LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies Klachtnummer 2015 N-7 16 april 2015

Vergelijkbare documenten
LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies Klachtnummer 2015 N-3/8 8 april 2015

Naar het oordeel van de Commissie is niet komen vast te staan dat er fouten zijn gemaakt bij het afnemen van toetsen bij de leerling.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

Blijkens de inhoud van de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, luidt de klacht als volgt:

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Klacht betreffende een volgens de vader onjuist schoolkeuzeadvies

Klacht betreffende de begeleiding van een zorgleerling op een cluster-4 school

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Klacht betreffende een melding die volgens de ouders ten onrechte bij het AMK is gedaan.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

Klacht betreffende de school verweten onheuse bejegening van een overblijfkracht. De Commissie verklaart de klacht deels gegrond en deels ongegrond.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies nummer 2014 N juni 2014

tegen: mevrouw A1, directeur van de school, en de heer A2, voorzitter van het College van Bestuur, hierna ook te noemen 'verweerders',

heeft de Landelijke Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs (de Commissie) het volgende advies uitgebracht aan de stichting x:

Klacht over onveilige schoolomgeving ongegrond. ADVIES. inzake de klacht van: de heer en mevrouw A te B, ouders van C en D, klagers.

ADVIES. Het oordeel van de Commissie is reeds bij brieven van 10 oktober 2018 aan partijen meegedeeld.

ADVIES. 1) Verzoekster is de moeder van L. L zit vanaf groep 1 op E (hierna: de school). Het schooljaar zit hij in groep 5.

Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond.

Klacht betreffende pestgedrag, intimidatie door de leerkracht en schorsing

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

het bestuur van Stichting x te P, (hierna te noemen: verweerster), inzake de klacht van mevrouw K (hierna te noemen: klaagster) moeder van L.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

Geschil over verwijdering. Het geschil over terugplaatsing naar 3 havo is ontvankelijk omdat dit in feite neerkomt op verwijdering.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

Landelijke Klachtencommissie Onderwijs De school heeft adequaat opgetreden tegen het pesten van een leerling. ADVIES

ADVIES. Stichting [naam], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van de school voor speciaal onderwijs [de school], verweerder

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/100

De Commissie heeft het bevoegd gezag en de directeur van de school gevraagd te reageren op het gestelde in de klachtbrief.

Klacht betreffende de begeleiding van een leerling met een cluster-4 indicatie en gedragsproblemen die met autisme zouden samenhangen.

De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school.

Bezwaar toelaatbaarheidsverklaring speciaal onderwijs is ongegrond, omdat de school handelingsverlegen is geworden.

ADVIES. basisschool F te B, vertegenwoordigd door mevrouw C, directeur, verweerster

Klacht betreffende het waarborgen van de veiligheid van een leerling op school vanwege het gedrag van een docent.

SAMENVATTING Klacht over niet rechtsgeldige inschrijving, niet meewerken aan uitschrijving en inadequate informatievoorziening; BVE

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

SAMENVATTING Klacht over veiligheid, overplaatsing, coaching, informeren leerplicht; PO

Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster.

Klacht betreffende de handelwijze van de school in verband met het opleggen van strafmaatregelen aan een leerling

Klacht over een melding bij Veilig Thuis en de beperkte toegang van de leerling tot de school. ADVIES

SAMENVATTING. inzake de klacht van: mevrouw A te D, moeder van B, oud-leerling van basisschool C te D, klaagster gemachtigde: mevrouw mr. E.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE KATHOLIEK ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/145. Advies aan: het bestuur van de Stichting x te P1 (verder: het bevoegd gezag),

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

Advies aan: Het bestuur van Stichting X, Stichting voor Speciaal Onderwijs (verder: het bevoegd gezag),

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. H.J. Stuyt

ADVIES. de Stichting voor openbaar primair onderwijs E, gevestigd te B, het bevoegd gezag van F te B, verweerder

geschil over toelating leerling. Het conflictueuze verleden met de moeder is nu geen grond om de leerling niet toe te laten tot de school.

De Landelijke Klachtencommissie voor het Christelijk Onderwijs (verder: de Commissie) heeft op

De Commissie is niet bevoegd om een oordeel te geven over een besluit van het samenwerkingsverband over toelating tot een Talentklas.

