SOCIALE INCLUSIE VAN JONGEREN IN VLAANDEREN



Vergelijkbare documenten
Resultaten enquête jongerenambassadeurs voor sociale inclusie

Project jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraad

Breek taboe omtrent kansarme

Waarom volgen mensen avondschool?

Sociale inclusie in onderwijs en werk

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Verslag focusgroep ouders met jongeren in secundaire scholen

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

Ben ik verplicht om naar school te gaan? Kan de school mij als straf naar huis sturen? Kunnen we op school een leerlingenraad opstarten?

Zorg voor je carrière. Neem gerust contact op of maak een afspraak. Telefoon: (030) of

Prioriteiten jongeren in armoede, Verkiezingen 2014 Videoboodschap: De shit waar je in zit

KIEZEN VOOR HET SECUNDAIR ONDERWIJS info ouders basisonderwijs 1, 2 en 3 april 2019

Ik verlaat de school wat nu?

Eindverslag SLB module 12

Onderzoek Stress. 5 Juni Over het 1V Jongerenpanel

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

Link met het secundair onderwijs

Werkbladen. Uitdaging! Wat betekent succes en geluk voor mij? Gaat voor jou geluk samen met succes? Of gaat het

Aan de slag met de Werk Ster!

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Kinderen met een handicap op de schoolbanken

Ouderbetrokkenheid: interviewschema

Juridische medewerker

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Opbouw 1. Inleiding (2 min): kennismaking en bedoeling verduidelijken. 2. Spontane vragen (zowel van kabinet als van leerlingen)

Starten in het secundair onderwijs

Welke vaardigheden hebben een invloed op het al dan niet succesvol zijn van het outplacement?

> VERSLAG MAATSCHAPPELIJKE STAGES II Inspraakdag Vlaams Parlement Vrijdag 18 maart 2011 (namiddag)

De meest gestelde sollicitatievragen

Tips voor werknemers StepStone geeft tips op basis van demografische studie. Mei 2009

Samenwerking bedrijven en onderwijs in Limburg zit in de lift

WOORDZOEKER. ABVV Socialistische vakbond. ACV Christelijke vakbond. ACLVB Liberale vakbond

Een verhaal van Femke

Scriptie over Personal Branding en Netwerking

Schoolverlaters bevraagd

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst.

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.

Kiezen na de basisschool

U schrijft ook dat wij Belgen bang zijn voor elkaar. Hoezo?

Solliciteren via de uitzendsector DECEMBER 2014

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

WAT VERANDERT ER IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS? Brochure voor ouders

Welkom! Je stopt met school en je hebt nog geen werk. Wat Nu? Transitietraject. Wie zijn wij? Verloop info

ADVIES MAATSCHAPPELIJKE EN POLITIEKE VORMING OP SCHOOL

Prioriteiten jongeren in armoede, Verkiezingen 2014 Videoboodschap: De shit waar je in zit

Je motivatie vormt de basis om dingen te veranderen.

Proefhoofdstuk Gitaar.

AVONTURENKAART. Reflectieopdrachten

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie. Nieke Campagne Studenten Loopbaan Service Universiteit Leiden

Jouw weg naar het hoger onderwijs

1 Ben of word jij weleens gepest?

Proefhoofdstuk Rookstopconsulent.

Studiefinanciering van de Vlaamse overheid?

SOLLICITATIEGESPREK? GEBRUIK DEZE 30 HANDIGE ZINNETJES

18 OKTOBER 2018 YOUCA ACTION DAY MAAK VAN JE LEERLINGEN ACTIEVE WERELDBURGERS SCHOOLBROCHURE 2018 YOUCA.BE

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen

Studiek e uze. Neem je tijd voor belangrijke stappen!

ORIËNTATIE OP DE NEDERLANDSE ARBEIDSMARKT

Test: Je ouders als studie oriëntatiecoach

Een goed praktijkvoorbeeld in woonzorgcentrum Sint Vincentius in Deinze

Wegen naar je toekomst Je gids in je zoektocht naar een diploma, opleiding of werk

Van VDAB-opleiding naar knelpuntberoep

STUDIEVAARDIGHEID LOOPBAANLEREN - 1 HOOFDSTUK 1

Maatschappelijke Zorgboerderij. Amatheon. Nikki van Berlo. Jasmijn Borms. Joy Willems T4B

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Artikel zonder titel

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

> VAN LEREN EN WERKEN NAAR DUAAL LEREN? EEN REALITY CHECK!

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Leraar, je wist dat je het was.

Hoe gaat het met je studie?

Profilering derde graad

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website:

narratieve zorg Elder empowering the elderly

vlaamse jeugdraad spreekt voor kinderen, jongeren & jeugdwerk

Een nieuwe bank. Lesvoorbereiding Crisis graad 2. Verwondering

3 Hoogbegaafdheid op school

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Portret van H. Gerealiseerd door H. en Linde Stael In samenwerking met het SIHO

Dat ze klaarstaat voor haar vrienden. Als ze samen is met haar vriendinnen, is er veel gein

Voor kinderen die meer willen weten over echtscheidingen. uitgave 2005

Dit is een rollenspel dat de volgende thema s behandelt: geweld tussen individuen, pesten.

Vragenlijst: Wat vind jij van je

Intakewerkblad DEELNEMER ART.60:. PROJECT BEGELEIDER INSCHAKELINGSCOACH BEGELEIDER OCMW..

Proefhoofdstuk Spaans.

olvp ieder1 telt Kies voor jouw talent juiste accent! het

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel

Een goed leven voor.

Presentatie Tekst Top plan (talentontwikkelingsplan) Amy Kouwenberg OABCE1A

Profilering derde graad

Allemaal in ontwikkeling. Door: Rieke Veurink / Fotografie: Kees Winkelman

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

??! Bij wie kun je terecht? Aan de slag. Take a break?

