RIS Kadernota kampeerbeleid gemeente Emmen

Vergelijkbare documenten
BELEIDSNOTA KLEINSCHALIG KAMPEREN. Gevolgen voor het kampeerbeleid na intrekking van de Wet op de Openluchtrecreatie (WOR)

KAMPEERBELEID WESTERKWARTIER

Kampeerbeleid na intrekking van de WOR

CVDR. Nr. CVDR457726_1. Vastgesteld door de raad op 11 oktober 2007

Nota Kampeerbeleid 2011

Beleidsregels Verblijfsrecreatie Hoeksche Waard Opstellers: W. Jacobs en N. Boortman

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 15 december 2014 Agenda nr: Onderwerp: Kampeernota. Aan de gemeenteraad,

Nota Kampeerbeleid Overbetuwe

SLUIS Ruimtelijke kwaliteit recreatieterreinen Toetsing en inspiratie

Ruimtelijke onderbouwing

K A M P E E R B E L E I D

K A M P E E R B E L E I D

Aanvulling op de Nota van Wijzigingen bestemmingsplan Westrand Zuid. 3 februari 2014

Zienswijzennotitie ontwerp-bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, wijziging Hagmolenweg 19 Bentelo. Gemeente Hof van Twente.

De raad van de gemeente Midden-Delfland; Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 9 juli 2008, nr ;

Facetbestemmingsplan Recreatie. 20 juni 2013

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 3 november 2014 Agenda nr: Onderwerp: Kampeerbeleid. Aan de gemeenteraad,

Documenttitel : Discussienota Regulering Minicampings Status : Definitieve nota Datum : 28 november 2013 Auteur : Paul van den Berg Afdeling :

KADERNOTA KAMPEERTERREINEN VEERE

Bed and Breakfast 2010

Visiedocument Verblijfsrecreatie in Voerendaal

Referentienummer Datum Kenmerk december

KAMPEERBELEID GEMEENTE OOST GELRE. - vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2008

Beleidsregels Verblijfsrecreatie Hoeksche Waard 2015

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

KAMPEERBELEID GEMEENTE NEDER-BETUWE

Beleidsregels Verblijfsrecreatie Hoeksche Waard 2015

Beleidsregels Verblijfsrecreatie Hoeksche Waard Opstellers: W. Jacobs en N. Boortman

Beleidsregels ten aanzien van Kleinschalig kamperen als bedoeld in de Wet OR.

Beleidskader Kleinschalig Kamperen bij de boer

Beleidsregel Bed & Breakfast in Lelystad

1. INLEIDING 2. AMBITIES EN POTENTIES Aanleiding Doelstelling Achtergronddocument Ambities

Paraplubestemmingsplan Kleinschalig kamperen in Tiel gemeente Tiel

Tynaarlo. Bron:

Uitwerking actiepunten Recreatie & Toerisme

COEVORDE N Postadres: Postbus AA Coevorden Tel Fax gemeente@coevorden.nl Website:

Bestemmingsplan Buitengebied Noord deelplan Herziening vrijstellingsbepaling kleinschalig kamperen

Nota Kleinschalig kamperen 2011

30 oktober Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten Noord- Limburg (short-stay)

Vastgesteld d.d

*A * Notitie Verblijfsrecreatie in Noordenveld

1 e Wijziging Legmeerpolder, Omzetting bedrijfswoningen naar burgerwoningen (Voorontwerp)

Gemeentelijk kampeerbeleid na intrekking WOR

Beleidsnotitie Bed and Breakfast 2010

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren

H 10^ Linda Evers

Uitvoering handhaving recreatief (nacht)verblijf buiten kampeerterreinen

Regelgeving Agenda Toerisme

Commissie grondgebied: 29 september 2009 Agendapunt 3:

stichting vrije recreatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Notitie oppervlakteregeling aan- en uitbouwen en bijgebouwen Buitengebied Steenwijkerland

AJ.U cwc. Aan de raad van de gemeente Emmen. Geachte leden van de raad,

notitie Herziening verfijning verblijfsrecreatie (kampeerbeleid)

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

Bijlage B Provincie Fryslân Toepassing Bro, art , onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D

Beleidsregel Intrekking Wet op de Openluchtrecreatie. Gemeente Hardenberg, September 2008

