Jaarverslag 2015 Samen kom je verder

Vergelijkbare documenten
Jaarverslag Leraar in de 21 eeuw

FUNCTIEPROFIEL OPLEIDINGSMANAGER MARNIX ACADEMIE

MANAGER INNOVATIECENTRUM

Fricolore Academy in samenwerking met Penta Nova. Middenmanagement (MMOT)

Integriteitscode van de Marnix Academie Integriteit, verbonden aan bekwaam, betrokken, bevlogen

Partnerschap. en scholen werken op basis van een gezamenlijke verantwoordelijkheid samen met studenten aan hun ontwikkeling tot professional.

MASTERS POST-HBO MAATWERK KENNISKRINGEN LEERGEMEENSCHAPPEN LEIDERSCHAPSOPLEIDINGEN TEAMONTWIKKELING

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Ontwikkeling van wetenschap en technologie in de pabo

Overzicht curriculum VU

Volg de Master Leren en Innoveren

1. Leerwerkplekovereenkomst Master Educational Needs (Master EN) Seminarium voor Orthopedagogiek HU

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn

Binnen twee jaar als leerkracht voor de klas. Verkorte opleiding Leraar Basisonderwijs (pabo) share your talent. move the world.

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

NIEUW LEADERSHIP IN EDUCATION MASTER

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa

Voldoende is niet goed genoeg.. Strategisch beleidsplan 2015/2019. Stichting H 3 O

MASTER LEIDERSCHAP EN INNOVATIE KIND EN EDUCATIE

Wat doet deugd in de lerarenopleiding? VELON congres, 27 maart februari 2014 Anja Tertoolen en Jos Castelijns

Activiteitmail maart 2016 Jaargang 13 nr. 2

Instituut voor Sociale Opleidingen

Schoolleider Voortgezet Onderwijs Basisbekwaam

Koersplan. Geloof in de toekomst

Vooraf... 6 Algemene karakteristiek... 8 Samenwerkingsverbanden Onderwijsaanbod Voortgezette professionalisering, advisering en

KINDEREN LATEN LEREN Strategisch beleidsplan SKO Flevoland en Veluwe. Ontwerpers van onderwijs voor de 21ste eeuw

WINDESHEIM IN ZWOLLE: UNIEKE MASTER VOOR HET BEROEPS- ONDERWIJS. Inspirators voor de toekomst

Factsheet Toelatingstoets PABO

Veel gestelde vragen - Studenten

OPLEIDINGSMANAGER MARKETING, SALES & TRADE

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

IselingeAcademie. Je verder specialiseren in onderwijs doe je bij Iselinge Academie

Koersplan - Geloof in de toekomst

Terugblik masterclasses HAN Pabo

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

Korte versie beleidsplan

Coördinator Wetenschap en Techniek

Masteropleiding Leren en Innoveren Locatie Helmond

Master Innovation & Leadership in Education

Veel gestelde vragen - Studenten

Veel gestelde vragen - Studenten

Inhoud: Schoolplan Verantwoording. Motto, missie, visie, overtuigingen. Doelen. Samenvatting strategisch beleid van de vereniging

Plan onderzoek OS Boss po Bijlage 7. Kenniscentrum Talentontwikkeling

Deskundigheid in Creatief Vermogen

Integraal HR voor leidinggevenden

Factsheet. Instroom hbo toegenomen, lichte groei aantal inschrijvingen en aantal gediplomeerden neemt gestaag toe.

Lesprogramma s voor pedagogische inzet van vechtsport in het onderwijs

Informatie werkplekleren

1,4% ten opzichte van studiejaar

Onderwijs met een hart. Strategische agenda

DE IMPACT VAN MASTEROPLEIDINGEN OP PROFESSIONALS EN HUN WERKOMGEVING

LECTOR WERELDBURGERSCHAP DE HAAGSE HOGESCHOOL

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:

Het verhaal van KPZ. LPNPO 07 februari 2019

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2010

Jaarverslag 2017 Zet de toon voor morgen. Jaarverslag Zet de toon voor morgen

vastgesteld door de faculteitsdirectie op 19 maart instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 5 april 2012.

Veel gestelde vragen - Studenten

Isaac Asimov. marnix academie

Doorkijkjes W&T in de Pabo

Onderwijs van de 21ste eeuw:

Associate degree Deeltijd

Profiel. Opleidingsmanager HBO-Rechten. 10 mei Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht

Dubbelspoor, traject voor zij-instromende directeuren in het primair onderwijs

SAMEN OPLEIDEN: impact van leren in beeld. Meerjarenplan Opleiden in de School

Een academische omgeving voor het basisonderwijs NRO-Congres 4 november 2015

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN

NIEUW TWEEJARIGE HBO-OPLEIDING ASSOCIATE DEGREE PEDAGOGISCH PROFESSIONAL KIND EN EDUCATIE

PostHBO CultuurBegeleider

Onderwijs met een hart. 1 Strategische agenda strategie agenda

Datum Uitnodiging subsidieaanvraag Regeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Dubbelspoor, traject voor zij-instromende directeuren in het primair onderwijs. Informatiebrochure Dubbelspoor 2016 Marnix Onderwijscentrum, Utrecht

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2009

Op expeditie naar waarde(n)

Praktijkopleider agrotechniek

Datum. Jaarverslag 2011

Protocol PDG en educatieve minor

Op weg naar betekenisvol onderwijs en onderzoekend en actief leren.

Veel gestelde vragen - Studenten

Associate Degree. Pedagogisch Professional Kind en Educatie

Nieuwe talentvolle leerkrachten via DIT IS WIJS voor de Rotterdamse Schoolbesturen

Functieprofiel. VOORZITTER EN LID RAAD VAN TOEZICHT Fidarda - SKOD

Werken aan vaardigheden van de 21 ste eeuw. 23 maart 2016

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

in het mbo Werken aan uitstroom - instroom

Visie Missie. De missie van onze stichting is de volgende: wie je morgen bent creëer je vandaag met de som van gisteren

Samen. stevige. ambities. werken aan.

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

Bovenschools Jaarplan 2018

landelijk overleg lerarenopleiding basisonderwijs

Nieuw! : Kies je eigen programma

WORKSHOP 3W21. Leermiddelen en activiteiten in het kader van Bildung. Mathi Vijgen programmaleider Bilding bij de FE uur / Round Control

Al lid van een kennisgemeenschap?

Jaarplan schooljaar

Ontwerpend leren. de ruimte in. Drs. ing. H. (Henk) Averesch

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013

Pedagogisch Professional Kind en Educatie

Schoolleider Primair Onderwijs - Basisbekwaam

Transcriptie:

Jaarverslag 2015 Samen kom je verder

Jaarverslag 2015 2 3

Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. Vooraf... 6... 8 Samenwerkingsverbanden... 11 Onderwijsaanbod... 16... 22... 24 Wereldburgerschap... 30 Kwaliteitszorg... 33 Personeel... 35 Bedrijfsbureau... 37... 38 Governance... 45... 52 Verslag Raad van Toezicht... 57 Het jaar in cijfers... 61 Balans per 31 december 2015... 62 Staat van baten en lasten over 2015... 63 Kasstroomoverzicht over 2015... 64... 65... 75 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. Vorderingen... 77 Liquide middelen... 79 Eigen vermogen... 80 Voorzieningen... 82 Langlopende schulden... 84 Kortlopende schulden... 85... 87 Rijksbijdragen... 89 Collegegelden... 90 Baten werk in opdrachten van derden... 90 Overige baten... 91 Personeelslasten... 92 Afschrijvingen... 94... 95 Overige instellingslasten... 96 Honoraria van de accountant... 98 Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders... 99 Overige gegevens... 100 4 5