Apostolische rondzendbrief

Inhoud info-avond. 3.1 een richting kiezen 3.2 een school kiezen

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

> VERSLAG MAATSCHAPPELIJKE STAGES I Inspraakdag Vlaams Parlement Vrijdag 18 maart 2011 (voormiddag)

Transcriptie:

SOCIALE INCLUSIE SOCIALE INCLUSIE VAN JONGEREN IN VLAANDEREN Jongeren aan het woord Project Jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraad Jongerenambassadeurs Sociale inclusie pagina 1 > 39

INHOUD Jongerenambassadeurs Sociale inclusie INLEIDING 4 Jongerenambassadeurs 4 De bevraging 5 De deelnemers 5 Rapport als werkinstrument 6 ONDERWIJS 7 Hoe zien jongeren onderwijs? 7 Wat loopt moeilijk? 8 Een last op mijn schouders 8 De school geeft mij niet wat ik nodig heb! 10 "ASO is beter dan BSO?" 12 Discriminatie en vooroordelen 15 Pesten 16 De school helpt mij niet met mijn problemen! 17 WERK 18 Hoe zien jongeren werk? 18 Wat loopt moeilijk? 19 Een last op mijn schouders 19 Ik verwacht van u 19 Een goed diploma is noodzakelijk 20 We zoeken iemand met ervaring 21 Discriminatie en vooroordelen 22 Solliciteren is business 24 Interimjobs en tijdelijke contracten 25 Van de schoolbanken naar de arbeidsmarkt 26 Loon 28 VRIJE TIJD 29 Jongerenambassadeurs Sociale inclusie pagina 2 > 39

Hoe zien jongeren vrije tijd? 29 Wat loopt moeilijk? 30 Te weinig vrije tijd 30 Vrije tijd kost te veel geld 31 Aanbod en bereikbaarheid 32 Niet gewenst in de publieke ruimte 33 BIJLAGE: DEELNEMERS 37 Jongerenambassadeurs Sociale inclusie pagina 3 > 39

INLEIDING Jongerenambassadeurs Sociale inclusie In de periode april-mei 2013 deden de Jongerenambassadeurs van de Vlaamse Jeugdraad een bevraging bij 251 jongeren over het thema sociale inclusie aan de hand van focusgesprekken in verschillende scholen en jeugdorganisaties. Deze bevragingen gebeurde in het kader van de gestructureerde dialoog, een initiatief van Europa om de stem van jongeren dichter te betrekken bij de uitwerking van het Europese Jeugdbeleid. De stem van jongeren is ontzettend belangrijk en moet gehoord worden. Jongeren hebben recht om mee te beslissen en mee te sleutelen aan hun eigen toekomst. Deze bevraging wil aan jongeren de kans geven om hun ervaringen, meningen en ideeën over hun eigen leven met ons en met elkaar te delen. Jongerenambassadeurs Jongerenambassadeurs zijn een groep jongeren die doen, durven en denken over maatschappelijke thema s die jongeren aanbelangen. Zo komen Jongerenambassadeurs op geregelde tijdstippen samen om persoonlijke inzichten te delen in groep en de dialoog aan te gaan met experten en beleidsmakers. Ook nemen zij een ambassadeursrol op voor jongeren in Vlaanderen en dragen zij de inzichten uit die voortkomen uit onze bevragingen en discussies. Via de methodiek van Jongerenambassadeurs wil de Vlaamse Jeugdraad jongeren de kans geven om mee te stappen in een participatief proces, waar hen eigenaarschap wordt gegeven over belangrijke jongerenthema s. Op die manier willen we garanderen dat jongeren het laatste woord hebben in dit project. Jongerenambassadeurs Sociale inclusie pagina 4 > 39

Vlaamse Jeugdraad De Vlaamse Jeugdraad is de officiële adviesraad voor de Vlaamse regering over alle domeinen die kinderen, jongeren en hun organisaties in Vlaanderen aanbelangen. De Vlaamse Jeugdraad zorgt ervoor dat de stem van kinderen en jongeren tot bij beleidsmakers reikt en verdedigt de belangen van jeugdwerkorganisaties in Vlaanderen en Europa. De Vlaamse ministers moeten het advies van de Vlaamse Jeugdraad vragen telkens zij beslissingen willen nemen die invloed hebben op kinderen en jongeren. Maar de Vlaamse Jeugdraad brengt ook op eigen initiatief advies uit. In commissies, werkgroepen en op andere bijeenkomsten bereidt de Raad zijn standpunten en adviezen voor, deze passeren dan op de maandelijkse vergadering, waarna de Vlaamse Jeugdraad het eindresultaat aan de Vlaamse regering bezorgt. Zo kan iedereen rekening houden met de wensen en noden van de Vlaamse jeugd en de belangen van het jeugdwerk. En dit met één specifiek doel: het beleid in ons land en ver daarbuiten jeugdvriendelijker maken. De bevraging Diverse groepen jongeren uit tien scholen en uit vijf organisaties, verspreid over heel Vlaanderen (zie overzicht in bijlage), gingen het gesprek met de Jongerenambassadeurs aan. Ze deelden hun mening, hun verhaal en hun ideeën rond sociale inclusie. Binnen de focusgesprekken werd ruimte gemaakt om te polsen naar de moeilijkheden die jongeren ondervinden binnen de belangrijke levensdomeinen: werk onderwijs vrije tijd Het benoemen van concrete barrières en het delen van ervaringen vormden het uitgangspunt om samen na te denken over constructieve oplossingen. Concreet werd nagedacht over: Wat is onderwijs? Wat is werk? Wat is vrije tijd? Waarom zijn onderwijs, werk en vrije tijd belangrijk voor mij? Welke drempels zijn er om ten volle te kunnen genieten van de voordelen van onderwijs, werk en vrije tijd? Welke oplossingen zien we voor deze moeilijkheden? In het ontwikkelen van de methodiek werd samengewerkt met Jan Van Dijck van Doedeskaden (www.doedeskaden.be), die jarenlange ervaring heeft in het opzetten van participatieve methodieken op maat van jongeren. Jongerenambassadeurs Sociale inclusie pagina 5 > 39

