Evaluatie kinderarmoede 14-09-2015 1
Inleiding Op 25 juni 2013 presenteerde de Kinderombudsman in samenwerking met het Verwey Jonker Instituut het rapport Kinderen in armoede in Nederland. Hieruit kwam onder meer naar voren dat één op de negen kinderen in armoede opgroeit. Dit was voor de Ombudsman reden een aanbeveling te doen aan gemeenten om een integraal armoedebeleid te ontwikkelen dat specifiek gericht is op kinderen. De gemeenteraad van de gemeente Lingewaal heeft deze en andere aanbevelingen verwerkt in de Motie aanpak kinderarmoede van 4 juli 2013. Hierin verzocht de raad het College om voorstellen te doen om de volgende aanbeveling uit het rapport van de Kinderombudsman uit te voeren: 1. Een armoedebeleid te ontwikkelen en te monitoren dat specifiek is gericht op kinderen; 2. Een kindpakket samen te stellen waarvan de onderdelen rechtstreeks ten goede komen aan kinderen zelf; 3. Een gezamenlijke aanpak te organiseren gericht op het verbeteren van de leefsituatie van kinderen in armoede. Om te voldoen aan het verzoek van de raad is door het College een raadsinformatieavond gehouden op 11 februari 2014 waarin met de raad en met diverse maatschappelijke partners van gedachten is gewisseld over de bestrijding van kinderarmoede. Op basis hiervan is er een beleidsnota kinderarmoede geschreven en op 26 juni 2014 heeft de raad hiermee ingestemd. De drie actiepunten van de beleidsnota kinderarmoede zijn: 1. Inkopen van vijf plaatsen via het Jeugdsportfonds. 2. Inzet Stichting Leergeld. 3. Uitbreiden kindpakket met kledingvouchers. Via de raadsbrief van 11 augustus 2015 is de raad geïnformeerd over het feit dat het niet haalbaar was om in het derde kwartaal een evaluatie voor te leggen. De evaluatie is nu gerealiseerd in het vierde kwartaal. In deze evaluatie wordt de stand van zaken in volgorde van bovenstaande actiepunten beschreven. 2
Inkopen van 5 plaatsen via het Jeugdsportfonds Het Jeugdsportfonds (JSF) promoot sportkansen aan kinderen van 4 tot 18 jaar uit gezinnen waar niet genoeg geld aanwezig is, om lid te worden van een sportvereniging. Dit doet het fonds door contributie aan een sportvereniging te vergoeden. De meerwaarde van het fonds ligt niet zozeer op het inhoudelijke vlak (Stichting Leergeld betaalt ook contributies aan sportverenigingen), maar meer op het commerciële vlak. Het JSF kent een grote naamsbekendheid en is onder sportverenigingen wellicht toegankelijker dan Stichting Leergeld. Daarnaast is deelname aan het JSF goed voor de profilering van Lingewaal als sportvriendelijke gemeente. Een plek inkopen bij het Jeugdsportfonds kost 250,-- per plaats waarvan 25,-- naar het Jeugdsportfonds gaat. Het maximale bedrag van 225,-- per jaar wordt rechtstreeks betaalbaar gesteld aan de betreffende sportvereniging. Uitgaande van de vijf kernen in Lingewaal is er voor gekozen om een plaats per kern in te kopen wat leidt tot een kostenpost van 1.250,--. De gemeente heeft sinds 1 januari 2015 een overeenkomst met het Jeugdsportfonds Gelderland. Deze eindigt op 31 december 2018. Gedurende deze periode stelt de gemeente zich garant voor een bedrag van 5.000,--. Dit bedrag staat gelijk aan de vergoeding voor 20 kinderen (per kind 250,--). Naast de gemeente hebben ook andere organisaties middelen beschikbaar gesteld voor Lingewaalse kinderen aan het JSF: The Dutch4Kids voor 8 kinderen (bedrag van 2.000,--) éénmalig bedrag verspreid over 4 jaar; ICS voor 3 kinderen per jaar ( 3.000,--) voor 4 jaar; De Waal auto groep voor 1 kind voor 1 jaar. ( 250,--). Het JSF heeft nu 10.250,-- voor 4 jaar en voor totaal 41 kinderen. Tot augustus 2015 zijn er 6 kinderen geplaatst. Degene die een aanvraag hebben gedaan waren: CBS Kompas, Welzijn Lingewaal en Rivas. Kinderen worden bij JSF aangemeld via intermediairs. Als een intermediair aangeeft dat een kind onder de doelgroep valt dan hoeft er door de ouders geen actie meer te worden ondernomen, dit is dus heel laagdrempelig. Ook Stichting Leergeld richt zich op o.a. het kunnen laten sporten van kinderen. Dit loopt via het Regionaal Declaratiefonds (RDF). Daar beide organisaties een gelijkluidend doel hebben, namelijk kinderen laten sporten, is onderlinge samenwerking / afstemming noodzakelijk. Dit om overlap van de inzet van middelen t.b.v. hetzelfde kind te voorkomen. Er is al een gesprek geweest om te kijken hoe deze samenwerking er uit moet zien en dit is tevens een actiepunt voor de toekomst. 3
