie heeft er wel eens in een achtbaan gezeten? Wie zou er in deze achtbaan durven? MENING Vraag: lijkt deze achtbaan spannend? Waarom wel of niet? Wat is spannend aan een achtbaan? handleiding, pagina 2 Naut groep 7 Proeflessensyllabus handleiding 7
Techniek om je heen Bij techniek gaat het om alles wat mensen hebben gemaakt. Van een simpele lepel tot heel ingewikkelde dingen als een raket. Techniek wordt ook gebruikt om dingen spannender of leuker te maken. Bij een achtbaan bijvoorbeeld. Hoe dat gaat, lees je in dit thema. Begrippen constructie profiel solderen lassen las as bewegingsenergie magneet pool magnetisme 73 BEGRIPPEN Vraag: is de achtbaan een constructie? Waarom? Wat moet je kunnen als je een achtbaan wilt bouwen? Breng lassen en solderen ter sprake. ONTDEKKEN Vraag: beweegt het wagentje vanzelf? Hoe dan? Hoe zorg je dat het niet uit de baan vliegt? Laat ze even nadenken. Vertel dan dat ze de antwoorden in deze lessen gaan ontdekken. 3 handleiding, pagina 3 Naut groep 7 Proeflessensyllabus handleiding 8
Les 3 Karren maar! Lesdoelen De kinderen kunnen verklaren dat bij de karretjes van de achtbaan elektrische energie wordt omgezet in bewegingsenergie. kunnen middelpuntvliedende kracht en zwaartekracht herkennen in een rondje met de achtbaan. kunnen aangeven hoe magneten elkaar aantrekken en afstoten. Begrippen bewegingsenergie magneet pool magnetisme Lesschema (max 50 min.) Stap 1 10 min. Stap 2 15 min. Stap 3 10 min. Stap 4 10 min. Dit weet ik nu 5 min. Materialen Basis Lesboek: pagina 82 t/m 85 Werkboek: pagina 60 t/m 63 Handleiding: pagina 20 t/m 27 Meer Achtergrondinformatie: pagina 36, 39 Bakkaart 19 t/m 24 Digitaal schoolbord: les 3 thema 4 les 1 les 2 les 3 Karren maar! les 4 Een tochtje met een achtbaan begint meestal met een rit omhoog. Maar er zit geen motor in de karretjes! Hoe komen ze dan omhoog? En hoe gaan ze omlaag? Welke energie is nodig om een achtbaan te laten werken? STAP 1 De lucht in Als je geen motor gebruikt, vraagt Yulin, hoe krijg je die karretjes dan omhoog? Ze worden omhoog getrokken, zegt Marijke, maar ik heb geen idee hoe. Dat staat vast wel op internet, zegt Yulin. Ketting en tandwiel Wagentjes in een achtbaan hebben inderdaad geen motor. Dat is ook niet nodig. Ze worden omhooggetrokken en dan gewoon losgelaten. De hoogte en de zwaartekracht zorgen voor de snelheid. Om de karretjes van een achtbaan omhoog te krijgen, worden een ketting en tandwielen gebruikt. De werking is hetzelfde als bij een fiets. Kijk maar eens naar de afbeelding hieronder. 82 Als je fietst, zorg jij voor de energie en de beweging. Dat doe je door te trappen. De tandwielen gaan draaien en de ketting ook. Dit noem je een overbrenging. Zo gaat het ook bij de karretjes van een achtbaan. Zodra de tandwielen en de ketting in beweging komen, gaat het rijtje met karretjes omhoog. Om de tandwielen aan het bewegen te krijgen wordt wél een motor gebruikt. Die zorgt voor de energie. Dat er bij een achtbaan geen motor aan te pas komt, is dus niet helemaal waar. Ga naar STAP 1 in je werkboek. VOORAF Vraag: wie heeft er wel eens in een achtbaan gezeten? Hoe ging het karretje omhoog? MOEILIJKER LEZEN BESPREKEN Vraag: hoe zou het omhooggaan van de karretjes kunnen werken? Vraag de kinderen om ideeën. Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen. Vraag: waar zit de motor in de achtbaan? (Onderin, bij het begin.) Waar zit géén motor in? (In de karretjes.) Hadden jullie dat gedacht? 20 handleiding, pagina 20 Naut groep 7 Proeflessensyllabus handleiding 25