Vooraf De titel van dit jaarverslag luidt Samen kom je verder. Binnen de Marnix Academie is dit inmiddels een heel bekende uitdrukking. Het was het jaarthema voor het studiejaar 2015-2016. Dat is niet voor niets zo gekozen, want als Marnix Academie werken we veel samen. Niet alleen als het gaat om het opleiden van onze studenten: dan werken we intensief samen met onze partnerscholen waar onze studenten hun ervaring in de praktijk opdoen. Maar het gaat ook om samenwerking met de onderwijsinstellingen waar onze studenten vandaan komen: de mboinstellingen en de instellingen voor voortgezet onderwijs. In 2015 is de samenwerking met andere (zelfstandige) lerarenopleidingen basisonderwijs geïntensiveerd. En we werken daarnaast aan het verder opzetten en uitdiepen van verbintenissen over de grens: ook in het buitenland zetten we samenwerkingsverbanden met partnerscholen en lerarenopleidingen op. Het thema samen kom je verder kwam in 2015 ook goed tot uiting in de voorbereidingen voor het Marnix Vluchtelingen Event en in de ontwikkeling van de masterclasses Een vluchtelingleerling in de groep. De komende jaren zal dit een vervolg krijgen. Voor studenten, medewerkers en partners van de Marnix Academie geldt voor het afgelopen jaar en voor de komende jaren onverkort: alleen ga je wellicht sneller, maar samen kom je verder! Namens het College van Bestuur, Joke Snippe 6 7

De Marnix Academie is een gespecialiseerde hogeschool die zich richt op de opleiding en voortgezette professionalisering van leraren en de ondersteuning van scholen in hun ontwikkeling. De hogeschool behoort met 151 medewerkers tot de kleinere hbo-instellingen in Nederland, maar heeft met 1291 studenten een grote lerarenopleiding voor het basisonderwijs. De hogeschool wordt in stand gehouden door de Stichting Protestants-christelijk Hoger Beroepsonderwijs Utrecht. De Marnix Academie bestaat sinds 1984. Maar de ontstaansgeschiedenis van het protestants-christelijke opleidingsonderwijs gaat terug tot de negentiende eeuw. De hogeschool is in haar huidige vorm ontstaan uit een fusie van de opleiding voor kleuterleidsters Marnixkweekschool (waarvan de geschiedenis teruggaat tot 1854), de Hervormde Pedagogische Academie Jan van Nassau (opgericht in 1914) en de Christelijke Pedagogische Academie Rehoboth (opgericht in 1924). De hogeschool verzorgt het volgende opleidings- en ondersteuningsaanbod: de initiële bacheloropleiding Leraar basisonderwijs met de varianten voltijd en deeltijd en academische lerarenopleiding de masteropleiding Special Educational Needs in voltijd en deeltijd. Tot 2016 was de Marnix Academie hiervoor een uitvoeringslocatie van hogeschool Windesheim de masteropleiding Leren & Innoveren (samen met Interactumpartners) de masteropleiding Educational Leadership, samen met de Penta Nova-partners, naast andere opleidingen voor schoolleiders voortgezette professionalisering in post-hbo-leergangen en kortere, gerichte cursussen, advisering en ondersteuning van leerkrachten, teams, scholen en besturen praktijkgericht onderzoek, gebundeld in het Marnix Innovatiecentrum, waarin ook de lectoraten participeren; er zijn lectoraten in drie domeinen: identiteitsontwikkeling, interactie & taalbeleid en leiderschap in het onderwijs 1.1 Missie De Marnix Academie beschouwt het als haar kerntaak om goede leerkrachten op te leiden en verder te professionaliseren, om zo een bijdrage te leveren aan kwalitatief goed basisonderwijs. Daartoe verzorgt zij lerarenopleidingen op bachelor- en masterniveau, biedt zij mogelijkheden voor voortgaande professionalisering van onderwijsgevenden en leidinggevenden, ondersteunt en adviseert zij en verricht zij praktijkgericht onderzoek. De missie van de Marnix Academie is nauw verbonden met haar identiteit: de hogeschool is een open christelijke instelling die samenhang beoogt te realiseren tussen levensbeschouwelijke, pedagogische en onderwijskundige uitgangspunten. De verwoording van de missie roept de vraag op wat onder goed leraarschap kan worden verstaan. De Marnix Academie heeft haar visie hierop vervat in drie woorden: bekwaam, betrokken en bevlogen. Deze woorden zijn tevens de kernwaarden van waaruit de academie haar activiteiten vorm geeft. Bekwaam Een leraar dient in de eerste plaats een vakman of -vrouw te zijn. Hij dient over voldoende kennis te beschikken en over de juiste vaardigheden en dus competent te zijn in alle dimensies van het vak. In de Nederlandse onderwijscontext dient het niveau van bekwaamheid voor het vak van leraar basisonderwijs minimaal hbo-niveau te zijn. Dat betekent dat de vakbekwaamheid ook vertaald wordt in zogeheten hbo-kwalificaties die gerelateerd kunnen worden aan hogere-ordedenken en aan geldende Dublin-descriptoren. De Marnix Academie richt zich op de toerusting van de studenten voor modern onderwijs dat zich blijvend vernieuwt en dat inspeelt op de veranderingen in de samenleving. Dat houdt in dat studenten aan het eind van de opleiding startbekwaam c.q. competent zijn om kwalitatief hoogwaardig onderwijs te verzorgen en in staat zijn zich te blijven ontwikkelen in hun persoonlijk meesterschap. Tevens zijn zij in staat een professionele bijdrage te leveren aan de schoolontwikkeling. De kernwaarde bekwaam geldt ook volledig voor de medewerkers van de hogeschool. Zij zijn toegerust voor hun werk en blijven zich in dat werk ontwikkelen. Daarbij speelt een leven lang leren om bekwaam te worden en te blijven een belangrijke rol. De Marnix Academie wil ook als organisatie bekwaamheid realiseren door zich - op basis van de aanwezige en onderhouden kennis en bekwaamheid - te profileren als een erkende kennispartner ten behoeve van de ontwikkeling van leraren en scholen. Betrokken Kwalitatief hoogwaardig onderwijs kenmerkt zich door betrokkenheid van de leraar bij de leerling en zijn omgeving. Daarom is een goede leraar in de visie van de Marnix Academie ook een betrokken leraar: dat is de leraar die vorm geeft aan verantwoord pedagogisch handelen, aan een verantwoorde pedagogische relatie, gericht op de optimale De Marnix Academie richt zich op de toerusting van de studenten voor modern onderwijs dat zich blijvend vernieuwt en dat inspeelt op de veranderingen in de samenleving. 8 9