Inzet Stichting Leergeld De gemeente Lingewaal heeft, naast de taken gericht op bijstandsverlening en reintegratie, haar armoede- en minimabeleid via een gemeenschappelijke regeling ondergebracht bij de Regionale Sociale Dienst Alblasserwaard-Vijfheerenlanden (RSD). Via het Regionaal Declaratiefonds (RDF). vergoedt de RSD kosten voor sportieve, culturele, sociaal-culturele en educatieve activiteiten. De RSD heeft een overeenkomst met Stichting Leergeld en de uitvoering van deze regeling met betrekking tot kinderen ligt bij hen. Omdat de gemeente Lingewaal onderdeel uit maakt van de gemeenschappelijke regeling RSD kan de gemeente gebruik maken van de diensten van Stichting Leergeld. Stichting Leergeld zet zich in om schoolgaande kinderen van 0-18 jaar uit minimagezinnen maatschappelijk actief te houden door kosten te vergoeden op het gebied van sport, cultuur en onderwijs. Kinderen kunnen via Leergeld mee op schoolreis, gaan sporten, muziekles krijgen of een (tweedehands) fiets. Als het oudste kind naar voortgezet onderwijs gaat kan er een computer geregeld worden. Ouders kunnen via RSD of rechtstreeks contact zoeken met Leergeld. Vrijwilligers gaan op huisbezoek bij de minimagezinnen. Tijdens een persoonlijk gesprek wordt de hulpbehoefte geïnventariseerd en vindt toetsing plaats van de inkomens- en (eventuele) schuldensituatie. Na het goedkeuren van de hulpvraag, wordt een activiteit rechtsreeks aan een school of vereniging betaald. De materiële spullen worden in natura verstrekt. Ouders krijgen een tegoedbon waarmee ze voor een bepaald bedrag aan kleding en sportspullen kunnen kopen bij winkels waar Leergeld mee samenwerkt. De bijdrage van de Stichting Leergeld bedraagt per jaar: Bijdrage studiekosten bij het volgen van basisonderwijs maximaal 95,-- Bijdrage studiekosten bij het volgen van voortgezet onderwijs maximaal 173,-- Voor uitgaven voor deelname aan sportieve-, recreatieve-, culturele-, sociaalculturele- en educatieve activiteiten, ongeacht de leeftijd 116,-- (maximaal 250,-- voor inwoners Lingewaal). Computer of een laptop in natura ten behoeve van kinderen, die het voortgezet onderwijs gaan volgen Ofwel in Lingewaal kan een kind van 0-3 jaar maximaal 250,-- krijgen, kinderen van 4-11 jaar maximaal 95,-- voor studiekosten + 250,-- sportieve en culturele activiteiten en kinderen van 12-17 jaar maximaal 173,-- voor studiekosten + 250,- sportieve en culturele activiteiten. In Lingewaal zijn in 2014 52 kinderen geholpen op meerdere gebieden. Er zijn vaak meerdere hulpvragen per kind, waardoor de aanvragen meer zijn dan het aantal kinderen. Zie het overzicht hierna voor alle aanvragen. 4
Overzicht aanvragen gemeente Lingewaal 2014 2013 Aantal kinderen Aantal hulpvragen Aantal kinderen Aantal hulpvragen Recreatieve activiteiten 57 28 Indirecte studiekosten 88 43 PC project 7 2 Totaal 52 152 34 73 Voorbeelden van recreatieve activiteiten zijn contributie sportvereniging, muziekles, sportkleding en sportbenodigdheden. Indirecte studiekosten zijn o.a. fiets, ouderbijdrage, schoolreis en gymkleding. Uit het overzicht van de aanvragen van 2013 en 2014 is een toename van het aantal geholpen kinderen en een toename van het aantal hulpvragen te zien. Alle kosten worden door gemeente via RSD betaald, dus een gezin kan nooit te horen krijgen dat het geld op. De aanbeveling in de beleidsnota kinderarmoede was om meer ketensamenwerking te regelen. Doel hiervan is