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT

Aan de leden van Provinciale Staten

Wijziging Verordening Romte Fryslân 2014

GEMEENTE OLDEBROEK PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN STRUCTUURVISIE CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK

bestemmingsplan Buitengebied reparatie 2011 Kamperen bij de boer toelichting gemeente Gulpen-Wittem

Nota van B&W. onderwerp Beleidsregels Ruimtelijke inpassing zonnepanelen parken. Portefeuilehouder Adam Elzakalai, John Nederstigt

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Beleidsnotitie nieuwe denkrichting Vrijkomende (Agrarische) Bebouwing (VAB) in het buitengebied

BIJLAGE 2: Vormen en randvoorwaarden van verblijfsrecreatie

Bijlage 1: Topografische kaart van het studiegebied (2008)

BELEIDSREGEL BIJ BEEINDIGING AGRARISCHE

Huisvesting arbeidsmigranten

Notitie Speelruimte Verblijfsrecreatie Apeldoorn. Herziening 2018

Reactienota Zienswijzen ontwerp Kampeerbeleid NOFA+

Evaluatie Nota Kampeerbeleid 2008

Visiedocument Verblijfsrecreatie in Voerendaal

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "het realiseren van 15 camperplaatsen Blauhûsterwei 49 te Boelenslaan"

Heukelum. Zicht op de Linge

Visie op Zuid-Holland Ontwerp Actualisering 2011

*748887* Statenvoorstel. Aan: Provinciale Staten. Onderwerp: Verordening Groenblauwe zone. 1. Beslispunten:

1. Inleiding. 2. Probleemstelling

werkatelier Mestbassins en nieuwe erven door schaalvergroting landbouw 27 april 2011 Coevorden

Nota van zienswijzen Kadernota Recreatief Verblijf gemeente Sluis

Een tak, die niet meebuigt met de wind, zal breken

REGELGEVING AGENDA TOERISME

uw brief van/kenmerk Beleidsnota Bed&Breakfast fax (0591)

Gemeente Apeldoorn. Notitie speelruimte verblijfsrecreatie

Notitie Recreatie en toerisme en bestemmingsplannen buitengebied in Noord-Brabant

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

Raadsvoorstel gemeente Coevorden

Voorstel aan de gemeenteraad van Wormerland

Beleidskader huisvesting buitenlandse werknemers Noord-Limburg

Ontwerp wijziging PRVS

gemeente Bronckhorst Naam behandelend ambtenaar: Telefoon behandelend ambtenaar: behandelend ambtenaar: A.A.L.M. Spekschoor

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 11 augustus 2015 Nummer voorstel: 2015/61

EINDVERSLAG INSPRAAKPROCEDURE. VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Gramsbergen, De Vaart 12 te Ane (Hadassahoeve).

Beleidsregel bed & breakfast en/of gastenverblijf. Vastgesteld door burgemeester en wethouders op 26 augustus Bekendgemaakt op 3 september 2014

Aanvullende informatie Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied

Bestemmingsplan Benedeneind NZ 430a

Transcriptie:

RIS.2711 Kadernota kampeerbeleid gemeente Emmen Gemeente Emmen Mei 2007

INHOUD blz. 1 INLEIDING 3 1.1 Aanleiding opstellen Kadernota Kampeerbeleid 3 1.2 Kaders kampeerbeleid 3 1.3 Opbouw Kadernota kampeerbeleid 3 2 GEMEENTELIJKE AMBITIE & RELEVANTE BELEIDSKADERS 4 2.1 Gemeentelijke ambitie 4 2.2 Provinciaal beleid 4 2.2 Nota Kampeerbeleid in de gemeente Emmen 4 2.3 Toeristisch recreatief ontwikkelingsplan (TROP) 4 2.4 Structuurvisie Emmen 2020 (voorontwerp) 5 3 EMMENSE KAMPEERSECTOR 6 3.1 Feiten en cijfers 6 3.2 Visie sector 4 BELEIDSKEUZES 7 4.1 Inleiding 7 4.2 Kampeerterreinen 7 4.3 Kleinschalig kamperen 8 4.4 Tijdelijk kamperen 9 4.5 Natuurkampeerterreinen 9 4.6 Vrij kamperen en kamperen voor eigen gebruik 9 4.7 Beleidskeuzes samengevat 10 5 VERTALING KADERNOTA KAMPEERBELEID 11 2