ontplooiing en ontwikkeling van de leerlingen. Betrokkenheid is ook gericht op de context: ouders, school en samenleving. Betrokkenheid is daarom ook gerelateerd aan duurzame ontwikkeling. De Marnix Academie realiseert in haar onderwijsactiviteiten een omgeving waarin studenten zich optimaal kunnen ontplooien. Deze betrokkenheid is vooral zichtbaar in de wijze waarop de pedagogische en didactische rol die de academie heeft, wordt vervuld. De Marnix Academie realiseert een omgeving waarin iedereen gekend en erkend wordt. Betrokkenheid als kernwaarde speelt ook een rol voor de medewerkers van de academie. Van medewerkers wordt verwacht dat zij inspelen op signalen en leervragen vanuit studenten, cursisten en het beroepenveld. De academie geeft als organisatie vorm aan betrokkenheid door een lerende organisatie te zijn die aansluit bij de dagelijkse onderwijspraktijk, bij de ontwikkelingen in het onderwijs en in de samenleving. Essentieel daarbij is het partnerschap met scholen, waarin het volgende centraal staat: het opleiden van aankomende en zittende leraren de inhoudelijke schoolontwikkeling zorg en aandacht voor de kwaliteit van het onderwijs innovatie van onderwijs en opleiding Bevlogen Gevoed door de christelijke traditie waarmee de academie zich verbonden weet voegt de Marnix Academie aan haar beroepsbeeld het begrip bevlogen toe. Een goede leraar is die leraar die vorm geeft aan waardenvol en ook inspirerend onderwijs. Inspirerend handelen komt voort uit geïnspireerd worden door bronnen, door anderen en door de Ander. Het inspirerend handelen krijgt vorm in een betrokken en op inspiratie gerichte ontmoeting met leerlingen. In de lijn van de christelijke traditie wil de Marnix Academie geïnspireerde en inspirerende leraren opleiden, die vorm geven aan waardenvol onderwijs. De academie verwacht van haar studenten dat zij hun (pedagogisch) handelen verantwoorden vanuit hun persoonlijke normatieve kader en zich bewust zijn van wat hen inspireert en drijft en hoe zijzelf kunnen inspireren en motiveren. De medewerkers van de opleiding begeleiden de studenten in deze ontwikkeling en dragen zorg voor een inspirerende, stimulerende en uitdagende leer- en werkomgeving. Ook voor medewerkers geldt de bezinning op en realisatie van wat hen drijft en motiveert in hun werk. Op organisatieniveau krijgt bevlogen onder meer vorm in bijzondere kenmerken, zoals de aandacht voor ook christelijk geïnspireerd en inspirerend onderwijs, voor duurzame ontwikkeling en voor een benadering waarin vraagsturing en er zijn ten dienste van de ander vorm en betekenis krijgen. 2. Samenwerkingsverbanden De Marnix Academie is een zelfstandige hogeschool. Voor de uitvoering van de taken werkt zij nauw samen met andere instellingen. In de eerste plaats is er samenwerking met de groep basisscholen die deel uitmaken van Partners in Opleiding en Ontwikkeling. De opleiding wordt samen vormgegeven. Daarnaast is er een samenwerking met andere lerarenopleidingen basisonderwijs. Deze samenwerking is qua intensiteit groeiende. Tot slot zijn er diverse samenwerkingspartners in de keten die van belang zijn voor de Marnix Academie. 2.1 Basisonderwijs Binnen Partners in Opleiding en Onderwijs zijn 42 schoolbesturen voor primair onderwijs betrokken. Vanuit deze besturen dragen 372 basisscholen, verspreid over Midden-Nederland, bij aan de opleiding van studenten. De basisscholen hebben eigen leraren laten scholen zodat de kwaliteit van de opleiding en de beoordeling van studenten in de praktijk van hoge kwaliteit is. Eind 2015 waren 162 scholen in het partnerschap gecertificeerd als opleidingsschool. In het partnerschap met de basisscholen wordt elk jaar aan de hand van een opgesteld beleidsplan bepaald wat de doelen voor een studiejaar zijn. De leerwerkgemeenschappen vormen een mogelijkheid voor scholen om samen te werken aan vraagstukken die passen bij de eigen schoolontwikkeling. In 2015 waren ruim 80 leerwerkgemeenschappen actief. Research & Designgroepen In september 2015 is de Marnix Academie met vijf Research & Designgroepen gestart. Onderzoekers vanuit de Marnix Academie en de partnerscholen doen samen met studenten en onder begeleiding van een senior-onderzoeker ontwerpgericht onderzoek naar vraagstukken rondom 21e eeuws leren. Een greep uit thema s: flow in praktijkleren, bij het leren van studenten en flow bij het leren van kinderen. Internationalisering In toenemende mate is er de mogelijkheid voor aangesloten basisscholen in het partnerschap om te participeren in internationale verbanden. Er heeft in 2015 een reis vanuit het partnerschap plaatsgevonden naar IJsland om bestaande contacten te hernieuwen en te verdiepen. Daarnaast zijn samenwerkingsverbanden ontstaan tussen partnerscholen van de Marnix Academie en scholen in Hongarije (Kecskemet), Oostenrijk (Krems) en Denemarken (Roskilde). IJsland en Finland zullen snel volgen. Naast een eerste kennismakingsronde over en weer is er een miniconferentie gehouden in Amsterdam, waar gezocht werd naar meer duurzame samenwerkingsvormen. Zo startte er een project onder de 10 11

titel: social entrepreneurship. Dit is een onderwerp, dat de komende jaren in de EU veel aandacht krijgt. Ook zijn de partnerscholen betrokken bij de opvang en begeleiding van buitenlandse studenten, die een half jaar participeren in onze Engelstalige programma s. Versterking Samenwerking Met het project Versterking samenwerking is een impuls gegeven aan het versterken van het samen opleiden binnen het partnerschap met de basisscholen. In het project zijn vijf deelprojecten benoemd op de aangewezen themagebieden. Het betreft de volgende thema s: uitgaan van verschillen, opbrengstgericht werken, samenwerken ouders en leraren, sociale veiligheid en beginnende leraren. Na uitgebreid onderzoek in literatuur en praktijk, door medewerkers van de Marnix Academie en de basisscholen, is gewerkt aan het ontwerpen van een toolkit. Deze wordt aan alle betrokken basisscholen ter beschikking gesteld, om zo een of meer van de thema s in de school te versterken. Het laatste projectjaar, studiejaar 2016-2017, zal vooral gewijd zijn aan de verspreiding en de doorontwikkeling ervan. 2.2 Hogescholen Interactum De Educatieve Federatie Interactum bestaat uit zes monosectorale lerarenopleidingen basisonderwijs, te weten hogeschool de Kempel te Helmond, Iselinge te Doetinchem, Ipabo in Amsterdam/Alkmaar, de Katholieke Pabo te Zwolle, Thomas More te Rotterdam en de Marnix Academie. Het afgelopen jaar is extra aandacht besteed aan de internationale component. Er heeft een uitgebreide inventarisatie plaatsgevonden van de huidige internationale contacten van elke hogeschool en de ambities op internationaal terrein. De doelstelling hiervan is om te zoeken naar de mogelijkheden voor intensievere samenwerking. Het proces om het huidige samenwerkingsverband van zes hogescholen uit te breiden met de drie lerarenopleidingen van hogeschool VIAA te Zwolle, de Christelijke Hogeschool Ede en Driestar Educatief te Gouda is in het afgelopen jaar intensiever geworden. Er zijn enkele concrete activiteiten die in de gezamenlijkheid van de negen hogescholen plaatsvinden, zoals op het terrein van de ontwikkeling van masteropleidingen en op het terrein van gezamenlijke woordvoering. Het komend jaar zal deze samenwerking naar verwachting een formele status krijgen. Center of Expertise Persoonlijk Meesterschap Acht van de bovengenoemde pabo s hebben de handen ineengeslagen rondom het thema Persoonlijk Meesterschap. Deze hogescholen hebben het Center of Expertise Persoonlijk Meesterschap (CEPM) opgericht. Persoonlijk Meesterschap gaat over jezelf kennen, weten wat je inspireert, waar je voor staat en hoe dit zich verhoudt tot je werkomgeving. Je weg zoeken en vinden, zorgen dat je in je kracht blijft en dit altijd met het belang van de leerling in gedachten. Want onderwijs is mensenwerk en staat of valt met de gedrevenheid en professionaliteit van de leraar. Een leraar kan het verschil maken, maar dat lukt alleen als hij het belang van het kind centraal stelt met aandacht voor de belangen van ouders, de organisatie en de samenleving. CEPM Het Center of Expertise Persoonlijk Meesterschap is een centrum dat voornamelijk virtueel functioneert en dat vanaf 2015 vier taken heeft: 1. Het platform van debat zijn over Persoonlijk Meesterschap 2. Het beperkt ondersteunen van projecten 3. Het beheren van en communiceren over de projectresultaten 4. Het vervullen van de makelaars functie voor nieuwe opdrachtgevers Het center zelf is vanaf 2015 een kleine organisatie bestaande uit drie personen die bij elkaar voor 0,9 fte inzetbaar zijn. Daarnaast is vanuit de eigenaren een tweehoofdig Dagelijks Bestuur benoemd voor tactische beslissingen. Het Dagelijks Bestuur legt verantwoording af aan het Toezichthoudend Bestuur en adviseert inzake strategische keuzes. Bewust is gekozen voor een beperkte omvang van de bemensing van het center; de ontwikkeling vindt uiteindelijk plaats in de projecten die worden bemenst door de eigenaren. Ontwikkeling Na twee jaar als Center of Expertise Persoonlijk Meesterschap (CEPM) te zijn aangemerkt is ook door de reviewcommissie geconcludeerd dat de eisen zoals gesteld aan zo n center niet te vervullen zijn voor CEPM. Dit heeft geleid tot het besluit niet langer onder het regime te blijven vallen van een Center of Expertise en dat heeft op haar beurt weer geleid tot ruimte om datgeen te bewerkstelligen wat bij aanvang de bedoeling was; een kenniscentrum voor en door opleidingen met de focus op leraren en leerlingen en de zorgmedewerker in het brede jeugddomein. 2015 is dan ook het jaar geweest waarin binnen deze gedachte vele projecten zijn gestart zoals persoonlijk meesterschap in het brede jeugddomein, persoonlijk meesterschap op de werkplek, een narratieve aanpak, leren met aandacht, de veilige school en respect voor de klas, omgaan met identiteitsspanningen én bevorderen van persoonlijk meesterschap in professionele leergemeenschappen. Dit alles is ondersteund met een subsidie vanuit het ministerie van OCW, geldend voor 2015 en 2016. De Marnix Academie is een zelfstandige hogeschool, maar werkt nauw samen met basisscholen, hogescholen, universiteiten en mbo-instellingen. 12 13

