Schrijven in Nederland BASISCURSUS SCHRIJVEN 0-A1 VOOR ANDERSTALIGE VOLWASSENEN Taal en Educatie, Amsterdam Fouke Jansen Vrije Universiteit Amsterdam Afdeling Nederlands Tweede Taal Vita Olijhoek Anja Valk
Voor je begint Heb je Nederlands geleerd in je eigen land? Heb je het Basisexamen inburgering in het buitenland gemaakt? Kun je al spreken, luisteren en lezen op niveau A1? Dan kun je met dit boek leren schrijven. Je leert met Schrijven in Nederland schrijven op niveau A1. Je kunt alleen, zonder cursus of docent, in dit boek werken. We hebben 9 hoofdstukken gemaakt. De hoofdstukken gaan bijvoorbeeld over familie, over werk of over het weer. Je leert: woorden en zinnen schrijven; briefjes en e-mails schrijven; een formulier invullen. We beginnen elk hoofdstuk met belangrijke woorden. Je kent deze woorden waarschijnlijk al. Je kunt daarna oefenen met woorden en zinnen schrijven. Aan het einde van het hoofdstuk schrijf je een briefje of een verhaaltje. Je kunt je antwoorden zelf controleren. De antwoorden staan aan het einde van het hoofdstuk. Wij denken dat je 2 tot 3 uur nodig hebt voor een hoofdstuk. Leer je heel snel? Dan heb je minder tijd nodig. Wil je veel oefenen, dan heb je meer tijd nodig. We wensen je veel plezier met schrijven in het Nederlands! Amsterdam, september 2011 Fouke Jansen Vita Olijhoek Anja Valk
Inhoud Hoofdstuk 1 Wat is je naam? 5 Antwoorden 12 Hoofdstuk 2 Familie 14 Antwoorden 22 Hoofdstuk 3 Hier woon ik 24 Antwoorden 34 Hoofdstuk 4 Mijn dag 36 Antwoorden 46 Hoofdstuk 5 Lekker! 48 Antwoorden 56 Hoofdstuk 6 Nieuwe kleren 58 Antwoorden 68 Hoofdstuk 7 Zon en regen 70 Antwoorden 80 Hoofdstuk 8 Blijf gezond 82 Antwoorden 91 Hoofdstuk 9 Heb je werk? 93 Antwoorden 102
1 WAT IS JE NAAM? 5 Hoofdstuk 1 Wat is je naam? 1 Woorden Oefening 1 Lees de woorden. Schrijf de woorden in je eigen taal. de achternaam het adres de geboortedatum getrouwd het land de leeftijd de naam de nationaliteit the surname het nummer de postcode de straat de telefoon het telefoonnummer de voornaam de woonplaats wonen De maanden januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december
6 1 WAT IS JE NAAM? Oefening 2 Maak goede woorden. Voorbeelden foon te le co post de de telefoon de postcode 1 dres a het 2 boor te da ge tum de 3 naam ter ach de 4 num te foon le mer het 5 teit ti o na li na de 6 plaats woon de Oefening 3 Lees de tekst. Schrijf het goede woord in de zin. Vul in: achternaam geboorteland getrouwd jaar kom juni nummer straat voornaam woon zijn Dit ben ik Ik ben Aleksander Berecki. Aleksander is mijn voornaam. Berecki is mijn. Ik uit Polen. Polen is mijn. Ik ben met Eva. Mijn vrouw en kinderen in Polen.
1 WAT IS JE NAAM? 7 Mijn kinderen zijn 3 en 5 oud. Mijn geboortedatum 1 is 12 1986. Ik nu in Rotterdam. Mijn heet Stationsstraat. Ik woon op 213. Oefening 4 Vul het formulier in. Vul in: a.berecki@hotmail.com Rotterdam 3112 VR Stationstraat 213 Polen Aleksander Berecki 06-39482976 12 juni 1986 Naam Aleksander Berecki Adres Postcode Plaats E-mail Telefoon Geboortedatum Geboorteland
8 1 WAT IS JE NAAM? Oefening 5 Schrijf de datum in getallen. Voorbeelden vijf januari 2010 5-1-2010 elf maart 2004 11-3-2004 twintig juni 1998 20-6-1998 1 tien augustus 2007 2 vijftien mei 1977 3 twee juli 2011 4 achttien december 2001 5 twaalf februari 2012 Grammatica: zijn zijn ik ben Ik ben Aleksander. je bent Je bent in Nederland. u bent U bent Pools? hij is Aleksander is getrouwd. ze is Eva is de vrouw van Aleksander. we zijn jullie zijn ze zijn We zijn in Rotterdam. Jullie zijn Nederlands. Aleksander en Eva zijn Pools.
1 WAT IS JE NAAM? 9 Oefening 6 Schrijf het goede woord in de zin. 1 Voorbeelden Ik ben Zora. We zijn in Nederland. ben / is is / zijn 1 Eva de vrouw van Aleksander. ben / is 2 Jij Amerikaans. bent / zijn 3 We in Nederland. is / zijn 4 Jullie drie jaar getrouwd. ben / zijn 5 Het adres Reeweg 5. bent / is 6 Eva en Aleksander Pools. is / zijn Oefening 7 Maak een zin met het woord. Voorbeeld geboren Ik ben geboren op 5 augustus 1970 in Mali. 1 woon 2 geboorteland 3 adres 4 mei 5 land
10 1 WAT IS JE NAAM? Oefening 8 Beantwoord de vragen. Voorbeelden Wat is je naam? Sandra Westra Wat is uw adres? Prinsenstraat 5 Wat is je leeftijd? Bent u getrouwd? 22 jaar Nee 1 Wat is je naam? 2 Wat is je adres? 3 Wat is uw geboortedatum? 4 Wat is uw postcode? 5 Wat is je telefoonnummer? 6 Wat is je geboorteland? 7 Wat is je leeftijd? 8 Bent u getrouwd? Oefening 9 Wie ben je? Schrijf 4 zinnen. Voorbeelden Ik ben Daw. Ik kom uit Thailand. Ik woon in Amsterdam. Mijn adres is Wilhelminastraat 5.
1 WAT IS JE NAAM? 11 Ik ben Abhay. 1 Ik ben getrouwd. Mijn geboortedatum is 5-3-1985. Mijn geboorteland is India. Oefening 10 Vul het formulier in. Naam Adres Postcode Plaats E-mail Telefoon Geboortedatum Geboorteland