VOORAF thema 4 les 1 les 2 STAP 1 De lucht in... les 3 Karren maar! les 4 Bespreek nog even de volgorde: motor laat tandwiel draaien, tandwiel laat ketting draaien, ketting trekt karretjes omhoog. 1 Kijk goed naar de tekening. Kleur de onderdelen die belangrijk zijn om de karretjes van een achtbaan omhoog te krijgen rood. MAKKELIJKER Behandel de vraag plenair en in overleg met de kinderen. Als u de tekening schematisch op het bord zet, kunt u de beweging ook aangeven. 2 Kijk naar de foto s hieronder. In welke apparaten of machines is een draaiende beweging nodig en zitten dus ook tandwielen? Kruis ze aan. BESPREKEN/UITGEBREIDER Betrek in de bespreking ook de as. Die verbindt het tandwiel met de motor. Ga naar STAP 2 in je lesboek. 60 21 handleiding, pagina 21 Naut groep 7 Proeflessensyllabus handleiding 26
Les 3 Karren maar! STAP 2 Energie Van fiets naar achtbaan Je bent vast wel eens met je fiets een heuvel op gereden. Als je omhoog wilt komen, moet je flink trappen. Door te trappen, bouw je energie op. Vanaf de top krijg je het rustiger. Je gaat nu vanzelf naar beneden. En hoe langer je naar beneden rijdt, hoe sneller het gaat. Tot je weer op een heuvel of vlakke weg komt. Dan raak je je snelheid kwijt. Je rijdt steeds langzamer. Met de karretjes van een achtbaan is het precies zo. Op weg naar boven, bouwen ze energie op. Eenmaal over de top zoeven ze omlaag. Door bochten en lussen tot de energie op is. De energie van het omhoog gaan is omgezet in beweging; we hebben het dan over bewegingsenergie. De kunst is om een achtbaan zo te bouwen dat de opgebouwde energie zo hoog mogelijk is. Als dat goed lukt en er is genoeg bewegingsenergie, dan lukt het zelfs om over de kop te gaan! Elektrische energie Apparaten die kunnen bewegen, werken vaak op elektriciteit. Ze hebben een motor die de elektrische energie omzet in bewegingsenergie. Het motortje in een scheerapparaat zorgt ervoor dat de mesjes op en neer gaan. Ook bij de mixer die je thuis gebruikt om slagroom te kloppen, zorgt het motortje voor de beweging. Elektrische energie heeft een groot voordeel. Je kunt de energie opslaan in een batterij of accu. Als jij rondloopt met een mp3-speler, dan zorgt de opgeslagen elektrische energie in de batterij ervoor dat hij het doet. Ga naar STAP 2 in je werkboek. 83 22 LEZEN Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen. KIJKEN Bekijk samen de tekening, wijs aan waar de opgebouwde energie het grootst is (bovenop). BESPREKEN Vraag: werkt de achtbaan ook met elektrische energie? Waar komt die dan binnen? Hoe zet de motor die om in bewegingsenergie? (Door het tandwiel te laten draaien.) handleiding, pagina 22 Naut groep 7 Proeflessensyllabus handleiding 27
VOORAF/MAKKELIJKER STAP 2 Energie 3 Welk achtbaankarretje zal het snelst gaan en de meeste loopings halen, karretje A of B? Schrijf ook op waarom. A B Teken een steile berg op het bord. Houd het krijtje er als karretje bij. Het kost elektrische energie om boven te komen. Vraag: heeft het karretje bovenop energie? (Ja, potentiële energie. Net als een bal op een kast.) GROEPJE/ANDERE LEERSTIJL Laat de kinderen de vraag uitvoeren met een autootje en twee linialen, een lange en een korte. De hoek van de liniaal met de grond is hetzelfde. Het autootje start boven. Vraag: welk autootje komt verder? Karretje B zal het snelst gaan en de meeste loopings halen, omdat het punt waarop het karretje omlaag gaat hoger ligt dan dat van karretje A. De energie is dus krachtiger. BESPREKEN/MOEILIJKER Laat de kinderen zelf het verband ontdekken tussen de hoogte en de energie van het karretje. 