om preventie en signalering in een zo vroeg mogelijk stadium te realiseren. Deze aanbeveling valt samen met een andere: meer en betere communicatie realiseren naar burgers en instanties over de voorzieningen ter bestrijding van kinderarmoede. De actie van Stichting Leergeld was om de verschillende maatschappelijke partners als scholen, verenigingen, Wmo-raad etc. van de gemeente Lingewaal te bezoeken om meer bekendheid te geven aan de voorzieningen die reeds bestaan om kinderarmoede te bestrijden. Hiermee slaat de gemeente twee vliegen in een klap. Enerzijds presenteert Stichting Leergeld zich en legt uit wat de stichting allemaal doet en kan; anderzijds kan gelijk actie ondernomen worden door het aanbod te koppelen aan kinderen in armoede. Tegelijkertijd worden de partners gewezen op hun signalerende en preventieve verantwoordelijkheid. Aan de actievere inzet van Stichting Leergeld waren geen kosten verbonden. De kosten van de inzet van de coördinator van stichting Leergeld maken onderdeel uit van de uitvoeringskosten RSD. Leergeld heeft zich gepresenteerd aan de Wmo-raad en de gemeenteraad om zich voor te stellen en een toelichting op hun werkwijze te geven. Daarnaast zijn ze aangeschoven bij een overleg van het LEA en zijn ze ook bij het diaconaal platform Lingewaal geweest. 5
Uitbreiden kindpakket met kledingvouchers De aanbeveling was om een kindpakket samen te stellen waarvan de onderdelen rechtstreeks ten goede komen aan kinderen. Vanuit het rapport van de kinderombudsman wordt gepleit voor een kindpakket met de volgende onderdelen: het kindpakket bevat tenminste vouchers voor basisbenodigdheden zoals een stel winterkleren en zomerkleren en bijvoorbeeld lessen voor een basiszwemdiploma, een bibliotheekpasje tot 18 jaar, toegang tot lokaal openbaar vervoer en deelname aan een wekelijkse activiteit ter ontspanning of sportieve / culturele ontwikkeling. Voor kinderen in Lingewaal geldt dat een bibliotheekpasje tot 18 jaar gratis is. Dankzij de samenwerking met Stichting Leergeld is ook in de deelname aan een wekelijks sport- of cultuuractiviteit voorzien. Ook zwemlessen kunnen via Stichting Leergeld gedeclareerd worden. Het lokale openbaar vervoer is in Lingewaal niet dermate uitgebreid dat het zinvol is het lokale openbaar vervoer gratis te maken. De gemeenteraad heeft besloten om het bestaande kindpakket, waarvan de uitvoering bij Stichting Leergeld is belegd, uit te breiden met vouchers voor zomeren winterkleren. Om in te kunnen schatten wat de kosten van de vouchers zijn is het NIBUD geraadpleegd. Daaruit blijkt dat de uitgaven aan kleding van een gemiddeld kind in de leeftijd van 12 jaar ongeveer 45,-- per maand bedraagt. Wanneer de gemeente eenmalig in de zomer en eenmalig in de winter tegemoet wil komen in deze kosten, bedraagt dit bedrag op jaarbasis dus 2 x 45,-- per kind = 90,--. Bij 100 aanvragen zouden de kosten hiervoor dus uitkomen op 9.000,--. Bij de uitvoering van dit raadsbesluit zijn we tegen een aantal dilemma s aangelopen. Tijdens het Benen op Tafel Overleg (BOT) van 25 augustus jl. zijn met de aanwezige raadsleden de dilemma s met betrekking tot de kledingvouchers besproken. De knelpunten zijn: 1. Kledingvouchers zijn stigmatiserend, biedt weinig keuze voor de burger en voor winkels is het alleen rendabel met grote aantallen. 2. Gemeente kan geen bedrag aan minima ouders betalen op basis van de huidige regelingen. 3. Onderbrengen in huidige RDF regeling van RSD is niet mogelijk. Ad 1 Tijdens een gesprek met de RSD werd duidelijk dat het geven van kledingvouchers stigmatiserend werkt. Tevens is er weinig vrijheid voor de burgers om een keuze te maken waar kleding te kopen. Daarbij zijn er lokaal geen kledingwinkels waarmee afspraken gemaakt kunnen worden. Er zouden afspraken met winkels in de regio gemaakt moeten worden, en dit is pas rendabel bij grotere aantallen. Ad 2 Op basis hiervan leek een geldbedrag een beter middel dan een voucher. Er is allereerst onderzocht of er een mogelijkheid bestaat dat de gemeente een bedrag per kind aan minima ouders in Lingewaal betaalt. Het is bij wet verboden dat gemeenten ongerichte inkomenspolitiek bedrijven. Dit houdt in dat het niet mogelijk is dat gemeenten, zonder een individuele aanvraag, bedragen aan personen overmaken zonder dat daar een specifieke regeling aan ten grondslag ligt. 6
