7 op 10 internationale bedrijven ondervinden problemen. Vlaamse exportondersteuning onvoldoende gekend en gebruikt

Transcriptie

1 PERSBERICHT Hasselt, 12 april 2012 Onderzoek UNIZO-Limburg en VKW Limburg: 7 op 10 internationale bedrijven ondervinden problemen Vlaamse exportondersteuning onvoldoende gekend en gebruikt UNIZO-Limburg en VKW Limburg vragen pro-actief internationaal beleid 1 op 3 Limburgse bedrijven is internationaal actief Bijna 1 op 5 kent een exportaandeel van 80% tot 100% in de omzet 1 op 2 voorziet een exportgroei in de komende 3 jaren Buurlanden blijven het populairst, maar meer dan 50% exporteert ook buiten de EU 8 op 10 internationale bedrijven heeft geen exportmanager in dienst Gebrek aan tijd en mankracht is grootste hinderpaal in export Loonhandicap is onderschat probleem in internationale positie België Ruim 540 Limburgse ondernemingen werkten mee aan een bevraging van UNIZO-Limburg en VKW Limburg over internationaal zakendoen. Bijna 1 op 3 van de Limburgse bedrijven is internationaal actief, en voor de komende jaren verwacht meer dan de helft een groei van het exportaandeel. De buurlanden blijven de populairste bestemmingen, maar iets meer dan de helft van de internationaal actieve Limburgse ondernemingen exporteert ook buiten de Europese Unie. Onvoldoende tijd of mankracht is voor 7 op 10 bedrijven die nu al internationaal actief zijn de grootste hinderpaal om te kunnen exporteren. 8 op 10 van de internationale bedrijven hebben dan ook geen exportmanager in dienst. De Belgische loonhandicap ten opzichte van onze buurlanden wordt bovendien spontaan als extra hinderpaal voor de Limburgse export vernoemd. 3 op 4 van alle Limburgse bedrijven zijn tevreden over het Vlaamse exportbeleid, maar de bestaande instellingen of instrumenten zijn niet bekend en worden onvoldoende gebruikt. UNIZO-Limburg en VKW Limburg vragen een dringende aanpak van de beperkte competitiviteit van België, en een pro-actieve promotie van de Vlaamse ondersteunende instellingen naar de bedrijven, om zo het onderbenutte internationale potentieel te kunnen stimuleren. UNIZO-Limburg & VKW Limburg Pagina 1 van 5

2 1 op 3 Limburgse bedrijven werkt internationaal Bijna 1 op 3 van de Limburgse bedrijven is internationaal actief. Nog eens 4% plant dit op korte termijn te doen. Iets minder dan 2 op 3 heeft geen internationale activiteiten of ambities. De meest internationale sectoren zijn de productiesector (79%) en de groothandel (61%). De laagste internationale activiteit we in de detailhandel (9%) en de bouwsector (14%). Bijna 6 op 10 van de internationaal actieve bedrijven doet aan export. 1 op 3 heeft een buitenlandse vestiging of werkt samen met een lokale agent. Bijna 1 op 5 maakt deel uit van een multinational. Het aanbieden van kwaliteit is voor 1 op 4 dé succesfactor in het buitenland. 1 op 5 legt nadruk op het aanbieden van een totaaloplossing. Betrouwbaarheid en service vervolledigen de top. Een groeiende exportmarkt Voor de voorbije 3 jaren rapporteert bijna de helft van de exporterende Limburgse bedrijven (48%) een toename van de omzet uit export. Voor de komende 3 jaren verwacht meer dan de helft (54%) een groei. Minder dan 1 op 10 exporterende bedrijven (9%) verwacht een afname in de volgende jaren. Het aandeel dat de export heeft in de omzet van de internationaal actieve Limburgse bedrijven is heel uiteenlopend: voor 1 op 4 bedraagt dit aandeel minder dan 5%. Bijna 1 op 5 geeft aan meer dan 80% tot zelfs 100% van de omzet te exporteren. Via export de wijde wereld in Iets meer dan de helft van de internationaal actieve Limburgse ondernemingen (55%), exporteert ook buiten de Europese Unie. UNIZO-Limburg & VKW Limburg Pagina 2 van 5

3 Ongeveer 1 op 10 van de internationale Limburgse bedrijven realiseert een substantieel aandeel van meer dan 40% buiten de EU. Binnen Europa blijven de buurlanden het populairst: 3 op 4 van de internationaal actieve Limburgse bedrijven zit in Nederland, iets meer dan de helft in Duitsland en iets minder dan de helft in Frankrijk. Buiten de Europese Unie is ruim de helft actief in niet-eu-lidstaten. 1 op 3 exporteert naar Noord-Amerika en/of Azië, ongeveer 1 op 5 kijkt naar Midden- en Zuid- Amerika, het Midden-Oosten of Azië. De helft van de Limburgse exporteerders buiten Europa is niet actief in de BRICS-landen: Brazilië, Rusland, India, China of Zuid-Afrika. 1 op 3 zit wel in Rusland, 1 op 5 in China. Brazilië, Zuid-Afrika en India kennen elk een aandeel van ca. 15%. Investeren in exportmanager nog niet evident 8 op 10 van de internationaal actieve Limburgse bedrijven hebben geen exportmanager in dienst, en hebben ook geen intenties om er een aan te werven. Bij de KMO s, met minder dan 50 werknemers, heeft bijna 9 op 10 geen exportmanager in dienst. Bij middelgrote en grote bedrijven hebben gemiddeld 1 op 5 ( werknemer) tot meer dan de helft (meer dan 500 werknemers) een exportmanager. Gebrek aan tijd en mankracht grootste hinderpaal 7 op 10 bedrijven die nu al internationaal actief zijn ondervinden één of meerdere hinderpalen om meer te kunnen exporteren. Van de bedrijven die nu niet internationaal actief zijn, geven 4 op 10 aan dat er specifieke hinderpalen zijn om internationaal te kunnen werken. UNIZO-Limburg & VKW Limburg Pagina 3 van 5

