Innovatieve draagstructuren voor functie-accommoderend bouwen

Vergelijkbare documenten
De toekomstwaarde van gebouwen

Technische informatie. kantoren

Office up to date. Het ontwikkelen van een instrument om aan de hand van het adaptief vermogen de toekomstwaarde van kantoorgebouwen te bepalen

Slimline Technische Informatie. brochurea4 Techniek SlimLineRBui :18:41

Technische informatie

Datum: 18 maart 2011 Ons kenmerk: RH3851 Project: Beoordeling staalconstructie systeem FlexFrameBouw Betreft: Onderzoek brandwerendheid

Slimline & Geluidisolatie

Notitie N02. Akoestisch advies voor de verbouw van het fabrieks- annex kerkgebouw aan de Oudeweg te Ter Apel tot woongebouw.

A D A P T I E F O N D E R W I J S V A S T G O E D

7.3 Grenstoestand met betrekking tot de dragende functie Kanaalplaatvloeren Buiging

CONCLUSIE KOSTENVERGELIJK 8 VLOERSYSTEMEN

Maatschappelijk Vastgoed als Businesscase. 20 april 2012 Ger van der Zanden

Vloersystemen ten behoeve van flexibiliteit binnen woningbouw

Slimmer Bouwen. Veldhuizerschool, Ede 27 februari 2013 Ger van der Zanden

Binnenwand. Algemeen. Productvoordelen. Samenstelling:

Binnenwand. Algemeen. Productvoordelen. Samenstelling:

Hoofddorp. Rapportage constructie t.b.v. bouwaanvraag. Projectnummer: Datum: 19 augustus 2015

Gyproc SoundBloc. Verwerkingsvoorschriften. TvE

vol in ACTIE! Slimbouwen sessie Doorn

2/10 intro 3/10 toepassingen 4/10 prefab elementen 5/10 stapeling 6/10 openingen en hoeken 7/10 oplegging vloeren 8/10 stabiliteit 10/10 voorbeelden

MASKERADE Bouwmethode

FUNDAMENTELE VERBETERING VOOR WONINGBOUW

Passief Bouwen in de praktijk

ontwerpen voor aanpasbaarheid

Plan Den Briel Bedrijven Verzamel Gebouw Papendrecht

Bouwfysica van Passief Bouwen in houtskeletbouw

Nieuwbouw 46 startersappartementen Constructieve Uitgangspunten Bouwaanvraag

Adaptief hergebruik. De gebruikte flexibiliteits maatregelen in kantoorgebouwen Alptug Tuzgöl

Opzet en gebruik. Inleiding

Rapportage Code: V Trapsparingen Atrium Procore Berekening deel A: Sterkteberekening verdieping 8 t.b.v. trapsparing

Herbestemmen van bestaande gebouwen

firesafety Testimonial Parts Express - Vianen

Kalkzandsteen in utiliteitsbouw economisch zeer aantrekkelijk

A B AC D E A. INLEIDING Het Slimline-vloersysteem is een unieke combinatie van plafondplaat, installatieruimte en topvloer.

SpeedRoof. Prefab and Industrial. By Lignostone. SpeedRoof B.V. Postbus 89 Mercuriusweg AB Ter Apel

Een mooie gevel verdient STACKSER

Masterthesis Architecture Marieke Meyer. Ontwerp. Transformatie van het voormalig Eneco kantoor; geeft Zuidwijk nieuwe energie.

nationale staalprijs 2012 BAG-A-BOX

Uitgangspuntenrapport Toren, laagbouw en parkeerdek

VOORLOPIGE WERKOMSCHRIJVING (ZIE VOOR RIOLERING HS 51)

Plan Den Briel Blokken B en D Papendrecht

3 Metal Stud-plafonds

Bouwtechnisch onderzoek

De Grote Vaart Pieter Zeemanlaan te Papendrecht

BEOORDELING GELUIDWERING WOONSTUDIOS HELFTHEUVEL 3840-R-V1.0

Innovatiestimulering voor vloerproducten

fundamentele verbetering voor woningbouw

COBRA KWARTIER. Amstelveen

Kerto-Ripa. Houten vloer- en dakelementen voor grote overspanningen

Eindrapport Gebouwen met toekomstwaarde! Bijlage Toetsingskader indicatoren bij Prestatie-eisen

MAS KERADE van der breggen architecten

Slimline & Geluidisolatie

Kostenvergelijk vloersystemen Kostenvergelijk vloersysteem Slimline Plaats/datum Houten, 27 oktober 2010 Behandeld door mevrouw ing. M.R.