1 INLEIDING 1.1 Aanleiding opstellen kadernota kampeerbeleid Het huidige gemeentelijk kampeerbeleid is verwoord in de nota Kampeerbeleid in de gemeente Emmen uit 1996. Deze nota is gebaseerd op landelijke wet- en regelgeving, vastgelegd in de Wet op de Openluchtrecreatie (hierna te noemen WOR). De WOR wordt gefaseerd ingetrokken. Een aantal onderdelen van de wet zijn met ingang van 1 november 2005 reeds ingetrokken, maar de grootste wijziging vindt per 1 januari 2008 plaats. Dan vervalt namelijk het huidige vergunningenstelsel voor (kleinschalig) kamperen. 1.2 Kaders kampeerbeleid Voorliggende Kadernota Kampeerbeleid geeft aan hoe de gemeente Emmen het eigen kampeerbeleid invulling geeft na intrekking van de WOR en vormt de basis voor het formuleren van voorwaarden en -schriften binnen relevante bestemmingsplannen en indien relevant de APV. De intrekking van de WOR komt voort uit het streven van de landelijke overheid naar het verminderen van de regeldruk. Richting de gemeenten is dan ook nadrukkelijk aangegeven dat het de bedoeling is dat dit streven tot deregulering en vermindering van de administratieve lastendruk op gemeentelijk niveau wordt voortgezet. Met als doel om op Drents niveau het kampeerbeleid van de verschillende gemeenten zoveel mogelijk af te stemmen, heeft het Recreatieschap Drenthe+ een advies uitgebracht t.a.v. het te formuleren gemeentelijk kampeerbeleid. Dit adviesrapport vormt een belangrijke basis voor voorliggende Kadernota Kampeerbeleid. Daarnaast is deze notitie gebaseerd op de nota Kampeerbeleid in de gemeente Emmen, als voorganger van de voorliggende Kadernota Kampeerbeleid. Vanuit het streven naar deregulering wordt afgeweken van het door het Recreatieschap uitgebrachte advies in die gevallen, dat de specifiek Emmense situatie hierom vraagt en/of het huidige kampeerbeleid meer ruimte biedt dan door het Recreatieschap wordt geadviseerd. Uiteraard is de sector zelf een belangrijke bron van informatie geweest bij de tot standkoming van deze Kadernota Kampeerbeleid (zie 3.2). 1.3 Opbouw Kadernota kampeerbeleid Nadat in hoofdstuk 2 is ingegaan op de gemeentelijke doelstellen en relevante beleidskaders en in hoofdstuk 3 de Emmense kampeersector zelf aan bod is gekomen worden in hoofdstuk 4 de beleidskeuzes gemaakt en toegelicht. Hoofdstuk 5 zal duidelijk maken hoe de vertaling van de gemaakte keuzes vorm wordt gegeven. 3

