SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 122 van MARTINE TAELMAN datum: 6 januari 2015 aan GEERT BOURGEOIS MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED Buitenlandse investeringen in Vlaanderen - Stand van zaken Internationalisering van de Vlaamse economie wordt in het regeerakkoord van de Vlaamse Regering als een absolute prioriteit naar voren geschoven. Voorts wordt Flanders Investment & Trade (F.I.T.) in het akkoord bestempeld als een van de belangrijkste instrumenten van het Vlaamse buitenlands beleid. Daarnaast uitte de Vlaamse Regering de ambitie om het netwerk van F.I.T. uit te breiden. Ook in de voorgaande legislatuur werd een grote rol toegekend aan F.I.T., onder meer voor het aantrekken van buitenlandse investeringsprojecten. 1. a) Hoeveel buitenlandse bedrijven werden in 2014 door F.I.T. actief benaderd (prospectieactiviteiten)? Graag een overzicht van het aantal prospectieactiviteiten, zogenaamde leads in 2014, opgesplitst per regio/land. b) Het aantal gedetecteerde prospectieactiviteiten of leads is steeds een kritische performantie-indicator (KPI) geweest voor F.I.T. Hoe evalueert de minister deze cijfers ten opzichte van vorige jaren? 2. a) Hoeveel buitenlandse directe investeringen (BDI s) werden in 2014 in Vlaanderen gerealiseerd? Graag een opsplitsing naargelang het gaat om volledig nieuwe investeringen ( greenfields ), uitbreidingsinvesteringen ( expansions ) en participaties en overnames ( mergers & acquisitions ). b) Kan de minister een overzicht geven per provincie van de in 2014 gerealiseerde buitenlandse directe investeringen (BDI)? c) Hoeveel bedraagt het totale investeringsbedrag dat de in Vlaanderen in 2014 gerealiseerde BDI vertegenwoordigen? d) Wat was de impact op de totale werkgelegenheid, meer bepaald op de jobcreatie (en het behoud van jobs in het geval van mergers & acquisitions ()) van deze investeringsprojecten? Graag een overzicht per provincie, opgesplitst volgens type (greenfields, expansions, ). e) Hoeveel van de gerealiseerde buitenlandse investeringsprojecten werden gewonnen door F.I.T.? Graag een overzicht volgens investeringstype en dit zowel in absolute aantallen als in aandeel?
f) Hoe evalueert de minister deze cijfers in hun totaliteit? 3. Hoeveel buitenlandse directe investeringen (BDI s) werden in 2014 in Vlaanderen gerealiseerd naargelang de sector? Graag een overzicht met de belangrijkste sectoren, zowel in absolute aantallen als in aandeel. 4. Kan de minister een overzicht geven van de in 2014 gerealiseerde BDI s naar regio van herkomst? 5. Wat waren in 2014 de tien belangrijkste oorspronglanden van de in Vlaanderen gerealiseerde BDI s? Graag een overzicht met per land het aantal buitenlandse investeringen in Vlaanderen gerealiseerd, uitgedrukt in absolute en in relatieve termen. 6. Hoeveel van de BDI s in Vlaanderen in 2014 waren afkomstig van respectievelijk Brazilië, Rusland, India en China (BRIC-landen), zowel in absolute als in relatieve termen? 7. Hoe interpreteert de minister de herkomstlanden van de BDI s in Vlaanderen in 2014? Zet de opmars van Azië en het Midden-Oosten zich voort? Hoe evolueert het aandeel van de BRIC-landen ten opzichte van de voorgaande jaren? 8. Besluit de minister op basis van de cijfers uit bovenstaande vragen dat bijsturingen nodig zijn en zo ja, welke? Wat is de stand van zaken in het onderzoek naar een mogelijke aanwezigheid van F.I.T. in Nigeria? 9. De Vlaamse Regering schreef in haar regeerakkoord de ambitie in om het netwerk van F.I.T. uit te breiden. De beleidsnota Buitenlands Beleid, Internationaal Ondernemen en Ontwikkelingssamenwerking 2014-2019 geeft aan deze ambitie geen concrete invulling. Hoe dient de ambitie tot uitbreiding van F.I.T. geïnterpreteerd te worden en hoe zal ze door de minister worden ingevuld? Welke regio s of landen heeft de minister desgevallend voor ogen voor de uitbreiding van het F.I.T.-netwerk?
