DE MONTAGE VAN DE KOPPELING TIJDENS DEZE MONTAGESESSIE VERBIND JE HET KOPPELINGSHUIS VOOR DE TWEEGANGSVERSNELLING MET DE MOTOR VAN JE RB7. DAARNA MONTEER JE DE BOUWGROEP OP HET CHASSIS. Gereedschap & materiaal Kruiskopschroevendraaier (maat PH2) Lagervet 1 1 Koppelingshuis van de tweeversnellingsbak 9
01 Voor deze montagesessie heb je behalve het chassis van je Red Bull Racing RB7 de motor in de toestand van na nummer 110 nodig. Toegevoegd wordt het koppelingshuis voor de tweeversnellingsbak dat bij dit nummer zit. 02 Met de kruiskopschroevendraaier (maat PH2) draai je eerst de schroef plus het daarop zittende stelplaatje uit het voorste uiteinde van de koppelingsas. 03 Pak het koppelingshuis voor de tweeversnellingsbak (bouwonderdeel 1 bij dit nummer) en richt hem zo als op de foto te zien is. Schuif het voorzichtig over de twee naaldlagers en de bouwgroep die daarachter zit, bestaande uit de koppelingsschoenen en de koppelingsveer (zie rode pijltje). Het huis moet tot de aanslag naar achteren worden bewogen zodat het alle genoemde bouwonderdelen helemaal bedekt. 04 Pak de schroef en het stelplaatje, die je in montagestap 02 hebt verwijderd. Draai ze met de kruiskopschroevendraaier (maat PH2) tot de aanslag in het boorgat aan het voorste uiteinde van het koppelingshuis (zie rode pijltje). 10
05 De motor is nu klaar om weer op het chassis van je racer gemonteerd te worden. Leg het chassis op de werktafel zoals op de foto is afgebeeld. Pak de motor erbij en richt hem zo, zoals op de foto te zien is. Steek de eindpijp in de opening aan het voorste einde van het achterste differentieelhuis (zie rode pijltje). 06 Schuif hem voorzichtig verder in het differentieelhuis. Aan het achterste uiteinde van het huis zit een tweede, kleinere opening, waardoor de eindpijp weer uit het huis tevoorschijn moet komen. Steek de eindpijp ook in deze opening (rode pijltje). 07 Beweeg de motor verder naar achteren, totdat de geluiddemper de achterste aandrijfas raakt (zie rode pijltje). 08 Om de motor erin te zetten moet deze, zoals op de foto te zien is, naar rechts worden gedraaid. Steek de platte kant van de geluiddemper onder de achterste aandrijfas door. 09 Controleer aan de hand van de afbeelding of de motor correct op het chassis zit en de linkerkant van de geluiddemper, zoals afgebeeld, onder de achterste aandrijfas. 11
10 Draai je model zo dat de voorkant van de wagen naar links wijst. Richt de motor dan zo dat de beide steunen aan de onderkant ervan boven de boorgaten van de motordrager komen te liggen (zie rode pijltjes). 11 Houd de motor in deze positie op de motorplaat en draai het chassis om. Schuif de motor nu net zo lang heen en weer totdat de boorgaten aan de onderkant van de twee steunen precies onder de boorgaten in de motorplaat liggen (zie rode cirkels). 12 Pak de vier lensschroeven van 3 x 8 mm die je in montagestap 09 uit nummer 108 eruit hebt geschroefd. Draai ze met de hand een paar slagen in de boorgaten (zie rode pijltjes). 13 Met behulp van een kruiskopschroevendraaier (maat PH2) draai je de vier schroeven zo ver in de boorgaten dat de motor net nog met de hand op de motorplaat heen en weer geschoven kan worden. 14 Draai het chassis weer om en werp een blik op hoofdtandwiel en rondsel van de koppeling. Nu moet opnieuw de speling tussen de tandflanken worden ingesteld. Daarbij worden de tandwielen van motor en versnellingsbak zo ten opzichte van elkaar ingesteld dat ze optimaal in elkaar grijpen. Een goede uitgangspositie is bereikt, wanneer tussen beide componenten een afstand blijft bestaan zoals wordt aangegeven door de twee rode pijltjes op de foto. 12
15 Stel de vier tandwielen zo in dat ze min of meer parallel ten opzichte van elkaar staan, en pak de sluitstrook van een onderdelenzakje erbij. Schuif de tandwielen richting elkaar en steek de papierstrook ertussen (zie rode pijltje). 16 Nu schuif je de motor zo dicht mogelijk richting de twee tandwielen van de versnellingsbak (links op de foto). Let erop dat de lengteas van de motor evenwijdig staat aan de as van de versnellingsbak. 17 Houd de motor in deze positie en draai het chassis om, zonder de stand van de motor te veranderen. Met de kruiskopschroevendraaier (maat PH2) bevestig je de motor nu met de vier lensschroeven aan de onderkant van de motorplaat. Draai de schroeven nog niet helemaal vast! 18 Draai het chassis weer om. Controleer de parallelle uitlijning van de twee bouwgroepen nog een keer en corrigeer deze, indien nodig, door de stappen 14 tot 18 te herhalen. Dan trek je de papierstrook voorzichtig weg tussen de twee tandwielen (zie rode pijltje). 19 De afbeelding laat zien hoe het hoofdtandwiel en het rondsel van de koppeling correct in elkaar grijpen. Wanneer dit bij jouw RC-car het geval is, til je het achterste gedeelte van het model op en draai je aan het hoofdtandwiel. Wanneer de aandrijflijn nu gedraaid kan worden, zonder te ratelen, dan heb je de tandflankenspeling correct ingesteld. Zo niet, herhaal dan de montagestappen 14 tot 19. 13
20 Met een kruiskopschroevendraaier (maat PH2) draai je de vier lensschroeven er tot de aanslag in. 21 De twee tandwielen moeten worden ingevet. Daarvoor kun je het beste een beetje lagervet (onderdeel van nummer 38 en nummer 63) en een tandenstoker gebruiken. 22 Na het invetten draai je de tandwielen een beetje heen en weer om het vet optimaal te verdelen langs de tanden. 23 Let erop dat de kabels van de aan-/ uitschakelaar en van de gas- en remservo niet tussen schakelaarkastje en de twee hoofdtandwielen worden ingeklemd. Je kunt ze het beste langs de buitenkant van het kastje leggen (zie rode pijltje). 24 Aan het einde van de montagesessie heb je de cilinderkop stevig verbonden met het carter. Bovendien is de speling tussen de tandflanken weer optimaal ingesteld. In het volgende nummer ga je verder met de montage van het deksel van de versnellingsbak en de gas- en remstang. 14