Advies. Adviesaanvraag nr. ABB/2014/ Verzoeker: de Minister van Defensie. 1. Feiten en procesverloop

Vergelijkbare documenten
Bij brief van 5 januari 2012 heeft de ambtenaar zijn zienswijze kenbaar gemaakt op het zojuist bedoelde voornemen.

Advies AGFA: geen beletselen om uitvoering te geven aan een voorgenomen ontslag

Bij besluit van 15 mei 2012 heeft XXXX de ambtenaar ontheven uit zijn functie en hem geschorst in zijn ambt.

Advies. Adviesaanvraag nr. ABB/2015/ Verzoeker: de Minister van Defensie. 1. Feiten en procesverloop

Advies. Adviesaanvraag nr. ABB/2010/ Verzoeker: XXXX. 1. Feiten en procesverloop

Bij besluit van 13 april 2012, kenmerk XXXX, heeft verzoeker de verklaring van geen bezwaar van de ambtenaar ingetrokken.

Bij uitspraak van 17 september 2015 heeft de rechtbank Rotterdam het beroep van de ambtenaar tegen het besluit van 3 maart 2015 ongegrond verklaard.

Advies. Adviesaanvraag nr. ABB/2016/ Verzoeker: de Minister van Defensie. 1. Feiten en procesverloop

Advies. Adviesaanvraag nr. ABB/2014/ Verzoeker: de Minister van Defensie. 1. Feiten en procesverloop

Advies. Adviesaanvraag nr. ABB/2010/ Verzoeker: XXXX. 1. Feiten en procesverloop

Advies. Adviesaanvraag nr. ABB/2017/ Verzoeker: de Minister van Defensie. 1. Feiten en procesverloop

De heer XXXX (hierna: de ambtenaar) was van 10 oktober 2005 tot 1 september 2008 aangesteld als XXXX bij XXXX voor een bepaalde tijd van XXXX.

Vanaf 26 april 2010 is de ambtenaar op medische gronden die verband houden met een verslaving ongeschikt zijn functie te vervullen.

De heer XXXX (hierna: de ambtenaar) is sinds 1 november 1996 werkzaam als XXXX bij de XXXX.

Advies. Adviesaanvraag nr. ABB/2011/ Verzoeker: XXXX. 1. Feiten en procesverloop

Advies. Adviesaanvraag nr. ABB/2015/ Verzoeker: de Minister van Defensie. 1. Feiten en procesverloop

Advies. Adviesaanvraag nr. ABB/2015/ Verzoeker: XXXX. 1. Feiten en procesverloop

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325

Verzoeker: de Directeur-Generaal van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (hierna: AIVD)

Verzoeker: de Directeur-generaal van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (hierna: AIVD)

Bij brief van 1 augustus 2008 heeft XXXX, advocaat te Utrecht, de zienswijze van de ambtenaar kenbaar gemaakt inzake het zojuist bedoelde voornemen.

BEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle

Rapport. Afwijzing kwijtscheldingsverzoek. Datum: 23 december 2014 Rapportnummer: 2014/223

ECLI:NL:RBDHA:2016:1622

ECLI:NL:CRVB:2016:3039

Beslissing d.d. 25 oktober 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector

ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:CRVB:2016:3509

SAMENVATTING UITSPRAAK

ECLI:NL:RBROT:2016:9569

ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430

CBE-1142 (030)

Naar aanleiding van de beslissing van de gemeente van 16 maart 2007 wendde verzoekster zich opnieuw tot de Nationale ombudsman.

f. Klachtencoördinator: de klachtencoördinator als bedoeld in artikel 1 van de Uitvoeringsregeling

ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ0561

ECLI:NL:CRVB:2013:2879

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

Samenvatting. 1. Procedure

Onderwerp: Te volgen procedure voor gewijzigd bouwplan voor Nieuwkuijksestraat 72

ECLI:NL:RBAMS:2014:970

Datum verzoekschrift Het verzoek tot onderzoek is op 28 december 2012 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

ECLI:NL:CRVB:2016:5122

ECLI:NL:RBNNE:2017:214

ECLI:NL:CRVB:2015:4650

ECLI:NL:CRVB:2014:2743

Samenvatting Centrale Raad van Beroep Meervoudige kamer U I T S P R A A K

ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824

ECLI:NL:RBAMS:2010:BM8140

1. De klachtencommissie heeft tenminste drie leden, waaronder de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter.