GEERT BOURGEOIS MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED ANTWOORD op vraag nr. 122 van 6 januari 2015 van MARTINE TAELMAN 1. a) Voor 2014 zijn de leads als volgt verdeeld over de regio s. Regio Aantal leads 2014 % totaal Europa 148 39,26% Amerika 78 20,69% Azië (-Japan) 93 24,67% Japan 27 7,16% Overige 31 8,22% Totaal 377 100% b) Het aantal leads is effectief een kritische performantie-indicator voor Flanders Investment and Trade (FIT). Dergelijke prospectieactiviteiten worden positief geëvalueerd. Er is een stijging van ongeveer 200 à 250 per jaar in de periode 2003-2008 naar meer dan 350 per jaar vanaf 2010. Met 377 nieuwe leads wordt in 2014 eveneens die grens van 350 overschreden. Bovenstaande tabel met de geografische spreiding toont Europa als meest belangrijk, terwijl Amerika en Azië ongeveer gelijkwaardig scoren. Categorie overige blijft op het niveau van vorig jaar en heeft te maken met de interesse van opkomende economieën in Zuid-Amerika en het Midden-Oosten. 2. a) Opsplitsing in 2014 in volledig nieuwe investeringen (greenfields), uitbreidingsinvesteringen (expansions) en participaties en overnames (mergers & acquisitions ). Type investering investeringen in 2014 Greenfields 83 Expansions 51 50 Totaal 184 b) Overzicht per provincie van de in 2014 gerealiseerde buitenlandse directe investeringen (BDI). Provincie investeringen in 2014 Vlaanderen (algemeen) 9 Antwerpen 71 Limburg 19 Oost-Vlaanderen 33 Vlaams-Brabant 31 West-Vlaanderen 21 Totaal 184
c) Totale investeringsbedrag van de in 2014 gerealiseerde BDI. investeringen in 2014 Investeringsbedrag (miljard euro) 184 2,77 d) Overzicht per provincie, opgesplitst volgens type (greenfields, expansions, ), op het vlak van jobcreatie. Tewerkstelling bij wordt in principe niet meegeteld door FIT bij de bepaling van het aantal nieuw gecreëerde jobs. Het gaat bij dit investeringstype immers meestal om behoud van jobs. De 30 jobs die genoteerd staan in de tweede kolom, slaan dan ook specifiek op effectief bijkomende jobs. Province Type Project Aantal nieuwe jobs (rechtstreeks) 2014 Vlaanderen Algemeen Expansions 900 Greenfields 62 Antwerpen Expansions 965 Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant Limburg West-Vlaanderen Greenfields 302 Expansions 15 Greenfields 781 Expansions 81 Greenfields 442 30 Expansions 112 Greenfields 164 Expansions 241 Greenfields 69 Totaal 4164 Type Aantal nieuwe jobs (rechtstreeks) 2013 Greenfields 1820 Expansions 2314 30 Totaal 4164 e) Overzicht per investeringstype, van gewonnen buitenlandse investeringen, zowel in absolute cijfers als procentueel. investeringen in 2014 Aantal gewonnen projecten door FIT % aandeel FIT / buitenlandse investeringen Greenfields 83 43 51,81 % Expansions 51 15 29,41 % 50 3 6,00 % Totaal 184 61 33,15%
f) In 2014 werden er 184 nieuwe buitenlandse investeringsprojecten genoteerd in Vlaanderen voor een investeringsbedrag van 2,77 miljard euro en een nieuwe tewerkstelling van 4.164 jobs. Het aantal investeringsprojecten daalde weliswaar licht in 2014 (- 3,6%), maar werd gecompenseerd door een forse stijging van het investeringsbedrag (+ 45%) en een toename van de tewerkstelling. De conclusie is dan ook dat 2014 een behoorlijk investeringsjaar was. De verhouding tussen greenfields (45%), expansies (27%) en (27%) blijft gelijklopend met vorig jaar. Dit betekent dat de sterke stijging van expansies, die hun aandeel zagen opveren van 18% vorig jaar naar 28% in 2013, gehandhaafd bleef in 2014. De greenfield investeringen blijven wel stevig hun positie als meest populaire vorm van investeringen behouden: 45%. Er is geen groot verschil in de verhoudingen tussen de provincies in vergelijking met vorig jaar. Antwerpen blijft de meeste projecten aantrekken (38%), Vlaams- Brabant en Oost-Vlaanderen goed zijn voor elk ongeveer 17% terwijl Limburg en West-Vlaanderen rond de 10% scoren. Net zoals het aantal gedetecteerde leads is de bijdrage van FIT ook een kritische performantie indicator. FIT moet instaan voor 40% van de gerealiseerde greenfields en 20% van de uitbreidingsinvesteringen. Met respectievelijk 51,81% en 29,41% zijn - net als voorgaande jaren - voor 2014 de vooropgestelde objectieven ruimschoots overschreden. 