4 Een aanpak van de hinderpalen kan voor elk van deze groepen nog een bijkomend exportpotentieel aanboren. Onvoldoende tijd of mankracht worden vermeld door bijna 4 op 10 bedrijven, gevolgd door de overlast aan formaliteiten en administratie (voor iets minder dan 1 op 3). Telkens ongeveer 1 op 5 bedrijven vermeldt de strengere wet- en regelgeving, of een moeilijkheid voor het vinden van geschikte lokale agenten of partners. Daarna volgen telkens voor ca. 15% - het gebrek aan exportvaardigheden in het bedrijf, het gebrek aan financiële middelen, onvoldoende marktinformatie of een moeilijke aanpassing van de eigen producten of diensten aan de lokale markt. Opvallend: onder de rubriek andere werd door een groot aantal bedrijven spontaan de loonhandicap van België ten opzichte van andere landen en zeker ten opzichte van onze buurlanden opgemerkt. Overheid ondersteunt voldoende, maar steunmaatregelen zijn onbekend 3 op 4 van alle Limburgse bedrijven ongeacht of ze nu al exporteren is ervan overtuigd dat de overheid de Vlaamse export voldoende ondersteunt. Bij de bedrijven die nu al internationaal werken zijn ligt de tevredenheid met 70% lager dan bij de bedrijven die nu niet (79%) of nog niet (81%) internationaal actief zijn. De voornaamste redenen voor de ontevredenheid zijn: een onvoldoende gepercipieerde steun voor KMO s, een gebrekkige aanpak van de loonhandicap van België, een versnippering of een onbekendheid in het ondersteunend exportbeleid en een gebrek aan ondernemersgerichtheid bij ambtenaren/administraties. Het huidig exportondersteunend aanbod van de Vlaamse overheid voorziet momenteel al heel wat instellingen of instrumenten die ondernemingen concreet kunnen ondersteunen in de aanpak van de eerder vermelde hinderpalen. UNIZO-Limburg & VKW Limburg Pagina 4 van 5

5 Die instrumenten worden echter niet altijd gebruikt, omdat ze ook niet altijd gekend zijn. Gemiddeld 50 tot 70% van de Limburgse bedrijven het kent FIT, Flanders Investment & Trade, de subsidiemogelijkheid voor een exportmanager via het Agentschap Ondernemen, de subsidiemogelijkheid voor een doorgedreven marktonderzoek of het European Enterprise Network (EEN) niet of onvoldoende. Oproep UNIZO-Limburg en VKW Limburg: nood aan een pro-actieve exportpromotie We merken dat er nog heel wat hinderpalen bestaan voor onze Limburgse ondernemingen om internationaal te starten of te kunnen groeien, besluit Joël Stockmans, directeur van UNIZO- Limburg. Toch moeten we meer internationaal gaan werken en denken: globalisering en internationalisering bieden nieuwe mogelijkheden. De ligging in het hart van de Euregio is ideaal voor een eerste trial and error, maar de markt eindigt niet bij de buurlanden. Een ruimere internationale focus is belangrijk om op in te zetten. Jos Stalmans, gedelegeerd bestuurder VKW Limburg: De beperkte competitiviteit van België is een echter een belangrijke handicap voor de internationale positionering van onze bedrijven. De hoge loonkost en regulering ten opzichte van onze buurlanden én van verder liggende regio s dienen dan ook absoluut door de overheid aangepakt te worden. Voor de Vlaamse overheid, en vooral voor FIT, Flanders Investment & Trade, zien VKW Limburg en UNIZO-Limburg een belangrijke ondersteunende rol weggelegd. Joël Stockmans: Elke onderneming die denkt aan internationaal zakendoen, zou spontaan aan het FIT moeten denken en contact zoeken. maar uit onze bevraging blijkt dit niet zo te zijn. Het FIT kan met steunmaatregelen, contactgegevens, haar buitenlands netwerk en kennis van landen, sectoren en reglementering ondernemers een belangrijke steun in de rug geven.. Ook de initiatieven van het Agentschap Ondernemen moeten meer bekend worden. Jos Stalmans: Onbekend is onbemind, dus willen we graag kijken hoe de communicatie naar de Limburgse ondernemingen pro-actief bevorderd kan worden. Het Agentschap biedt bijvoorbeeld middelen voor een doorgedreven marktonderzoek op buitenlandse markten, via het project Strategisch Ondernemen kan de aanwerving van een exportmanager ondersteund worden, of via het European Enterprise Network krijgen onze bedrijven toegang tot samenwerkingsvoorstellen van buitenlandse partners,. Voor meer informatie over dit bericht kan u contact opnemen met: Johan Schildermans Yves Houben manager belangenverdediging beleidsadviseur VKW Limburg UNIZO-Limburg tel of tel of johan.schildermans@vkwlimburg.be yves.houben@unizo-lim.be UNIZO-Limburg & VKW Limburg Pagina 5 van 5