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de directeur Belastingdienst/Zuidwest uit Roosendaal. Datum: 1 juni Rapportnummer: 2011/163

Beoordeling Bevindingen

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

College voor geschillen medezeggenschap defensie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris)

ECLI:NL:CRVB:2017:2145

ECLI:NL:CRVB:2012:BY4292

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van obs A, te G, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout

ECLI:NL:RBDHA:2017:8134

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. E.A.C. Sietsma

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739

ECLI:NL:RBNNE:2017:1162

ECLI:NL:CRVB:2013:CA0958

ECLI:NL:CRVB:2016:4659

ECLI:NL:GHDHA:2015:1011

Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster.

ECLI:NL:CRVB:2012:BW7542

ADVIES / advies d.d. 6 februari 2018 pagina 1 van 5

Klachtenregeling Staring College

Klachtenreglement Opleiding tot Psychosociaal therapeut

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de directeur Belastingen van de Belastingdienst niet gegrond.

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend.

ECLI:NL:CRVB:2016:4819

Beslissing d.d. 15 november 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector

Beroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie.

SAMENVATTING / Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; BVE

ECLI:NL:CRVB:2005:AT3000

Verordening commissie bezwaarschriften

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer

tegen de afwijzing van het verzoek om vergoeding planschade.

HOOFDSTUK 1: BEGRIPSBEPALINGEN. Artikel 1 HOOFDSTUK 2: BEHANDELING VAN DE KLACHTEN. Paragraaf 1: De contactpersoon

1 KLACHTENADVIESCOMMISSIE

De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school.

27 BEHANDELING BEZWAARSCHRIFTEN DOOR DE COMMISSIE VAN ADVIES VOOR BEZWAARSCHRIFTEN PERSONELE AANGELEGENHEDEN

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet en Hoger Beroepsonderwijs

LJN: BX6610, Rechtbank 's-gravenhage, AWB 11/5255

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. I.P». Feis

ECLI:NL:CRVB:2014:1035

verordening bezwaarschriftencommissie Gouda

1. Procedure. 2. Feiten

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB

ECLI:NL:CRVB:2013:2912

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK BASIS- SPECIAAL- EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

KLACHTENREGELING. Directiestatuut Pagina 1 van 8

Transcriptie:

Voorgenomen ontslag van een burgerlijk ambtenaar van het ministerie van Defensie wiens verklaring van geen bezwaar is ingetrokken vanwege financiële kwetsbaarheid. De commissie adviseert het resultaat af te wachten van de beroepsprocedure van de ambtenaar tegen de intrekking van zijn verklaring van geen bezwaar en hem hangende die procedure externe arbeidsbemiddeling op maat aan te bieden. Advies Adviesaanvraag nr. ABB/2014/10864 Verzoeker: de Minister van Defensie 1. Feiten en procesverloop De heer XXXX (hierna: de ambtenaar) is, na in de jaren 1984-1989 bij het ministerie van Defensie werkzaam te zijn geweest als militair, met ingang van 8 oktober 1989 bij dit ministerie in dienst getreden als burgerlijk ambtenaar. Als zodanig heeft hij achtereenvolgens de functies vervuld van senior begeleider persoonlijk computergebruik, idem tevens plaatsvervangend hoofd Informatiecentrum, systeemprogrammeur, ICT-architect, projectmanager en eerste ontwerper. Naast zijn werkzaamheden bij het ministerie van Defensie was de ambtenaar tot 2013 werkzaam als video- en filmproducent, tot 2008 als eigenaar-directeur van het bedrijf [naam bedrijf] en daarna als freelancer. Vanwege deze wijziging van de fiscaal-juridische grondslag van zijn werkzaamheden als video- en filmproducent werden op deze werkzaamheden andere fiscale regels van toepassing, hetgeen de ambtenaar tot 2012 niet heeft opgemerkt. Daardoor is in de periode 2008-2012 een belastingschuld ontstaan. Door een loonbeslag van de Belastingdienst is deze schuld begin 2013 vereffend. Als gevolg van dit loonbeslag zijn echter andere schulden ontstaan. Bij brief van 5 februari 2013 heeft het hoofd Financial Control van het dienstonderdeel YYYY, de heer ZZZZ, de ambtenaar in kennis gesteld van het voornemen om een bedrag aan boetes voor het parkeren van dienstvoertuigen van 3.314,20 op hem te verhalen. In reactie op dit voornemen heeft de ambtenaar laten weten dat hij niet in staat is dit bedrag te betalen. Daarop is een onderzoek ingesteld in het personeelsdossier van de ambtenaar, waaruit is gebleken dat de ambtenaar hoge schulden heeft en dat op zijn salaris diverse loonbeslagen zijn gelegd. Naar aanleiding van dit onderzoeksresultaat is een Commissie van Onderzoek ingesteld, die tot taak kreeg te onderzoeken of er mogelijk sprake was van strafbare feiten en of de ambtenaar zich schuldig heeft gemaakt aan integriteitsschendingen met betrekking tot het gebruik van dienstvoertuigen, dienstreizen en onkostenvergoedingen. Parallel aan dit onderzoek moest de ambtenaar ook een hernieuwd veiligheidsonderzoek ondergaan, omdat zijn verklaring van geen bezwaar was verlopen. Bij besluit van 13 mei 2013 is aan de ambtenaar voor de duur van deze twee onderzoeken de toegang tot de gebouwen, terreinen en ICT-systemen van het ministerie van Defensie ontzegd. Op 30 mei 2013 heeft de Commissie van Onderzoek een rapportage uitgebracht van de resultaten van haar onderzoek. Blijkens deze rapportage acht de voornoemde commissie het aannemelijk dat de ambtenaar onjuist heeft gehandeld ten aanzien van het gebruik van dienstvoertuigen door deze te laat terug te brengen en deze te parkeren op basis van de parkeervergunning van zijn eigen auto. Andere integriteitsschendingen heeft de commissie niet kunnen vaststellen. Zij is echter wel van mening dat de ambtenaar door de schulden die hij heeft gemaakt, het risico heeft genomen chantabel te worden. Het hernieuwd veiligheidsonderzoek heeft geleid tot een bij brief van 5 december 2013, kenmerk DIS201300189253, aan de ambtenaar bekendgemaakt voornemen om zijn verklaring van geen bezwaar van het veiligheidsmachtigingsniveau A in te trekken en hem de afgifte van een verklaring van geen bezwaar van het veiligheidsmachtigingsniveau B te weigeren. Bij brief van 10 december 2013 heeft de ambtenaar zijn zienswijze kenbaar gemaakt op het zojuist bedoelde voornemen. Niettegenstaande deze zienswijze is dit voornemen bij brief van 4 juni 2014, kenmerk DIS2014000283, omgezet in een definitief besluit. 1/6