Ad 3 De RSD heeft in januari hierop gezegd dat het via een verzoek van de gemeente in de bestaande regeling, het Regionaal Declaratiefonds (RDF), van de RSD ondergebracht zou kunnen worden. Echter hierdoor zouden er grote verschillen binnen de regio ontstaan. De inwoners van Lingewaal, dus ook kinderen, komen in aanmerking voor een bedrag van 250,-- p.p. per jaar. Voor alle andere regio AV gemeenten is dit 116,-- euro per jaar. Door het opplussen van het Lingewaalse bedrag met 90,-- voor kleding, komt dit neer op 340,-- euro per kind per jaar. Dit is een fors verschil ten aanzien van de andere gemeenten, Dit was tot voor kort het belangrijkste dilemma. Recent is er weer een gesprek geweest met de RSD en hierin is aangegeven dat een kledingpakket niet onder de regeling Regionaal Declaratiefonds (RDF) kan worden gebracht. Het RRDF is er voor zaken die er in onze maatschappij bij horen, maar die niet noodzakelijk zijn voor het levensonderhoud. De bijdrage is voor sportieve, culturele, sociaal-culturele en educatieve activiteiten. Daarnaast valt kleding in principe onder de algemene kosten van levensonderhoud en dient uit het inkomen te worden bekostigd. De aanschaf van sportkleding en toebehoren en de indirecte kosten voor onderwijs als regenkleding en door de school voorgeschreven extra kleding zijn wel mogelijk. Dit omdat ze een relatie hebben met een activiteit om te kunnen deelnemen aan de samenleving (sporten, onderwijs). In Lingewaal waren er op 1 januari 2015 93 kinderen van 0-18 jaar uit minimagezinnen: - 65 kinderen van uitkeringsgerechtigden (36 uitkeringsgerechtigden waarvan er 23 wel gebruik heeft gemaakt van minimaregeling kinderen en 13 niet). - 28 kinderen niet-uitkeringsgerechtigd met gebruik minimaregelingen (11 nietuitkeringsgerechtigden die gebruik hebben gemaakt van minimaregeling). Er zijn dus 13 van de 36 uitkeringsgerechtigden die geen gebruik maken van de minimaregelingen. Het is niet duidelijk waar dit mee te maken heeft, mogelijk kan de factor jonge kinderen van invloed zijn (gaan nog niet naar school of sport). Op 1 januari 2015 waren er 2396 kinderen van 0-18 jaar in Lingewaal. Op basis van 93 kinderen uit minimagezinnen zou 3,9 % van de kinderen in aanmerking kunnen komen voor een kledingvoucher. Gezien het feit dat niet alle gezinnen gebruik maken van de minimaregelingen, zou dit percentage nog lager kunnen zijn. Daarbij zijn er ook minimagezinnen die niet bij de RSD bekend zijn, dus deze vallen buiten deze berekening. Leergeld gaat richting een bereik van 80% van de doelgroep. Momenteel zijn er contacten met een extern bureau en communicatie vanuit de RSD om specifiek kinderen te bereiken die moeilijk vindbaar zijn. Vanuit de RSD stond gepland om een digitaal kind en gezinsloket te maken. De RSD heeft hun website aangepast en hier wordt verwezen naar kansenvoormijnkind.nl naar Leergeld. Gebleken is dat niet alle gemeenten in Nederland voorzien in de mogelijkheid van het vergoeden van kleding. In de gemeentes waar dit wel is, is het onderdeel van het kindpakket in zijn totaliteit en valt dit onder de totale aanvraag en screening van voorzieningen voor kinderen van minimagezinnen. Dit is voor de burger het meest 7