De deelnemers Bij aanvang van de focusgesprekken vroegen we de deelnemers om zichzelf en hun groep te benoemen in enkele kernwoorden. Deze kernwoorden gaven ons een idee van de identiteit van de bevraagde groep alsook van ie van de jongere zelf. Ook doet het jongeren nadenken over de gemeenschappelijkheden en de verschillen binnen hun groep. We hebben de belangrijkste kernwoorden hieronder samengevat. Rapport als werkinstrument Dit rapport vormt de neerslag van die focusgesprekken. Het volgt dezelfde opbouw, namelijk volgens de drie levensdomeinen onderwijs, werk en vrije tijd. Elk hoofdstuk is een bundeling van citaten van jongeren zelf. Dit rapport dient dan ook als een werkinstrument voor de lezer om verder na te denken over de onderwerpen waar jongeren van wakker liggen. Ook de Jongerenambassadeurs gaan aan de slag met deze bevindingen en zullen aan de hand van hun eigen discussies en gesprekken met verschillende experten verder nadenken over het thema sociale inclusie. Finaal proberen zij de vertaalslag te maken naar aanbevelingen over sociale inclusie van jongeren op lokaal, Vlaams, federaal en Europees niveau. Meer informatie vind je op www.jongerenambassadeurs.be/inclusie. Veel leesplezier en laat deze verhalen ook jou inspireren! Jongerenambassadeurs Sociale inclusie pagina 6 > 39

ONDERWIJS Jongerenambassadeurs Sociale inclusie 1 Hoe zien jongeren onderwijs? Wanneer jongeren over onderwijs spreken dan associëren zij dit met allerlei aspecten: diploma, lessen, leerkrachten, examens, studeren, presteren, ervaring, vakantie Jongeren staan doorgaans vrij positief tegenover school, maar sommigen hebben er eerder negatieve ervaringen mee: saai, vroeg opstaan, slecht systeem, tijd verdoen, niet leuk, stress, school is een gevangenis, we moeten naar school Toch blijft school voor bijna alle jongeren belangrijk. Het is dé plaats om kennis op te doen en competenties te ontwikkelen. Jongeren leren er discipline, kunnen over allerlei dingen iets opsteken, ze ontwikkelen er hun talenten Voor veel jongeren is onderwijs ook belangrijk voor hun toekomst, om een zelfstandig leven uit te bouwen en om een plaats in deze samenleving te vinden. Stap voor stap bijleren over de wereld rondom ons. School is belangrijk omdat we zonder opvoeding en educatie niets betekenen in deze moderne maatschappij. (Sint-Pietersinstituut Turnhout) Bijleren over zichzelf en verder bouwen aan een eigen identiteit zijn nog andere dingen die jongeren associëren met school: jezelf zijn, ontdekken wat je goed kan en wat je graag doet. Tot slot vinden zij het sociale aspect een belangrijk onderdeel van onderwijs. Jongeren gaan graag naar school dankzij het sociaal contact met anderen. De school is een plaats om vrienden te zien en nieuwe vrienden te maken. Ook is het een goede leerschool om de nodige sociale vaardigheden te kweken: omgaan met conflict, samenwerken, assertiviteit, durven spreken voor een groep Jongerenambassadeurs Sociale inclusie pagina 7 > 39

2 Wat loopt moeilijk? Een last op mijn schouders In bijna alle gesprekken gaven jongeren aan dat de druk die zij voelen en de verwachtingspatronen waarmee zij geconfronteerd worden zowat de belangrijkste drempels zijn binnen het onderwijs. Deze druk komt uit verschillende hoeken: School en leerkrachten Ouders De maatschappij De school zelf en de verwachtingspatronen van leerkrachten zijn een eerste moeilijkheid. Jongeren delen verschillende verhalen waarbij zij botsen op bepaalde verwachtingen die leerkrachten en/of scholen van hen hebben. Bij sommigen liggen de verwachtingen te hoog. Vooral ASO-leerlingen geven aan dat de focus sterk ligt op presteren en dat je als ASO'er al vroeg moet weten wat je gaat doen na het secundair onderwijs. Zonder diploma kom je nergens en zeker door de reputatie van humane wetenschappen als laagste ASO-richting, moeten die zich extra bewijzen. (Sint-Pietersinstituut Turnhout) Dat hatelijk zinneke: Wat ga je verder studeren? Je moet wel verder studeren, je kan toch niets anders doen (Katholieke Hogeschool Leuven) Toch ging het grootste deel van de verhalen over de negatieve sturing en de lage verwachtingen van leerkrachten of scholen ten opzichte van jongeren. Zij worden vaak afgerekend op de zaken die ze niet goed kunnen, en missen de nodige begeleiding om boven water te blijven. De stap naar doorverwijzing of veranderen van studierichting wordt sneller gezet bij sommige jongeren. Op school zeiden ze me dat ik mijn theoretisch rijbewijs niet ging kunnen halen omdat het te moeilijk was. Ik ben dan samen met mijn mama gegaan en ik ben erin geslaagd. (Kei Jong) Als ik wou verder studeren dan schrok iedereen daar van, waarschijnlijk omdat ze dachten dat ik al lang getrouwd ging zijn en thuis ging zitten om te kuisen en te koken (Youth@Change, Gent) Bij de overstap van de lagere school naar het middelbaar kreeg je zo'n super moeilijke test, waar iedereen sowieso op gebuisd was. Dan kwam je met je vader op het oudercontact en werd er gezegd dat je slecht bent in wiskunde en talen en werd ik doorverwezen naar een BSOrichting. NO WAY dat ik naar daar ging gaan, dus mijn pa heeft mij dan ingeschreven in een ASO-school en ik ben zonder problemen afgestudeerd. (Youth@Change, Gent) Jongerenambassadeurs Sociale inclusie pagina 8 > 39

