Whitepaper Reduceren arbeidsongeschiktheidsuitkeringslasten
Ziekmelding (werknemer) Plan van Aanpak (werknemer+ werkgever) Eerstejaars-evaluatie (werknemer+ werkgever) Re-intergratie verslag (werknemer+ werkgever) Aanvraag WIA (werknemer) WIA? Week 6 Week 8 Week 42 Week 52 Week 88 Week 91 Week 93 Week 104 Probleemanalyse (bedrijfsarts) Eerstejaars ZW beoordeling (UWV) Anderhalf jaar ziek (UWV) WIA beoordeling (UWV) Weet u wat verzuim van uw medewerker kost? Weet u daarnaast hoelang uw organisatie deze uitkeringen doorbelast kan krijgen? En welke kosten daarmee gepaard zijn? Een verzuimende werknemer moet u in de meeste gevallen loon doorbetalen. Als een werknemer ziek wordt geldt er voor de WIA een wachttijd van 104 weken. In deze 104 weken worden van u en uw werknemer voldoende re-integratie inspanningen en vaste rapportage momenten verwacht. De eisen hiervoor zijn vastgelegd in de regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar. Dit wordt ook wel Wet Verbetering Poortwachter genoemd. 1e 104 weken verzuim In een aantal gevallen heeft een werkgever recht op looncompensatie bij ziekte (no-riskpolis). Deze no-riskpolis geldt voor werknemers met een arbeidshandicap of ziekte. Bij deze groep wordt de loondoorbetaling (deels) overgenomen door het UWV. De no-riskpolis geldt in de meeste gevallen 5 jaar vanaf de datum van de indiensttreding. Afhankelijk van de oorzaak is de uitbetaling in het eerste ziektejaar jaar tussen 70% en 100% van het dagloon. Deze ziektegevallen verlagen maximaal de kosten voor de werkgever. Als uw werknemer een tijdelijk contract heeft en deze loopt tijdens zijn verzuim van rechtswege af dan stopt op dat moment de loondoorbetaling. Vanaf dat moment heeft de werknemer recht op een ziektewet-uitkering. Deze ziektewet-uitkering wordt maximaal 104 weken doorbelast aan de werkgever. Als u eigenrisicodrager voor de ziektewet bent, betaalt u of uw verzekeraar deze uitkering. Is dit niet het geval dan wordt deze uitkering doorbelast door middel van de gedifferentieerde premie werkhervattingskas in het onderdeel ziektewet flex. Wanneer komt UWV in beeld? Aan het einde van het eerste ziektejaar wordt de werknemer opgeroepen voor de Eerstejaars ziektewet-beoordeling. De werknemer wordt na de 42e week hiervoor opgeroepen. Er wordt beoordeeld of de werknemer nog in dezelfde mate arbeidsongeschikt is en wat voor werk de werknemer nog wel kan doen. Afhankelijk van de uitkomst wordt de ziektewet-uitkering stop gezet of nog één jaar toegekend. In de 88e week krijgen u en uw werknemer een brief over de aanvraag WIA. De werknemer heeft voor deze aanvraag het re-integratieverslag nodig. U moet het re-integratieverslag uiterlijk in 91e week aan uw werknemer sturen. Zo heeft de werknemer de tijd om in de 93e week de aanvraag WIA te hebben gedaan.