Klagers klagen erover dat de directeur onvoldoende heeft uitgezocht of en welke begeleiding hun zoon nodig had bij zijn dyslexie.

Voor de loop van het geding verwijst de Commissie naar de volgende stukken:

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

ADVIES. Stichting C, gevestigd te D, het bevoegd gezag van basisschool E (verder: de school), verweerder

ADVIES /advies d.d. 14 november 2018 pagina 1 van 5

SAMENVATTING /106161/ Klachten over pedagogisch handelen leerkracht en interne klachtafhandeling; PO

ADVIES. Stichting C, gevestigd te C, het bevoegd gezag van basisschool D te C, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. N. Stommels

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

ADVIES. in het geding tussen: A en B, wonende te X, verzoekers,

Klacht over informatieverstrekking gescheiden ouder zonder ouderlijk gezag, en over weigering rechtstreeks met hem te communiceren.

ADVIES. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van D te B, verweerder

ADVIES. [verzoekster], wonende te [woonplaats], moeder van [de leerling], verzoekster, gemachtigde: [naam gemachtigde]

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita

ADVIES. D, gevestigd te B, het bevoegd gezag van C te E, een school voor speciaal basisonderwijs, verweerder

SAMENVATTING. de heer A, wonende te B en mevrouw C, wonende te D, hierna te noemen verzoekers gemachtigde: mevrouw mr. A.M.T.

ADVIES. [het samenwerkingsverband], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder

ADVIES. Stichting [verweerder], gevestigd te [plaats], het bevoegd gezag van basisschool [de school], verweerder gemachtigde: mevrouw mr. A.C.M.

ADVIES. de Stichting C, gevestigd te B-Zuidoost, het bevoegd gezag van de C (de school), te B Zuidoost, verweerder

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden.

Klacht over onveilige schoolomgeving. School heeft onvoldoende gedaan om herhaling van geweld jegens leerling te voorkomen.

ADVIES. mevrouw [klager I] en de heer [klager II] te [woonplaats], ouders van [leerling], klagers gemachtigde: mevrouw mr. A.H.M.

ADVIES. de heer [verzoeker] en mevrouw [verzoekster], wonende te [plaatsnaam], verzoekers gemachtigde: de heer mr. R.F. Bakker

ADVIES. de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers

Uitspraaknr De klacht. De feiten. De visie van partijen

Klacht over toegangsverbod voor een ouder. Het opleggen van een toegangsverbod moet zorgvuldig gebeuren. ADVIES

SAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO

ADVIES. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, verzoeker, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van basisschool D te B, verweerder

ADVIES. de Stichting [naam stichting], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [de school] te [vestigingsplaats], verweerder

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 11-04

Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs (mr. E.N. Brons, W. Dulfer-Visser, R.

Geschil over verwijdering twee leerlingen. School en ouders hebben geen vertrouwen meer in elkaar. Het verwijderingsbesluit is redelijk.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

SAMENVATTING Klacht over optreden tegen pesten, onderwijskundige begeleiding en communicatie rond besluit dat leerling van school moest; VO

klacht over informatieverstrekking van de school aan de vader met ouderlijk gezag is gegrond. ADVIES

ADVIES. [Verweerder], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [de school] te [vestigingsplaats], verweerder

Geschil over weigering toelating. Alleen het samenwerkingsverband kan beslissen of een leerling toelaatbaar is voor het praktijkonderwijs.

SAMENVATTING Klacht over begeleiding, onveilige schoolomgeving, leerlingdossier en communicatie; PO

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

SAMENVATTING ADVIES. A, moeder van B, leerling VMBO klas 3kbad van het C te D, wonende te D, verzoeker, hierna te noemen klaagster

SAMENVATTING Klacht over pedagogische benadering en zorg voor veilige onderwijsomgeving; PO

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.

ADVIES. Het oordeel van de Commissie is op 16 mei 2018 toegezonden aan partijen.