Opvallend is dat vooral jongeren uit het BUSO en jongeren met een andere etnisch-culturele achtergrond geconfronteerd worden met lagere verwachtingspatronen en negatieve sturing, terwijl de studenten uit het ASO spreken over teveel druk en te hoge prestatiedrang. Jongeren geven aan dat leerkrachten dikwijls de nadruk leggen op wat leerlingen niet goed kunnen. Ze vragen om meer aandacht voor hun talenten. Wat je niet goed kan wordt op school vaak meer belicht dan de positieve dingen. (SASK, Brugge) Als een kindje naar school komt en Frans en Nederlands spreekt, dan kijken leerkrachten daar naar op. Maar als ik naar school ging en ik ben drietalig (Nederlands, Frans, Marokkaans) opgevoed thuis, dan spreken ze plots van een taalachterstand. (Youth@Change, Gent) Een te hoge werklast en volle lessenroosters geeft voor sommige jongeren vooral in het ASO extra druk. Vakken zijn vaak niet op elkaar afgestemd en jongeren krijgen regelmatig toetsen of taken op hetzelfde moment. Tijdens de bevraging kwamen jongeren zelf naar voor met enkele oplossingen: Al die kleine testen laten vallen. De grote testen echt op voorhand aankondigen zodat we beter kunnen plannen en studeren. Rekening houden met werklast en andere testen of taken bij het aankondigen van een test. Meer onderlinge afspraken tussen leerkracht en leerlingen. Op school momenten voorzien om te werken aan taken, uitleg te vragen en extra info in te winnen bij leerkrachten of klasgenoten. Druk en sturing komen verder ook uit de hoek van de ouders. Voor sommige jongeren is de school- of studiekeuze volledig bepaald door de ouders. Die willen dikwijls dat hun kinderen zo goed mogelijk presteren en in hun studiekeuze zo hoog mogelijk mikken. Daarbij worden Latijn als de hoogste en een richting in BUSO als de laagste studierichting gezien. Het omgekeerde gebeurt ook: jongeren geven aan dat ze leiden onder een gebrek aan steun van hun ouders. Jongeren snakken naar positieve sturing, ondersteuning en stimulans van hun ouders, maar door uiteenlopende redenen krijgen ze die niet altijd. Mijn ouders beslisten wat ik moest doen. Mijn broer deed Latijn, dus ik moest maar volgen. Ik deed dit niet graag dus heb mij laten buizen. (Leonardo Lyceum, Antwerpen) Mijn ouders hebben niet veel gestudeerd en dat maakt het soms ook moeilijk. Mijn ouders kennen het systeem van onderwijs niet goed en je kan hen dus van alles wijsmaken. Ze hebben mij nooit kunnen helpen met mijn huiswerk. (Youth@Change, Gent) Als ouders nog in bed liggen s morgens, dan is het voor een 16-jarige moeilijk om alle dagen uit zijn bed te raken en naar school te gaan. (Katholieke Hogeschool Leuven) Jongerenambassadeurs Sociale inclusie pagina 9 > 39

Een vriendin van mij heeft zwaar autisme en dyslexie en zij gaat naar een gewone school, maar ik moet naar een BUSO-school. Ik heb drie jaar gewoon onderwijs gevolgd en had graag dierenverzorging gedaan, maar ons mama had het moeilijk toen en daarom zit ik nu hier. Nu heb ik daar wel spijt van. (De Mast, Merksplas) Een derde vorm van druk komt vanuit de maatschappij. Jongeren geven aan wakker te liggen van de dingen die vandaag de dag rondom hen gebeuren. Zij voelen een sterke maatschappelijke druk op hun schouders, waarbij zij als jongeren constant worden gewezen op de uitdagingen op korte en lange termijn. Dit bezorgt hen veel onzekerheid en stress. Opvallende thema s zijn werkloosheid, een job vinden, prestatiegerichtheid, van alle markten thuis zijn, een huis kopen, een lening aangaan, pensioensparen Mijn ouders zijn gescheiden en waarschuwen mij constant over de verschillende gevaren en verwachtingen. Ze doen dit uit bezorgdheid, maar niet alles wat volwassene bestempelen als druk, is dat ook voor jongeren. (SASK, Brugge) Als ik zie hoeveel een eigen huis allemaal kost, dan kan ik beter in een caravan wonen in de tuin van ons ma (VTST, Beerse) De school geeft mij niet wat ik nodig heb! Het onderwijssysteem is nog niks veranderd in de laatste decennia, maar de wereld is ontzettend veel veranderd en zeker de wereldeconomie en de politiek zijn veel belangrijker dan vroeger. Maar op school hebben ze daar geen aandacht voor. (Youth@Change, Gent) De inhoud van het onderwijs ligt onder vuur en veel jongeren geven aan ze er niet uit halen wat ze nodig hebben. Onderwijs is voor veel jongeren niet concreet genoeg en veel vakken zijn te algemeen of te theoretisch. Vooral de roep naar meer praktijk en stages is groot bij alle bevraagde groepen. Jongeren geven aan dingen beter te leren wanneer ze toegepast worden in de praktijk. De sterke focus op studeren en examens geeft voor sommigen extra druk. Meer praktijk, minder nutteloze vakken. Waarom hebben wij nu wiskunde nodig, om kindjes te tellen ofwa! (KTA Kapellen) Graden of punten zouden zogezegd moeten bepalen welke competenties je hebt behaald, maar in realiteit is dat niet waar. Het toont gewoon dat je goed kan blokken. (Katholieke Hogeschool Leuven) Jongerenambassadeurs Sociale inclusie pagina 10 > 39

