Tekst & U! tleg 2012/52 PC 319.01 2012/45 PC 327.01 2012/41 PC 331 2012/45 07/09/2012 Pensioenfonds van de Vlaamse social profit uit de startblokken 1. Het sectoraal aanvullend pensioenstelsel Het Verbond Sociale Ondernemingen vzw bestaat uit: Federatie Sociale Ondernemingen vzw Pluralistisch Platform Jeugdzorg vzw Samenwerkingsverband Sociale Tewerkstelling vzw Vlaams Overleg Bewonersbelangen vzw VSO-Gezondheid vzw Alle werknemers in de Vlaamse social profit zijn aangesloten bij het aanvullend pensioenplan van de sector. Dit aanvullend pensioen is een aanvulling op het wettelijk pensioen. Het vervangt het wettelijk rust- of overlevingspensioen niet, maar vult het wel aan. Die aanvulling wordt betaald bovenop het wettelijk pensioen en kan zowel gebeuren in de vorm van een eenmalige kapitaalsom als onder de vorm van een rente-uitkering. In onze sector is voorlopig alleen een eenmalige koopsom voorzien. Het aanvullend pensioen heeft op geen enkele manier een invloed op het bedrag van het wettelijk pensioen. 2. Uitbouw van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel Het aanvullend pensioenstelsel in de sector is in werking getreden op 1 januari 2011, maar was reeds lang in wording. Het sociaal akkoord 2006-2010 (VIA 3) voorzag beperkte middelen om een tweede pensioenpijler in de sector uit te bouwen. Om dit te realiseren werd een vzw Spaarfonds opgericht om de financiële middelen te beheren en de praktische uitwerking te bestuderen en het pensioenstelsel voor te bereiden. De sociale partners hebben na lang beraad in 2010 beslist om een eigen pensioenfonds op te richten. Dit pensioenfonds staat in voor de concrete uitwerking van het sectoraal pensioenstelsel (het administratief beheer, het beheren van de middelen, de boekhoudkundige verwerking ). Het pensioenfonds wordt paritair beheerd door de werkgevers- en werknemersorganisaties van de sector. Voorzitter van de Raad van Bestuur is Luc Jaminé en ondervoorzitter is Mark Selleslach. Het pensioenfonds staat onder toezicht van de Vlaamse regering en wordt gecontroleerd door de FSMA (de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten). De sociale partners hebben gekozen voor een eigen pensioenfonds omwille van volgende redenen: - onafhankelijkheid: de sector wil niet afhangen van andere instellingen b.v. een verzekeraar - transparantie: de sector wil zoveel mogelijk transparantie bieden zowel op het niveau van de kosten als het rendement voor de aangeslotenen - autonomie: de sector wil alle mogelijkheden naar het toekomstig beheer open houden en hier autonoom over kunnen beslissen - onderaannemers: de sector wil deze zelf kunnen kiezen en zelf kunnen bepalen welke taken in eerste instantie uitbesteed worden, maar die later eventueel binnen de eigen organisatie kunnen verricht worden. De belangrijkste onderaannemers zijn verantwoordelijk voor het databeheer, de boekhouding, de pensioenadministratie, de financiële beleggingen, de actuariële studies, de compliance officer, de erkende commissaris/revisor en de interne auditor. Diksmuidelaan 50 2600 Berchem tel. 03/366.02.53 fax 03/366.11.58 post@vso.be Tekst & U!tleg is een uitgave van vzw Verbond Sociale Ondernemingen i.s.m. vzw Pluralistisch Overleg Welzijnswerk
Het pensioenfonds heeft in een eerste fase er voor gekozen om op het vlak van de beleggingen samen te werken met een verzekeraar. Rekening houdende met alle investeringsprincipes van het pensioenfonds en het belang van veilige en ethische beleggingen werd gekozen om samen te werken met verzekeraar Sepia nv. Gezien de strenge eisen waaraan een verzekeraar onderworpen is, staat Sepia - onder het waakzaam oog van het voor de sector opgerichte Toezichtscomité, de FSMA en van de NBB - in voor de rendementsgarantie aan de aangesloten werknemers. 3. De inrichters van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel Het pensioenfonds staat in voor de uitvoering van het sectoraal pensioenstelsel maar het wordt ingericht door de sociale fondsen voor bestaanszekerheid in de Vlaamse social profit: - Sociaal fonds 318.02 tot financiering tweede pensioenpijler (diensten voor gezinsen bejaardenhulp) - Sociaal fonds 319.01 tot financiering tweede pensioenpijler (opvoedings- en huisvestingsinrichtingen- en diensten) - Sociaal fonds 327.01 tot financiering tweede pensioenpijler (beschutte en sociale werkplaatsen) - Sociaal fonds 329.01 tot financiering tweede pensioenpijler (socioculturele sector) - Sociaal fonds 331 tot financiering tweede pensioenpijler (welzijns- en gezondheidssector). Deze inrichters staan in voor het ontvangen, beheren en toewijzen van de financiële middelen voor de 2 e pensioenpijler van de Vlaamse non-profit. Zij zorgen voor de nodige financiële middelen van het pensioenfonds. 