GEMEENTE TILBURG. roiidzakeii 1 Miliii Wonon H 9 nllirllh vr iiiir1iiw Porsonool Omniiii 1 lntriiatwni rhn 1 Wîjkwothnudor Binnenstad i fl..



Vergelijkbare documenten
Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory.

Verkoopbaarheid en verhuurbaarheid van vastgoed verhogen door Duurzame Energieopwekking

Opinievergaring jongeren Gebouwde Omgeving

De rol van biomassa in de energietransitie.

GREEN DEAL DUURZAME ENERGIE

VNG koerst op duurzaamheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Duurzame ontwikkeling:

Raymond Roeffel Directeur Trineco. Regelgeving, Organisatie en beheermodellen rondom Zonne

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

FIREW - FInanciering en Realisatie Energietransitie recente Woonwijken Openbaar Eindrapport

Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden. Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden

Energieakkoord voor duurzame groei. Juli 2014 WERK IN UITVOERING. Ed Nijpels. Wie zaten aan tafel tijdens de onderhandelingen?

Urgenda ESCo-project. Peter Odermatt

VAN ONRENDABELE GROND NAAR DUURZAAM RENDEMENT

KLIMAAT, ENERGIE EN GRONDSTOFFEN

ENERGIEAKKOORD. Gevolgen, verplichtingen en kansen THOMAS KOKSHOORN

Het huidig PV-landschap, stand van zaken en perspectief

Energieakkoord voor duurzame groei

Onderwerp: Kaders voor windenergie

Ontwikkelingen Zonne-energie

Onderwerp: Kaders voor windenergie

Warmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst

B-140 Green Deal: Groene Gevangenis Veenhuizen: naar een gevangenis voorzien van duurzame energie uit de regio

Ja. Ja. D66 wil dat Groningen in 2040 al CO 2- neutraal is en wil dat de provincie een ambitieuze regionale energiestrategie opstelt.

Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei

Locaties voor energiecoöperaties

Directoraat-generaal Klimaat en Energie Bezoekadres Postadres Overheidsidentificatienr Ons kenmerk Salderen tot 2023, daarna geleidelijk afbouwen

Energietransitie. 13 april 2018

Mogelijkheden voor energie coöperaties. Jeroen Leclercq

Praktische voorstellen voor energiebesparing in haven en industrie. Alex Ouwehand Directeur NMZH

B-89 Green Deal Warmte Deventer Keizerslanden

Loyens en Loeff seminar

Welkom. Stefan Korthout. Stichting Waalwijk CO2 Vrij 29/11/2016

ECFD/U Lbr. 14/019

Saldering. Wido van Heemstra Agentschap NL

BuildDesk kennisdocument

CPB doorrekening verkiezingsprogrammaʼs: Duurzaamheid"

Van Energie naar Klimaat Energietransitie in Nederland Timme Lucassen Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Locaties voor energiecoöperaties

Energieakkoord: Wij zijn aan zet!

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 3 januari 2017 Betreft Evaluatie salderingsregeling

De bijdrage van de gebouwde omgeving in de energietransitie

Welkom Energie besparen en opwekken met PV panelen ECOPARK DE LIMES, ALPHEN AAN DEN RIJN, 16 JULI 2015

MJA Routekaart ICT 2030 en SER Energieakkoord

Helmonds Energieconvenant

Energietransitie = CO 2 -transitie

Masterclass IV. Energie op bedrijventerreinen

Verduurzaming woningportefeuille: de woonbundel. 4 maart 2013

Lusten en lasten eerlijk verdelen

Toelichting doorrekening Energieakkoord - Gebouwde omgeving

Decentrale duurzame elektriciteitsproductie

Omdat er veel vragen over binnenkomen bij de VNG hebben we deze hieronder geplaatst en van een antwoord voorzien.