Calduran. dilataties en aansluitingen

OVERZICHT DETAILS/ SUMMARY OF DETAILS Quantum Vloeren in gebouwen (excl parkeergarages)/ Quantum Floors in buildings ( excl.

Steelframe Concrete Floor

fundamentele verbetering voor grondgebonden woningbouw

AS 100 db/ a. Overzicht. Luchtgeluidisolatie R w :

System integrator. ing. Ad van der Aa Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV

Detaillering Porotherm Eco-Brick

MERKELBACH CHECKLIST AFBOUW PRIJSVRAAG

Voorbeeldprojecten. KOMO-attest voor staalframebouw. Het optoppen van woongebouwen is een vrij nieuwe bouwopgave.

Kerto-Ripa. Houten vloer- en dakelementen voor grote overspanningen

KANAALPLAATVLOER PRODUCTEN 3 SYSTEEMVLOEREN

Fire Stop Solutions Isolatie Fire Sleeves

Schöck Isokorb type QS 10

Te Koop.

thema Prefab-betonconstructie met grote overspanningen en wandsparingen bij Brede School Duurstedelaan Utrecht Typisch staalontwerp omgezet in beton

DUURZAAM BOUW & WOONCONCEPT FAB5+ BOUWEN MET FAB5+

Prefab licht beton PRINS. Prefab licht betonnen gevel elementen. gevel producten

STERKER OP ALLE VLAKKEN

Meubelgigant bouwt eigen hotel in staal

Pontsteiger te Amsterdam Voor en Door Staalconstructeurs

Over VOXS 2. De Techniek & Bouwproces 3. Doelgroepen 5. De Mock-Up 6. Het Ontwerp Team 11. Partners & Co-makers 12

Gebruikt / Gerenoveerd

STERKER OP ALLE VLAKKEN

Constructie. Nieuwbouw Hogeschool Utrecht in Amersfoort. thema

Constructieve analyse bestaande vloeren laag 1/2/3 (inclusief globale indicatie van benodigde voorzieningen)

WG Witteveenplein 21 I 3071MA Rotterdam I I I www. svalk.nl

Herbestemmen van bestaande gebouwen

GF 205/2.75*75.2.AA. Overzicht. Luchtgeluidisolatie R w :

Beach hotel te Zoutelande. Rapportage berekening permanente vuurbelasting

GF 100/ A. Overzicht. Luchtgeluidisolatie R w :

Passief Bouwen. Passief Bouwen in de praktijk. Velve-Lindehof, Enschede. Stelling. Ontwerpvisie. Binnengasthuizen, Zwolle

HYBRIDAIR klimaateiland

Notitie beoordeling koudebruggen

AS 305 db RF/3.100*100.3.AA

Calduran. dilataties en aansluitingen

Van toepassing zijnde voorschriften ( Eurocode )

Namens onze opdrachtgever kunnen wij u geheel vrijblijvend het navolgende object te koop aanbieden. Breda, RainbowCenter / commerciële nieuwbouw units

CS 100 DGS/ Overzicht. Luchtgeluidisolatie R w :

Duurzaamheid Van ambitie naar werkelijkheid

Waterschap Leusden. Voorbeeldproject Duurzaam Bouwen

Transcriptie:

Innovatieve draagstructuren voor functie-accommoderend bouwen Ontwerp en principedetaillering van (lichte) scheidingsconstructies, (leiding)vloersystemen en skeletvormige dragers 29 november 2011 Ing. Jeroen da Conceição van Nieuwenhuizen AvB MoveYou