4. De middelen van het sectoraal aanvullend pensioen De inrichters beschikken over twee inkomensstromen voor de financiering van het sectoraal aanvullend pensioen. Enerzijds zijn er de overheidsdotaties vanuit de Vlaamse Gemeenschap. In de sociale akkoorden VIA 3 (2006-2010) en VIA 4 (bijkomende middelen vanaf 2013) werd een jaarlijkse overheidsdotatie gegarandeerd. Deze middelen zijn recurrent en zijn geïndexeerd. Anderzijds betalen de ondernemingen vanaf 2008 ook zelf pensioenbijdragen. Ieder jaar wordt een deel van de korting van de bedrijfsvoorheffing voor de ondernemingen - na aftrek van de bijdrage voor het sluitingsfonds - doorgestort ten voordele van het aanvullend pensioen. De inning gebeurt door de RSZ, samen met de sociale bijdragen. In 2012 bedraagt de bijdragevoet per trimester 0,22% van het brutobedrag van de bezoldigingen, voor inhouding van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen. Organisaties waar al een ondernemingspensioen bestaat kunnen een vrijstelling van betaling van bijdragen bekomen. Als een organisatie vrijgesteld is van de bijdrage, zullen de medewerkers een lager aanvullend sectorpensioen ontvangen (cf. infra). 5. Welke ondernemingen vallen onder het sectoraal aanvullend pensioen? Elke onderneming die personeelsleden tewerkstelt, al dan niet gesubsidieerd door de Vlaamse overheid, die behoort tot één van de paritaire (sub)comités van de Vlaamse social profit, en op wie één van de sectorale CAO s tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel van toepassing is. Het gaat specifiek over de volgende sectoren: - diensten voor gezins- en bejaardenhulp (paritair subcomité 318.02) - opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten (paritair subcomité 319.01) - beschutte en sociale werkplaatsen (paritair subcomité 327.01) - socioculturele sector (paritair subcomité 329.01) - kinderopvang en gezondheidsinstellingen en -diensten (paritair comité 331). Tekst & U!tleg 2012/52 2.
6. Welke werknemers vallen onder het sectoraal aanvullend pensioen? Elke werknemer ongeacht de aard van de arbeidsovereenkomst (arbeider of bediende, onbepaalde duur of bepaalde duur, deeltijds of voltijdse tewerkstelling ) - die op 1 januari 2010 door een arbeidsovereenkomst verbonden was met een organisatie, al dan niet gesubsidieerd door de Vlaamse overheid - of na 1 januari 2010 tewerkgesteld werd met een arbeidsovereenkomst, al dan niet gesubsidieerd door de Vlaamse overheid - en op wie de CAO tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel binnen de paritaire (sub)comités, van toepassing is wordt verplicht aangesloten bij het pensioenstelsel. Worden evenwel uitgesloten: - Werknemers met een contract van interimarbeid, of met vakantie-, studenten- of IBO-contracten (individuele beroepsopleiding) - Arbeidszorgmedewerkers en personen tewerkgesteld in het kader van art. 60 7 van de organieke wet op de inrichting van OCMW s en in het kader van art. 78 van het KB van 25.11.1991 tenzij er sprake is van een arbeidsovereenkomst - Werknemers die activiteiten uitoefenen terwijl zij al een wettelijk rustpensioen genieten - Erkende beroepsjournalisten gedurende de periode die in aanmerking komt voor het wettelijk aanvullend pensioen voor erkende beroepsjournalisten, geregeld door het Koninklijk Besluit van 27 juli 1971 (B.S. 20 augustus 1971) - Coöperanten van Belgische niet-gouvernementele organisaties, die werken in het buitenland en voor wie een aansluiting bestaat bij de DOSZ. 7. Hoeveel bedraagt het aanvullend pensioen? Eerst en vooral willen we geen valse illusies scheppen. Rekening houdend met de zowat 150.000 aangeslotenen in de Vlaamse non-profit zijn de middelen die we vanwege de Vlaamse overheid en vanuit de RSZ-bijdrage ter beschikking krijgen, eerder beperkt. Maar het gaat om een belangrijke start. Gezien de beperkte middelen hebben de sociale partners bewust gekozen om zich te beperken tot het pensioenluik en geen apart solidariteitsluik uit te bouwen. Het pensioenluik is gebaseerd op solidariteit en er werd geopteerd om een forfaitaire pensioentoelage aan de aangeslotenen toe te kennen, gebaseerd op de aanwezigheid in de sector en gelijkgestelde periodes. Op 1 januari 2012 werd voor de eerste maal een pensioentoelage voor de aangeslotenen op hun individuele rekeningen geplaatst. Het bedrag van die pensioentoelage heeft betrekking op twee periodes: de periode 2006-2010 en de periode 2011. 7.1. Voor de periode 2006-2010 Voorwaarde Bedrag per trimester Over welke periode Voor diegenen die op 01/01/2010 door een arbeidsovereenkomst verbonden waren met een organisatie gedurende minstens 2 opeenvolgende trimesters in de periode tussen 01/01/2006 en 31/12/2010 10 euro per rechtgevend trimester tijdens de periode gelegen tussen 01/01/2006 en 31/12/2010 Tekst & U!tleg 2012/52 3.