Tussen de 93 en 104 weken ziekte beoordeelt UWV of uw werknemer recht heeft op een WIA uitkering. Tijdens deze beoordeling wordt gekeken of u en uw werknemer voldoende hebben gedaan aan re-integratie. Verder is er een gesprek tussen de verzekeringsarts en uw werknemer. 104 weken, en dan. Als uw werknemer ziek wordt en na 104 weken ziekte nog ten minste 35% arbeidsongeschikt wordt beschouwd door UWV, heeft hij/zij recht op een WIA-uitkering. WIA staat voor Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Er zijn twee WIA-uitkeringen: de WGA-uitkering (Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikte) en de IVA-uitkering (Inkomstenvoorziening volledig arbeidsongeschikten). De volgende situaties bepalen welke uitkering uw werknemer krijgt: Let op! Is uw werknemer minder dan 35% arbeidsongeschikt? Dan heeft hij geen recht op een WIA-uitkering. WGA uitkering: Uw werknemer is minstens 35% maar minder dan 80% arbeidsongeschikt. WGA-uitkering: Uw werknemer is minstens 80% arbeidsongeschikt maar met redelijke kans op herstel. Uw werknemer is tijdelijk arbeidsongeschikt. IVA-uitkering: Uw werknemer is minstens 80% arbeidsongeschikt en er is weinig of geen kans op herstel. Opbouw WGA-uitkering De werknemer ontvangt eerst een loongerelateerde uitkering (LGU). De termijn van deze loongerelateerde uitkering is ten minste drie maanden en ten hoogste 38 maanden en wordt volledig aan u als werkgever toegerekend. De maximale duur van de loongerelateerde uitkering wordt vanaf 1 januari 2016 in stappen gekort van 38 naar 24 maanden. De hoogte van de LGU is de eerste 2 maanden 75% van het WIA maandloon en vervolgens 70% van het WIA-maandloon. De duur van de LGU wordt bepaald aan de hand van het arbeidsverleden van uw werknemer. Na de LGU volgt een loonaanvullingsuitkering (LAU) of een WGA-vervolguitkering. Het UWV stelt vast welk maandloon de werknemer in theorie nog zou kunnen verdienen in verhouding tot de mate van arbeidsongeschiktheid. Er is sprake van een LAU wanneer
de werknemer meer dan 50% kan verdienen van het theoretisch maandloon. Er is sprake van een WGA-vervolguitkering wanneer de werknemer minder dan 50% van het maandloon kan verdienen. De hoogte van de LAU is 70% van het WIA-maandloon, maar maximaal 70% van het op dat moment geldende minimumloon. De hoogte van het WIA-maandloon is gebaseerd op wat de werknemer vroeger verdiende. De hoogte van de WGA-vervolguitkering is gebaseerd op het minimumloon en houdt geen rekening met het arbeidsverleden. Als er niets verandert in de situatie van de werknemer, loopt de LAU of WGAvervolguitkering door tot de AOW leeftijd. U wilt meer weten over de toekenning van een WGA-uitkering van uw (ex-)werknemer, of u bent het er niet mee eens, wat is mogelijk? Het UWV stelt bezwaarmomenten open op het moment dat een LGU wordt toegekend. Daarnaast zijn er bezwaarmogelijkheden bij overgang naar de LAU of WGA-vervolguitkering, bij afgifte van nieuwe beschikkingen of door een wijziging in arbeidsongeschiktheid. Ook zou het UWV met regelmaat (ex-)werknemers op moeten roepen voor een herbeoordeling, dit zijn eveneens bezwaarmomenten. Het UWV doet dit echter niet structureel. Praktijk De praktijk laat zien dat veel (ex-)werknemers een WGA beschikking ontvangen van het UWV met een redelijk tot goede verwachting op herstel. De WGA beschikking impliceert dat er voor u re-integratie en inspanningsverplichtingen gelden gedurende 10 jaar na einde wachttijd WIA als uw werknemer bij u in dienst blijft of als u eigenrisicodrager voor de WGA bent. Van alle WIA-uitkeringen die het UWV toekent is ongeveer 70% toegekend wegens volledige arbeidsongeschiktheid. In al die gevallen is het de vraag of de arbeidsongeschiktheid duurzaam is of niet. Met andere woorden of een IVA-uitkering moet worden toegekend, die u niets kost, of een WGA-uitkering die tien jaar lang hoge kosten met zich meebrengt. Het is regelmatig niet duidelijk in welke mate de (ex-)werknemer nog inzetbaar is in arbeid. Mogelijk is er duurzaamheid opgetreden van arbeidsongeschiktheid en past een IVA beter bij de situatie van de (ex-)werknemer. Ook uw werknemer heeft belang bij toekenning van