De projecten In 2015 hebben een zestal projecten gelopen. Het betreft de volgende projecten: Omgaan met identiteitsspanningen, een narratieve aanpak Leren met aandacht De veilige school /respect voor de klas/pabo college tour voor studenten Passende professionaliteit in het brede jeugddomein Persoonlijk Meesterschap in professionele leergemeenschappen Persoonlijk Meesterschap op de werkplek Organisatieontwikkeling deelnemende hogescholen Gegeven het gevoelde belang van Persoonlijk Meesterschap hebben (bijna) alle betrokken onderwijsinstellingen ervoor gekozen Persoonlijk Meesterschap ook vorm te geven in de eigen organisatie met en bij de eigen medewerkers. Immers, goed voorbeeld doet goed volgen en ook als lerarenopleider maak je het verschil langs de lijn van Persoonlijk Meesterschap. Door het samenwerkingsverband kunnen de opbrengsten direct worden toegepast en bestaat de mogelijkheid elkaar een spiegel voor te houden met een aanscherping van de gekozen aanpak tot gevolg. Dit laatste is ook direct de opmaat naar een andere wens die leeft binnen het center: het ontwikkelen en uitzetten van een merkwaarde Persoonlijk Meesterschap. Deze merkwaarde is dan gebaseerd op het inzichtelijk kunnen maken van de wijze waarop je Persoonlijk Meesterschap vorm hebt gegeven in je opleiding. Penta Nova In de Academie voor Schoolleiderschap, genaamd Penta Nova, werkt de Marnix Academie samen met de Christelijke Hogeschool Ede, Driestar Educatief, Hogeschool VIAA, Hogeschool Inholland en Hogeschool Leiden aan opleidingen voor schoolleiders. In het afgelopen jaar heeft de academie de opleidingen door het hele land aangeboden. In totaal studeren ruim 400 leidinggevenden bij Penta Nova. In 2015 zijn de opleidingen Schoolleider basisbekwaam en Schoolleider vakbekwaam gecertificeerd door het Schoolleidersregister Primair Onderwijs. Daarnaast zijn er vijf herregistratietrajecten door het register erkend. Vanuit het lectoraat en de bijbehorende kenniskring vindt onderzoek naar onderzoeksmatig schoolleiderschap plaats. Er zijn twee promovendi aan het lectoraat verbonden. Hogeschool Windesheim In 2015 is een punt gezet achter de jarenlange samenwerking met hogeschool Windesheim. De Marnix Academie heeft meer dan twintig jaar de hbo-masteropleiding Special Educational Needs verzorgd in Utrecht, op de licentie van Windesheim. In 2015 zijn 48 studenten afgestudeerd. Er zal geen nieuwe groep studenten op de Marnix Academie starten in september 2016. 2.3 Universiteiten De Marnix Academie biedt de Academische lerarenopleiding basisonderwijs aan. Studenten die deze variant van de lerarenopleiding volgen, ontvangen een onderwijsprogramma waarin de pre-master Onderwijskunde van de Universiteit Utrecht is verwerkt. 2.4 Mbo Met de mbo-partners is er nauw samengewerkt om de doorstroom van het mbo naar de pabo te verbeteren. Dit is vooral urgent geworden door de invoering van de toelatingstoetsen voor de pabo sinds de zomer van 2015. Aspirantstudenten moeten hun niveau op het gebied van aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek aantonen door een toets te maken óf havo-eindexamen in dat vak te doen. In het project Instroom pabo wordt er onder meer samengewerkt met ROC Midden Nederland, MBO Utrecht en het ID-college. Er wordt een intensief trainingstraject aangeboden aan de studenten die willen instromen uit het mbo. De aspirant-studenten waren goed geïnformeerd en hebben in groten getale het ondersteuningsaanbod gevolgd. 65% van de mbo-ers slaagde voor de toetsen met als resultaat dat zij in september konden starten met de pabo. 2.5 Internationale contacten De Marnix Academie onderhoudt internationale contacten met een groot aantal instellingen voor hoger onderwijs in Europa en daarbuiten. Het streven is om studenten die naar het buitenland gaan een combinatie van stage en onderzoek te bieden. De keuze voor een buitenlandse instelling vindt plaats op basis van het gekozen profiel in de opleiding door de student. Op die manier kan de buitenlandse ervaring een versterking van het onderwijsprogramma vormen dat de student heeft gekozen. In het afgelopen jaar zijn in het kader van de missie hoger onderwijs naar Canada, die door het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap is georganiseerd, contacten gelegd met instellingen in Canada. Het is de bedoeling om met die contacten uitwisseling mogelijk te maken van Nederlandse studenten naar Canadese instellingen en omgekeerd. 14 15