PARKSTAD LIMBURG ENERGIE TRANSITIE

Route naar een Duurzame Energievoorziening

Sámen werken aan. Voor gemeenten en MKB. erduurzaming

Energiemonitoring. de eerste stap voor organisaties om te verduurzamen

Gas op Maat. Postbus 250, 3190 AG Hoogvliet Rotterdam Telefoon +31(0)

... Gemeente Eindhoven en Eneco in Samen gaan we voor decentrale en duurzame toekomst! Waarde creëren Stadhuisplein. Veranderende overheid

Energie-uitdagingen op Bedrijventerreinen

Evaluatie Uitvoeringsprogramma versie: 29-jan Doelen Doelstelling bereikt? reductie

MEMORANDUM OF UNDERSTANDING ENERGIE-EFFICIËNTIE IN DE GEBOUWDE OMGEVING IN DE BENELUX EN AANGRENZENDE GEBIEDEN

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Concessie Duurzame Energievoorziening Nieuw Reijerwaard. Rotterdam, 12 september 2017 tel

Workshop financieringsconstructies. Arthur Messelink & Daan Arkesteijn

MiddenBeemster. Aanpak tussen gemeente en huurders. Duurzaam Woonbron

Locaties voor energiecoöperaties. In opdracht van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

Meer grip op klimaatbeleid

Zonnige Bedrijven in Oude IJsselstreek. onderdeel van Zonnige Bedrijven in de Achterhoek

Van Energiebesparen naar CO2-neutraal

Antwoord van minister Kamp (Economische Zaken), mede namens de staatssecretaris van Financiën (ontvangen 7 mei 2014)

VERKLARING Green Deal tussen Unie van waterschappen en Rijksoverheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Energie-Nederland: Deze Green Deal is een belangrijke stap voor de verduurzaming van de Nederlandse energievoorziening de komende decennia

Kansen voor zonpv: de RVO-regelingen. 22 maart Wido van Heemstra. 23 maart Karin Keijzer

Regionale Energie Strategie

Overijssel maakt werk van nieuwe energie!

C-151 Green Deal De Groene Grachten

Verduurzamen van commercieel vastgoed juridische aspecten

Regionale Energie Strategie

Uitvoeringsmaatregelen Hier zijn als beeldvorming de richtingen aangegeven waar het college verder inhoud aan te geven.

Overijssel maakt werk van nieuwe energie!

Energieakkoord voor duurzame groei. 6 september 2013

Bestaand Vastgoed. Hoe beweging krijgen in verduurzaming? Vincent Swinkels Mei DHV 2011 All rights reserved Openbaar

Kansen voor warmtenetten in Noord-Holland

1. Wethouder Tiemens te machtigen voor het ondertekenen van het Gelders Energie Akkoord.

C-195 Green Deal Energie Unie van Waterschappen - Rijk

Subsidieaanvraag in het kader van het leefbaarheidsbudget Gemeente Geldermalsen

Steller :S. Wind Telefoonnummer ; Afdeling : Middelen en Beheer - VG s.wind@hoorn.nl Document retour: Nee

Programma Energie Samenvatting Projectplan

SER Energieakkoord: prestatieafspraken en EPK handhaving Wet milieubeheer energiebesparing. DGMI/KLG Afdeling Klimaat: Stef Strik

Benut alle kansen van zonnepanelen

Zon op VVE. Wormerveer Eric de Lange 19 mei 2016

Zonnige Bedrijven in de Achterhoek

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bouwen is Vooruitzien

ENERGIEZUINIG HUREN IN AMERSFOORT

Haags Warmtebedrijf Tussenrapportage 12 maart 2014

Businesscases zonne-energie: waar kan het, en wat levert het op?

Transcriptie:

Ministerie van Infrastructuur en Milieu T.a.v.: Staatssecretaris W. Mansveld Postbus 20901 2500 EX DEN HAAG Datum Ons kenmerk 28 februari 2013 BdVfpbO2l3 Onderwerp Uw kenmerk Postadres Bezoekadres Postbus 90155 Stadhuisplein 130 5000 LH Tilburg Geachte mevrouw Mansveld, In 2011 is door de decentrale overheden en het rijk een gezamenlijke Lokale Klimaat Agenda 2011-2014 opgesteld. Deze agenda is de basis voor een groot aantal concrete acties. In het overleg met de klimaatambassadeurs van 28 januari 2013 is met u gesproken over speerpunten voor 2013. Afgesproken is dat de klimaatambassadeurs een korte toelichting geven op de voorgestelde speerpunten voor de Lokale Klimaat Agenda 2013. De speerpunten sluiten deels aan bij de speerpunten van 2012 en zijn deels het gevolg van de met u besproken verkenning van het Planbureau voor de Leefomgeving naar de effecten van verschillende klimaatmaatregelen op C0 2 -reductie, werkgelegenheid, kosten voor de overheid en woonlasten. Wij denken dat dit de punten zijn waarmee wij samen met het rijk in 2013 echt een verschil kunnen maken. En dat is hard nodig om de doelstellingen voor energiebesparing, klimaat en opwek van duurzame energie in 2020 te bereiken. Hieronder worden concrete voorstellen gedaan voor de samenwerking in 2013. 1. Woningwaarderirig/verduurzamlng bebouwde omgeving Door de financiële en economische crisis, uitstel van de verplichte invoering van het energielabel, de recente ontwikkelingen in de corporatiesector en het niet meenemen van de energiecomponent in de bepaling van de maximum huurgrens dreigen de ambities voor energiebesparing in de gebouwde omgeving niet gehaald te worden. Aanvullende maatregelen zijn nodig. Er Is een aanzienlijk potentieel voor energiebesparing in de woningvoorraad, en deze maatregelen zijn vanuit macro economisch oogpunt vaak kosteneffectief. Bovendien dragen zij bij aan de werkgelegenheid in de bouwsector en helpt energiebesparing bewoners om hun woonlasten onder controle te houden. Toch komen investeringen in deze sector maar moeilijk van de grond. Om het besparingstempo in de woningvoorraad te vergroten, is een minder vrijblijvende aanpak nodig in combinatie met de juiste financiële incentives. Met alleen subsidies, convenanten en campagnes gericht op gedragsverandering worden de voorgenomen doelstellingen niet gehaald. Van ruk wordt verwacht Ten eerste is het van belang de maximale huurprijs mede afhankelijk te maken van de energieprestatie van woningen en beleid te baseren op woonlasten (huur plus energierekening) in plaats van alleen huurlasten. Dit betekent dus het vervangen van de huidige maximum huurgrenzen door huurgrenzen die gebaseerd zijn op huur plus energie. Verder verdient het aanbeveling om de mogelijkheden voor fiscale prikkels voor de verduurzaming van roiidzakeii 1 Miliii Wonon H 9 nllirllh vr iiiir1iiw Porsonool Omniiii 1 lntriiatwni rhn 1 Wîjkwothnudor Binnenstad i fl..,, Vragen aan de Remeenle? 1(11k op wwtiliitgnl