Bij brief van 14 juli 2014 heeft de heer AAAA van de Vakbond voor Burger- en Militair defensiepersoneel VBM namens de ambtenaar bezwaar gemaakt tegen het besluit van 4 juni 2014. Bij besluit van 30 juli 2014 is de ambtenaar per 10 juli 2014 ontheven uit zijn functie en geschorst. Van 7 juli tot en met 16 september 2014 heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de mogelijkheden om de ambtenaar binnen het ministerie van Defensie te herplaatsen in een functie die niet is aangewezen als vertrouwensfunctie. Dit onderzoek heeft geleid tot een negatief resultaat. Op 16 oktober 2014 vond de hoorzitting plaats van de Bezwarencommissie Veiligheidsonderzoeken Defensie ter behandeling van het bezwaar van 14 juli 2014 tegen het besluit van 4 juni 2014. Na deze hoorzitting heeft de gemachtigde van de ambtenaar bij brief van 28 oktober 2014 aanvullende stukken ingediend, waarop verzoeker bij brief van 13 november 2014 een reactie heeft gegeven. Eveneens op 16 oktober 2014 is de ambtenaar voor externe arbeidsbemiddeling aangemeld bij de Begeleidings- en Bemiddelingsorganisatie Defensie (hierna: BBO). Deze organisatie heeft hem aangemeld bij POSG. Op 2 december 2014 heeft hij bij dit bureau een intakegesprek gevoerd. Bij brief van 10 november 2014, kenmerk BS2014033350, heeft verzoeker, voor deze de Hoofddirecteur Personeel, de commissie verzocht om advies over een voorgenomen ontslag van de ambtenaar ex artikel 125e van de Ambtenarenwet. De commissie heeft de behandeling van deze adviesaanvraag aangehouden in afwachting van verzoekers besluit op het bezwaar van de ambtenaar tegen de intrekking van zijn verklaring van geen bezwaar. In januari 2016 is de externe arbeidsbemiddeling van de ambtenaar op zijn verzoek tijdelijk stopgezet. Bij besluit op bezwaar van 17 maart 2016, kenmerk DIS2016003231, heeft verzoeker het bezwaar van de ambtenaar tegen de intrekking van zijn verklaring van geen bezwaar ongegrond verklaard, gelet op het resultaat van het aanvullend onderzoek naar zijn financiële kwetsbaarheid waartoe de Bezwarencommissie Veiligheidsonderzoeken Defensie op 22 juli 2015 heeft geadviseerd. Op 11 april 2016 heeft de ambtenaar een schriftelijke verklaring afgelegd over zijn loopbaanperspectief en de begeleiding die hij bij de realisatie hiervan heeft ontvangen van het ministerie van Defensie. Bij brief van 26 april 2016 heeft mevrouw BBBB, juridisch adviseur bij de Vakbond voor Burger- en Militair defensiepersoneel VBM, namens de ambtenaar bij de rechtbank Rotterdam een inleidend beroepschrift ingediend tegen het besluit op bezwaar van 17 maart 2016. De adviesaanvraag van 10 november 2014 is behandeld ter zitting van de commissie op 3 mei 2016. De commissie bestond uit prof. mr. M.J. Cohen (voorzitter), prof. mr. A.W. Heringa (lid) en mevrouw E.L. Snoey (lid) en werd bijgestaan door mr. C.F. Sparrius (secretaris). Namens verzoeker zijn ter zitting verschenen mevrouw CCCC en de heer DDDD, beiden P&O-adviseur. De ambtenaar is in persoon verschenen en werd bijgestaan door mevrouw BBBB, juridisch adviseur bij de Vakbond voor Burger- en Militair defensiepersoneel VBM, die optrad als gemachtigde. Van de zijde van het secretariaat van de commissie was mevrouw mr. R. Nicasia aanwezig als toehoorder. Het verslag van de hoorzitting is verwerkt in de onderdelen 2 en 3 van dit advies. 2. Standpunt bevoegd gezag Het voornemen van 5 december 2013 om de verklaring van geen bezwaar van de ambtenaar in te trekken en hem de afgifte van een verklaring van geen bezwaar te weigeren, berust samengevat op de volgende grond: De gegevens dat de ambtenaar een schuld heeft van 345.229,64 dat op zijn salaris 17 deurwaardersbeslagen zijn gelegd tot een bedrag van ruim 200.000, dat op zijn salaris in de periode van oktober 2009 tot en met juni 2013 87 inhoudingen hebben plaatsgevonden en dat Adviescommissie grondrechten en functie-uitoefening ABB/2014/10864 2/6