3. Onderwijsaanbod 3.1 Instroom In 2015 verliep de instroom van studenten in de voltijdopleiding anders dan de jaren ervoor, vanwege de nieuwe instroomtoetsen voor de pabo waarmee de aspirant-studenten sinds 2015 moeten aantonen dat zij over voldoende kennis van aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek beschikken. Landelijk daalde het aantal inschrijvingen voor de pabo met 35%. De Marnix Academie volgde deze trend en had met 236 instromende voltijdstudenten een terugloop van 38%. Deze terugloop vond plaats ondanks het uitstekende verloop van de voortrajecten taal en rekenen en het ondersteuningsaanbod op het gebied van aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek. 75% van de havisten slaagde voor de toetsen tegenover 65% van de mbo-ers. Er zijn 22 studenten ingestroomd op basis van een toelatingsassessment na twee keer gezakt te zijn voor een toets. Aangenomen wordt dat de invoering van de instroomtoetsen het animo voor het volgen van de pabo heeft doen afnemen. Met de instroom van 95 studenten blijft de deeltijdopleiding studenten aantrekken. In totaal startten er in september 1291 bachelorstudenten (voltijd én deeltijd). De ambitienorm voor de instroom is naar beneden bijgesteld door deze nieuwe ontwikkelingen. In de werving voor 2016-2017 wordt geïnvesteerd in goede informatie over de instroomeisen en wederom een goed toeleidend ondersteuningsaanbod. Dit gebeurt in nauw overleg met de betrokken mbo-instellingen. 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014 2014/2015 2015/2016 Voltijd 340 360 302 425 390 236 Deeltijd* 126 116 92 101 82 95 Totaal 466 476 394 526 472 331 Tabel 1. Instroomgroepen en totale instroom op 1 oktober *inclusief januari-instroom 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014 2014/2015 2015/2016 Voltijd 948 1042 999 1145 1011 1019 Deeltijd 229 234 306 331 205 272 Totaal 1177 1276 1305 1476 1216 1291 Tabel 2. Totaal aantal ingeschreven studenten op 1 oktober 3.2 Voltijd In de voltijdopleiding is er een start gemaakt met een opbouw in de opleiding: propedeuse hoofdfase afstudeer fase. Het tweede en derde jaar wordt als hoofdfase een meer samenhangend geheel waarbij er via een studievoortgangstoets toegewerkt wordt naar een hoofdfase-assessment. Deze studievoortgangstoets is ontwikkeld in 2015. Het hoofdfase-assessment zal worden ingevoerd in 2016. 3.3 Deeltijd In 2014 werd gestart met de versnelde opleidingsroute van 180 EC voor hbo- en wo-afgestudeerden. In 2015 is de vernieuwde fase werkplekbekwaam in de deeltijd van start gegaan met nieuwe programma s. Door meer contacttijd te realiseren kunnen er extra inhouden in de bijeenkomsten aan de orde komen. Er wordt ook nadrukkelijk gewerkt aan vakintegratie. Daarnaast is er een opleidingsdidactiek voor hoogopgeleide volwassenen ontwikkeld op basis waarvan dit nieuwe curriculum is samengesteld. 3.4 Academische lerarenopleiding basisonderwijs In de academische variant van de voltijdopleiding is in 2015 samengewerkt met de Open Universiteit (OU). In het eerste jaar volgden de academische studenten de module Informatievaardigheden voor sociale wetenschappers. Op deze manier kregen zij onmiddellijk een aanbod op universitair niveau. De modules van de Open Universiteit werden op de Marnix Academie begeleid en beoordeeld en op afstand door docenten van de OU. Inmiddels is die samenwerking beëindigd en is er opnieuw de mogelijkheid voor studenten om door te stromen in de master Onderwijskunde van de Universiteit Utrecht. 3.5 Studiekeuzeactiviteit Na aanmelding in Studielink worden aspirant-studenten uitgenodigd voor de verplichte studiekeuzeactiviteit. Ze maken kennis met de studie en het beroep van leraar. Samen met docenten wordt besproken of de keuze voor de pabo en de Marnix Academie de juiste is. De studiekeuzeactiviteit bestaat uit vier activiteiten: De aspirant-student bezoekt voorafgaand aan de studiekeuzebijeenkomst minimaal een dagdeel een basisschool. Hij of zij maakt na afloop een verslag. Voor de bijeenkomst op de Marnix Academie bereidt de aankomend student een presentatie voor rondom het onderwerp inspiratie : wie of wat inspireert jou? Tijdens de dag maakt de scholier vragen over een tekst die hij of zij vooraf gelezen heeft. Er is een studiekeuzegesprek met een docent van de Marnix Academie. In 2015 verliep de instroom van studenten in de voltijdopleiding anders dan de jaren ervoor, vanwege de nieuwe instroomtoetsen voor de pabo. 16 17

Aan het eind van de dag krijgt de aspirant-student een studiekeuzeadvies. Dit advies kan eventueel leiden tot een nader gesprek met de decaan van de Marnix Academie. Samen met de decaan wordt onderzocht of de pabo op de Marnix 3.6 Curriculumontwikkelingen In 2015 is het project Wetenschap en Technologie met volle kracht vooruit gegaan. Er is geïnvesteerd in de professionalisering van docenten door een drietal studiedagen, waarbij het gedachtengoed van Onderzoekend en Ontwerpend leren (O&O) goed verkend is en op meerdere plekken in het curriculum geïntegreerd is. Ook zijn alle derde- en vierdejaars opgeleid op het gebied van O&O, door voor hen een inhaalslag te maken. Een groep docenten experimenteert met kleine initiatieven in het eigen vakgebied. Er is ook in 2015 gewerkt om de volgende onderwerpen zichtbaar te maken in de opleiding: Bildung, kritisch denken, creativiteit, zelfregulering, connectivisme. Dit gebeurde bijvoorbeeld door het programma Leerkracht in het tweede jaar door te ontwikkelen naar Creatieve Kracht: een programma waarin studenten leren de creativiteitsontwikkeling bij kinderen op gang te brengen. Daarnaast is het programma Brede Blik in het eerste jaar voor het eerst uitgevoerd. In dit programma worden maatschappelijke ontwikkelingen aan een kritische blik onderworpen. Onze focus op wereldburgerschap is verder uitgewerkt. Er heeft een analyse plaatsgevonden van de plekken waar wereldburgerschap duidelijk herkenbaar is in het curriculum. Docenten hebben met hernieuwde aandacht bekeken waar wereldburgerschap nog meer een plek kan krijgen in hun programma s en kregen de kans om te experimenteren op de basisschool met de inhouden van wereldburgerschap gekoppeld aan hun vakgebied. 3.7 Toetsing Er is een nieuw toetsbeleid tot stand gekomen in 2015. Het nieuwe toetsbeleid van de bacheloropleiding vloeit logisch voort uit de herziene visie op het beroepsbeeld en uit de opleidingsdidactiek. Toetsing en onderwijs zijn immers onlosmakelijk met elkaar verbonden; toetsing is een zeer bepalende factor voor de kwaliteit van het onderwijs. Kwalitatief goede toetsen leiden tot goede beslissingen over de voortgang van studenten, bevorderen doorstroming van studenten en voorkomen onnodige uitval. Het nieuwe toetsbeleid heeft vier nieuwe uitgangspunten: 1. Het toetsprogramma is een efficiënt, samenhangend en gevarieerd programma met als fundament de eindkwalificaties. 2. Beoordelen om te leren (assessment for learning) staat centraal. 3. Beoordelen is gericht op het versterken van het toekomstige leren. 4. De beoordelingscultuur is een professionele beoordelingscultuur. Deze vier uitgangspunten zijn in het beleid uitgewerkt in inhoudelijke en organisatorische kaders. In 2015 zijn de eerste stappen gezet om deze uitgangspunten te verwezenlijken. Toetskwaliteit is in grote mate afhankelijk van de toetsbekwaamheid van examinatoren. Het domein van toetsen en beoordelen is complex en vraagt om deskundigheid. De commissie Bruijn heeft in de rapportage Vreemde ogen dwingen (2012) als een van de aanbevelingen opgenomen de toetsbekwaamheid van examinatoren verder te professionaliseren. De Vereniging Hogescholen heeft naar aanleiding van dit rapport de opdracht gegeven aan de expertgroep BKE/SKE om een programma van eisen voor een basis- en seniorkwalificatie examinering op te stellen. Bij de BKE gaat het om specifieke toetsdeskundigheid binnen het eigen programma (toets en toets-items). De SKE richt zich op een bredere deskundigheid dan alleen het eigen programma. Daarin staan het toetsprogramma, de samenhang tussen toetsen en het toetsbeleid centraal. De Marnix Academie investeert continu in de bekwaamheid van haar examinatoren. Op basis van bovenstaande ontwikkelingen heeft de Marnix Academie het programma van eisen aangescherpt in het document Het Profiel Examinatoren Marnix Academie. Iedere examinator is in 2016/2017 minimaal BKE-gecertificeerd. Leden van de toetscommissie en examencommissie zijn SKE-gecertificeerd. In 2015 zijn de eerste twaalf examinatoren van start gegaan met het BKE-traject in een pilot-vorm. In 2015 ontvingen 230 studenten het bachelor-diploma. Alle voltijdstudenten en een deel van de deeltijdstudenten kregen daarnaast het Diploma Christelijk Basisonderwijs (DCBO). Sinds 1999 wordt het DCBO door lerarenopleidingen basisonderwijs uitgegeven. Een DCBO-gediplomeerde moet, naast het vormgeven aan godsdienstige en levensbeschouwelijke vorming, in staat zijn om als lid van het schoolteam mee te werken aan de brede identiteit van een (protestants-) christelijke school. Die identiteit heeft niet alleen levensbeschouwelijke aspecten, maar ook pedagogisch-didactische. Het diploma is belangrijk voor studenten die in het (protestants-) christelijk onderwijs willen gaan werken. 18 19