3. Gerealiseerde buitenlandse directe investeringen (BDI s) in 2014 per sector in Vlaanderen, zowel in absolute aantallen als percentage. Sector investeringen in 2014 % totaal Logistics & Transport 29 15,76 % IT, Telecom, Electronics 28 15,22 % Food & Beverages 27 14,67 % Other 27 14,67 % Chemicals 19 10,33 % Business Services 14 7,61 % Pharmaceuticals, Medical, Biotech 14 7,61 % Automotive & Components 12 6,52 % Cleantech 8 4,35 % Machinery & Equipment 6 3,26 % Totaal 184 100,0 4. Gerealiseerde BDI s volgens regio van herkomst in 2014 Regio investeringen in 2014 Asia Pacific + Middle East 35 Europe 91 The Americas 58 Totaal 184 5. In Vlaanderen gerealiseerde BDI s in 2014, volgens de tien belangrijkste landen van oorsprong. Overzicht met het percentage in absolute en in relatieve termen.
Ranking Landen % investeringen in % totaal CUMULEREND 2014 1 USA 54 29,35 % 29,35 % 2 France 21 11,41 % 40,76 % 3 Netherlands 18 9,78 % 50,54 % 4 Germany 14 7,61 % 58,15 % 5 China 13 7,07 % 65,22 % 6 UK 8 4,35 % 69,57 % 7 Japan 7 3,80 % 73,37 % India 7 3,80 % 77,17 % 9 Sweden 6 3,26 % 80,43 % 10 Switzerland 5 2,72 % 83,15 % Denmark 5 2,72 % 85,87 % Totaal 162 85,87 % 6. BDI s in Vlaanderen in 2014 afkomstig van respectievelijk Brazilië, Rusland, India en China (BRIC-landen), zowel in absolute als in relatieve termen. Landen investeringen in 2014 % totaal Greater China (China plus Taiwan) 13 7,07 % India 7 3,80 % Russia 1 0,54 % Brazil 0 0,00 % Total 21 11,41 % 7. De opmars van de investeringen uit Azië en het Midden-Oosten stokte in 2014. Het aandeel uit die regio viel van 23% terug op 19. Europese investeerders nemen de helft voor hun rekening, een constante. De Amerikaanse investeringen namen toe van 25 naar 31%, een opvallende stijging van het marktaandeel. De top tien lijst van de landen van herkomst op het terrein van de buitenlandse investeringen geeft een inzicht welke landen de meeste projecten voor hun rekening nemen. Meer dan 85% van die investeringsprojecten in Vlaanderen zijn afkomstig uit de hierboven vermelde landen. De Verenigde Staten blijft de lijst aanvoeren met 54 projecten. De buurlanden scoren traditioneel hoog in deze ranking met plaatsen twee, drie en vier. Frankrijk bezet voor het tweede jaar op rij de tweede plaats (21 projecten). Nederland is derde met ongeveer evenveel projecten als in 2013 (18). Van de Aziatische investeringen kan enkel China de vijfde positie behouden. Japan en India moeten het Verenigd Koninkrijk (dat een inhaalbeweging maakte) laten voorgaan. De drie Aziatische landen in de top tien tellen elk een paar projecten minder dan in 2014. Zweden, dat vorig jaar uitzonderlijk niet aanwezig was in de top 10, neemt opnieuw de vertrouwde stek in op plaats negen. Het aandeel van de BRIC-landen daalt licht tot 11,41% (-1,68%) in 2014. Het aandeel van de buurlanden kent ook een daling (-3,50%) maar blijft goed voor een derde van alle investeringen (33,15 %). 8. De strategie voor het aantrekken van buitenlandse investeringen wordt permanent geëvalueerd en bijgestuurd. Het globale uitgangspunt is dat steeds meer expertise en specialisatie in een zo vroeg mogelijk stadium moet worden ingezet. Beleidsmatig wordt de techniek van kloofanalyse toegepast, die bepaalt of met de huidige strategie de gestelde doelen gerealiseerd zullen worden. Hierdoor kan er zeer doelgericht worden gefocust op targetbedrijven. Kloofanalyses zijn complex, multidisciplinair en vragen een intensieve voorbereiding. In overleg met de Vlaamse minister bevoegd voor economie en innovatie zal ik laten bekijken op welke manier de sectoren beter in kaart kunnen worden gebracht voor het binnenlandse luik.