2. GEMEENTELIJKE AMBITIE EN RELEVANTE BELEIDSKADERS 2.1 Gemeentelijke ambitie In zowel de Strategienota Emmen 2020 als de Kadernota Economie is toerisme benoemd als één van de kansrijke economische sectoren, die moeten bijdragen aan de diversificatie van de economie. Dit streven is vertaald in een drietal doelstellingen: - een toename van het aantal arbeidsplaatsen in de sector toerisme en recreatie; richtlijn is een groei van 3-5% per jaar in de periode 2001 2010 (peiljaar 2001 kent een aantal arbeidsplaatsen in de toeristische sector van ca 2000 banen; in 2006 is dit gegroeid naar ca. 2500). - het stimuleren van een gevarieerd aanbod van verblijfsrecreatieve voorzieningen - het jaarlijkse aantal overnachtingen te doen toenemen met 75.000 in 2010* (peiljaar 2003 met een aantal overnachtingen van ca. 328.000). * Bron: cijfers toeristenbelasting, afdeling belastingen) 2.2 Provinciaal beleid In het Provinciaal Omgevingsplan (POP) stelt de Provincie Drenthe, dat Drenthe voor de toerist aantrekkelijk is vanwege de afwisseling in landschap en natuur. In POP-zone I, in eerste instantie gericht op de landbouwsector, wordt recreatief medegebruik bevorderd. In zone II zijn landbouw en toerisme/recreatie gelijkwaardiger. Hier wordt zowel recreatief gebruik als medegebruik bevorderd. In zone III zijn landbouw, recreatief gebruik, natuur, landschap en cultuurhistorie gelijkwaardig. In zone IV t/m VI zijn er mogelijkheden voor (verblijfs)recreatie, maar staan functies als natuur, landschap en cultuurhistorie voorop. In alle zones geldt dat bij ontwikkelingen aandacht besteed dient te worden aan de inpassing in de (landelijke) omgeving en het ruimtelijk karakter van het omringende gebied. 2.3 Nota Kampeerbeleid in de gemeente Emmen (1996) In deze nota is het gemeentelijke kampeerbeleid geregeld op basis van de WOR. Nu de WOR wordt ingetrokken vervalt de basis van deze nota kampeerbeleid. De nota wordt dan ook vervangen door de op te stellen Kadernota Kampeerbeleid. Gezien de in paragraaf 2.1 vermelde ambities blijft de doelstelling uit de Nota Kampeerbeleid in de gemeente Emmen echter onveranderd: De gemeente Emmen voert een voorwaardenscheppend, sturend en stimulerend beleid, gericht op groei van het kampeeraanbod en op groei van de werkgelegenheid in de kampeersector. Daarbij wordt gestreefd naar diversiteit in het aanbod. Het gemeentelijke kampeerbeleid uit 1996 kan, in vergelijking tot het beleid dat in andere gemeenten wordt gevoerd, als ruim worden betiteld. Zo maakt de gemeente Emmen in dit beleid al geen onderscheid meer tussen kamperen bij de boer en kamperen bij de burger als het gaat om kleinschalig kamperen en wordt kamperen voor eigen gebruik, weliswaar gebonden aan voorwaarden, toegestaan. Waar het huidige eigen kampeerbeleid meer ruimte biedt, dan nu door het Recreatieschap wordt voorgesteld, wordt de eigen lijn aangehouden. 2.3 Toeristisch Recreatief Ontwikkelings Plan Het Toeristisch Recreatief Ontwikkelings Plan (hierna te noemen TROP) heeft als basis gediend voor de gemeentelijke ambities ten aanzien van toerisme en recreatie, zoals geformuleerd in paragraaf 2.1. Kortheidshalve wordt naar de betreffende paragraaf verwezen. In het TROP worden als ruimtelijke structuur voor de toeristische ontwikkeling een aantal kernzones en structuren aangegeven. Deze ruimtelijke structuur zal eveneens de basis vormen voor deze Kadernota Kampeerbeleid (zie hoofdstuk 4). 4

Wel dient hier de kanttekening bij gezet te worden, dat het TROP momenteel geactualiseerd wordt. De hierbij beoogde toeristische hoofdstructuur is reeds zichtbaar in het voorontwerp van de Structuurvisie Emmen 2020 (zie 2.4). In grote lijnen komt deze nieuwe structuur overeen met de ontwikkelingskaart uit het vigerende TROP. Het accent komt alleen meer te liggen op de zones tussen de stad Emmen en het Bargerveen en het tracé van de vaarverbinding Erica Ter Apel. 2.4 Structuurvisie Emmen 2020 (voorontwerp) In aansluiting op aanwezige voorzieningen en plannen wordt ingezet op drie leisurezones: - De rode leisureas, die vanuit de essen en het centrum van Emmen over Erica loopt. Binnen deze as is leisure een belangrijke economische factor en is er ruimte voor grootschalige ontwikkelingen; - De blauwe leisure-as: de vaarwaterwereld: bestaande uit een koppeling van nieuwe initiatieven aan de vaarroute Erica- Ter Apel; - De groene leisure-as: de extensieve zone die dwars door de gemeente loopt van Weerdinge naar het Bargerveen. Deze as valt deels samen met de ecologische hoofdstructuur; het accent ligt hier op extensieve c.q. routegebonden vormen van recreatie. 5