hij gebruik maakt van de schuldhulpverlening maken hem financieel kwetsbaar. Wanneer iemand financieel kwetsbaar is, bestaat het risico dat hij geen weerstand kan bieden aan verleidingen zoals het te gelde maken van gerubriceerde informatie. Het besluit van 4 juni 2014 berust samengevat op de volgende gronden: In zijn vertrouwensfunctie kan de ambtenaar kennis nemen van vertrouwelijke informatie waarin derden interesse hebben. Wanneer iemand zware financiële problemen heeft, bestaat het risico dat hij geen weerstand kan bieden aan verleidingen zoals het te gelde maken van gerubriceerde informatie. Het is positief dat de ambtenaar hulp heeft gezocht bij het oplossen van zijn financiële problemen en dat hij de verwachting heeft dat deze hulp effectief zal zijn. Hij heeft echter een schuld van 345.229,64 en heeft vanwege de aflossing van die schuld een langere tijd slechts een zeer beperkt vrij besteedbaar budget. Daarom blijft verzoeker van oordeel dat de ambtenaar financieel kwetsbaar is en dat dit een veiligheidsrisico is in de uitoefening van zijn functie. In het veiligheidsonderzoek staat niet de vraag centraal of de ambtenaar naar behoren functioneert, maar of zijn gedrag leidt tot het oordeel dat er onvoldoende waarborgen zijn dat hij zijn vertrouwensfunctie onder alle omstandigheden naar behoren zal vervullen. De vorming van dit oordeel is bij de Wet veiligheidsonderzoeken opgedragen aan de MIVD. In een rapportage d.d. 16 december 2014 heeft de regiomedewerker van de BBO mevrouw EEEE aangegeven dat de ambtenaar externe arbeidsbemiddeling ontvangt op basis van vrijwilligheid en dat hij de afspraken nakomt die hij maakt met zijn werkcoach van USG Restart (lees: POSG). Het besluit op bezwaar van 17 maart 2016 berust samengevat op de volgende gronden: Uit het aanvullend onderzoek is gebleken dat de ambtenaar zijn schuld heeft teruggebracht tot 166.193,99 onder meer door twee auto s te verkopen en doordat zijn partner is gaan werken. Voorts is uit dit onderzoek gebleken dat enkele loonbeslagen zijn opgeheven. Er resteren echter nog zes loonbeslagen, waardoor al het inkomen dat de beslagvrije voet te boven gaat, wordt afgedragen. De hypotheek van de ambtenaar is geen voor zijn veiligheidsonderzoek relevante schuld, maar een aflossingsschuld of een achterstand in een aflossingspatroon zijn hiervoor wel relevant. Gelet op het feit dat de ambtenaar in het verleden regelmatig achterstanden in zijn aflossingspatroon heeft gehad, kan volgens verzoeker nu nog niet met zekerheid worden vastgesteld hoe zijn aflossingspatroon er in de toekomst zal uitzien. Ook de duur van de periode van 3 tot 3,5 jaar die de ambtenaar naar zijn inschatting nog nodig heeft om zijn resterende schulden af te lossen, geeft onvoldoende zekerheid om te oordelen dat hij financieel niet meer kwetsbaar is. Het gegeven dat hij gebruik maakt van de schuldhulpverlening geeft daartoe evenmin voldoende zekerheid. Bij de beoordeling of een vertrouwensfunctionaris financieel kwetsbaar is, is naast de financiële positie van die functionaris ook van belang of het aannemelijk is dat die functionaris vanwege zijn financiële omstandigheden en zijn houding daaromtrent vatbaar is voor chantage, omkoping of het niet kunnen weerstaan van financiële verleidingen. Verzoeker is er nog niet van overtuigd dat de ambtenaar voldoende inzicht heeft in zijn financiële situatie om hieraan het hoofd te kunnen bieden. Daarbij neemt verzoeker mede in aanmerking dat de ambtenaar zijn financiën laat beheren door de Sociaal Verbonden Federatie. Omdat de ambtenaar financieel kwetsbaar is, ontstaat het risico dat hij geen weerstand kan bieden aan verleidingen zoals het te gelde maken van gerubriceerde informatie, waardoor betwijfeld mag worden of hij zijn vertrouwensfunctie onder alle omstandigheden naar behoren zal vervullen. Verzoeker neemt daarbij in aanmerking dat de ambtenaar in zijn functie inzage heeft in de data van klanten, bekend is met de sterke en zwakke punten van de automatisering van het ministerie van Defensie, toegang heeft tot netwerken met gerubriceerde informatie en in aanraking kan komen met hoog gerubriceerde documenten. Gelet op het voorgaande, in samenhang bezien, ziet verzoeker geen aanleiding haar besluit van 4 juni 2014 te herroepen. Ook de overige bezwaren van de ambtenaar wijst zij af. Adviescommissie grondrechten en functie-uitoefening ABB/2014/10864 3/6