Tijdens de bevraging van studenten aan de hogeschool werd een interessante suggestie gedaan om de inhoud van het onderwijs aan te passen en de motivatie van jongeren te verhogen: Er moet veel meer ingezet worden op tussentijdse modules of vaardigheden die op korte termijn worden aangeleerd en op papier gezet. Meer competentiegericht werken zal de motivatie van jongeren verhogen! (Katholieke Hogeschool Leuven) In sommige groepen kwam aan bod dat het onderwijs verzaakt aan zijn kerntaak tot het voorbereiden van jongeren tot zelfstandig leven en tot de arbeidsmarkt. Er is geen ruimte voor zaken zoals solliciteren, belastingbrief invullen, basiselektriciteit, actualiteit, enz. We moeten dingen leren zoals een cv opstellen of een motivatiebrief schrijven en hebben ook nood aan meer informatie over verdere studies. Het is typisch ASO dat je geen voorbereiding en info krijgt (SASK, Brugge) Veel belangrijke vakken krijgen we niet meer: Bedrijfsbeheer voor als we zelfstandige willen worden. Ze zouden bedrijfsbeheer moeten aanbieden als een keuzevak dat je kan kiezen of je dit doet of niet. (Don Bosco Sint-Pieters-Woluwe) Vakken als Esthetica, Geschiedenis, Aardrijkskunde & PAV vinden jongeren niet altijd even zinvol. Ze zien liever keuzevakken of algemeen praktische kennis (dagdagelijkse dingen) in de plaats komen. Anderzijds geven enkele studenten uit het BSO aan dat zij door hun opleiding echt te weinig basiskennis bezitten, hetgeen een hypotheek legt op hun toekomstig werkleven. Zij roepen op tot een goede basis Wiskunde, Nederlands, talen en Economie. Wij krijgen veel dingen niet. We zitten nu in het 6de en we krijgen geen TIP-lassen, iets wat we veel gaan nodig hebben in het 7e jaar hoe kan je dat nu in 1 jaar leren? Vroeger hadden we Wiskunde, MAVO, Natuur, maar nu krijgen we dat niet meer. Ik voel mij minderwaardig tegenover de rest (Don Bosco Sint-Pieters-Woluwe) We moesten voor project Nederlands een flyer maken en ophangen in de school. Maar de leerkracht had niet gezien dat er een dt-fout in stond. (Don Bosco Genk) Daarnaast geven jongeren aan dat er soms te weinig aandacht gaat naar het ontwikkelen van een goede studiemethode. Er is te weinig voorbereiding op het studeren aan een universiteit of hogeschool: hoe examens maken, de juiste blokmethode, studieplanning Jongerenambassadeurs Sociale inclusie pagina 11 > 39

Ook een gebrek aan variatie in de manier van lesgeven zien jongeren als een gemiste kans. Meer inzetten op lessen in spelvorm, werk- of discussiegroepen en multimedia zijn een must. Nieuwe manieren van leren buiten de school dringen zich op en zijn voor sommige jongeren een betere/noodzakelijke aanvulling op het bestaande aanbod van de school. Voor sommige jongeren sluit avondschool meer aan op hun manier van leren. Het is meer individueel en op maat, waardoor je je eigen tempo volgt en niet dat van de sterkste leerling van de klas. Sommige jongeren vinden de weg naar online leerplatformen 1. ASO is beter dan BSO? Veel van de bevraagde jongeren stellen zich vragen bij het huidige onderwijssysteem en hebben het moeilijk met de opsplitsing ASO-TSO-BSO of het zogenoemde watervalsysteem. Vooral het waardeoordeel dat gekoppeld is aan deze opsplitsing maakt het voor jongeren moeilijk. Dit waardeoordeel leeft vooral nog bij ouders en in het maatschappijbeeld en in mindere mate bij de jongeren zelf. Enkelen onder hen ondervonden dit aan den lijve en ervaren de overstap naar TSO of BSO niet per sé als een negatieve keuze. Het is een probleem van onze maatschappij dat iemand die goed kan rekenen gezien wordt als slimmer dan iemand die bijvoorbeeld een koelkast ineen kan steken of huizen kan bouwen, die mensen worden dan ook minder betaald. (Youth@Change, Gent) BSO en TSO worden vooral door de ouders nog gezien als minderwaardig dan ASO (Leonardo Lyceum, Antwerpen) 1 Bijvoorbeeld WEEZOOZ.be, een online en laagdrempelig leerplatform dat op basis van video-instructies dingen aanleert over allerlei zaken, gaande van tuinbouw tot grammatica. Jongerenambassadeurs Sociale inclusie pagina 12 > 39

BSO heeft een slechte reputatie en het is moeilijker om werk te vinden dan studenten met een hoger diploma (LEJO, Gent) Ik had liever kunstonderwijs gedaan maar dat mocht ik niet van mijn ouders. Wel logisch, want anders heb ik geen goed diploma om verder te studeren. (Katholieke Hogeschool Leuven) Die van ASO voelen zich vaak beter dan iemand van t BSO. (LEJO, Gent) Jongeren spreken over het grote verschil in lesinhoud tussen ASO en BSO. Het zou geen kwestie mogen zijn van minder leerstof in BSO, maar eerder van dezelfde basisleerstof, maar dan toegankelijker en met meer begeleiding. Jongeren worden te weinig gestimuleerd en de verwachtingen liggen te laag in BSO en BUSO. In TSO of BSO krijg je eerstegraads vergelijkingen pas in het 5de jaar, terwijl je dit in ASO in je eerste jaar krijgt. Het moet niet per sé minder leerstof zijn voor BSO-studenten, maar gewoon meer en betere begeleiding. De kwaliteit moet verbeteren en iedereen moet dezelfde goede basis hebben! (Youth@Change, Gent) Op school word je dommer. Ik zat eerst op een school en je deed daar niks. Je zat gewoon in de les en je kreeg lessen van het jaar daarvoor die je al gezien had (LEJO, Gent) We hadden vroeger Wiskunde, MAVO, Natuur en nu hebben we dat niet meer, ik voel mij minderwaardig tegenover de rest (Don Bosco, Sint-Pieters-Woluwe) Sommige jongeren weten al op jonge leeftijd welk beroep ze willen uitoefenen en vinden het jammer dat dit hun studieniveau bepaalt. Al van toen ik klein was wou ik graag kapster worden, maar dat betekent dat ik BSO moet doen, want je kan dat niet volgen in TSO. (Don Bosco Genk) Andere jongeren geven dan weer aan dat ze tijdens hun opleiding de kans willen krijgen om van verschillende beroepen te proeven, alvorens ze definitief moeten beslissen. Jongeren hebben bepaalde verwachtingen van de arbeidsmarkt. Het probleem is dat je pas laat moet kiezen en dat je dan niet meer iets anders kan proberen. Als je in je 5de jaar lassen zit, dan moet je dat wel blijven doen. Pas op je stage leer je echt wat het werk als lasser inhoudt. (De Varens, Brugge) Jongerenambassadeurs Sociale inclusie pagina 13 > 39