Voorwaarde Bedrag per trimester Over welke periode Voor diegenen in dienst gekomen na 01/01/2010 en door een arbeidsovereenkomst verbonden waren met een organisatie gedurende minstens 2 opeenvolgende trimesters in de periode tussen 01/01/2010 en 31/12/2010 10 euro per rechtgevend trimester tijdens de periode gelegen tussen 01/01/2010 en 31/12/2010 - Wanneer de aangeslotene tijdens een kalendertrimester verbonden was met een arbeidsovereenkomst en voltijdse prestaties verrichtte, telt het trimester voor 1. - Wanneer de aangeslotene tijdens een kalendertrimester verbonden was met een arbeidsovereenkomst en minder dan voltijdse prestaties verrichtte, telt het trimester voor een gedeelte van 1 in verhouding tot de effectieve tewerkstellingsbreuk, maar altijd met een minimum van 0,50. - De som van de aldus bepaalde trimesters en trimesterdelen tijdens de betrokken periode wordt opgeteld en het resultaat wordt afgerond tot de dichtstbijzijnde eenheid. Bij een voltijdse tewerkstelling tijdens de volledige periode 2006-2010 bedraagt de pensioentoelage voor deze periode aldus 10 euro x 20 trimesters = 200 euro. 7.2. Voor het jaar 2011 Voor deze periode wordt een onderscheid gemaakt tussen de aangeslotenen die in dienst waren van een onderneming die vrijgesteld was van de RSZ-bijdrage aanvullend pensioen of niet. Voorwaarde Voor diegenen die in 2011 door een arbeidsovereenkomst verbonden waren met een organisatie die NIET vrijgesteld was van de betaling van de RSZbijdrage aanvullend pensioen gedurende minstens 2 opeenvolgende trimesters in de periode tussen 01/01/2006 en 31/12/2011 Bedrag per trimester 33,75 euro Over welke periode per rechtgevend trimester tijdens de periode gelegen tussen 01/01/2011 en 31/12/2011 Voor diegenen die in 2011 door een AO verbonden waren met een organisatie die WEL vrijgesteld was van de betaling van de RSZbijdrage aanvullend pensioen gedurende minstens 2 opeenvolgende trimesters in de periode tussen 01/01/2006 en 31/12/2011 6 euro per rechtgevend trimester tijdens de periode gelegen tussen 01/01/2011 en 31/12/2011 Tekst & U!tleg 2012/52 4.