Om nog beter in te spelen op opportuniteiten, bestaan sinds kort Welcome teams. Het zijn expertengroepen die onmiddellijk de gespecialiseerde kennis en aanknopingspunten in kaart brengen om een meerwaarde te bieden aan een geïnteresseerd bedrijf. Zo bestaat er een Welcome team voor biotechnologiebedrijven. Dergelijke methodologie kan deels door de bestaande actoren (FIT, clusters en sectorfederaties) uitgevoerd worden. Er is hierbij aanvullend onderzoek door specialisten nodig, waarvoor er op dit ogenblik geen capaciteit aanwezig is binnen de Vlaamse overheid noch binnen de sectorfederaties. Om die reden wordt een kader uitgewerkt om externe, wereldwijd actieve experten op korte termijn en flexibel in te schakelen. Bij die prospectie-activiteiten wordt gemikt op investeringen in bepaalde activiteiten (onderzoek & ontwikkeling, verkoopen marketingkantoren, hoofdzetels, smart logistics en advanced manufacturing en spelen we in op de speerpuntclusters die in Vlaanderen bestaan of in wording zijn. Meer algemeen biedt FIT bij contacten met potentiële investeerders ondersteuning in het volledige proces via informatievoorziening, strategisch advies en praktische hulp. Dit gebeurt kosteloos en op vertrouwelijke basis. Eens de interesse voor Vlaanderen gewekt, komt er voor een kandidaat-investeerder een locatiebezoek. Dergelijke bezoeken worden daarbij steeds belangrijker in het beslissingsproces, dus zullen we daartoe meer inspanningen leveren. Het bestaande investeringsinstrumentarium is grotendeels gestoeld op wat er beschikbaar is voor bestaande bedrijven in Vlaanderen, zoals IWT-steun, (strategische) opleidingssteun, ecologiesteun, KMO-portefeuille. Een dergelijk instrumentarium is echter niet voldoende afgestemd op buitenlandse bedrijven die een mogelijke vestiging overwegen. Om méér investeringen voor Vlaanderen te winnen is een aangepast instrumentarium nodig. Het blijft belangrijk om vernieuwde aandacht te besteden aan retentie en aftercare om de bestaande investeerders optimaal te ondersteunen bij hun activiteiten in Vlaanderen. In deze optiek is het zeker de bedoeling om gesignaleerde knelpunten te verhelpen en het ondernemingsklimaat te stimuleren. FIT doet op dit ogenblik een optimalisatieoefening van haar buitenlands netwerk. Het is hierbij niet aangewezen om als een voorafname nu al een land zoals Nigeria naar voor te schuiven. De aanwezigheid in Afrika is in ieder geval mee opgenomen in de oefening. 9. De ambitie om het buitenlandse netwerk van FIT uit te breiden is er zeker, maar uiteraard afhankelijk van het beschikbare budget en de personeelscapaciteit waarover FIT zal beschikken. Maar zoals gesteld in vraag acht is daartoe de optimalisatieoefening van het buitenlands netwerk bezig.