een IVA-uitkering omdat deze hoger is (75% van het dagloon) dan de WGA-uitkering (75% van het dagloon in de eerste twee maanden en 70% van het dagloon in de daarop volgende maanden). Mogelijk is uw (ex-)werknemer na herbeoordeling meer arbeidsgeschikt en wordt de re-integratie in de arbeidsmarkt positief beïnvloed. Hierdoor hoeft u als werkgever minder af te dragen over de resterende WGA periode. Einde WGA uitkering Het recht op een WGA-uitkering eindigt op de dag dat de werknemer niet meer gedeeltelijk arbeidsongeschikt (<35% arbeidsongeschikt) is. De uitbetaling van de uitkering eindigt twee maanden na de dag dat hij niet langer arbeidsongeschikt is, maar niet eerder dan einde LGU. Echter, de doorbelasting aan u als werkgever stopt wel direct op het moment dat de werknemer <35% arbeidsongeschikt wordt beoordeeld. Hiertoe is het UWV verplicht. Verder stopt de WGA-uitkering wanneer iemand duurzaam arbeidsongeschikt wordt beoordeeld door het UWV en een IVA-uitkering krijgt. Kosten WGA Zolang het recht op een WIA-uitkering blijft bestaan kan deze tot maximaal 10 jaar na de Ziektewet periode van 2 jaar worden toegerekend aan uw organisatie. In totaal kunt u dus 12 jaar de lasten dragen. Twee uitzonderingen zijn het bereiken van de pensioenleeftijd, wanneer de (ex-)werknemer een AOW-uitkering gaat ontvangen, of wanneer de (ex-)werknemer voortijdig komt te overlijden. Gemiddeld kost een WGA dossier u rond de 150.000,-. Werkhervattingskas Ziektewet-flex en WGA-uitkeringen worden gefinancierd vanuit de werkhervattingskas. Bij ziektewet-flex betreft dit maximaal de gehele duur van de uitkering (2 jaar) en bij de WGA-uitkeringen maximaal 10 jaar. In de loop van de jaren is er regelmatig wat gewijzigd in de wetgeving rondom de werkhervattingskas: Tot en met 31 december 2013 Tot en met 31 december 2013 betaalden werkgevers die niet ERD voor de WGA waren een gedifferentieerde premie WGA. Voor kleine werkgevers (met een loonsom tot 757.500,-) geldt een sectorpremie, voor grote werkgevers (loonsom vanaf 757.000,-) geldt een gedifferentieerde premie. Deze premiedifferentiatie gold enkel voor de WGA uitkeringen.
Vanaf 1 januari 2014 Per 1 januari 2014 trad de premiedifferentiatie van de Bezava (Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters) in werking. De premiedifferentiatie gold al voor de WGA-lasten en is ook ingevoerd voor WGA-flex en ZW-flex. Voor grote werkgevers (loonsom > 100 maal de gemiddelde loonsom) geldt dan een individuele gedifferentieerde premie, voor middelgrote werkgevers (loonsom tussen 10 en 100 maal de gemiddelde loonsom) is de premie deels sectoraal en deels individueel. Kleine werkgevers ( 10 maal de gemiddelde loonsom) betalen een sectorale premie. Werkgevers kregen drie uitkeringen toegerekend, namelijk WGA-vast, WGA-flex en ZW-flex. Het was mogelijk om eigenrisicodrager te worden voor de onderdelen WGA-vast en ZW-flex. Let op! Als u als werkgever terugkeert naar UWV dan is dat voor minimaal 3 jaar voordat er weer een keuze kan worden gemaakt voor eigenrisicodragerschap. Vanaf 1 januari 2017 Per 1 januari 2017 vinden er een aantal wijzigingen in het hybride stelsel van de WGA plaats. Het gaat om: WGA staartlasten blijven achter bij UWV Als uw organisatie besluit eigenrisicodrager voor de WGA te worden dan betaalde u in het verleden een afkoopsom bij het afsluiten van uw verzekering of financierde u deze lasten zelf. Door het betalen van een afkoopsom nam de verzekeraar de uitbetaling over van de uitkeringen van de werknemers die op het moment van overstap een WGA-uitkering ontvingen of ziek waren en op termijn een WGA-uitkering zouden ontvangen. Per 1 januari 2017 gaat dit wijzigen. Deze zogenaamde staartlasten blijven achter bij UWV. WGA-vast en WGA-flex worden samengevoegd Met ingang van 1 januari 2017 worden de WGA vast en WGA flex samengevoegd tot één premie. Dit noemt het UWV WGA-totaal. Werkgevers die eigenrisicodrager voor de WGA zijn moeten een nieuwe afweging maken of zij deze verzekering voortzetten, met daaraan gekoppeld een nieuwe verzekeringspremie voor WGA totaal en een nieuwe garantstelling. Een andere optie is terugkeer naar UWV. Werkgevers die het risico nog niet hadden herverzekerd kunnen vanaf 2017 alleen eigenrisicodrager voor WGA-totaal worden.