- De bijdrage wordt in 2011 toegekend in verhouding tot de "contractuele arbeidstijd", zijnde [het gemiddeld aantal uren per week van de werknemer] gedeeld door [het gemiddeld aantal uren per week van de maatpersoon]. - Als de werknemer geen volledig trimester gewerkt heeft of in de loop van een trimester van contractuele arbeidstijd is veranderd, wordt de contractuele diensttijd geproratiseerd in functie van aantal kalenderdagen van de arbeidsduur ten opzichte van aantal kalenderdagen in het betrokken trimester. - Als de werknemer in de loop van het trimester met wettelijk pensioen is gegaan wordt de contractuele arbeidstijd geproratiseerd in functie van het aantal kalenderdagen tot de pensioendatum ten opzichte van het aantal kalenderdagen in het betrokken trimester. Bij een voltijdse tewerkstelling tijdens het volledige jaar 2011 bedraagt de pensioentoelage voor 2011 aldus - bij tewerkstelling in een onderneming zonder vrijstelling van RSZ-bijdrage: 33,75 euro x 4 trimesters = 135 euro - bij tewerkstelling in een onderneming met vrijstelling van RSZ-bijdrage: 6 euro x 4 trimesters = 24 euro. Alle berekeningen van de toelagen gebeuren op basis van de gegevens die meegedeeld worden door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid via de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid. 8. De individuele pensioenfiche Het pensioenfonds stuurt elk jaar een pensioenfiche aan elke werknemer van de Vlaamse social profit (op voorwaarde dat die gedurende minstens 2 opeenvolgende trimesters door een arbeidsovereenkomst verbonden was met een organisatie van de Vlaamse social profit). Deze pensioenfiche is opgemaakt volgens het FSMA-model en kent een louter informatief karakter. Zij bevat buiten de persoonlijke gegevens van de aangeslotene een aantal belangrijke cijfergegevens met betrekking tot het gespaarde pensioenkapitaal. In bijlage bij deze Tekst & U!tleg vindt u een voorbeeld van een pensioenfiche. Bij de pensioenfiche is een folder gevoegd met een beknopte uitleg over het aanvullend pensioen in de sector. 9. Wanneer wordt het pensioenkapitaal uitbetaald? De einddatum voor de uitbetaling van het pensioenkapitaal is in principe 65 jaar. Als men niet meer werkt in de sector van de Vlaamse social profit, bestaat de keuze om vanaf 60 jaar (ook bij brugpensioen of vervroegd pensioen) het gespaarde pensioenkapitaal (inclusief het behaalde financiële rendement) te laten uitbetalen. Men kan ook uiteraard wachten tot zijn 65 ste (wat fiscaal interessanter is). Als men het pensioenkapitaal op 65 jaar wil ontvangen, moet men niets doen. Het pensioenfonds van de Vlaamse social profit zal automatisch een formulier sturen waarmee men het pensioenkapitaal kan opvragen. Als men het pensioenkapitaal voor 65 jaar wil ontvangen, moet men het formulier F130.09 invullen en sturen naar het pensioenfonds van de Vlaamse social profit, dat dan de nodige stappen zal zetten. Tekst & U!tleg 2012/52 5.
10. Bijkomende informatie 10.1. Website Elke werkgever en elke werknemer kan alle nuttige informatie over het sectoraal aanvullend pensioen ook vinden op de website van het pensioenfonds: www.pensioensocialesector.org. Daar kunnen ook alle formulieren, folders, CAO's en reglementen geraadpleegd en gedownload worden. 10.2. Helpdesk Werkgevers en werknemers kunnen ook beroep doen op de helpdesk van het pensioenfonds die vanaf 10 september 2012 actief is: 078/15.87.95 10.3. Pensioenfonds Daarnaast kunt u ook contact opnemen met het pensioenfonds zelf: OFP Pensioenfonds van de Vlaamse Non-Profit/social-profit Handelskaai 48 1000 Brussel Tel. 02/229.20.20 Fax 02/250.38.58 info@pensionfundsnonprofit.org 10.4. Verbond Sociale Ondernemingen De leden van de VSO-federaties kunnen ook terecht bij het Verbond Sociale Ondernemingen via pensioenfonds@vso.be. Luc Jaminé directeur VSO voorzitter OFP Pensioenfonds van de Vlaamse Non-Profit/social-profit U vindt alle verschenen nummers van Tekst & U!tleg op www.vso.be Ledenservice T&U Tekst & U!tleg 2012/52 6.