Transcriptie:

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS Advies Klachtnummer 2015 N-7 16 april 2015 Tegen het plegen van seksuele handelingen tussen leerlingen onderling is te weinig opgetreden. Noodzakelijke observaties zijn niet uitgevoerd. Aan voorstellen die de klagende ouders hebben gedaan, is geen gevolg gegeven. Toen de ouders hadden gekozen voor een andere school, wegerde de school de leerling uit te schrijven. De Commissie verklaart de klacht deels ongegrond en deels gegrond. Naar aanleiding van de klacht van mevrouw K., wonende te P., moeder van de minderjarige L, gewezen leerling van de Montessorischool S te P, die door de Stichting X in stand wordt gehouden, tegen: mevrouw A1, directeur van basisschool S mevrouw A2, directeur van basisschool S, en mevrouw A3, als intern begeleider verbonden aan basisschool S, verweerders, heeft de Landelijke klachtencommissie voor het katholiek onderwijs (de Commissie) het volgende advies uitgebracht aan de Stichting X: 1. Het verloop van de procedure Voor de loop van het geding verwijst de Commissie naar de volgende stukken, waarvan de inhoud als hier ingevoegd is te beschouwen: de brief van de moeder van 17 januari 2015, het door de moeder ingevulde vragenformulier van 1 februari 2015, de brief met producties, waaronder het verweerschrift, van mevrouw B., bovenschools manager van de Stichting X van 16 februari 2015, de brief met producties van 3 april 2015 van de moeder. De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden op 16 april 2015 te Utrecht. Op de hoorzitting waren aanwezig mevrouw A1, verweerder, en mevrouw B. voornoemd. 2. De klacht Blijkens de inhoud van de overgelegde stukken luidt de klacht als volgt: Tegen pesterijen en seksuele handelingen van leerlingen onderling is onvoldoende opgetreden. De lokalen zijn te klein voor de schoolklassen. Noodzakelijke observaties zijn niet uitgevoerd. Basisschool S is niet tegemoetgekomen aan voorstellen die door Ls ouders zijn gedaan. Zij weigerde L uit te schrijven.

3. De moeder heeft het volgende aan haar klacht ten grondslag gelegd: L, geboren op 19 augustus 2009, is in januari 2013 begonnen in de peutergroep van basisschool S. In september 2013 is L overgegaan naar de kleutergroep. Sinds die tijd hebben Ls ouders erop aangedrongen dat er observatie door de intern begeleider zou plaatsvinden. Zijn gedrag gaf namelijk reden tot zorg. Over wat er aan observatie is verricht, heeft geen terugkoppeling met de ouders plaatsgevonden. In januari 2014 hebben de ouders gemeld dat in de klas was gebleken van pesterij tussen de kinderen over en weer en van vreemde seksuele handelingen bij de jongens onderling. Daartegen is niet doortastend opgetreden. Op een verzoek van Ls ouders om voor hem de intern begeleider in te schakelen is niet ingegaan. De klassen waren dermate vol dat kinderen hun werkplek op de gang hadden. Er was dan ook onvoldoende toezicht. Op een voorstel van zijn ouders om overplaatsing van L naar een kleinere klas met een grotere lokaaloppervlakte is niet ingegaan. Na een observatie werd namens basisschool S aan de moeder medegedeeld dat L voor drie maanden in een crisisklasje van een sbo-school geplaatst kon worden en na de zomervakantie weer terug kon keren naar basisschool S. basisschool S ging niet akkoord met een voorstel van de ouders om L te doen onderzoeken door bureau Lucertis en hem in die tussentijd te plaatsen op een andere basisschool, S2. Met het voornemen van de ouders om L op de wachtlijst te plaatsen van een cluster-4 school bleek Basisschool S het niet eens te zijn. Basisschool S hield vast aan haar eigen voorstel. Andere mogelijkheden waren onbespreekbaar. Na overleg met de leerplichtambtenaar hebben de ouders besloten L, die toen niet leerplichtig was, uit te schrijven van basisschool S. De school weigerde daaraan medewerking te verlenen. L heeft enkele maanden thuisgezeten. Daarna is hij voor halve dagen begonnen op de S2 school. Toen de moeder de spullen van L kwam halen, bleek de leerkracht niet op de hoogte van zijn situatie. Zij verkeerde in de veronderstelling dat L ziek was. Dat duidt niet op een goede communicatie binnen Basisschool S. Basisschool S heeft zich bijzonder onwillig betoond in het meewerken aan het HIA-traject, de werkwijze die het samenwerkingsverband passend onderwijs toepast voor de toewijzing van onderwijs- en jeugdarrangementen en de toeleiding en toelating tot het speciaal (basis)onderwijs. Zowel de S2 school als het samenwerkingsverband hebben zich daarvoor de nodige moeite getroost. In het schooljaar 2014/2015 is L ingeschreven op S3, een cluster-4 school. Hij blijkt daar op zijn plaats te zijn. Bij hem is de diagnose van klassiek autisme gesteld. 4. Het standpunt van verweerders Voor wat betreft het seksueel ongewenste gedrag binnen de groep is dat met de ouders van meerdere kinderen besproken. In september 2013 is dat expliciet bij Ls ouders aan de orde gesteld. In het contact met hen is terughoudendheid betracht in het melden van wat met andere ouders is besproken.