3 EMMENSE KAMPEERSECTOR 3.1 Feiten en cijfers Het totale aantal overnachtingen in Emmen is de afgelopen jaren gestaag gegroeid van ca. 328.000 in 2003 tot een goede 388.000 in 2006. Het aandeel van de kampeersector hierin bedraagt ca. 10%. Het aantal in Emmen gevestigde campings komt neer op 22, waarvan er 4 tot de reguliere kampeerterreinen en 18 tot de kleinschalige kampeerterreinen behoren. De campings zijn redelijk evenredig verdeeld over de gemeente, al valt op dat er het zuidelijk gedeelte rond Schoonebeek en Nieuw Schoonebeek minder campings zijn gevestigd dan elders. Hoewel kleinschalig kamperen vaak wordt gezien als kamperen bij de boer is er slechts een enkele kleinschalige camping daadwerkelijk gekoppeld aan een agrarisch bedrijf. 3.2 Visie sector Bij de tot standkoming van de Kadernota Kampeerbeleid is met alle campinghouders een zogenaamd keukentafelgesprek gevoerd. Daarbij waren de stand van zaken en toekomstplannen van de diverse campings onderwerp van gesprek. Daarnaast hebben diverse brancheorganisaties en belangenverenigingen (Stichting Vrije Recreatie, Recron, LTO Noord, Milieufederatie Drenthe) hun visie op het te voeren kampeerbeleid kenbaar gemaakt. Uiteraard is het onderwerp ook besproken binnen het Platform Toerisme en de Gemeentelijke Overlegcommissie (GOC), gesprekspartners voor de gemeente Emmen voor respectievelijk de toeristische sector en de landbouwsector. Heel toeristisch Emmen heeft daarnaast de kans gekregen mee te praten over het kampeerbeleid op een door het Platform Toerisme georganiseerde achterbanbijeenkomst. Het beeld dat uit de gesprekken, bijeenkomsten en ingezonden brieven is ontstaan, is dat de sector een zeer divers beeld heeft van het wenselijke kampeerbeleid. De reguliere kampeerterreinen en hun vertegenwoordiging zouden, vanuit concurrentieoverwegingen, graag zien dat het aantal standplaatsen op kleinschalige terreinen beperkt blijft tot maximaal 15 standplaatsen en/of dat er vanuit wet- en regelgeving dezelfde voorwaarden aan een reguliere als aan een kleinschalige camping worden gesteld. Dit terwijl de kleinschalige campings en hun brancheorganisaties over het algemeen voorstander zijn van een verruiming van het maximaal aantal standplaatsen, omdat o.a. door wet- en regelgeving de investeringen die ook voor een kleinschalig terrein moeten worden gepleegd steeds hoger worden. Een aantal kleinschalige kampeerterreinen heeft wel aangegeven zelf geen hoger aantal standplaatsen na te streven en/of hier geen ruimte voor te hebben. 6

4. BELEIDSKEUZES 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de beleidskeuzes voor verschillende categorieën kamperen weergegeven. De onderscheiden categorieën zijn: kampeerterreinen, kleinschalig kamperen, tijdelijk kamperen, natuurkampeerterreinen en vrij kamperen & kamperen voor eigen gebruik. Per paragraaf zal één van deze categorieën aan bod komen. Zoals in hoofdstuk 1 reeds is aangegeven, wordt het adviesrapport van het Recreatieschap Drenthe als uitgangspunt genomen. Het initiatief tot het laten opstellen van een dergelijk advies is immers door de bij het Recreatieschap aangesloten gemeenten genomen met als doel om een zo uniform mogelijk beleid te formuleren. Daar waar de Emmense situatie vraagt om een andere keuze, dan door het Recreatieschap wordt geadviseerd, zal dit worden toegelicht. 4.2 Kampeerterreinen Deze categorie betreft de reguliere campings. De gemeente Emmen kent vier terreinen, die tot deze categorie behoren. De terreinen zijn allen als zodanig bestemd. Ook voor nieuwe initiatieven geldt dat het betreffende bestemmingsplan een terrein expliciet moet aanwijzen als kampeerterrein. In navolging van het advies van het Recreatieschap worden vier categorieën kampeerterrein onderscheiden. Het kan ook gaan om onderdelen van terreinen. Het onderscheid wordt gemaakt op basis van het soort kampeermiddel dat op verschillende terreinen wordt toegestaan. Aan de verschillende categorieën zijn oppervlaktes verbonden. Dit vanuit het oogpunt van ruimtelijke inpasbaarheid. Categorie kampeerterreinen I Toegestane kampeermiddelen Toeristische plaatsen: toercaravans, vouwwagens, campers, tenten en huifkarren Toeristische plaatsen: trekkershutten en tenthuisjes van maximaal 30 m2 II Zie terrein I; aangevuld met stacaravans van maximaal 40 m2 III IV Zie terrein II; aangevuld met chalets van maximaal 70 m2 Zie terrein III; aangevuld met recreatiewoningen* Oppervlakte Tot 2 hectare kunnen terreinen uitsluitend aangemerkt worden als categorie I-terrein. Vanaf 2 hectare Vanaf 5 hectare Vanaf 5 hectare met voorzieningen Bij de reguliere kampeerterreinen worden op basis van deze Kadernota Kampeerbeleid geen beperkingen gesteld aan het aantal kampeer- of slaapplaatsen, dat op een terrein gerealiseerd worden. Hier dient de markt zijn werk te doen; in de markt is eerder behoefte aan ruime en dus een beperkter aantal plaatsen per hectare. Wel worden er bijvoorbeeld in het kader van brandveiligheid voorwaarden gesteld aan de minimale afstand tussen kampeermiddelen. Dit hoeft dan ook niet op basis van de voorliggende nota geregeld te worden. Nieuwe initiatieven in de categorieën II t/m IV worden bij voorkeur gesitueerd in de ontwikkelingszones uit het TROP (zie paragraaf 2.3) en na vaststelling- het structuurplan. Hetzelfde geldt voor kampeerterreinen uit categorie I met trekkershutten en tenthuisjes. Voor overige terreinen uit categorie I wordt qua situering verwezen naar paragraaf 4.3. 7