Wat doet MoveYou: -Over architectuur, bouwtechniek en innovatie doceren aan Bachelors en Masters op universiteiten en hogescholen -Schrijven van artikelen en publicaties over architectuur, bouwtechniek en innovatie in de bouw -Het maken van architectuur -Mede ontwikkelen van het nieuwe Leerplan voor de afdeling Bouwkunde van de Haagse Hogeschool. Ontwikkelen van onderwijs, ontwerpen van complete huisstijlen voor bedrijven inclusief websites en brochures -Doen van onderzoek zoals voor de publicatie van SBR en voor een promotietraject aan de TU Eindhoven

Ontwikkeld onderwijs, de Minor functieaccommoderend bouwen: 1. In de huidige markt worden door opdrachtgevers steeds vaker gebouwen gewenst die gedurende de 'levensfase' flexibel kunnen worden aangepast, zeer duurzaam zijn en verschillende functies kunnen accommoderen 2. Ten opzichte van de 'traditionele bouwopgaven' vergt dat een andere houding, aanpak en toepassing van kennis en inzicht door de bouwkundig ingenieur 3. De Minor Functie-accomoderend bouwen wordt gegeven in jaar 4 van de opleiding in de vrije keuze ruimte 4. De opdrachtgever vraagt aan de student als adviseur een praktijk gericht onderzoek te doen dat leidt tot een definitief ontwerp met bijbehorende bestekdetails voor een duurzaam, flexibel gebouw dat tenminste de functies wonen, werken, zorg en parkeren in wisselende samenstelling kan accommoderen gedurende een levensduur van 100 jaar

Een inspirerende link als inleiding: http://www.liveleak.com/view?i=48f_1289590625

Wat verstaan we onder functieaccommoderende gebouwen in de SBR publicatie Gebouwen worden als functieaccommoderend beschouwd indien deze gedurende de levensduur geschikt zijn, dan wel bedrijfseconomisch verantwoord geschikt te maken zijn, voor de vier beoogde gebruiksfuncties: de parkeerfunctie, kantoorfunctie, zorgfunctie en woonfunctie Deze vier zijn gehaald uit de 12 gebruiksfuncties die het Bouwbesluit onderkent. Hoewel het mogelijk is een constructie te ontwerpen die gedurende de levensduur geschikt is voor het huisvesten van al deze gebruiksfuncties, wordt dit o.a. op basis van de verschillen in vloerbelasting en kosten niet realistisch geacht Uitgangspunt is dat er tijdens de levensduur van het gebouw meerdere functiewijzigingen optreden

Wat vooraf ging: John Habraken 'drager-inbouw' principe. Open Bouwen Bernard Leupen, Frame and Generic Space. Verder onderscheid in drager, huid, installaties, verkeer en inbouw. Onderdelen van een gebouw die verschillende levensduren hebben, en derhalve flexibel ten opzichte van elkaar verandert moeten kunnen worden. Zodoende vallen technische mogelijkheden samen met het gebruik De leidingen nemen, zoals blijkt uit het Slimbouwen gedachtengoed van Jos Lichtenberg, een centrale plaats in bij het scheiden van verschillende onderdelen van een gebouw Ook Industrieel Flexibel en Demontabel bouwen en licht bouwen zijn van invloed op de publicatie van SBR

Eerdere publicaties van SBR: Niet-traditionele woningbouwmethoden in Nederland (1970) Leidingvloeren in de praktijk (SBR en SEV, 1997) Flexibele leidingvloeren in de praktijk (2005)

De onderzoeksvragen voor de publicatie: 1. In welke mate zijn met gangbare bouwtechnische draagstructuren (dragers) functie-accommoderende gebouwen te realiseren? 2. In welke mate kan met de in de praktijk toegepaste combinaties van dragers en inbouw voldaan worden aan de vanuit de wetgeving geldende prestaties, met de nadruk op de akoestische prestaties? 3. Hoe dienen de principedetails van de gebouwen uitgevoerd te worden zodat aan de functionele prestatie-eisen behorend bij de diverse gebruiksfuncties voldaan kan worden?