Invoering terugkeerpremie WGA Voor 1 juli 2015 gold dat indien u terugkeerde naar het UWV u eerst een minimum premie betaalde voor het onderdeel of de onderdelen waarvoor u eigenrisicodrager was. Als u op of na 1 juli 2015 terugkeert of terugkeerde naar het UWV dan geldt per 1 januari 2017 een wijziging in de vaststelling van de hoogte van het gedifferentieerde premiepercentage. Vanaf 1 januari 2017 gaat u een gedifferentieerde premie betalen die wordt gebaseerd op de veroorzaakte schade (WGA uitkeringen) uit het verleden. Deze schade betreft uitkeringen die ontstaan zijn tijdens de periode van eigenrisicodragen, maar er wordt ook gekeken naar eventueel voorafgaande perioden ten tijde van publieke verzekering (UWV). Per 1 januari 2017 worden daardoor de lasten verhoogd. 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Ziektewet Sectorpremie Gedifferentieerde premie ZW WGA-flex WGA Vangnet Gedifferentieerde premie WGA Gedifferentieerde premie WGA-flex Gedifferentieerde premie WGA vast en flex Let op! Ieder jaar zijn er 2 momenten waarop u kunt besluiten of eigenrisicodrager te worden, per 1 januari en per 1 juli. 13 weken voor die datum moet de aanvraag bij de Belastingdienst binnen zijn, dus uiterlijk 31 maart, of 1 oktober. Eigenrisicodragerschap, de verschillende mogelijkheden Het eigenrisicodragerschap houdt in dat u een alternatieve verzekeringsvorm kiest voor de WGA-lasten in plaats van de publieke, gedifferentieerde premie die het UWV via de Belastingdienst aan u toerekent. U of uw verzekeraar neemt het risico voor de arbeidsongeschikte werknemer over van het UWV. De kosten van de re-integratie en uitkeringen komen dan direct ten laste van u. Er zijn verschillende verzekeringsvormen als u besluit eigenrisicodrager te worden. Dit kan variëren van een faillissement garantie (uitkeringslasten en uitvoering volledig bij de werkgever) tot en met een volledige verzekering (alle uitkeringslasten gedekt via een verzekeraar). Als u eigenrisicodrager ben of wilt worden dan heeft u een garantieverklaring van een bank of verzekeraar nodig.
Einde eigenrisicodragerschap Eigenrisicodragerschap kan op twee manieren stoppen. U kiest er zelf voor om terug te keren naar het UWV of het eigenrisicodragerschap wordt voor u beëindigd (bijvoorbeeld bij faillissement of omdat de garantieverklaring wordt ingetrokken). Actief reduceren uitkeringslasten U als werkgever heeft een actieve rol in het minimaliseren van uitkeringslasten. Enerzijds is dat door verzuim tegen te gaan en maximaal te voldoen aan de verplichtingen die de Wet verbetering Poortwachter u voorschrijft. Maar als een werknemer dan toch in de WGA terecht komt, is dat, zoals u heeft kunnen lezen, zeker geen vast gegeven. U kunt, door actief uw premies te (laten) controleren en actief betrokken te blijven bij het verloop van de WGA uitkering van uw (ex-) werknemer uw uitkeringslasten minimaliseren. Om dit te doen moet u ervoor zorgen dat u goed op de hoogte blijft van niet alleen het verloop van het verzuim, maar ook alle (on-)mogelijkheden die u als werkgever heeft. Verzeker uzelf ervan dat u volledig in control bent èn blijft over de aan uw organisatie toegerekende WGA uitkeringen. Meer weten over de wijze waarop OAZ u kan ondersteunen? Neem vrijblijvend contact op met OAZ subsidieadvies (0118-421700).
Over OAZ subsidieadvies OAZ subsidieadvies is een landelijk opererende onderneming, gespecialiseerd in het financieel en administratief optimaliseren van subsidiestromen, fiscale regelingen en kostenbesparingen op het gebied van personeel en arbeid. De overheid stelt hoge eisen aan het juiste gebruik van subsidies. Onze ambitieuze en enthousiaste adviseurs zetten graag hun kennis en ervaring in om u te voorzien van een deskundig advies. Wij houden daarbij alle ontwikkelingen met betrekking tot subsidies en andere regelingen nauwlettend in de gaten. Daarnaast worden wij intensief betrokken bij ontwikkelingen op het gebied van subsidies. Hierdoor kunnen wij u vroegtijdig adviseren en ondersteunen op basis van de laatste actualiteit. Wij nemen u daadwerkelijk werk uit handen. Uiteraard houden wij u tijdens het gehele proces van intake, onderzoek en realisatie op de hoogte van onze bevindingen. Omdat wij veelal op basis van no-cureno-pay werken, leveren onze werkzaamheden u altijd meer op dan het u kost. Voor meer informatie over dit onderwerp: Neemt contact op met Jurgen Brouwers via 0118-421 700. Op de hoogte blijven? Volg ons via de website of social media. Ook kunt u zich via de website aanmelden voor onze nieuwsbrief. www.oazsubsidie.nl linkedin.com/oaz-subsidie twitter.com/oazsubsidie