4 Kruis aan: waar of niet waar. Als je fietst, zorg jij door te trappen voor de energie om vooruit te komen. Apparaten die kunnen bewegen, gebruiken vaak elektrische energie. Door te eten, bouwen we energie op om te kunnen werken. waar niet waar Ga naar STAP 3 in je lesboek. 61 23 handleiding, pagina 23 Naut groep 7 Proeflessensyllabus handleiding 28
Les 3 Karren maar! thema 4 les 1 les 2 les 3 Karren maar! les 4 STAP 3 84 Krachtpatsers! Yulin, wat doe je? gilt Marijke. Yulin komt met een emmer vol water de klas in. Rustig, zegt Yulin, moet je kijken wat ik heb ontdekt. Ze zwaait de emmer omhoog. Marijke gilt. Abdul en Pim duiken onder hun tafeltje. Yulin trekt zich er niets van aan en zwaait de emmer in het rond. Er valt geen druppel uit. Middelpuntvliedende kracht Heb je wel eens naar de natte was in een wasmachine gekeken? Als de trommel hard draait, plakt de was vast tegen de wand van de trommel. Hetzelfde gebeurt bij de emmer water van Yulin. Het water wordt door de draaiende beweging naar de zijkant gedrukt, tegen de wand van de emmer aan. In de techniek heet deze beweging de middelpuntvliedende kracht. Wat heeft deze kracht met een achtbaan te maken? Heel veel. Als je in een achtbaan zonder riem zou zitten en je karretje gaat over de kop, dan zorgt de middelpuntvliedende kracht ervoor dat je er niet uitvalt. Door de draaiende beweging word je stevig in het karretje gedrukt. Zwaartekracht Behalve middelpuntvliedende kracht heb je ook een kracht die we zwaartekracht noemen. Als je in een karretje van een achtbaan op weg naar boven zit, voel je de druk al. Je gaat omhoog, maar je wordt ook omlaag geduwd. Dat is de kracht van de aarde die aan je lichaam trekt. Deze kracht noemen we de zwaartekracht. Als je de emmer waar Yulin mee zwaaide niet snel genoeg ronddraait, dan valt het water eruit. De ene krachtpatser wint het dan van de andere. De zwaartekracht is dan sterker. Ga naar STAP 3 in je werkboek. Weetje: Dat de maan om de aarde draait, komt door de zwaartekracht. Door diezelfde zwaartekracht draait er ook veel rommel om onze planeet. Het zijn resten van satellieten en overblijfselen van explosies of botsingen. Ga naar STAP 3 in je werkboek VOORAF Demonstreer wat Marijke doet met een emmer(tje) water. Vraag: waarom blijft het water in de emmer? LEZEN MAKKELIJKER BESPREKEN Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen. Laat de kinderen de middelpuntvliedende kracht ondervinden door in tweetallen met gekruist vastgepakte handen rond te draaien. Teken een berg met daarachter een looping op het bord. Vraag: waar werkt de zwaartekracht op het karretje? Waar werkt de middelpuntvliedende kracht? 24 handleiding, pagina 24 Naut groep 7 Proeflessensyllabus handleiding 29