3.9 Masteropleidingen De Marnix Academie bood in 2015 drie masteropleidingen aan, in verschillende samenwerkingsverbanden. Van twee masteropleidingen heeft de Marnix Academie de licentie, namelijk die van Leren & Innoveren en van de master Educational Leadership. De master Special Educational Needs werd in Utrecht aangeboden onder licentie van Hogeschool Windesheim te Zwolle. Master Leren en Innoveren In september 2015 volgden 225 studenten de master Leren & Innoveren (MLI) op de locaties Utrecht, Zwolle en Helmond. In Zwolle en Helmond wordt de MLI uitgevoerd in het kader van het project Vierslagleren. Beide locaties zijn tijdelijke uitvoeringslocaties. In het studiejaar 2015-2016 is de vernieuwing van het programma van de MLI ingezet. Belangrijke uitgangspunten bij de vernieuwing zijn een herdefiniëring van het begrip teacher leader en de daarbij behorende competenties, aansluiten bij de praktijk in de scholen, internationalisering verder vormgeven in de master, nieuwe vormen van (blended) leren toepassen, de studeerbaarheid van de opleidingen verbeteren. De komende jaren zullen deze innovaties verder worden vormgegeven. Daarnaast zijn er in het kader van de internationalisering afspraken gemaakt met Hogeschool Brussel over uitwisseling van docenten en studenten. 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014 2014/2015 2015/2016 Eerstejaars 28 26 40 42 31 36 Tweedejaars 29 28 20 39 34 28 Totaal 57 54 62 83 65 64 Tabel 3. Aantal studenten master Leren en Innoveren in de lesplaats Utrecht 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014 2014/2015 2015/2016 Eerstejaars 7 12 20 21 13 71 Tweedejaars 15 14 11 11 17 33 Totaal 22 26 31 32 30 104 Tabel 4. Aantal studenten master Educational Leadership Master Special Educational Needs In 2015 was er wederom veel belangstelling voor de master Special Educational Needs. De voltijdopleiding is in 2015 niet van start gegaan vanwege te weinig aanmeldingen. Dat komt waarschijnlijk doordat studenten voor het eerst geen studiebeurs hiervoor konden krijgen. De studiebeurs is in 2015 afgeschaft en daarvoor in de plaats kwam de studielening. 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014 2014/2015 2015/2016 voltijd 1e jaar 16 6 7 12 17 0 Voltijd ouderejaars 18 15 8 8 2 10 deeltijd 1e jaar 77 53 52 61 77 71 deeltijd 2e jaar 64 50 41 37 42 39 deeltijd ouderejaars 44 71 45 21 35 31 Totaal 219 195 151 139 1 151 Tabel 5. Aantal studenten master Special Educational Needs in de lesplaats Utrecht Master Educational Leadership Door de instelling van het Schoolleidersregister Primair Onderwijs groeit de belangstelling voor de master Educational Leadership. In 2015 zijn er groepen in Goes, Zwolle, Utrecht en Bakkeveen met in totaal ruim 100 studenten. In het kader van de groepsvisitatie in 2018 zijn er nieuwe afspraken gemaakt met andere aanbieders van masteropleidingen op het gebied van leiderschap. Ten slotte is het curriculum van de master Educational Leadership in 2015 herzien. Veel aandacht is besteed aan het updaten van de literatuur en de colleges in de themalijn, de toetsing en de beoordeling. 20 21

advisering en ondersteuning Het Marnix Onderwijscentrum (MOC) is onderdeel van de Marnix Academie. Het is de afdeling die gespecialiseerd is in het verzorgen van nascholingscursussen en opleidingen voor leraren en leidinggevenden in het primair onderwijs. Daarnaast kunnen scholen er terecht voor advies. 4.1 Resultaten in 2015 Er was ook in 2015 weer veel vraag naar de opleidingen en cursussen van het Marnix Onderwijscentrum. Het aantal studenten steeg in 2015 met 18%. Daarvan was 69% ingeschreven voor een opleidingstraject en 31% voor een kortlopende cursus. Er is al een aantal jaren sprake van een toenemende belangstelling voor langduriger opleidingstrajecten in plaats van kortlopende cursussen. Het MOC is nauw betrokken bij het netwerk Landelijk Platform Nascholingsinstituten Primair Onderwijs (LPNPO). Hierin werken 24 nascholingsinstanties van pabo s samen. In 2015 werd aan diverse onderzoeken meegewerkt, waaronder twee RAAK-subsidie trajecten. Eén op het terrein van werken aan taal- en gespreksdoelen tijdens het spel in kindercentra en kleutergroepen en een traject met als onderzoeksvraag: hoe kunnen leerkrachten leerlingen van 4-12 jaar begeleiden in hun levensbeschouwelijke ontwikkeling. In de onderzoeken wordt tot 2017 samengewerkt met leerkrachten uit het basisonderwijs. In de RAAK-onderzoeken wordt samengewerkt met leerkrachten uit het basisonderwijs. Studentenaantallen 2011 2012 2013 2014 2015 Totaal aantal studenten 790 775 649 900 1062 Percentage van het totaal dat deelneemt aan opleidingstraject 68% 53% 63% 68% 69% Tabel 6. Totaal aantal studenten Marnix Onderwijscentrum De opleiding voor zij-instromende leerkrachten nam wederom toe. In 2015 werd voor het eerst gestart met de opleiding Bevoegdheid Bewegingsonderwijs Versneld. Studenten in deze opleiding studeren na driekwart jaar af in plaats van na anderhalf jaar. Ook werd voor het eerst gestart met een groep post-hbo-studenten in de geregistreerde opleiding Cultuurbegeleider. Alle post-hbo-opleidingen zijn geregistreerd. Het experiment met het ombouwen van het curriculum van de post-hbo-opleiding Intern begeleider naar een meer blended variant van online en offline leren is in mei afgerond. Verder is de herziene post-hbo-opleiding Onderwijskundig specialist Wetenschap en Technologie van start gegaan met een groep. Samen met Hogeschool Avans en de Katholieke Pabo Zwolle wordt het curriculum van de post-hbo-opleiding Oudere Kind Specialist ontwikkeld. De opleiding zal vanaf volgend schooljaar door het MOC aangeboden worden. 22 23