Tijdens de hoorzitting is van de zijde van verzoeker samengevat het volgende naar voren gebracht: Mevrouw CCCC zet uiteen dat de ambtenaar voor externe arbeidsbemiddeling is aangemeld bij de BBO, maar dat die bemiddeling in januari 2016 is stopgezet omdat het toekomstperspectief van de ambtenaar op dat moment onduidelijk was. Er is voor hem eveneens gezocht naar een passende nietvertrouwensfunctie bij het ministerie van Defensie, maar zo n functie is niet gevonden. In reactie op de kanttekeningen die de ambtenaar tijdens de hoorzitting heeft geplaatst bij de door hem gevolgde sollicitatietrainingen merkt de spreekster op dat zij van de begeleidingsorganisatie verwacht dat die sollicitatietrainingen aanbiedt die worden gegeven in groepsverband. 3. Zienswijze ambtenaar De schriftelijke zienswijze van de ambtenaar d.d. 10 december 2013 wordt in het besluit van 4 juni 2014 als volgt samengevat: De ambtenaar is zich bewust van zijn precaire financiële situatie. Hij volgt echter een traject om hierin verbetering te brengen en verwacht dat dit traject binnen enkele jaren effectief is. De ambtenaar heeft altijd bijgedragen aan een goede dienstverlening. Het bezwaar van de ambtenaar tegen de intrekking van zijn verklaring van geen bezwaar berust samengevat op de volgende gronden: De motivering van het bestreden besluit is onvoldoende inzichtelijk, omdat hierin geen onderscheid wordt gemaakt tussen de gronden voor de intrekking van de verklaring van geen bezwaar van het veiligheidsmachtigingsniveau A en die voor de weigering om een verklaring van geen bezwaar af te geven van het veiligheidsmachtigingsniveau B. De ambtenaar betwist niet dat hij een forse schuld heeft en dat hij gedurende een langere tijd zeer weinig te besteden zal hebben, maar wel dat hij financieel kwetsbaar is en dat er sprake is van een veiligheidsrisico. In het bestreden besluit ontbreken feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat de ambtenaar financieel kwetsbaar is. Zulke feiten en omstandigheden zijn er ook niet. De ambtenaar heeft gedurende 30 jaar getoond dat hij loyaal, eerlijk en integer is. Derhalve is er geen reden om te twijfelen aan zijn onkreukbaarheid. Dit klemt des te meer, omdat de ambtenaar hulp heeft gezocht bij het beheer van zijn financiën en bij het leren omgaan met geld. Hij is ook bereid extra werk te verrichten om zijn schuldenlast te verlichten. Derhalve had hij ook na 4 juni 2014 een verklaring van geen bezwaar moeten behouden. De visie van de ambtenaar op het vervolg van zijn loopbaan en op de begeleiding die hij daarbij van het ministerie van Defensie heeft ontvangen, kan als volgt worden samengevat: De ambtenaar zet bij voorkeur zijn werkzaamheden als projectmanager voort, maar is ook bereid terug te keren in een technische functie. Hij verwacht dat hij na het volgen van een opfriscursus op het huidige technische niveau van de marktsector kan functioneren. De ambtenaar blijft bij voorkeur werkzaam bij het ministerie van Defensie, maar is ook bereid te solliciteren bij een andere overheidsorganisatie, een non-profitorganisatie of een bedrijf. Vanwege de structuur, de discipline, de werksfeer en de prettige samenwerking met collega s gaat zijn voorkeur uit naar een functie bij het ministerie van Defensie. Mede vanwege zijn leeftijd en zijn gebrek aan recente werkervaring verwacht hij een moeilijke sollicitatieperiode. De ambtenaar heeft de begeleiding door POSG in tegenstelling tot het traject dat daaraan is voorafgegaan als prettig ervaren. Vanaf februari tot april 2015 voerde hij tweewekelijks een gesprek met de hem toegewezen mobiliteitscoach. Daarna werd de frequentie van deze gesprekken maandelijks en werden zij afgewisseld met maandelijkse groepssessies over solliciteren en netwerken. Vanwege het terugtreden van zijn mobiliteitscoach heeft de ambtenaar in de zomer van 2015 alleen zulke groepssessies gevolgd. Deze sessies zijn na augustus 2015 stopgezet. In die maand heeft de ambtenaar een nieuwe mobiliteitscoach gekregen. Met haar had hij tijdens twee groepssessies en driemaal telefonisch contact. Adviescommissie grondrechten en functie-uitoefening ABB/2014/10864 4/6