Het diploma van jongeren mag geen weerspiegeling zijn van de reputatie van scholen. Jongeren brachten dit onderwerp aan naar aanleiding van een school met een slechte naam. Zij ondervonden meer moeilijkheden bij het vinden van een stageplek omdat werkgevers of stageplaatsen bepaalde vooroordelen hadden tegenover de school en dus moeilijker leerlingen aanvaardden. Een diploma is belangrijk, niet de school waar je je diploma haalt! (KTA, Kapellen) Dat merk je zelf al in onze opleiding. Studenten komen van Hasselt naar hier omdat het niveau hoger ligt en de school beter is. (Katholieke Hogeschool Leuven) Uit de bevragingen bleek duidelijk dat jongeren moeilijk een bepaalde studiekeuze kunnen maken en dat ze worstelen met het waardeoordeel en bijhorende verwachtingen die aan een bepaalde keuze zijn verbonden. Over dit thema wisten jongeren toch enkele oplossingen aan te reiken om specifieke problemen rond studiekeuze aan te pakken: Meer interactieve infomomenten, zowel op school als door externen (oud-leerlingen, CLB, ) over richtingen die aansluiten op de huidige studierichting. Meer persoonlijke feedback/adviesgesprek van de titularis en/of vakleerkracht over je mogelijke studiekeuze. Meer info over het verschil tussen scholen onderling en over het studeren aan een universiteit of een hogeschool. De lesmethodes aanpassen in functie van verder studeren. Meer info over alternatieven naast verder studeren, werkmogelijkheden en de noden van de arbeidsmarkt. Op uitstap naar de scholen/werkplekken van volgend jaar. Meer praktische informatie over zelfstandig wonen of op kot gaan: hoe een woning zoeken, welke kosten zijn er Bepaalde jobs beter promoten door infomomenten op school. Knelpuntberoepen aantrekkelijker maken en de studiekeuze/beroepskeuze hierin promoten. Jongerenambassadeurs Sociale inclusie pagina 14 > 39

Discriminatie en vooroordelen Voor jongeren is naar school gaan een sociaal gegeven. Een plaats waar je met vrienden samen kan zijn, waar je nieuwe mensen leert kennen en waar je sociale contacten kunt onderhouden. Toch merken we dat jongeren geregeld geconfronteerd worden met bepaalde verwachtingen van leerkrachten en werkgevers die gebaseerd zijn op hun achtergrond, in plaats van op hun competenties. In het KTA had een leerkracht dezelfde achternaam als mij en op een dag zegt ze tegen mij dat het een schande is dat ik haar achternaam draag. Ik ben uitgevlogen en op staande voet buiten gegooid. Ik was de tweede beste van mijn klas en toch steken ze mij op deze school (BUSO). Hier leer je niks, behalve één beroep. (De Varens, Brugge) Ik mocht niet beginnen op mijn stage omdat ik Marokkaan ben. We zijn met drie naar een stageplaats geweest in een Vlaamse gemeente en daar zaten we in de wachtzaal en toen kwam er iemand binnen die ons van kop tot teen bekeek, met nadien de boodschap: Sorry, we hebben geen stageplaats voor jullie. (Don Bosco, Sint-Pieters-Woluwe) Een keer per week kwamen ze me uit de klas halen omdat ik een taalachterstand had. De leuke en normale Turken, en daar zat ik niet bij want ik droeg mijn hoofddoek, die mochten dan wel blijven en de les volgen. Ik moest mee met de speciale leerkracht in een ander gebouw, terwijl de andere leerlingen leuke dingen mochten doen. (Youth@Change, Gent) Zij zien mij als een probleemkind! Uitschelden en verwijten van leerkrachten: Ik snap dat u ouders u niet willen. (LEJO, Gent) Jongerenambassadeurs Sociale inclusie pagina 15 > 39

De jongeren vinden het niet correct dat de lat voor sommige leerlingen lager wordt gelegd. Wie extra begeleiding nodig heeft, moet die krijgen. Wanneer autochtone jongeren slechte punten halen, dan komen er extra begeleiding en bijlessen. Allochtonen worden veel sneller doorverwezen naar een lagere richting. Ook ligt de lat verschillend qua punten en gemiddelden. Het klasgemiddelde was zoveel en mijn zus zat daaronder, maar voor u is dat wel goed genoeg, zei de leerkracht (Youth@Change, Gent) Toch mag (anderstalige) thuistaal geen aanleiding zijn tot slechte schoolresultaten. Onderwijs moet meer zijn verantwoordelijkheden opnemen! Als kinderen thuiskomen en zeggen dat ze iets niet snappen, dan heeft de leerkracht zijn job niet goed gedaan. (Youth@Change, Gent) Pesten Ook pesten blijft een belangrijk probleem dat jongeren ervaren op school. Pesten tast volgens jongeren het zelfvertrouwen aan en heeft effect op de studieresultaten. Iedereen die niet mainstream is valt uit de boot. Je bent niet vrij om te doen wat je wil op een school. Het kan er soms hard aan toe gaan met stevige roddels. (Leonardo Lyceum, Antwerpen) Ik zat op een gewone school en werd daar een beetje gepest. Dat was de druppel voor mijn moeder en dan heeft ze een andere school gezocht met meer begeleiding. (De Mast, Merksplas) Ik ben bang om opnieuw gepest te worden en dat is ook een grote drempel voor mij! (LEJO, Gent) "De school helpt mij niet met mijn problemen!" Is er ruimte op school om uw problemen wat te ventileren? Euhm, neen, t is een school!! (LEJO, Gent) Dat school meer is dan een plaats om kennis op te doen en te leren is voor vele jongeren een evidentie. Het is ook een taak van de school om jongeren zo goed mogelijk te ondersteunen, te begeleiden en op te voeden tot volwaardige burgers in de samenleving. Toch zien we dat de school zijn pedagogische taak soms uit het oog verliest of dat deze niet aansluit bij de noden van de leerlingen. Jongeren zijn over het algemeen weinig positief over de begeleiding die ze krijgen en nodig hebben van een school. Jongerenambassadeurs Sociale inclusie pagina 16 > 39