laagdrempelig (1 punt voor alle voorzieningen) en qua uitvoeringskosten het efficiëntst. In het Benen Op Tafel overleg is gevraagd aan de raadsleden met ideeën te komen. Hierop heeft één raadslid contact opgenomen en informatie gegeven over een pas die in ontwikkeling is. Het idee biedt wellicht mogelijkheden om het in een bredere aanpak mee te nemen, maar het is niet bruikbaar voor alleen kledingvouchers. Samengevat is het niet haalbaar om de kledingvouchers op korte termijn te organiseren. Daarbij zijn er vanuit de praktijk geen concrete signalen bekend van gezinnen die behoefte hebben aan kledingvoucher. Waardoor de investering en het beoogde resultaat wellicht niet meer in balans is. Gezien bovenstaande is het voorstel om het besluit te herzien en het huidige kindpakket niet uit te breiden met kledingvouchers. Vanuit het Benen Op Tafel Overleg was de uitkomst dat het belangrijk is dat het budget in ieder geval wordt ingezet ten gunste van de kinderen van minimagezinnen. Er is structureel 10.250,-- per jaar in de begroting gereserveerd voor kinderarmoede. Voor de plaatsen van het JSF is dit 1.250,--, wat betekend dat er nog 9.000,-- per jaar gebruikt kan worden om kinderarmoede te bestrijden. Het voorstel is om dit bedrag toe te voegen aan armoedebeleid. Hiermee worden de stijgende kosten van de RSD voor de bijzondere bijstand en minimabeleid tegemoet gekomen, waar de kosten van Stichting Leergeld een onderdeel van zijn. Hiermee komt het geld terecht bij de kinderen van minimagezinnen. De bestuursrapportage van de RSD wordt gemonitord en de raad wordt geïnformeerd bij structurele onderuitputting van de 9.000,-- Ter illustratie hieronder een overzicht met de uitgaven van de bijzondere bijstand en minimabeleid van de afgelopen jaren. 8
Ontwikkelingen bijzondere bijstand en minimabeleid gemeente Lingewaal 2011-tweede kwartaal 2015 bijzondere bijstand minimabeleid Omschrijving voorziening voor het huishouden directe levensbehoeften financiële transacties kosten maatschappelijke zorg medische dienstverlening overige kosten uitstroombevordering voorziening voor opvang voorziening voor wonen RDF* RDF (St. Leergeld)* RFBU subtotaal bijzondere bijstand collectieve zkv 1-malige koopkrachttegemoetkoming Compensatie eigen risico PC-project Langdurigheidstoeslag/ indiv. inkomenstoeslag subtotaal minimaregelingen Totaal Tweede kwartaal 2015 2014 2013 2012 2011 aantal bedrag aantal bedrag aantal bedrag aantal bedrag aantal bedrag 3 895,48 1 161,98 5 212,81 18 544,28 16 521,32 10 1.891,51 13 5.063,05 7 1.232,20 16 1.951,29 16 4.398,04 79 14.259,63 134 21.508,59 109 15.367,25 106 12.803,80 26 2.520,57 7 1.397,01 10 527,58 21 1.047,57 43 4.220,47 28 4.306,51 1 956,41 1 1.151,08 1 850,00 25 2.993,88 159 11.988,46 12 773,43 30 1.444,19 53 2.172,93 80 3.858,01 3 1.603,30 0-4 356,04 12 952,38 24 2.007,00 14 1.095,40 0-0 - 0-5 510,02 1 297,50 6 15.376,33 13 25.864,83 21 18.301,48 6 11.300,86 11 14.555,33 5 1.348,00 74 22.174,00 125 28.740,36 99 30.070,32 98 40.256,00 70 6.810,80 110 20.054,78 41 10.516,00 49 12.510,00 234 54.224,60 439 110.816,12 256 2.961,92 599 6.469,20 0-120 9.700,00 47 5.544,00 2 953,78 7 3.338,23 26 10.050,00 40 15.800,00 331 19.509,70 766 35.307,43 565 73,734,30 1.205 146.123,55 45 10.936,00 41 10.343,00 52 13.250,00 399 79.812,98 463 80.602,93 424 94.792,43 46 5.907,60 40 5.728,69 0-2 5.135,31 3 4.195,40 6 6.159,79 35 14.350,00 42 17.350,00 41 16.288,00 83 25.392,91 85 27.274,09 47 22.447,79 482 105.205,89 548 107.877,02 471 117.240,22 * Het RDF wordt ingezet voor volwassen en kinderen (via Stichting Leergeld). Vanaf 2014 zijn de uitgaven uitgesplitst per doelgroep. In totaal is voor 2014 dus 42.228,78 aan het RDF uitgegeven, wat een flinke toename is ten opzichte van 2013. 9
Actiepunten 2016 1. Afstemming en samenwerking Leergeld en Jeugdsportfond verder vormgeven, om overlap van de inzet van middelen ten behoeve van hetzelfde kind te voorkomen. 2. Gesprek met RSD, Leergeld en Jeugdsportfonds en andere partners zoals Welzijn en scholen om stand van zaken rondom regelingen en behoeften van minimagezinnen te monitoren. 3. De bestuursrapportage van de RSD wordt gemonitord en de raad wordt geïnformeerd bij structurele onderuitputting van de 9.000,-- 10