De ambtenaar vindt de begeleiding door POSG inspirerend, maar te weinig concreet. Hij heeft te weinig nieuwe vaardigheden geleerd om de arbeidsmarkt succesvol te kunnen benaderen. Uit de feedback die hij van zijn eerste mobiliteitscoach ontving op enkele sollicitatiebrieven heeft hij niet kunnen opmaken hoe hij zichzelf effectief bij een bedrijf kan presenteren. Bij de groepssessies werd vaak gesproken over de WW, pensioenregelingen en ervaringen van leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt. Vanaf januari 2016 is de begeleiding op verzoek van de ambtenaar on hold gezet vanwege de onzekerheid waarin hij verkeerde door het uitblijven van het besluit op zijn bezwaar tegen de intrekking van zijn verklaring van geen bezwaar. Tijdens de hoorzitting is van de zijde van de ambtenaar samengevat het volgende naar voren gebracht: De gemachtigde van de ambtenaar zet uiteen dat de ambtenaar de door hem ontvangen externe arbeidsbemiddeling overwegend als positief heeft ervaren, afgezien van het ontbreken van maatwerk. Zij verzoekt de commissie dringend, te adviseren de uitspraak van de rechtbank Rotterdam af te wachten op het beroep van de ambtenaar tegen de intrekking van zijn verklaring van geen bezwaar, alvorens de ambtenaar te ontslaan. De datum waarop de rechtbank Rotterdam dit beroep behandelt, is nog niet bekend; spreekster moet dit beroep nog voorzien van gronden. De ambtenaar zet uiteen dat de sollicitatietrainingen die hij heeft gevolgd, voor hem weinig nieuwe inzichten hebben opgeleverd, omdat hij de communicatieve vaardigheden die benodigd zijn bij sollicitaties al beheerste. Binnen het ministerie van Defensie heeft hij regelmatig intern gesolliciteerd. De brieven die hij met het oog op deze sollicitaties schreef, leidden direct tot persoonlijk contact. Het heeft de spreker dan ook bevreemd dat al zijn externe sollicitatiebrieven onbeantwoord zijn gebleven. Hij heeft tot nu toe 10 tot 12 van zulke brieven geschreven, waarvan er twee zijn geredigeerd door een mobiliteitscoach van POSG. De groepssessies bij dit bureau heeft de spreker als weinig motiverend ervaren, omdat hieraan vooral deelnamen die vrijwillig vertrekken. Hij is op zoek naar een functie als projectmanager. In het verleden was hij voor deze functie gecertificeerd, maar die certificering heeft hij verloren, omdat hij deze functie al enige tijd niet meer uitoefent. 4. Overwegingen Bij de beoordeling van de adviesaanvraag staat voorop dat de intrekking van de verklaring van geen bezwaar niet ter beoordeling staat van de commissie. Deze intrekking is in bezwaar gehandhaafd, maar staat nog niet in rechte vast, want tegen het besluit op bezwaar is beroep ingesteld. Bij gegrondverklaring hiervan bestaat de mogelijkheid de ambtenaar opnieuw te werk te stellen in een vertrouwensfunctie bij het ministerie van Defensie. In dat geval is er geen aanleiding meer hem op grond van artikel 125e, tweede lid, van de Ambtenarenwet te ontslaan. De commissie adviseert dan ook de uitspraak van de rechtbank Rotterdam op het beroep van de ambtenaar tegen de intrekking van zijn verklaring van geen bezwaar af te wachten, alvorens de ambtenaar te ontslaan. Artikel 125e, tweede lid, Ambtenarenwet, verleent aan verzoeker een discretionaire bevoegdheid om eervol ontslag te verlenen aan een ambtenaar die vanwege het bepaalde in artikel 10, tweede lid, van de Wet veiligheidsonderzoeken uit een vertrouwensfunctie moet worden ontheven. Voor de ontslagverlening als bedoeld in artikel 125e, tweede lid, van de Ambtenarenwet is de medewerking of machtiging vereist van verzoeker. Deze is gehouden het advies in te winnen van de commissie. Bij de adviesaanvraag van 10 november 2014 heeft verzoeker aan deze verplichting voldaan. Ter beoordeling van de commissie staat de zorgvuldigheid van de wijze waarop het voorgenomen ontslag is voorbereid. De commissie beoordeelt daartoe allereerst de zorgvuldigheid van het onderzoek dat is uitgevoerd naar de mogelijkheden om de ambtenaar binnen het ministerie van Defensie te herplaatsen in een passende functie die niet is aangewezen als vertrouwensfunctie. Volgens een e-mailbericht van de majoor FFFF d.d. 16 september 2014 heeft dit onderzoek een negatief resultaat opgeleverd. De commissie acht dit resultaat van het onderzoek plausibel. De kans Adviescommissie grondrechten en functie-uitoefening ABB/2014/10864 5/6