De begeleidingscommissie bestond uit: De heer ir. W.H. Verburg, projectmanager SBR De heer ir. R. Blok, TU Eindhoven De heer M.A. Barendsz, Bouwen met Staal (projectpartner) De heer N. Bresser, FeNB2 Staalframebouw b.v. De heer ing. L.H.N. Cleef, Rockwool Benelux B.V. (projectpartner) De heer ing. J.B. da Conceição van Nieuwenhuizen AvB, MoveYou, rapporteur De heer ing. J. Dekkers, Hurks Beton BV De heer ing. A. van Dongen, Dycore BV De heer ir. J. Hardlooper, Cauberg Huygen Raadgevende Ingenieurs BV De heer ir. W. Kleingeld, Ballast Nedam Bouw De heer ir. A.J.M. Maas, Saint-Gobain Gyproc Nederland B.V. (projectpartner) De heer ir. S.J. Nabbe, Saint-Gobain Isover Benelux B.V. (projectpartner) De heer ir. M. de Ruiter, Klunder Architecten Rotterdam De heer ir. P.W. van der Ven, MEI Architecten en Stedebouwers De heer ing. E.C. Vonk, Huygen Installatie Adviseurs De heer G.C.M. van der Zanden, Slimline Buildings BV (projectpartner)

Welke draagstructuren komen aan bod? Draagstructuur A Stalen skelet met geïntegreerde liggers, kanaalplaatvloeren, schuimbeton, verend opgelegde dekvloer en (lichte) scheidingswanden Draagstructuur B Stalen skelet met geïntegreerde liggers, Slimline-vloerelementen, verend opgelegde dekvloer en (lichte) scheidingswanden Draagstructuur C Stalen skelet met geïntegreerde liggers, staalframevloeren, verend opgelegde dekvloer en (lichte) scheidingswanden Draagstructuur D Geprefabriceerd betonnen skelet met geprefabriceerde betonnen liggers, voorgespannen TT-vloeren, schuimbeton, verend opgelegde dekvloer en (lichte) scheidingswanden

Wat is belangrijk voor de levensduur, een selectie van een aantal aspecten: De levensduurvisie zou erop gericht moeten zijn de totale kosten over de gehele levensduur van een gebouw zo laag mogelijk te houden. Hogere verdiepingshoogte, brede beukmaat: Doen bij lange levensduurverwachting Uitbreidbaar: Aanbevolen voor middelhoogbouw, bij laagbouw onder voorbehoud Vrij indeelbaar, gunstige positie leidingkoker: Aanbevolen Hoge isolatiewaarde schil: Aanbevolen Geluidsisolatie verbeteren: Aanbevolen bij lange levensduurverwachting Materialen met lange levensduur in casco: Afstemmen op te verwachten levensduur

Differentiatie in leeftijden van bouwdelen: Uitgangspunt is dat het gebouw 100 jaar blijft staan, waarbij een wisseling van de gevel om de 30 jaar plaats kan vinden en verbouwingen op functie/programma niveau om de 10 jaar. Afwerkingsveranderingen en wijzigingen binnen een functie kunnen iedere 2 jaar plaatsvinden. De prestatie eisen van het gebouw lopen op in de toekomst!

Verkavelen, variant en invariant: In de publicatie gaat het met name om het vrij kunnen verkavelen van 4 verschillende programma's binnen de vastgestelde structuur. Gangen, verticale stijgpunten en andere verkeersvoorzieningen zijn niet het speerpunt van dit onderzoek, het gaat om de basis details te ontwikkelen die het verkavelen mogelijk maken. Details die de flexibiliteit mogelijk maken. Daarbij wordt de draagstructuur bestaande uit een skeletvormige drager met bijbehorende vloer als invariant beschouwd. Deze is geschikt voor een levensduur van 100 jaar. Feitelijk hebben de andere gebouwdelen een verschillende mate van variant zijn.