ANDERE LEERSTIJL thema 4 les 1 les 2 STAP 3 Krachtpatsers! les 3 Karren maar! les 4 Laat de kinderen een plastic bekertje als een ijsje aan een potlood prikken en ronddraaien met wat propjes papier erin. Vraag: wat zie je? Waarom gebeurt dit? BESPREKEN/MOEILIJKER Teken met behulp van de kinderen de richting van de zwaartekracht en de middelpuntvliedende kracht in de tekening op het bord. 5 Deze attractie zie je soms op de kermis. Hoe komt het dat de kinderen niet omlaag vallen? Door de middelpuntvliedende kracht worden de kinderen tegen de wand gedrukt. 6 Lees de zinnen. Kruis aan: goed of fout. De zwaartekracht trekt je omhoog. De middelpuntvliedende kracht drukt iets altijd naar de zijkant. De zwaartekracht is de kracht van de zon die je omlaag drukt. Als je omhoog springt, val je door de zwaartekracht weer terug. Door de zwaartekracht blijven wij met onze voeten op de planeet. goed fout Ga naar STAP 4 in je lesboek. 62 25 handleiding, pagina 25 Naut groep 7 Proeflessensyllabus handleiding 30
Les 3 Karren maar! Dit weet ik nu STAP 4 De toekomst Zijn er achtbaankarretjes die boven de baan zweven? vraagt Marijke. Weet ik eigenlijk niet, zegt Pim. Volgens mij wel, zegt Abdul, in Duitsland heb je toch ook magneettreinen? Kan dat met een magneet?! vraagt Yulin verbaasd. Een magneetachtbaan lijkt mij super! zegt Marijke. Een magneet Een magneet is een stuk ijzer. Maar wel een heel bijzonder stuk ijzer. Een magneet trekt voorwerpen aan waar ijzer in zit. Een magneet werkt ook als er een stof omheen zit, dus door stoffen heen. De uiteinden van de magneet trekken het hardst. Zo n uiteinde heet een pool. De magneet heeft een noordpool en een zuidpool. Leg je twee magneten met dezelfde pool naar elkaar toe, dan willen ze van elkaar weg. Maar als de noordpool naar de zuidpool toe ligt, dan trekken de magneten elkaar aan. De kracht van het aantrekken en afstoten heet magnetisme. Een achtbaan maakt voor de beweging van de karretjes gebruik van energie, middelpuntvliedende kracht en zwaartekracht. Door bijvoorbeeld je fietstrappers in beweging te brengen, zet je jouw energie om in bewegingsenergie. Elektrische energie kan ook omgezet worden in bewegingsenergie. Middelpuntvliedende kracht zorgt ervoor dat iets opzij wordt gedrukt. Zwaartekracht trekt je omlaag. Een magneet is een speciaal stukje ijzer dat voorwerpen van ijzer aantrekt. maken ze gebruik van het elkaar afstoten van twee magneten. De trein wordt afgestoten door de baan. Daardoor zweeft de trein boven de baan. Een magnetische achtbaan? Die bestaat nog niet. Iets voor jou om te ontwerpen? Elektromagneet Elk stukje ijzer kan magnetisch worden gemaakt. Dat gebeurt door er stroom op te zetten. Zo ontstaat een elektromagneet. Als er veel stroom op zo n magneet staat, kun je er zelfs een auto mee optillen. Zo n sterke magneet gebruiken ze bij de spoorwegen om de zware rails mee op te tillen. Achtbaanstukken kun je ook optillen met een elektromagneet. En Abdul heeft gelijk: er bestaan magneet-zweeftreinen. Zo n trein rijdt over een magneetbaan. Bij zo n baan Ga naar STAP 4 in je werkboek. 85 VOORAF Bespreek met de kinderen wat ze al van magneten weten. LEZEN MAKKELIJKER BESPREKEN Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen. Laat de kinderen een N op hun ene hand tekenen en een Z op hun andere. Laat ze om zich heen reiken. Welke hand kunnen ze pakken? Welke niet? Bespreek de afbeelding van de zweeftrein. Vraag: trekken de trein en de rails elkaar aan of juist niet? Waarom? 26 handleiding, pagina 26 Naut groep 7 Proeflessensyllabus handleiding 31