F130.11 130.10.00032789 Organisme voor de financiering van pensioenen Handelskaai 48 - B-1000 Brussel - www.pensioensocialesector.org Instelling voor Bedrijfspensioenvoorziening, toegelaten op 08/05/2012, onder het nr. 50601 HELPDESK 078/15.87.95 Afz.: PB 33 2980 Zoersel [130.10.00032789] MARCEL KIEKEBOE STRIPWEG 16 2980 ZOERSEL Onderwerp: Onze referentie: Datum: Pensioenfiche 1/01/2012 670102.345.67 15/06/2012 Geachte, U hebt in 2010 en/of 2011 gewerkt in de Vlaamse sociale sector. Daardoor bent u aangesloten bij het aanvullend pensioenstelsel van de sector. Zodra u zes maanden ononderbroken aangesloten bent, maakt u aanspraak op een aanvullend pensioen. Het sectoraal aanvullend pensioen werkt als een pensioenspaarrekening waarop bijdragen worden gestort. U kan het gespaarde pensioenkapitaal, inclusief het behaalde financiële rendement, in één keer opvragen bovenop uw wettelijk pensioen. Om de pensioenspaarrekeningen te beheren, heeft de sector het Pensioenfonds van de Vlaamse Non-Profit / socialprofitsector opgericht. Dat fonds wordt paritair beheerd door werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers van de sector en staat onder toezicht van de Vlaamse overheid en de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA). U krijgt van ons jaarlijks een pensioenfiche met informatie over het gespaarde pensioenkapitaal. De eerste pensioenfiche vindt u als bijlage. Ze toont het bedrag dat op 1 januari 2012 op uw pensioenspaarrekening staat, rekening houdend met uw prestaties in de periode 2006-2010 en in het jaar 2011. Zolang u in de sector werkt, komen er nog nieuwe stortingen bij. Bij de berekening van onderstaande bedragen werd rekening gehouden met de prestaties tijdens de periode 2006-2010 en in het jaar 2011 zoals meegedeeld door de RSZ. De pensioentoelage per trimester voor een voltijdse werknemer bedraagt voor de periode 2006-2010 10,00. De pensioentoelage voor een voltijdse werknemer bedraagt voor het jaar 2011 135,00 als men werkt in een onderneming die niet vrijgesteld was van de betaling van de sociale zekerheidsbijdrage voor het aanvullend pensioen. De pensioentoelage voor een voltijdse werknemer bedraagt voor het jaar 2011 24,00 als men werkt in een onderneming die vrijgesteld was van de betaling van de sociale zekerheidsbijdrage voor het aanvullend pensioen (omdat er al een aanvullende pensioenregeling bestaat op bedrijfsvlak). U kan hieromtrent het schema in bijlage hanteren. De pensioentoelage werd op de individuele pensioenrekening gestort met uitwerking vanaf 1 januari 2012. Meer informatie over het sectoraal aanvullend pensioen vindt u op www.pensioensocialesector.org. Met vriendelijke groeten, Johan Vanbuylen Verantwoordelijke Pensioenfonds namens de sociale partners vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur van het OFP Pensioenfonds
F130.11 P e n s i o e n f i c h e actieve aangeslotene 2012 130.10.00032789 MARCEL KIEKEBOE STRIPWEG 16 2980 ZOERSEL Alle bedragen werden berekend op datum van 1/01/2012 Pensioeninstelling: Pensioenfonds van de Vlaamse Non-Profit / social-profitsector (erkenningsnr. 50601) Sector: Vlaamse sociale sector 1 Pensioenplan: Sectoraal aanvullend pensioenplan Pensioentoezegging van het type vaste bijdragen Brutobedragen Aanvullend pensioen op 65 jaar op basis van de huidige aansluitingsduur 635,11 Dit is het bedrag dat u zal ontvangen op voorwaarde dat u het al opgebouwd aanvullend pensioen tot op de leeftijd van 65 jaar bij de pensioeninstelling laat staan. Dit bedrag wordt de verworven prestatie genoemd. Opgebouwd aanvullend pensioen op 1/01/2012 335,00 Dit is het bedrag dat vandaag voor u werd opgebouwd en dat u in geval van uitdiensttreding kan overdragen naar een andere pensioeninstelling. Overlijdensdekking 335,00 Dit is het bedrag dat aan de begunstigde(n) zal worden uitbetaald indien u in de loop van 2012 overlijdt. Voor vragen over uw aanvullend pensioen kan u terecht op de website www.pensioensocialesector.org of bij uw werkgever of uw werknemersorganisatie. U kan het pensioenreglement opvragen op de website. Op 1/01/2012 is het Pensioenfonds volledig gefinancierd. Dit betekent dat er voldoende reserves aanwezig zijn om uw pensioenrechten te kunnen betalen. Deze pensioenfiche werd opgesteld op basis van gegevens die door de RSZ meegedeeld werden. Indien deze gegevens later nog zouden wijzigen met retroactief effect, kunnen de vermelde bedragen nog overeenkomstig aangepast worden. 1 Bestaande uit de volgende Vlaamse paritaire (sub)comités: diensten voor gezins- en bejaardenhulp (paritair subcomité 318.02) opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten (paritair subcomité 319.01) beschutte en sociale werkplaatsen (paritair subcomité 327.01) socioculturele sector (paritair subcomité 329.01) welzijns- en gezondheidssector (paritair comité 331).
F130.23 Organisme voor de financiering van pensioenen Handelskaai 48 - B-1000 Brussel - www.pensioensocialesector.org Instelling voor Bedrijfspensioenvoorziening, toegelaten op 08/05/2012, onder het nr. 50601 Pensioentoelage voor voltijdse werknemers