Flexibiliteit en uit welke aspecten dat bestaat in de publicatie van SBR: 1. Verkavelbaarheid. Dit betreft splitsen, herverdelen of samenvoegen. 2. Aanpasbaarheid. Dit betreft het op eenvoudige wijze in overeenstemming brengen met een gewijzigde vraag van de gebruikers. Dus ontkoppelbaarheid, bereikbaarheid en instelbaarheid. Goed ontkoppelbaar of niet. 3. Uitbreidbaar. Dit betreft het in overeenstemming brengen van het gebouw met een uitbreiding van een gebruikersvraag. Het betreft capaciteit, dimensionering en positionering. Is er veel ruimte over of niet. 4. Multifunctioneel. Dit betreft de mogelijkheid om delen van het gebouw of van de installaties voor meerdere functies in te zetten, en gaat over integratie en universeel zijn. Hier zijn nog veel kansen onbenut!

Hoofdstructuur van het gebouw Uit verschillende levensduur onderzoeken, artikelen en gesprekken blijkt dat er zeker geen eenduidigheid bestaat over de kolomafstand en verdiepingshoogte. Maar wat wel duidelijk is is dat een ruime verdiepingshoogte en een brede beukmaat/stramienmaat voordelen opleveren De plattegrond van het gebouw zal vrij verkavelbaar zijn per 600 mm. Uitgangspunt is daarom een 15,6 meter diep gebouw te maken met een beukmaat van 7800 mm (stramienmaten) Grote leidingschachten, liften en stabiliteitsvoorzieningen kunnen aan twee zijden van de plattegrond gesitueerd worden De structuur van het gebouw is een skeletvormige staalconstructie bestaande uit kolommen, liggers en stabiliteitsvoorzieningen. De vloeren zijn per casco combinatie verschillend, evenals het type ligger. De liggers van de casco combinaties worden in de vloeren geintegreerd. De kolommen worden brandwerend geschilderd en niet met beton gevuld. Ze zijn, rechthoekig. De overspanning van de vloeren is evenwijdig aan de langsgevel, zodat de liggers loodrecht op de langsgevel liggen. Zij worden ondersteund door 4 kolommen met een onderlinge afstand van 3,6 + 8,4 + 3,6 meter

Vrije hoogte Maakt niet heel erg uit voor de details, de vloerpakketten verschillen in dikte en beinvloeden de hoogte van het gebouw Kan als keuze gedefinieerd worden. Flexibiliteit en overmaat versus meerkosten Uit levensduur analyse blijkt overmaat bij een gebouw voor 100 jaar belangrijk te zijn Bijvoorbeeld 3000 mm. Geeft ruimte om later extra plafond of vloer te maken om aan andere geluidseisen te voldoen of extra leidingen weg te werken of in het zicht door de ruimte te laten lopen.

Bouwbesluit of comfort eisen aanhouden Thermische aspecten, eisen worden hoger, EPC gaat naar 0 in 2020 Akoestische aspecten, eisen worden hoger Trillingen, steeds meer aandacht Aanpasbaarheid en opties krijgen steeds meer aandacht Mensen willen comfort, de vraag moet centraal staan

Brand Het gebouw gaat qua hoogte over de 13 meter grens. Daaruit volgen eisen ten aanzien van de weerstand tegen brand van de hoofddraagconstructie Parkeren is 60 minuten (want het is een gebouw met meerdere functies, en geen parkeergebouw alleen), kantoren is 90 minuten (reductie van 30 minuten door beperkte vuurbelasting), zorg is 90 minuten met beperkte vuurbelasting en wonen is 120 minuten ( slaapfunctie ) Bij een eis van 60 minuten of hoger is het overdimensioneren van de onbeklede staalconstructie meestal economisch ongunstig. Integratie van het staal in de vloeren en wanden is een goede oplossing om te voldoen aan hogere brandeisen. Dat is in de casco combinaties ook het geval