STAP 4 De toekomst... 7 Welke materialen kun je oppakken met een magneet? Kruis ze aan. ANDERE LEERSTIJL/SAMEN OEFENEN Maak een magneetje vast aan een touwtje. Leg de voorwerpen van vraag 7 neer (en meer) en laat de kinderen om de beurt hengelen. Doe dit ook met een doekje om de magneet. 8 Weet je nu hoe magneten werken? Lees de zinnen. Kruis aan: goed of fout. goed fout Met een kleine magneet kun je munten van 2 en 5 eurocent optillen. Magneten trekken voorwerpen aan waar verbindingen in zitten. Een magneet werkt door stoffen heen. Als je met een magneet spijkers opraapt, blijven ze aan de uiteinden hangen. Extra 1 Dit is een knikkerbaan. Onderweg komen de knikkers allerlei dingen tegen: een rad dat gaat draaien, een colablikje. Bedenk ook zo n speciale knikkerbaan en maak een bouwtekening. 2 Pak een magneet en zoek tien voorwerpen waarvan jij denkt dat ze magnetisch zijn. Doe dan de magneettest. Schrijf je bevindingen op een blaadje en laat de klasgenoot naast je dezelfde test doen. BESPREKEN Laat de kinderen elk een voorwerp noemen dat een magneet wel aantrekt en een voorwerp dat dat niet doet. Probeer dit eventueel uit. TERUGKIJKEN Vraag : welke krachten ken je nu? (Zwaartekracht, middelpuntvliedende kracht, magnetische kracht.) Wat doen die krachten? 63 27 handleiding, pagina 27 Naut groep 7 Proeflessensyllabus handleiding 32
Naut Natuur en techniek LESBOEK THEMA 4 LES 3 7
thema 4 Techniek om je heen les 1 les 2 les 3 les 4 72 lesboek, pagina 72 Naut groep 7 Proeflessensyllabus lesboek 47
Techniek om je heen Bij techniek gaat het om alles wat mensen hebben gemaakt. Van een simpele lepel tot heel ingewikkelde dingen als een raket. Techniek wordt ook gebruikt om dingen spannender of leuker te maken. Bij een achtbaan bijvoorbeeld. Hoe dat gaat, lees je in dit thema. Begrippen constructie profiel solderen lassen las as bewegingsenergie magneet pool magnetisme 73 lesboek, pagina 73 Naut groep 7 Proeflessensyllabus lesboek 48
thema 4 les 1 les 2 les 3 Karren maar! les 4 Een tochtje met een achtbaan begint meestal met een rit omhoog. Maar er zit geen motor in de karretjes! Hoe komen ze dan omhoog? En hoe gaan ze omlaag? Welke energie is nodig om een achtbaan te laten werken? STAP 1 De lucht in Als je geen motor gebruikt, vraagt Yulin, hoe krijg je die karretjes dan omhoog? Ze worden omhoog getrokken, zegt Marijke, maar ik heb geen idee hoe. Dat staat vast wel op internet, zegt Yulin. Ketting en tandwiel Wagentjes in een achtbaan hebben inderdaad geen motor. Dat is ook niet nodig. Ze worden omhooggetrokken en dan gewoon losgelaten. De hoogte en de zwaartekracht zorgen voor de snelheid. Om de karretjes van een achtbaan omhoog te krijgen, worden een ketting en tandwielen gebruikt. De werking is hetzelfde als bij een fiets. Kijk maar eens naar de afbeelding hieronder. 82 Als je fietst, zorg jij voor de energie en de beweging. Dat doe je door te trappen. De tandwielen gaan draaien en de ketting ook. Dit noem je een overbrenging. Zo gaat het ook bij de karretjes van een achtbaan. Zodra de tandwielen en de ketting in beweging komen, gaat het rijtje met karretjes omhoog. Om de tandwielen aan het bewegen te krijgen wordt wél een motor gebruikt. Die zorgt voor de energie. Dat er bij een achtbaan geen motor aan te pas komt, is dus niet helemaal waar. Ga naar STAP 1 in je werkboek. lesboek, pagina 82 Naut groep 7 Proeflessensyllabus lesboek 57