Met pestgedrag is omgegaan volgens het protocol dat daarvoor door basisschool S wordt gehanteerd. Met Ls ouders is die aanpak afgestemd. De klaslokalen voldoen aan wat de wetgeving aan minimumeisen stelt. Er zijn geen vaste werkplekken op de gang. Wel worden kinderen weleens op de gang geplaatst om zelfstandig te leren werken. De leerkrachten hebben daar dan toezicht op. Blijkens de dossiervorming zijn er wel degelijk observaties geweest. Met de ouders van L zij die ook teruggekoppeld. In april 2014 is er met de moeder een afspraak gemaakt over een te houden extra observatie van L door de intern begeleider. Die zou op 9 of 10 april plaatsvinden. Helaas was L toen niet op school aanwezig. De gedragingen van L gaven Basisschool S aanleiding tot zorg. Daarover is met zijn ouders veelvuldig overleg gevoerd. De gevoerde gesprekken zijn op verschillende wijzen en in verschillende samenstelling gevoerd. Mogelijk heeft dat geleid tot ruis in de communicatie. De ouders waren niet altijd eensgezind. Van deze klacht heeft basisschool S geleerd dat de begeleiding van leerlingen die extra zorg behoeven met beide ouders wordt besproken en dat datgene wat met hen is afgesproken, schriftelijk wordt vastgelegd. Basisschool S heeft, gelet op Ls gedrag, zijn ouders aangeboden om hem tijdelijk te plaatsen in een zogenaamde KANS-groep op een sbo-school die ook door de Stichting X in stand wordt gehouden. Basisschool S had goede ervaringen met dergelijke plaatsingen. Er zou dan bijzondere observatie plaats kunnen vinden. Kennelijk is de bedoeling van basisschool S niet bij de ouders overgekomen. Basisschool S heeft de ouders aangegeven dat, als zij kiezen voor een nieuwe school, dat die dan contact opneemt met de intern begeleider. Deze heeft wel contact gehad met de S2 school. Op verzoek van Ls ouders vond dat contact vanaf 23 april 2014 alleen maar telefonisch en per e-mailplaats. Dat heeft samenwerking bemoeilijkt. Dat basisschool S geen medewerking zou hebben verleend aan het HIA-traject wordt ontkend. De samenwerking in het HIA-traject is bemoeilijkt, doordat de ouders geen vertrouwen meer hadden in verweerders. Zolang L niet op ene andere school was ingeschreven, heeft basisschool S hem op advies van de terzake geraadpleegde leerplichtambtenaar, hem niet uitgeschreven. 5. De ontvankelijkheid van de moeder De Commissie acht zich bevoegd om de klacht te behandelen nu de Stichting X is aangesloten bij de Commissie. De moeder kan worden aangemerkt als klager in de zin van de klachtenregeling die voor Basisschool S geldt en kan derhalve in haar klacht worden ontvangen. 6. De gang van zaken Op grond van de overgelegde stukken en uit hetgeen bij de mondelinge behandeling naar voren is gebracht, is voor de Commissie het volgende vast komen te staan: L zat in het schooljaar 2013/2014 op basisschool S. Er was in zijn klas sprake van pesterijen en ongewenst seksueel gedrag tussen leerlingen onderling. Basisschool S is daartegen opgetreden volgens het geldende gedragsprotocol. Met de ouders, onder wie die van L, is een en ander besproken.