de woningvoorraad serieus te onderzoeken. Een voorbeeld uit cle PBL verkenning is het differentiëren van de OZB en het Eigenwoning Forfait op basis van het energielabel. Omdat de woningen met hoge energielasten vaak bewoond worden door mensen met lagere inkomens, vraagt met name deze groep extra aandacht. Dit kan bijvoorbeeld door het compenseren van de lagere inkomens uit de opbrengsten van deze maatregel. Nog beter is het om met de opbrengsten vanuit de fiscale prikkels deze woningen energetisch aan te pakken. Daarnaast moet de invoering van het energielabel een minder vrijblijvend karakte krijgen. Zie PBL-rapport Verkenning mogelijke klimaatmaatregelen l.okale Klimaat Agenda (LKA), paragraaf 3.4. 2. Salderen De realisatie van lokaal geproduceerde duurzame energie loopt aan tegen belemmeringen om collectief geproduceerde energie voor eigen gebruik in te zetten, In (middel-)grote steden met veel gestapelde bouw genieten bewoners van appartementen (VvE s) nu niet dezelfde fiscale voordelen als bewoners van eengezinswoningen. Daardoor gaat een groot deel van het potentieel verloren. Daarnaast verenigen meer en meer burgers zich in energiecoöperaties. Deze coöperaties zijn niet alleen geïnteresseerd in duurzame energie op hun eigen woningen e.d., maar ook in het gezamenlijk deelnemen in lokale duurzame energiesystemen op wat grotere afstand. Gemeenten en waterschappen kunnen hiervoor waar mogelijk publieke locaties beschikbaar stellen (bijv. kantoren, scholen, rioolwaterzuiveringen). Het betrekken van burgers en lokale bedrijven in de lokale opwekking van duurzame energie past in de energietransitie richting een C0 grotere sociale cohesie op lokaal niveau. Nodig is dat bewoners van appartementen en lokale energie coöperaties voldoende korting op de energiebelasting krijgen om een financieel aantrekkelijke businesscase voor lokale duurzame energieprojecten te kunnen vormen. Van ruk wordt verwacht Ruimere salderingsregels voor lokaal opgewekte duurzame energie, waarbij: - VvE s automatisch worden aangemerkt als coöperatie zodat zij geen onnodige notariskosten hoeven te maken; - VvE s, bewoners van appartementen en coöperaties liefst gelijk worden gesteld aan eengezinswoningen, en dus geen energiebelasting en BTW hoeven te betalen over zelf opgewekte stroom, ofwel het fiscale voordeel voor deze groepen in ieder geval hoog genoeg is om een rendabele businesscase op te stellen (TVT van S tot 10 jaar); - lokaal wordt gedefinieerd als: vallend binnen de gemeentegrenzen; - een stabiel investeringsklimaat ontstaat. Dat betekent dat de salderingregeling Iangjarige zekerheid biedt; - de saldeerregeling ook openstaat voor burgerinitiatieven op het gebied van grootschalige windenergie (> 3 MW), die geen gebruik maken van de SDE+. Juist bij wind op land is burgerparticipatie belangrijk voor het creëren van het benodigde draagvlak. Zie PBL-rapport Verkenning mogelijke klimaatmaatregelen Lokale Klimaat Agenda (LKA), paragraaf 3.1. 2 -neutrale samenleving. Daarnaast is een welkom neveneffect een 3. lntensivering handhaving 5 jaar tvt Wet Milieubeheer Door druk op de handhavingstaken leggen gemeenten de prioriteit niet bij het handhaven van de fh iiurlij.fl Hlk.H 1j11ifl 1 a nicu img Priil & i in W3 lik fllati S IW B It kin 1 f Wiikwetlinuiiei iiineiiknl u. 1 Vragen aan de gemeente? Qp wiilburg ni