STAP 2 Energie Van fiets naar achtbaan Je bent vast wel eens met je fiets een heuvel op gereden. Als je omhoog wilt komen, moet je flink trappen. Door te trappen, bouw je energie op. Vanaf de top krijg je het rustiger. Je gaat nu vanzelf naar beneden. En hoe langer je naar beneden rijdt, hoe sneller het gaat. Tot je weer op een heuvel of vlakke weg komt. Dan raak je je snelheid kwijt. Je rijdt steeds langzamer. Met de karretjes van een achtbaan is het precies zo. Op weg naar boven, bouwen ze energie op. Eenmaal over de top zoeven ze omlaag. Door bochten en lussen tot de energie op is. De energie van het omhoog gaan is omgezet in beweging; we hebben het dan over bewegingsenergie. De kunst is om een achtbaan zo te bouwen dat de opgebouwde energie zo hoog mogelijk is. Als dat goed lukt en er is genoeg bewegingsenergie, dan lukt het zelfs om over de kop te gaan! Elektrische energie Apparaten die kunnen bewegen, werken vaak op elektriciteit. Ze hebben een motor die de elektrische energie omzet in bewegingsenergie. Het motortje in een scheerapparaat zorgt ervoor dat de mesjes op en neer gaan. Ook bij de mixer die je thuis gebruikt om slagroom te kloppen, zorgt het motortje voor de beweging. Elektrische energie heeft een groot voordeel. Je kunt de energie opslaan in een batterij of accu. Als jij rondloopt met een mp3-speler, dan zorgt de opgeslagen elektrische energie in de batterij ervoor dat hij het doet. Ga naar STAP 2 in je werkboek. 83 lesboek, pagina 83 Naut groep 7 Proeflessensyllabus lesboek 58
thema 4 les 1 les 2 les 3 Karren maar! les 4 STAP 3 84 Krachtpatsers! Yulin, wat doe je? gilt Marijke. Yulin komt met een emmer vol water de klas in. Rustig, zegt Yulin, moet je kijken wat ik heb ontdekt. Ze zwaait de emmer omhoog. Marijke gilt. Abdul en Pim duiken onder hun tafeltje. Yulin trekt zich er niets van aan en zwaait de emmer in het rond. Er valt geen druppel uit. Middelpuntvliedende kracht Heb je wel eens naar de natte was in een wasmachine gekeken? Als de trommel hard draait, plakt de was vast tegen de wand van de trommel. Hetzelfde gebeurt bij de emmer water van Yulin. Het water wordt door de draaiende beweging naar de zijkant gedrukt, tegen de wand van de emmer aan. In de techniek heet deze beweging de middelpuntvliedende kracht. Wat heeft deze kracht met een achtbaan te maken? Heel veel. Als je in een achtbaan zonder riem zou zitten en je karretje gaat over de kop, dan zorgt de middelpuntvliedende kracht ervoor dat je er niet uitvalt. Door de draaiende beweging word je stevig in het karretje gedrukt. Zwaartekracht Behalve middelpuntvliedende kracht heb je ook een kracht die we zwaartekracht noemen. Als je in een karretje van een achtbaan op weg naar boven zit, voel je de druk al. Je gaat omhoog, maar je wordt ook omlaag geduwd. Dat is de kracht van de aarde die aan je lichaam trekt. Deze kracht noemen we de zwaartekracht. Als je de emmer waar Yulin mee zwaaide niet snel genoeg ronddraait, dan valt het water eruit. De ene krachtpatser wint het dan van de andere. De zwaartekracht is dan sterker. Ga naar STAP 3 in je werkboek. Weetje: Dat de maan om de aarde draait, komt door de zwaartekracht. Door diezelfde zwaartekracht draait er ook veel rommel om onze planeet. Het zijn resten van satellieten en overblijfselen van explosies of botsingen. Ga naar STAP 3 in je werkboek lesboek, pagina 84 Naut groep 7 Proeflessensyllabus lesboek 59