Voor de reguliere kampeerterreinen gelden geen beperkingen ten aanzien van het te hanteren seizoen. Ondernemers kunnen zodoende flexibel inspelen op marktomstandigheden. Permanente bewoning van recreatiewoningen is niet toegestaan. Ten aanzien van categorie I wordt aanvullend wel gesteld, dat bij ligging van een terrein in of nabij een gebied met bijvoorbeeld bijzonder natuur- en/of landschappelijke waarden, er redenen kunnen zijn om het terrein in een bepaalde periode vrij te willen hebben van kampeermiddelen. * Recreatiewoningen hebben geen relatie met het vervallen van de WOR en vallen buiten het bestek van deze Kadernota Kampeerbeleid. 4.3 Kleinschalig kamperen Kleinschalig kamperen is ontstaan als kamperen bij de boer, en roept nog steeds dergelijke associaties op. De praktijk is echter dat door de ontwikkelingen binnen de landbouwsector, de afname van het aantal agrariërs en de veranderingen in het grondgebruik in het landelijk gebied juist bij niet-agrariërs de behoefte aan het kunnen aanbieden van kleinschalig kamperen groeit. Bovenstaande ontwikkelingen waren, samen met de gemeentelijke doelstelling tot het doen toenemen van het aantal overnachtingen, voor de gemeente Emmen in de nota Kampeerbeleid in de gemeente Emmen reeds aanleiding om geen onderscheid te maken tussen boer of burger, als het gaat om kleinschalig kamperen. Deze lijn wordt, in overeenstemming met het advies van het Recreatieschap, voortgezet. De bovengrens voor kleinschalig kamperen wordt verruimd naar maximaal 25 standplaatsen. Hier wordt afgeweken van het advies van het Recreatieschap, dat ervoor kiest om deze grens vast te houden op 15 standplaatsen. Dit beleidsuitgangspunt is gebaseerd op de ambities, die de gemeente Emmen heeft ten aanzien van de sector toerisme en recreatie in het algemeen en de verblijfsrecreatie in het bijzonder (zie paragraaf 2.1). Daarnaast spelen de toenemende investeringen, die moeten worden gepleegd om een kampeerterrein, en dus ook een kleinschalig kampeerterrein, te ontwikkelen een rol. Over de volle linie van de sector treedt schaalvergroting op. Kleinschalig kamperen is weliswaar een nevenactiviteit, maar dient ook als zodanig rendabel te kunnen zijn. Het past in deze lijn om ook een minimum oppervlakte te hanteren voor een kampeerterrein, hetgeen eveneens vanuit ruimtelijke invalshoek wenselijk is. Op dit punt wordt het advies van het Recreatieschap dan ook overgenomen. De minimumoppervlakte voor deze terreinen wordt gesteld op 0,5 hectare. Zoals gezegd wordt er geen onderscheid gemaakt tussen boer en burger. Wel brengt de minimale oppervlakte van 0,5 hectare met zich mee, dat het in de praktijk veelal percelen met een agrarische of voormalige agrarische functie zijn, die in aanmerking komen voor een kleinschalig kampeerterrein. Dit sluit aan op de tendens, dat er in toenemende mate een nieuwe functie gezocht wordt voor voormalige agrarische bebouwing. De tendens in de landbouw is, dat het aantal agrarische bedrijven daalt en de omvang van de agrarische bedrijven sterk zal toenemen (schaalvergroting). Beide ontwikkelingen leiden ertoe dat met name in de (lint)bebouwing agrarische bebouwing deze functie verliest. Kleinschalig kamperen kan een goede invulling vormen voor voormalige agrarische locaties. Als vestigingslocatie voor een kleinschalig kampeerterrein genieten dergelijke locaties in dorpskernen en linten dan ook, naast uiteraard de leisurezones (zie paragraaf 2.4) de voorkeur. Voor kleinschalig kamperen wordt een seizoen van 15 maart t/m 31 oktober aangehouden. Dit sluit aan op de aard van kleinschalig kamperen als vorm van nevenactiviteit. Ook in landschappelijk opzicht onderscheiden terreinen voor kleinschalig kamperen zich op deze manier duidelijk van de reguliere terreinen. 8