Een school heeft een belangrijke signalisatiefunctie die ze stelselmatig niet opneemt. Heeft er ook mee te maken dat ze niet altijd weten wat ze moeten doen. Leerkrachten weten ook soms niet hoe ze bepaalde pedagogische rollen moeten opnemen. (Katholieke Hogeschool Leuven) Praten met leerlingbegeleiders, daar heb ik geen vertrouwen in. Zij vertellen alles door aan mijn ouders en aan de directie. Mijn leerlingbegeleider en de directie hebben ervoor gezorgd dat ik een jaar heb binnen gezeten in een gesloten instelling. (LEJO, Gent) Er is een gebrek aan leerlingenbegeleiding. Er is wel iemand bij wie je terecht kan, maar dit is geen vertrouwenspersoon. Beter iemand die niet met de school verbonden is, in de vrije tijdsfeer. (Sint-Lievens College, Gent) In de knoop liggen met jezelf, zo niet echt weten waar je naartoe wilt met je leven. Of bijvoorbeeld mijn nicht had in haar laatste jaar door dat ze lesbisch was maar ze lag daar helemaal mee in de knoop en ze heeft dan ook heel veel problemen op school gehad en epilepsieaanvallen beginnen krijgen. Als je echt wil, zijn er wel veel mogelijkheden, maar je moet altijd zelf de eerste stap zetten (SASK, Brugge) Qua begeleiding zijn er ook bij mij nog wel wat dingen misgelopen. Ik ben twee keer blijven zitten en er werd daar heel weinig mee gedaan. Ik heb de mogelijkheden en intelligentie om overal door te raken, maar werd weinig begeleid. (Katholieke Hogeschool Leuven) Als een leerling problemen heeft thuis is dit niet altijd eenvoudig om over te spreken. Soms is dit een probleem dat gevoelig ligt, moeilijk aan te halen is of gewoon niet om bespreking vraagt. Het mag dan ook niet vanzelfsprekend zijn dat mensen hun gevoelens zomaar blootgeven. (Sint-Pieters Instituut, Turnhout) Ik moest altijd op gesprek bij zo iemand, maar had daar geen zin in en dan heeft ze gezegd: 't Is goed, blijf maar thuis! (LEJO, Gent) De pedagogische functie van scholen kan volgens jongeren beter. In het gesprek met de studenten Maatschappelijke Advisering van de Katholieke Hogeschool Leuven werd verwezen naar het concept van brede scholen in Nederland. In deze scholen zijn taken niet alleen gericht op het overbrengen van kennis maar wordt er veel meer aandacht besteed aan alle levensdomeinen. Begeleiding en aandacht voor verschillende domeinen zijn volgens sommige jongeren beter in het buitengewoon onderwijs. Het gewoon onderwijs kan volgens hen nog veel leren van het buitengewoon onderwijs. Elke school zou moeten streven naar een veilige sfeer waarin jongeren zich op hun gemak voelen en steun kunnen vinden bij elkaar. Leuke groepsactiviteiten en teambuilding kunnen hiertoe bijdragen. Jongeren vragen ook om meer vertrouwen te krijgen van leerkrachten. Wie aangeeft dat het thuis moeilijk gaat, zal dit niet verzinnen. Ze vragen ook om bij testen rekening te houden met moeilijke thuissituaties. Een herkansingstoets op een ander moment zien ze als een goede oplossing. Sommige leerlingen hebben nood aan meer beschikbare leerkrachten die ze in vertrouwen kunnen nemen. Jongerenambassadeurs Sociale inclusie pagina 17 > 39

WERK Jongerenambassadeurs Sociale inclusie Werk is voor jongeren een belangrijke dimensie van sociale inclusie. Toch vraagt dit thema enige nuancering. De verschillende bevraagde groepen hadden allemaal uiteenlopende ervaringen met werken. Het grootste deel van de focusgesprekken werd afgenomen bij schoolgaande jongeren. Zij spreken over werk als studentenjobs, interim werk en (on)betaalde werkstages. Enkel de jongeren uit het VDAB-panel, VTST Beerse deeltijds onderwijs en enkele jongeren van Youth@Change hadden directe ervaring met de arbeidsmarkt. We kozen ervoor om alle verhalen bij elkaar te plaatsen, maar geven duidelijk aan uit welke bevraging de citaten komen, om op die manier de context te kaderen. 3 Hoe zien jongeren werk? In de eerste plaats werken jongeren om geld te verdienen. Geld dat ze niet alleen nodig hebben om in hun levensonderhoud te voorzien of om zelfstandig te wonen, maar ook geld om dingen te kopen of om zaken te doen die ze leuk vinden in hun vrije tijd. Verder in dit rapport zal blijken dat aan deze vrije tijd een stevig kostenplaatje hangt, waardoor voor sommige jongeren bijklussen of werken een noodzaak is. Toch werken jongeren niet uitsluitend voor het geld. Voldoening halen uit je job, vaardigheden opdoen en plezier beleven zijn ook belangrijke facetten. De uitdaging en het sociale aspect van werk spelen hier een belangrijke rol. Dagelijks contact met collega s en vrienden motiveert jongeren om te werken. Zij zien werk als een kans om ervaring op te doen en van het echte leven te proeven. Werk zorgt voor meer persoonlijke ontplooiing. Jongeren hebben wel een zekere jobfierheid en dat zorgt ervoor dat je graag blijft werken. Dus de centen zijn niet het belangrijkste! (VTST, Beerse) Goed werk is een levenskwaliteit en een belangrijk deel van je tijd. Je spendeert meer tijd met je collega s dan met je eigen vrienden of partner. (VDAB Jongerenpanel) Werk zorgt ook voor stabiliteit en heeft een maatschappelijk nut. Jongeren zien werk als een bijdrage aan de samenleving en een manier om geaccepteerd te worden in deze maatschappij. Werk is voor hen een verplichting, iets wat je moet doen, maar ook iets waar je recht op hebt. Jongeren zien werken als bouwen aan hun eigen toekomst en streven dan ook naar een zo goed mogelijk leven. Een goede job is voor veel jongeren de eerste stap naar meer vrijheid en voldoende levenskwaliteit. Jongeren hebben hoge verwachtingen als het op werk aankomt. Ze zullen pas tevreden zijn als ze op hun niveau werken. (VDAB Jongerenpanel) Iets opbouwen voor de toekomst. (Kei Jong) Werken is verplicht voor de mensen die kunnen werken. (Leonardo Lyceum, Antwerpen) Jongerenambassadeurs Sociale inclusie pagina 18 > 39