van slagen van een dergelijk onderzoek is immers gering, omdat ongeveer 85% van de burgerfuncties bij het ministerie van Defensie is aangewezen als vertrouwensfunctie en daarmee niet toegankelijk is voor iemand die geen verklaring van geen bezwaar meer heeft. De bovenstaande overwegingen leiden tot de conclusie dat het onderzoek naar de mogelijkheden om de ambtenaar te herplaatsen binnen het ministerie van Defensie voldoende zorgvuldig is verlopen. Aan de voorbereiding van een ontslag als bedoeld in artikel 125e, tweede lid, van de Ambtenarenwet, stelt de commissie eveneens de zorgvuldigheidseis dat de ambtenaar, alvorens hem ontslag wordt verleend, begeleiding ontvangt bij het vinden van een passende functie buiten het ministerie van Defensie. Vanaf 2 december 2014 tot januari 2016 heeft de ambtenaar daartoe begeleiding ontvangen van het re-integratiebedrijf POSG. Deze begeleiding is in januari 2016 op verzoek van de ambtenaar tijdelijk stopgezet in afwachting van het besluit op zijn bezwaar tegen de intrekking van zijn verklaring van geen bezwaar. Nu dit besluit op bezwaar is bekendgemaakt, zou de externe arbeidsbemiddeling van de ambtenaar weer kunnen worden hervat. De commissie adviseert daartoe met de ambtenaar in overleg te treden over de externe arbeidsbemiddeling die hij nog wil ontvangen en hem vervolgens voor de duur van zijn beroepsprocedure externe arbeidsbemiddeling op maat aan te bieden. De bovenstaande overwegingen leiden tot het volgende advies. 5. Advies De Adviescommissie grondrechten en functie-uitoefening adviseert: - de ambtenaar niet te ontslaan in afwachting van de uitspraak van de rechtbank Rotterdam op zijn beroep tegen de intrekking van zijn verklaring van geen bezwaar; - de ambtenaar niet te ontslaan wanneer zijn beroep gegrond wordt verklaard, omdat hij in dat geval herplaatsbaar is in een burgerlijke vertrouwensfunctie; - de ambtenaar wanneer zijn beroep ongegrond wordt verklaard op grond van artikel 125e, tweede lid, van de Ambtenarenwet te ontslaan met inachtneming van een opzegtermijn van een maand, te rekenen vanaf de datum van de uitspraak van de rechtbank Rotterdam; - met de ambtenaar in overleg te treden over de externe arbeidsbemiddeling die hij nog wil ontvangen en hem vervolgens voor de duur van zijn beroepsprocedure externe arbeidsbemiddeling op maat aan te bieden. De commissie stelt het op prijs een afschrift te mogen ontvangen van de besluiten die worden genomen op basis van dit advies. Amsterdam/Den Haag, 12 mei 2016, prof. mr M.J. Cohen, voorzitter mr C.F. Sparrius, secretaris Adviescommissie grondrechten en functie-uitoefening ABB/2014/10864 6/6