Dit weet ik nu STAP 4 De toekomst Zijn er achtbaankarretjes die boven de baan zweven? vraagt Marijke. Weet ik eigenlijk niet, zegt Pim. Volgens mij wel, zegt Abdul, in Duitsland heb je toch ook magneettreinen? Kan dat met een magneet?! vraagt Yulin verbaasd. Een magneetachtbaan lijkt mij super! zegt Marijke. Een magneet Een magneet is een stuk ijzer. Maar wel een heel bijzonder stuk ijzer. Een magneet trekt voorwerpen aan waar ijzer in zit. Een magneet werkt ook als er een stof omheen zit, dus door stoffen heen. De uiteinden van de magneet trekken het hardst. Zo n uiteinde heet een pool. De magneet heeft een noordpool en een zuidpool. Leg je twee magneten met dezelfde pool naar elkaar toe, dan willen ze van elkaar weg. Maar als de noordpool naar de zuidpool toe ligt, dan trekken de magneten elkaar aan. De kracht van het aantrekken en afstoten heet magnetisme. Een achtbaan maakt voor de beweging van de karretjes gebruik van energie, middelpuntvliedende kracht en zwaartekracht. Door bijvoorbeeld je fietstrappers in beweging te brengen, zet je jouw energie om in bewegingsenergie. Elektrische energie kan ook omgezet worden in bewegingsenergie. Middelpuntvliedende kracht zorgt ervoor dat iets opzij wordt gedrukt. Zwaartekracht trekt je omlaag. Een magneet is een speciaal stukje ijzer dat voorwerpen van ijzer aantrekt. maken ze gebruik van het elkaar afstoten van twee magneten. De trein wordt afgestoten door de baan. Daardoor zweeft de trein boven de baan. Een magnetische achtbaan? Die bestaat nog niet. Iets voor jou om te ontwerpen? Elektromagneet Elk stukje ijzer kan magnetisch worden gemaakt. Dat gebeurt door er stroom op te zetten. Zo ontstaat een elektromagneet. Als er veel stroom op zo n magneet staat, kun je er zelfs een auto mee optillen. Zo n sterke magneet gebruiken ze bij de spoorwegen om de zware rails mee op te tillen. Achtbaanstukken kun je ook optillen met een elektromagneet. En Abdul heeft gelijk: er bestaan magneet-zweeftreinen. Zo n trein rijdt over een magneetbaan. Bij zo n baan Ga naar STAP 4 in je werkboek. 85 lesboek, pagina 85 Naut groep 7 Proeflessensyllabus lesboek 60
Naut Natuur en techniek WERKBOEK THEMA 4 LES 3 7
thema 4 les 1 les 2 les 3 Karren maar! les 4 STAP 1 De lucht in... 1 Kijk goed naar de tekening. Kleur de onderdelen die belangrijk zijn om de karretjes van een achtbaan omhoog te krijgen rood. 2 Kijk naar de foto s hieronder. In welke apparaten of machines is een draaiende beweging nodig en zitten dus ook tandwielen? Kruis ze aan. Ga naar STAP 2 in je lesboek. 60 werkboek, pagina 60 Naut groep 7 Proeflessensyllabus werkboek 78
STAP 2 Energie 3 Welk achtbaankarretje zal het snelst gaan en de meeste loopings halen, karretje A of B? Schrijf ook op waarom. A B 4 Kruis aan: waar of niet waar. Als je fietst, zorg jij door te trappen voor de energie om vooruit te komen. Apparaten die kunnen bewegen, gebruiken vaak elektrische energie. Door te eten, bouwen we energie op om te kunnen werken. waar niet waar Ga naar STAP 3 in je lesboek. 61 werkboek, pagina 61 Naut groep 7 Proeflessensyllabus werkboek 79
thema 4 les 1 les 2 les 3 Karren maar! les 4 STAP 3 Krachtpatsers! 5 Deze attractie zie je soms op de kermis. Hoe komt het dat de kinderen niet omlaag vallen? 6 Lees de zinnen. Kruis aan: goed of fout. De zwaartekracht trekt je omhoog. De middelpuntvliedende kracht drukt iets altijd naar de zijkant. De zwaartekracht is de kracht van de zon die je omlaag drukt. Als je omhoog springt, val je door de zwaartekracht weer terug. Door de zwaartekracht blijven wij met onze voeten op de planeet. goed fout Ga naar STAP 4 in je lesboek. 62 werkboek, pagina 62 Naut groep 7 Proeflessensyllabus werkboek 80