Gebouwdelen gevel en inbouw Gevel. De gevel zal bestaan uit geprefabriceerde verdiepingshoge Houtskeletbouw elementen met een hoge isolatiewaarde, alle benodigde folies en buitenbeplating/gevelafwerking. De gevel is niet dragend, en voldoet aan materiaalarm bouwen Inbouw. De functiescheidenden en scheidende wanden worden opgebouwd uit metalen profielen met een beplating al dan niet gevuld met minerale wol. De samenstelling en dikte van de beplating, isolatie en details hangt samen met de positie van het detail en de functie van de wand De details geven een palet van mogelijkheden aan. Het is goed mogelijk met andere binnenwanden, materialen, skeletvormige dragers of vloeren functie-accommoderende gebouwen te maken.

Flexibele installatie concepten Voor alle programma's geldt dat we geen radiatoren of HR ketels toepassen lokaal. We wekken voor het gehele gebouw koude en warmte op en bufferen die in aquifers. Verwarming in de dekvloeren, koeling vanuit de onderkant van een vloer. Verwarmen en koelen met water, ventileren met lucht. Naast het in bouwtechnische zin scheiden van drager en ínbouw is het al dan niet multifunctioneel zijn van een gebouw in sterke mate afhankelijk van de aanpasbaarheid van W & E installaties. Deze aanpasbaarheid wordt geheel bepaald door de gekozen bouwtechnische benadering van de vloeren. Er kan gekozen worden uit vijf benaderingen. Deze zijn: Gootmodel Holle vloer model Capaciteitsmodel Verhoogde vloermodel Installaties in het zicht onder de vloer

De 5 benaderingen voor vloeren en leidingen uitgewerkt: 1. Gootmodel: Goten en kanalen in de constructieve delen bieden ruimte voor de distributie van leidingen. Sleuven worden later gevuld of afgewerkt met een te demonteren afwerking. De afmeting van de door te voeren leiding is beperkt, en de mate van flexibiliteit hangt samen met de te kiezen dekvloer. 2. Hollevloermodel: De dragende constructieve delen hebben holle bereikbare ruimten die geschikt zijn voor leidingen. De mate van flexibiliteit hangt af van de mogelijkheid leidingen door de vloeren te voeren en te laten kruisen en hoe eenvoudig de dekvloer te verwijderen of demonteren is. De afmeting van de door te voeren leiding is beperkt. 3. Capaciteitsmodel of inbouwmodel: De overmaat van de aangebrachte leidingen in de constructieve delen biedt flexibiliteit. Extra kosten en beperkte flexibiliteit in gebruiksfase. 4. Verhoogde vloer of opbouwmodel: De leidingen worden in een verhoogde vloer, zoals een computervloer, aangebracht. Dit kan extra ruimte (hoogte) en extra afwerking bij voorzieningen voor verticaal transport tot gevolg hebben. 5. Installaties in het zicht onder de vloer: Installaties in het zicht zijn niet altijd mooi, en ook niet altijd goedkoper. Bovendien moet er aandacht uitgaan naar geluids- en thermische isolatie van de leidingen. Opbouw in het zicht moet zorgvuldig worden vormgegeven.

Het resultaat, 80 details. Zo kan je het doen. Het kan ook anders!

Conclusie: Het is bouwtechnisch mogelijk functie-accommoderende gebouwen te realiseren met de in de bouw beschikbare bouwsystemen, en in het bijzonder de vier in de publicatie beschreven draagstructuren Het is daarbij bovendien mogelijk om verschillende bouwdelen die een verschillende levensduur hebben te ontkoppelen. Het gebouw kan daardoor functies accommoderen gedurende een lange levensduur, waarbij een lage milieubelasting mogelijk is. De vier in deze publicatie beschreven draagstructuren voldoen daarbij aan de geldende regelgeving en anticiperen (in meer of mindere mate) op toekomstige ontwikkelingen zoals het dalen van EPC-waarden.

Zijn er nog vragen?