4 Wat loopt moeilijk? Een last op mijn schouders Net zoals bij onderwijs liggen jongeren sterk onder druk van ouders, school of de maatschappij als het op werken aankomt. De economische crisis biedt weinig perspectieven aan jonge mensen om gemakkelijk een job te vinden en zowel op school als thuis worden jongeren geconfronteerd met sombere vooruitzichten: hoge jeugdwerkloosheid, veel ontslagen, constante besparingen, zelfstandig leven kost veel geld, de woonprijzen vliegen de pan uit Jongeren ervaren dit als een last op hun schouders en het brengt de nodige stress met zich mee. Fulltime werken is de enige succesvolle weg en als je geen werk hebt, dan voel je je niet goed want dan val je buiten dat maatschappijbeeld! (VDAB Jongerenpanel) Is er niet meer druk net omdat je geld nodig hebt? De druk komt voort uit de maatschappij. Ouders pushen ons niet om die of die richting te kiezen maar zeggen wel een goede richting te kiezen dat je een goede job vindt waarbij je iets kan betekenen. (Sint-Lievens College, Gent) Ik ben nu volop aan het werken in de horeca, maar mensen blijven mij confronteren met het feit dat ik nog niet de juiste job heb gevonden. (VDAB Jongerenpanel) Ik heb geen leven eigenlijk! Als ik thuiskom ligt mijn moeder nog te slapen en wil ze niet opstaan en dan moet ik vanalles doen in het huishouden. Als de ene een stoel kapot maakt, dan moet ik alles maken. Ik werk op zaterdag, maar mijn ouders vragen hier niet naar. Ik doe dat omdat ik geld nodig hebt, benzine kost geld. (Don Bosco, Sint-Pieters-Woluwe) Hoe kijkt de maatschappij naar werklozen of naar jongeren die het niet goed weten? Weet je nu nog niet wat je gaat doen? (VDAB Jongerenpanel) Ik verwacht van u Een deel van de druk die jongeren ervaren komt voort uit de verschillende verwachtingen van zowel de werknemers als de werkgevers. De eisen liggen hoog bij werkgevers en zij vragen steeds meer ervaring, diploma s en competenties in hun vacatures. Jongeren moeten van alle markten thuis zijn en werkgevers willen zo weinig mogelijk investeren in het opleiden van jongeren op de werkvloer. Jongeren roepen op voor meer begrip van werkgevers en meer tijd en mogelijkheden om zich te bewijzen. Onrealistische verwachtingen van jonge starters en onmenselijke deadlines vormen een belemmering en zetten jongeren steeds meer onder druk. Tegenwoordig zoeken de bazen iemand die ze direct een camionette kunnen geven en op pad kunnen sturen. Wij zijn een blok aan het been omdat wij alles nog moeten leren. (VTST, Beerse) Jongerenambassadeurs Sociale inclusie pagina 19 > 39

Werkgevers zijn op zoek naar de perfecte sollicitant: onrealistische profielen. Vaak geven ze de voorkeur aan iemand met meer ervaring, die bovendien onmiddellijk beschikbaar moet zijn. (VDAB Jongerenpanel) Studenten denken meteen 2.000 te zullen verdienen eens ze aan het werk zijn. Velen zullen een job weigeren als die niet voldoet aan de verwachtingen. (Sint-Lievens College, Gent) Tijdens de bevraging kwamen volgende zaken aan bod als mogelijke oplossingen: Het aannemen van jongeren aantrekkelijker maken voor werkgevers, bijvoorbeeld door middel van subsidies. Duidelijke afspraken op voorhand. Zorgen dat je functie goed afgebakend is en aansluit bij je competenties. Teambuilding kan een manier zijn om een positieve relatie op te bouwen met collega s en werkgever. Jongeren pleiten voor een open klimaat en willen hun mening kunnen zeggen zonder vrees van ontslag. Een goed diploma is noodzakelijk De zoektocht naar werk loopt voor veel jongeren niet al te vlot en brengt veel onzekerheden en frustraties met zich mee. Zoals eerder aan bod kwam is voor veel jongeren een diploma ontzettend belangrijk. Het zorgt voor zekerheid en is een toegangsticket tot een leuke job. Toch hebben jongeren enkele bedenkingen of vaststellingen als het over diploma s gaat. Mensen van TSO/BSO zijn veel meer met hun diploma. Met een diploma van BSO verdien je meer dan met een diploma ASO. Met uw diploma ASO daar ben je geen hol mee. (Sint- Lievens College, Gent) Ervaring kan je niet echt bewijzen, een diploma is wel een bewijs! (De Varens, Brugge) Voor de meeste jobs heb je een diploma nodig en in BUSO krijg je geen diploma, een extra papierke is nodig (ABO jaar) voor een gelijkstelling met het gewoon onderwijs. (De Varens, Brugge) Mijn vriendin studeerde Voedingskunde en iedereen zei haar dat ze gemakkelijk werk ging vinden, maar na een lange tijd thuis te zitten ging ze naar de VDAB en kreeg ze de boodschap dat ze niets voor haar diploma hadden. (Katholieke Hogeschool Leuven) Jongerenambassadeurs Sociale inclusie pagina 20 > 39