STAP 4 De toekomst... 7 Welke materialen kun je oppakken met een magneet? Kruis ze aan. 8 Weet je nu hoe magneten werken? Lees de zinnen. Kruis aan: goed of fout. goed fout Met een kleine magneet kun je munten van 2 en 5 eurocent optillen. Magneten trekken voorwerpen aan waar verbindingen in zitten. Een magneet werkt door stoffen heen. Als je met een magneet spijkers opraapt, blijven ze aan de uiteinden hangen. Extra 1 Dit is een knikkerbaan. Onderweg komen de knikkers allerlei dingen tegen: een rad dat gaat draaien, een colablikje. Bedenk ook zo n speciale knikkerbaan en maak een bouwtekening. 2 Pak een magneet en zoek tien voorwerpen waarvan jij denkt dat ze magnetisch zijn. Doe dan de magneettest. Schrijf je bevindingen op een blaadje en laat de klasgenoot naast je dezelfde test doen. 63 werkboek, pagina 63 Naut groep 7 Proeflessensyllabus werkboek 81
Naut Natuur en techniek ANTWOORDENBOEK THEMA 4 LES 3 7
thema 4 les 1 les 2 les 3 Karren maar! les 4 STAP 1 De lucht in... 1 Kijk goed naar de tekening. Kleur de onderdelen die belangrijk zijn om de karretjes van een achtbaan omhoog te krijgen rood. 2 Kijk naar de foto s hieronder. In welke apparaten of machines is een draaiende beweging nodig en zitten dus ook tandwielen? Kruis ze aan. Ga naar STAP 2 in je lesboek. 60 antwoordenboek, pagina 60 Naut groep 7 Proeflessensyllabus antwoordenboek 95
STAP 2 Energie 3 Welk achtbaankarretje zal het snelst gaan en de meeste loopings halen, karretje A of B? Schrijf ook op waarom. A B Karretje B zal het snelst gaan en de meeste loopings halen, omdat het punt waarop het karretje omlaag gaat hoger ligt dan dat van karretje A. De energie is dus krachtiger. 4 Kruis aan: waar of niet waar. Als je fietst, zorg jij door te trappen voor de energie om vooruit te komen. Apparaten die kunnen bewegen, gebruiken vaak elektrische energie. Door te eten, bouwen we energie op om te kunnen werken. waar niet waar Ga naar STAP 3 in je lesboek. 61 antwoordenboek, pagina 61 Naut groep 7 Proeflessensyllabus antwoordenboek 96
thema 4 les 1 les 2 les 3 Karren maar! les 4 STAP 3 Krachtpatsers! 5 Deze attractie zie je soms op de kermis. Hoe komt het dat de kinderen niet omlaag vallen? Door de middelpuntvliedende kracht worden de kinderen tegen de wand gedrukt. 6 Lees de zinnen. Kruis aan: goed of fout. De zwaartekracht trekt je omhoog. De middelpuntvliedende kracht drukt iets altijd naar de zijkant. De zwaartekracht is de kracht van de zon die je omlaag drukt. Als je omhoog springt, val je door de zwaartekracht weer terug. Door de zwaartekracht blijven wij met onze voeten op de planeet. goed fout Ga naar STAP 4 in je lesboek. 62 antwoordenboek, pagina 62 Naut groep 7 Proeflessensyllabus antwoordenboek 97
STAP 4 De toekomst... 7 Welke materialen kun je oppakken met een magneet? Kruis ze aan. 8 Weet je nu hoe magneten werken? Lees de zinnen. Kruis aan: goed of fout. goed fout Met een kleine magneet kun je munten van 2 en 5 eurocent optillen. Magneten trekken voorwerpen aan waar verbindingen in zitten. Een magneet werkt door stoffen heen. Als je met een magneet spijkers opraapt, blijven ze aan de uiteinden hangen. Extra 1 Dit is een knikkerbaan. Onderweg komen de knikkers allerlei dingen tegen: een rad dat gaat draaien, een colablikje. Bedenk ook zo n speciale knikkerbaan en maak een bouwtekening. 2 Pak een magneet en zoek tien voorwerpen waarvan jij denkt dat ze magnetisch zijn. Doe dan de magneettest. Schrijf je bevindingen op een blaadje en laat de klasgenoot naast je dezelfde test doen. 63 antwoordenboek, pagina 63 Naut groep 7 Proeflessensyllabus antwoordenboek 98