De Marnix Academie wil zich verder ontwikkelen als kennisinstelling op het gebied van leren en opleiden. Sleutelbegrippen hierbij zijn: kenniscreatie en kenniscirculatie via het Marnix Innovatiecentrum waarin ook de lectoraten zijn gepositioneerd inrichten van kennisleergemeenschappen met het scholenveld verlenen van kennisdiensten vanuit het Marnix Onderwijscentrum 5.1 Marnix Innovatiecentrum Sinds augustus 2015 gaat het Centrum voor Praktijkgericht Onderzoek als Marnix Innovatiecentrum (MIC) door het leven. Het MIC hanteert een breed geformuleerd onderzoeksprogramma: leren en onderwijzen in de 21e eeuw. Voor het programma is een theoretisch kader ontwikkeld, waarin zichtbaar wordt dat met name aspecten van values and ethics van 21e eeuws leren en onderwijzen nader onderzoek behoeven. Tot nu toe is vooral aandacht uitgegaan naar skills. Sinds augustus 2015 zijn onder het overkoepelende onderzoeksprogramma vijf onderzoeksgroepen actief. Deze groepen worden aangeduid als R&D-groepen, waarbij R&D staat voor research and design. In een R&D-groep werken docenten primair onderwijs, opleidingsdocenten en studenten samen aan een specifieke door de betrokken school geformuleerde onderzoeksvraagstelling die uiteraard verband houdt met het onderzoeksprogramma. Het onderzoek leidt tot designs, die een bijdrage leveren aan de gewenste onderwijsinnovatie. De R&D-groepen zijn om twee redenen van groot belang: Binnen de R&D-groepen wordt het proces van kennisontwikkeling en innovatie op een krachtige, inspirerende manier gezamenlijk vorm gegeven Binnen de R&D-groepen wordt op relevante thema s kennis ontwikkeld via wetenschappelijk verantwoord praktijkgericht onderzoek; de ontwikkelede kennis is weliswaar niet generaliseerbaar, maar wel overdraagbaar, bijvoorbeeld binnen het partnerschap en de opleiding 5.2 Onderzoek en projecten Promotietrajecten Evenals in voorgaande jaren maakte de Marnix Academie het voor drie medewerkers mogelijk om aan een promotieonderzoek te werken: een onderzoek gericht op onderzoekend leiderschap, een onderzoek naar betekenisvol leren in de academische lerarenopleidingen en een onderzoek dat betrekking heeft op de ontwikkeling van de levensbeschouwelijke identiteit van de Marnix Academie. Onderzoekslijn Ten slotte is er gewerkt aan de afstemming en verdere ontwikkeling van onderzoek in de opleidingen. Er is een onderzoekslijn vastgesteld, met nadruk op de ontwikkeling van onderzoekend vermogen bij (aanstaande) leerkrachten. De verbinding met de R&D-groepen is en wordt verder uitgewerkt. Erasmus + project: DICHE In juli 2015 heeft de Marnix Academie een Europese onderwijs- en onderzoekssubsidie binnen gehaald. Samen met vijf andere Europese partners wordt er drie jaar lang onderzoek gedaan naar de effecten van toepassing van digitale innovatie binnen cultuur- en erfgoededucatie. De naam van het project DICHE staat voor: Digital Innovation in Cultural and Heritage Education in the light of 21st century learning. In 2015 heeft de projectgroep, onder leiding van de projectleider van de Marnix Academie, zich met name theoretisch verdiept in een aantal thema s die relevant zijn voor de verdere uitwerking van het project. Denk daarbij aan 21st century learning, critical thinking, digital storytelling en object based learning. Vanuit de Marnix Academie wordt specifieke aandacht besteed aan de wijze waarop leerlingen betekenis aan cultuur- en erfgoededucatie toekennen en de rol van interactie hierbij. De tweedejaarsstudenten van de Academische lerarenopleiding waren in 2015 als onderzoekers en ontwerpers actief betrokken bij het DICHE-project. Ze brachten bijvoorbeeld succesindicatoren in kaart rondom het werken met cultuuren erfgoededucatie en ontwikkelden instrumenten om interactie tijdens het werken met digitale middelen te meten. Verder experimenteerden ze met 21e eeuwse vaardigheden en inventariseerden vernieuwende praktijken rondom de inzet van digitale middelen. De informatie uit deze (voor)onderzoeken is noodzakelijk om uiteindelijk in 2016 het onderzoek definitief in de praktijk uit te kunnen zetten. Project Wetenschap & Technologie Het project Wetenschap & Technologie (W&T) sluit uitstekend aan bij het strategisch beleidsplan van de Marnix Academie waarin het leren in de 21e eeuw centraal staat. Het project is gestart in 2014 en loopt tot en met 2016. In dit project wordt Wetenschap & Technologie beschouwd als een manier van kijken naar en omgaan met de wereld. Wetenschap & Technologie stimuleert en bestendigt een nieuwsgierige, onderzoekende en probleemoplossende houding. Het is geen apart vak, maar er wordt uitgegaan van een (vak)overstijgende benadering. Het gaat daarbij om een grondhouding gebaseerd op fundamentele menselijke neigingen zoals het: willen weten, kritisch zijn, begrijpen, innoveren, bereiken, delen. Het onderzoekend en ontwerpend leren wordt steeds toegepast en de 21st century skills worden aangesproken. Studenten, docenten en partnerscholen bezochten in 2015 inspirerende studiedagen en Wetenschap & Technologie-lezingen die georganiseerd werden door de Marnix Academie. 24 25