Voor wat betreft de voorzieningen voldoet Basisschool S aan de wettelijke vereisten. Er zijn op Basisschool S geen vaste werkplekken buiten de lokalen. Wel worden kinderen soms op de gang apart gezet om het zelfstandig werken te bevorderen. Er is dan wel toezicht van de leerkracht. Namens basisschool S is toegegeven dat de gesprekken met Ls ouders op verschillende wijze en in verschillende samenstelling zijn gevoerd, wat ruis kan hebben veroorzaakt. Kennelijk is de communicatie niet altijd even nauwkeurig geweest. L is een aantal keren geobserveerd. Een en ander is met de ouders teruggekoppeld. Er is hun ook een extra observatie aangekondigd. Het gedrag van L heeft basisschool S genoodzaakt externe hulp te zoeken. Zij heeft L voor enkele maanden ter observatie willen plaatsen in een zogenaamde KANSgroep. Basisschool S heeft voor dat voorstel bij Ls ouders geen draagvlak kunnen vinden. In mei 2014 hebben Ls ouders aan basisschool S medegedeeld dat hij niet meer zou terugkeren. Zij hadden inmiddels besloten L te plaatsen op de S2 school. Basisschool S heeft bij gebrek aan een inschrijvingsbevestiging van de S2 school op advies van de leerplichtambtenaar L niet uitgeschreven. 7. Het oordeel van de Commissie De Commissie onderscheidt de klacht in de volgende onderdelen: a. Het onvoldoende optreden tegen ongewenst gedrag in de klas, b. Het niet bieden van de juiste begeleiding voor L, c. Gebrekkige communicatie met Ls ouders, d. Het tegenwerken van plaatsing van L op ene andere school. Ad a: Naar het oordeel van de Commissie is niet aannemelijk geworden dat basisschool S in het tegengaan van ongewenst gedrag blijk heeft gegeven van verwijtbare nalatigheid. Zij verklaart dit onderdeel van de klacht ongegrond. Ad b: Voor zover de klacht inhoudt dat de klaslokalen teveel leerlingen moeten herbergen, is de Commissie van oordeel dat basisschool S duidelijk heeft gemaakt dat zij de beschikbare ruimte op een verantwoorde manier benut. Voor wat betreft de grief dat de begeleiding van L tekort is geschoten, is de Commissie van oordeel dat basisschool S in de omstandigheden waarin zij haar werk moest verrichten, datgene heeft gedaan wat van een school verwacht mocht worden. De Commissie verklaart dit onderdeel van de klacht ongegrond. Ad c: De Commissie is van oordeel dat basisschool S in haar communicatie met Ls ouders zich er onvoldoende rekenschap van heeft gegeven of datgene wat zij duidelijk wilde maken, beide ouders zou bereiken. Van een professionele organisatie als een school mag worden verwacht dat haar boodschap overkomt zoals zij bedoelt. Daarin is basisschool S tekortgeschoten. De Commissie verklaart dit onderdeel van de klacht gegrond. Ad d: De Commissie heeft niet tot de slotsom kunnen komen dat basisschool S Ls ouders heeft tegengewerkt bij diens plaatsing op een andere school.

Basisschool S kon bij haar weigering L uit te schrijven in redelijkheid afgaan op het bericht van de leerplichtambtenaar dat er eerst een inschrijving van een andere school moest worden overgelegd. De Commissie verklaart dit onderdeel van de klacht ongegrond. 8. Aanbeveling Aangezien basisschool S concrete verbeteringen van de communicatie met ouders van zorgleerlingen heeft doorgevoerd, ziet de Commissie af van het doen van een aanbeveling. Aldus uitgebracht op 16 april 2015 de heer mr. J.M. Vrakking, de heer J.A.J. Montanus en de heer A.M.M. Tillekens, leden, bijgestaan door de heer mr. H. Nentjes, adjunct-secretaris.