energiebesparende maatregelen die bedrijven moeten nemen op basis van de Wet Milieubeheer. Met het ontstaan van de RUD s is deze prioritering zeker niet verhoogd. Effectieve hulpmiddelen voor uitvoering van de Wet Milieubeheer zoals prestatiematen en best beschikbare technieken per sector ontbreken of hebben onvoldoende juridische status. Om toch te kunnen handhaven moeten RUD s specialistische kennis in huis hebben om de discussie met bedrijven aan te kunnen gaan. Ook ontstaan daardoor verschillen in beoordeling van technieken tussen RUD s. Er kan veel energiewinst worden gehaald uit het realiseren van energiemaatregelen binnen bedrijven. De praktijk leert dat zonder handhaving veel maatregelen niet uitgevoerd worden. Hierdoor gaat een groot besparingspotentieel verloren. De recente motie van Van Veldhoven signaleert dat de Wet Milieubeheer effectiever kan worden ingezet. Ook het bedrijfsleven zelf is gebaat bij heldere afspraken. Intensivering van cle handhaving van de 5 jaar terugverdientijd regel voor energiebesparende maatregelen hij bedrijven. Operationalisering van de 5 jaar terugverdientijd regel door het vaststellen van eenduidige prestatiematen en het opnemen van een lijst van best beschikbare technieken per sector in het Activiteitenbesluit. Een voorbeeld is het invoeren van een energieprestatienorm voor datacenters of een rendementseis voor WKO installaties. Andere mogelijke verbeteringen zijn: duidelijkheid verschaffen over wat een natuurlijk moment is, eisen stellen aan renovatie, en het ontwikkelen van een uitfaseringstrategie voor laaghangend fruit zoals open deuren bij de detailhandel en onnodige verlichting in de nacht. Naast handhaven op energiebesparing is ook handhaven gewenst op verruimde reikwijdte van de Wet Milieubeheer op vervoersmanagement van personen- en goederenvervoer bij bedrijven. Zie PBL-rapport Verkenning mogelijke klimaatmaatregelen Lokale Klimaat Agenda (LKA), paragraaf 25. 4. Financiële instrumenten Realisatie van energiebesparing en duurzame energie worden gehinderd door financieringsproblemen. Dit betreft zowel grootschalige maatregelen en projecten als ook maatregelen op individueel woningniveau en In duurzame mobiliteit. De ontwikkel- en investeringskosten, maar ook de split incentive problematiek vormen de belangrijkste obstakels. Er liggen grote kansen en mogelijkheden om energiebesparing en de transitie naar duurzame energie aan te jagen en te versnellen. Deze worden door de private sector niet voldoende opgepakt. Met name bij de financiering van energiebesparingprojecten is er behoefte aan een katalysator. Hiermee wordt een financieringsgat overbrugd. Bovendien is de realisatie van de transitie naar een C0 2 -neutrale energie infrastructuur een economische kans. Veel projecten worden opgestart vanuit een goed idee, maar stranden door een gebrek aan kapitaal en professionaliteit om de ontwikkelfase door te komen. Ondersteuning in deze fase verhoogt de slagingskans. Ook bij de financieringen en fiscale regelingen m.b.t. mobiliteit/infrastructuur liggen er kansen om meer in te zetten op duurzaamheidcriteria. Een voldoende hoge CO2emissiehandelsprijs is voorwaarde om tot verduurzaming van 1 Mitiii Wonen P 1 - ii iiiitlijk nh 1 11H P l )OHHl riii 11h nationale simwi 1 H12 Wijkwothnudor Binnenstiil 1 j. Vragen aan de gerpeente? Ijjk op wwwtilburg ei