Doelen van het landelijke project zijn: Wetenschap & Technologie wordt in het curriculum integraal onderdeel van aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek. Er wordt daarbij verbinding gemaakt met cultuureducatie en 21st century skills. Pabo-docenten professionaliseren door: - inzicht te geven in wat W&T-onderwijs inhoudt - een vakoverstijgende benadering met aandacht voor kennis, vaardigheden en houding Derde- en vierdejaarsstudenten een inhaalslag laten maken. In 2015 waren alle docenten uit de bacheloropleiding betrokken bij het project en daarnaast de derde- en vierdejaarsstudenten. Docenten van de Marnix Academie hebben in hun lessen geëxperimenteerd met hun eigen vak in samenhang met Wetenschap & Technologie. Inmiddels zijn er allerlei nieuwe accenten in het curriculum gelegd, in iedere fase van de opleiding. Studenten, docenten en partnerscholen bezochten in 2015 inspirerende studiedagen en Wetenschap & Technologielezingen die georganiseerd werden door de Marnix Academie. Inmiddels zijn er allerlei nieuwe accenten in het curriculum gelegd, in iedere fase van de opleiding. 5.3 Lectoraat Dynamische identiteitsontwikkeling Het lectoraat Dynamische identiteitsontwikkeling doet al tien jaar wetenschappelijk onderbouwd praktijkonderzoek. Het gaat om onderzoek op en met basisscholen naar de identiteitsontwikkeling van leraren en leerlingen en naar creatieve levensbeschouwelijke vorming, maar ook naar zingeving in het werken op de basisschool. Resultaten in 2015 In 2015 is doorgewerkt aan de vier onderzoeken binnen het lectoraat: In het kader van het project Rotterdam Vakmanstad is er onderzocht hoe leerkrachten en filosofiedocenten vormgeven aan het vak ecosofie en hoe ze kinderen leren nadenken over belangrijke bestaansvragen. Het project heeft drie speerpunten: leerlingen worden gevormd in zorg voor zichzelf, zorg voor de ander en zorg voor de wereld (hun natuurlijke, sociale en culturele omgeving). Het onderzoek is in de afrondende fase. In mei 2016 wordt het verslag van dit onderzoek opgeleverd. De lector en een lid van de kenniskring zijn betrokken bij het tweejarig RAAK-project Leren voor het leven. Dit project is gericht op het ontwikkelen van nieuwe vormen van levensbeschouwelijk onderwijs waarbij de leerlingen in hun levensbeschouwelijke ontwikkeling centraal staan. Drie hogescholen en negen basisscholen zijn betrokken bij dit RAAKproject. In september 2016 worden de eindrapportages van deze onderzoeks- en ontwikkeltrajecten opgeleverd. Een van de leden van de kenniskring heeft in 2015 een theoretisch kader ontwikkeld voor haar promotieonderzoek. Dit onderzoek is gericht op het beschrijven van de visie op de identiteit van de organisatie en de doorwerking daarvan in het handelen zoals die zich in vijf episodes vanaf 1975 ontwikkeld heeft. De kenniskring heeft in 2015 tijd en energie gestoken om een samenwerkingstraject vorm te geven met de Universiteit van Leuven. De samenwerking betrof instrumenten om op een kwantitatieve wijze de identiteit van een school in beeld te brengen. Er is gesproken over de transfer daarvan naar de Nederlandse context. Op twee scholen in Alphen aan den Rijn vond een pilot plaats om te kijken hoe de instrumenten in de Nederlandse context werkten. De uitkomsten van de scan vormen het uitgangspunt voor een gesprek over de identiteit van de school. Naast de vier onderzoekstrajecten heeft het lectoraat in 2015 actief geparticipeerd in het grote traject waar acht pabo s aan meedoen: Persoonlijk Meesterschap. Dat heeft er toe geleid dat in 2015 materiaal is verschenen om op opleidingen en met teams van scholen aan het werk te gaan met professionele dialoogvormen. Voor dit project is ook een film gemaakt waarin professionals aan het woord komen over hun persoonlijk meesterschap. Deze vormen leiden er toe dat betrokkenen zich bewust worden van hun professionele identiteit en van de kwaliteiten die nodig zijn om in iedere onderwijssituatie adequaat en wijs te kunnen handelen als professional. 5.4 Lectoraat Interactie en Taalbeleid Het lectoraat Interactie en Taalbeleid richt zich op gesprekken in de klas die taal- en denkontwikkeling van leerlingen bevorderen. Alle kinderen in de basisschool moeten de kans krijgen om te leren door middel van kwalitatief hoogwaardige interactie. Resultaten in 2015 In 2015 werd een vervolg gegeven aan het onderzoek naar hoe geschiedenisdidactiek en interactiedidactiek gecombineerd kunnen worden. Samen met leraren is er een didactiekmodel ontworpen. Dit model geeft leraren steun om binnen geschiedenislessen de moderne geschiedenisdidactiek toe te passen en tegelijkertijd ervoor te zorgen dat er taal-denk-gesprekken gevoerd worden. Inmiddels is er gewerkt met dit model en daar zijn uitgebreide video-opnames van gemaakt. Het lectoraat heeft de video-opnames geanalyseerd om na te gaan of kinderen met 26 27

deze aanpak inderdaad meer zijn gaan denken en meer van geschiedenis zijn gaan begrijpen. Het onderzoek is in 2015 afgerond. Het lectoraat heeft de bevindingen in juni gepresenteerd op de Onderwijs Research Dagen in Leiden. Er zijn voorbeelden besproken van de manier waarop basisschoolleerlingen dankzij taal-denk-gesprekken tot historisch redeneren komen. In augustus heeft het lectoraat tijdens het EARLI-congres op Cyprus een symposium georganiseerd. De titel van het symposium was Getting into interthinking. Analysing interthinking dialogues across different educational settings. Het lectoraat heeft hiervoor partners uit Duitsland (universiteit Kassel) en Oostenrijk (universiteit Salzburg) en Nederland (NHL) uitgenodigd. Sinds november 2014 voert het lectoraat met het Marnix Onderwijscentrum een tweejarig RAAK-project uit: Kansen in spel. Het lectoraat werkt daarin samen met een drietal andere organisaties: ipabo, Kohnstamm Instituut en De Activiteit. Het onderzoek loopt op dit moment op scholen en peuterinstellingen in Utrecht, Amsterdam en Schagen. Tijdens spel vinden leraren en pedagogisch medewerkers het lastig een gesprek te voeren met jonge kinderen, terwijl daar juist kansen te benutten zijn. In dit onderzoek wordt er gekeken naar de manier waarop professionals kinderen kunnen stimuleren om te praten, na te denken en ideeën uit te wisselen. Dit onderzoek wil leraren en pedagogisch medewerkers tegemoet komen bij hun handelingsverlegenheid en ze helpen het spel te verdiepen met taaldenkgesprekken. In 2015 werd dit onderzoek voortgezet. Het lectoraat heeft in het kader van nascholing de cursus Kritisch denken uitgevoerd. Deze cursus bestaat uit twee bijeenkomsten van drie uur waarin leraren kennis en vaardigheden opdoen voor het voeren van taal-denk-gesprekken. De docenten van de Marnix Academie werden met de training Taal en uitdagend onderwijs (TUO) opnieuw getraind. Het lectoraat was sinds 2007 actief en is eind 2015 beëindigd. Resultaten in 2015 Binnen het lectoraat Leiderschap in het onderwijs hielden de kenniskringleden zich bezig met vijf verschillende onderzoeksprojecten, waaronder twee promotietrajecten. Alle onderzoeken lopen nog. Vanuit het lectoraat werd gepubliceerd over de onderzoeken en werden lezingen gehouden op congressen en in het land. In de Community of Practice Onderzoeksmatig leiderschap, door de lector opgezet in 2013, werkten elf schoolleiders aan het creëren van een onderzoekende cultuur in hun scholen. Zij deden dit op basis van eerder onderzoek in hun scholen naar de perceptie van hun leraren op onderzoeksmatig leidinggeven en werken. Binnen het lectoraat neemt de masteropleiding Educational Leadership (MEL) een belangrijke plaats in. Vanaf januari 2015 volgden vijf groepen schoolleiders de MEL: twee in Utrecht, één in Goes, één in Zwolle en één in Drachten. De groep in Utrecht beoordeelde de MEL aan het eind van hun opleiding in februari 2015 met een 8,5. In 2015 werd door het lectoraat het werk aan een digitaal instrument voor School aan Zet afgerond. Met dit instrument kunnen scholen in alle lagen (bestuur, schoolleiding, leraren) werken aan de ontwikkeling naar een lerende organisatie: zie ook www.schoolaanzet.nl Ook in 2015 heeft de lector meegewerkt aan de totstandkoming van de schoolleidersregisters PO en VO. Sinds september 2014 heeft zij een adviserende rol in de Wetenschappelijke Raad van de Stichting Registratie PO. Op uitnodiging van de VO-Academie is de lector samen met drie andere wetenschappers in 2015 lid geworden van een denktank ten behoeve van het ontwikkelen van een programma van eisen voor een leergang Strategisch Onderwijskundig Leiderschap. In december 2015 is de opleiding onder begeleiding van de denktank gestart. De denktank combineert de opleiding door middel van interviews, die de schoolleiders zelf in hun scholen houden, met onderzoek naar de stand van zaken in Nederland op het gebied van strategisch onderwijskundig leiderschap. 5.5 Lectoraat Leiderschap in het onderwijs Het lectoraat Leiderschap in het onderwijs ontwikkelt en ondersteunt leiderschap in scholen. Leidraad is daarbij de schoolleiders waar door middel van onderzoek kennis wordt gecreëerd, waar kennis wordt verspreid en waar deling van kennis en ervaringen plaatsvindt. De verbinding met wetenschappelijk onderzoek is daarbij het uitgangspunt. De lector 28 29