Gezien de aard van het kleinschalig kamperen, zal duidelijk zijn dat ook als het gaat om de toegestane kampeermiddelen onderscheid wordt gemaakt tussen kleinschalige kampeerterreinen en de reguliere terreinen. Kleinschalig kamperen beperkt zich tot toeristische plaatsen voor toercaravans, vouwwagens, campers, tenten etc. 4.4 Tijdelijk kamperen Tijdelijk kamperen betreft het incidenteel gebruik van een terrein als kampeerterrein. Deze vorm van kamperen is vaak gekoppeld aan evenementen en/of festiviteiten. Als er sprake is van een frequent gebruik van een bepaald terrein of een om een permanent kampeerterrein van een vereniging of groep is er geen sprake van tijdelijk kamperen, maar om een (kleinschalig) kampeerterrein. Een voorbeeld van tijdelijk kamperen is het kampeerterrein bij de Meerdijk tijdens de Fiets4Daagse. De maximale duur van tijdelijk kamperen is vastgelegd op 10 dagen. Planologisch is tijdelijk kamperen relevant als het meerdaags is (inclusief opbouw en afbraak), het van enige importantie is (op basis van aantal bezoekers/deelnemers) en/of het met enige regelmaat plaatsvindt. Een voorbeeld hiervan is wederom het terrein Meerdijk tijdens de Fiets4Daagse. 4.5 Natuurkampeerterreinen Natuurkampeerterreinen komen in de gemeente Emmen niet voor en initiatieven hiertoe worden ook niet verwacht. De notitie gaat hier dan ook niet verder op in. 4.6 Vrij kamperen en kamperen voor eigen gebruik Vrij kamperen wordt in navolging van het advies van het Recreatieschap niet toegestaan. Het aanbod aan overnachtingsmogelijkheden biedt voldoende mogelijkheden. Aangezien de nota Kampeerbeleid in de gemeente Emmen vrij kamperen wel toe stond voor maximaal 5 kampeermiddelen voor een periode van maximaal twee keer 72 uur, lijkt deze maatregel niet te stroken met het uitgangspunt van deregulering. Echter, het uitgangspunt dat kamperen uitsluitend is toegestaan op hiervoor bestemde terreinen (buiten het eigen terrein) schept duidelijkheid richting kampeerder én ondernemer, wiens concurrentiepositie hierdoor verbeterd wordt. Ten aanzien van het campertoerisme worden specifieke overnachtingsmogelijkheden geboden op de Gereguleerde OvernachtingsPlaats (GOP) bij de Giraf in het centrum van de stad Emmen. In reactie op het verzoek hiertoe vanuit de NKC is het streven gericht op uitbreiden van het aantal camperplaatsen op dit terrein van 5 naar 10 plaatsen. Voor het gebruik hiervan gelden geen seizoensbeperkingen. De maximale overnachtingsduur bedraagt 3x24 uur. Kamperen voor eigen gebruik op eigen terrein wordt, conform het gemeentelijk kampeerbeleid volgens de nota Kampeerbeleid in de gemeente Emmen, toegestaan voor zover het gaat om één kampeermiddel (geen stacaravans) op het erf behorende bij een woning en voor een periode van maximaal 7 dagen. Hiermee wordt afgeweken van het door het Recreatieschap uitgebrachte advies. Punten van overweging zijn het betuttelend effect van het verbieden van kamperen voor eigen gebruik in relatie tot de doelstelling tot deregulering en de vraagtekens die bij de handhaafbaarheid van een dergelijk verbod worden gezet. Als kamperen voor eigen gebruik leidt tot overlast voor de omgeving, kan hiertegen opgetreden worden op grond van de APV. 9