energievoorziening en productiewijzen te komen. Het ETS-systeem is het meest geëigende marktinstrument om dit te realiseren. Echter, het C0 2-prijsniveau en de verwachtingen zijn zo laag, dat de prikkel tot innovatie ontbreekt. Daarnaast ontbreken momenteel laagdrernpelige fondsen die de katalysatorrol m.b.t. de financiering van zowel de ontwikkelkosten als de investeringskosten kunnen invullen. De toegang tot dergelijke fondsen moet laagdrempelig zijn. Het in het brede akkoord voor woningmarkt en bouwsector opgenomen fonds is een goede stap in de richting. Er is echter een veelvoud aan investeringen nodig, dus slimme financieringsconstructies blijven nodig! Ook is er behoefte aan een garantiestelling voor decentrale overheden bij investeringen in innovaties in de afvalwaterketen of gemeentelijke afvalverwerking (bijv. biogas en warmteterugwinning). Wat betreft de split incentive en de professionalisering en opschaling van energieprojecten verdient de ontwikkeling van Energy Service Companies de aandacht. Voor duurzame mobiliteit is het van belang dat duurzaamheid beter wordt verankerd in de verschillende bestaande programma s. De ETS-problematiek is bekend. Als dit niet op Europees niveau wordt opgepakt, is een nationale oplossing nodig. Het rijk kan daarnaast processen versnellen door te participeren in reeds bestaande of nog op te richten fondsen (provincies, gemeenten). Daarnaast kan het rijk als intermediair optreden naar mogelijke andere financiers van de fondsen, zoals bijvoorbeeld pensioenfondsen of Europese programma s. Dergelijke fondsen kunnen ook worden ingezet voor snellere verduurzaming van de transportsector (groene groei). Innovatie kan worden bevorderd door garantiestellingen voor decentrale overheden bij investeringen in afvalwaterketen en afvalverwerking. Bij beslissingen over investeringen in (weg)infrastructuur kan structureel een MKBA worden toegepast waarin energie- en C0 2-gevoigen meewegen en waarin wordt ingespeeld op de tendens van een lagere groei van automobiliteit. Daarnaast geeft fiscale vergroening blijvende prikkels voor het gebruik van duurzame brandstoffen en voertuigen. Tot slot kan het Rijk een rol spelen in het professionaliseren van Energy Service Companies en energieprestatiecontracten, bijvoorbeeld door het actief verspreiden van best practices. Zie PBL-rapport Verkenning mogelijke klimaatmaatregelen Lokale Klimaat Agenda (LKA), paragraaf 3.7. 5. Experimenteerruimte Op lokaal niveau willen partijen soms verder gaan in het realiseren van energiemaatregelen en concepten dan de landelijke wetgeving mogelijk maakt. Een voorbeeld is het verlagen van de wettelijke minimum EPC eis om lokaal klimaatneutraal bouwen te stimuleren. Maar ook het experimenteren met innovatieve aanpakken in het kader van het salderen. Waterschappen hebben veel mogelijkheden om duurzame energie op te wekken (biogas, warmte, windenergie) en hebben daar met het Rijk ook afspraken over gemaakt in LKA en Green Deal. Er bestaat in de praktijk behoefte aan zekerheid over (juridische) mogelijkheden van levering van deze energie aan gemeenten en bedrijven. Argumenten voor het benoemen als speernunt Via het uitvoeren van experimenten kunnen nieuwe innovatieve projecten in de praktijk worden getest. Met deze ervaringen kan nuttige kennis worden opgedaan voor de landelijke aanpak. Meer ruimte om te experimenteren. Daarnaast ruimere kaders voor de experimenten (zoals de in voorbereiding zijnde AMvB Experimenten in het kader van de Elektriciteit- en Gaswet) w 1h d,a 1 iiij Hi) 11f1. ij ik pi 1 r o]lel L Ur i 1 litrnur;n ii iii,nn e n =J 1 Wi; I[tr lul-t BtLInl1 Lad. ] - 1 1 _l ] Yraen aan de gme nle )ijk op www.tslburg iii

paragraaf 3.6. Zie bijvoorbeeld PBL-rapport Verkenning mogelijke klimaatmaatregelen Lokale Klimaat Agenda (11(A), waterschappen aan gemeenten en bedrijven. mobiliteit. Duidelijkheid scheppen over de mogelijkheid van levering van duurzame energie door gebouwde omgeving, klimaatneutraal bouwen, lokale duurzame energieproductie en duurzame GEMEENTE TILBURG Vrae aan de pmeeola? I$ op ww$,tilbwg.il stiiuriijko Ier leij lint l Pereneel & OriiiiiLi 1 liitoritlnaln sitïiiiiurking rondzakon 1 Milieu Wwlall Iijiietii ÜU(IeI Bii eflsteii ij4i!1 fijua9; ambassadeur Klimaatneutrale Gemeenten B/nclIe Vries Met vriendelijke groet, Haarlemmermeer en Eindhoven en van de Unie van Waterschappen. ook namens mijn collega klimaatambassadeurs van de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, vruchtbare samenwerking. Wij denken graag mee over de verdere uitwerking van de voornoemcle punten en kijken uit naar een voor de monitoring van het klimaat- en energiebeleid, ook na 2014. door capaciteitsproblemen bij CBS. Wij willen graag aandacht vragen voor het belang van deze cijfers de energiegebruikgegevens in productie genomen worden. Deze productie staat mogelijk onder druk IPO, enkele gemeenten en AgentschapNl. betrokken zijn. Na het project moet de jaarlijkse levering van jarig project binnen het CBS (eindigt maart 2014). Dit project is een gezamenlijk project waarbij CBS Voor het beschikbaar krijgen van energieverbruikgegevens op lokaal niveau loopt op dit moment een 2- Naast deze vijf inhoudelijke speerpunten Is ook goede monitoring van belang. Creëren van meer en ruimere experimenteerruimte op het gebied van energiebesparing in de