4.7 Beleidskeuzes samengevat In deze paragraaf worden de in hoofdstuk vier geformuleerde en toegelichte beleidskeuzes samengevat weergegeven. Reguliere kampeerterreinen - Categorie-indeling op basis van de toegestane kampeermiddelen en de oppervlakte van het terrein: Categorie Toegestane kampeermiddelen Oppervlakte kampeerterreinen I Toeristische plaatsen: toercaravans, vouwwagens, campers, tenten en huifkarren Toeristische plaatsen: trekkershutten en tenthuisjes van maximaal 30 m2 II Zie terrein I; aangevuld met stacaravans van maximaal 40 m2 III Zie terrein II; aangevuld met chalets van maximaal 70 m2 Tot 2 hectare kunnen terreinen uitsluitend aangemerkt worden als categorie I-terrein. Vanaf 2 hectare Vanaf 5 hectare IV Zie terrein III; aangevuld met recreatiewoningen* Vanaf 5 hectare met voorzieningen - geen beperkingen t.a.v. het aantal kampeer- of slaapplaatsen binnen het terrein - geen beperkingen ten aanzien van het te hanteren seizoen - nieuwe initiatieven in de categorieën II t/m IV worden bij voorkeur gesitueerd in de ontwikkelingszones uit het TROP en na vaststelling- het structuurplan. Kleinschalige kampeerterreinen - geen onderscheid tussen boer of burger - bovengrens van maximaal 25 standplaatsen - minimumoppervlakte van 0,5 hectare - als vestigingslocatie voor een kleinschalig kampeerterrein genieten voormalige agrarische locaties in dorpskernen en linten dan ook, naast uiteraard de leisurezones de voorkeur. - kampeerseizoen van 15 maart t/m 31 oktober - uitsluitend toeristische plaatsen voor toercaravans, vouwwagens, campers, tenten etc. Tijdelijk kamperen - betreft het incidenteel gebruik van een terrein als kampeerterrein - maximale duur bedraagt 10 dagen Natuurkampeerterreinen - niet van toepassing Vrij kamperen en kamperen voor eigen gebruik - vrij kamperen wordt niet toegestaan - uitbreiding van het aantal camperplaatsen op de GOP in het centrum van Emmen (locatie Giraf) naar 10 plaatsen - kamperen voor eigen gebruik op eigen terrein toegestaan voor één kampeermiddel (geen stacaravans) op het erf voor een periode van maximaal 7 dagen. 10

5. VERTALING KADERNOTA KAMPEERBELEID In voorgaande hoofdstukken is duidelijk geworden welke keuzes de gemeente Emmen maakt voor het invullen van het kampeerbeleid voor de situatie na de intrekking van de WOR per 1 januari 2008. Vertaling van het geformuleerde beleid vindt plaats via (facet) bestemmingsplannen en indien nodig wordt de APV aangepast. De bestaande reguliere kampeerterreinen zijn reeds als zodanig bestemd. Ook voor nieuwe initiatieven geldt dat het betreffende bestemmingsplan een terrein expliciet moet aanwijzen als kampeerterrein. Afwegingen hiertoe zullen in concrete gevallen worden gemaakt op basis van deze Kadernota Kampeerbeleid. Voor de kleinschalige kampeerterreinen is het facet bestemmingsplan kleinschalig kamperen in ontwikkeling. Uiteraard is dit facet bestemmingsplan gebaseerd op deze Kadernota Kampeerbeleid. Het tijdelijk gebruiken van het terrein bij de Meerdijk maakt reeds onderdeel uit van het Bestemmingsplan Emmen Meerdijk. Voor de GOP op het terrein bij de Giraf in het centrum van Emmen is eveneens een facet bestemmingsplan in ontwikkeling. 11