Maatschap Chirurgie. Hormonale therapie bij borstkanker

Vergelijkbare documenten
Hormoontherapie bij borstkanker

Hormoontherapie bij borstkanker

H Hormonale therapie bij borstkanker

5 borstkanker Adviezen over omgaan met bijwerkingen 7 Vragen / informatie 11

7.1 Anti-hormonale therapie

Bij u is onderzocht of uw tumor hormoongevoelig is en omdat dit bij u het geval is, heeft de arts voorgesteld om te starten met hormonale therapie.

Borstkanker en hormoontherapie

patiënteninformatie borstkliniek Antihormoontherapie

borstkliniek informatiebrochure Anti-hormoontherapie

De behandeling van borstkanker met Nolvadex

Infoblad KANKER ALGEMEEN. Hormonale therapie

Hormonale therapie bij borstkanker

Interne geneeskunde. Endocriene therapie: Hormoontherapie bij borstkanker

Hormoongebruik rond de overgang

Hormoontherapie bij borstkanker

Hormoonbehandeling bij prostaatkanker Urologie

Patiënteninformatie De behandeling van borstkanker met Zoladex

Hormonale therapie bij borstkanker

Hormoontherapie bij borstkanker

Patiënteninformatiedossier (PID) MAMMACARE. onderdeel HORMONALE THERAPIE

C. 1. Hormoonbehandeling

Patiënteninformatie. Hormoontherapie bij borstkanker

Hormonale therapie bij borstkanker

Hormonale therapie bij borstkanker

Patiënteninformatiedossier (PID) PROSTAATKANKER. onderdeel HORMONALE THERAPIE. PROSTAATKANKER Hormonale therapie

Leven met borstkanker

Aromataseremmer als antihormonale therapie

De overgang. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

H Osteoporose (bij behandeling voor borstkanker)

Verhoogd risico op botontkalking (osteoporose) bij borstkanker

PATIËNTEN INFORMATIE. Hormoontherapie bij borstkanker

Thema: "Overgankelijkheden" D.H. Bogchelman. 10 november 2012

Tamoxifen als antihormonale therapie

Megestrol acetaat voor baarmoederkanker (endometrium carcinoom)

Het gebruik van tamoxifen. Bij retroperitoneale fibrose

Verpleegkundig overgangspreekuur (informatie en advies)

Oncologie. Patiënteninformatie. Hormoontherapie bij borstkanker. Slingeland Ziekenhuis

Behandelwijzer hormoontherapie

De impact van hormonale therapie bij borstkanker. Annette Stutterheim, maatschappelijk werker Marjo Holtkamp, MANP verpleegkundig specialist

Endocriene therapie bij borstkanker

Endocriene (hormonale) therapie bij borstkanker

FOLDER: HORMOONTHERAPIE ENDOCRIENE BEHANDELING MET ANASTROZOLE (ARIMIDEX )

Opvliegers, Vapeurs, Menopauze, Overgangsklachten, Flushes

Hormonale therapie bij kanker

Hormonale behandeling van borstkanker: Achtergrond informatie

De overgang: informatie en advies

Anti-hormonale therapie ja of nee?

De meeste westerse vrouwen krijgen hun laatste menstruatie tussen hun

Hormonale therapie bij kanker

sterke botten bij borstkanker Hoe houd ik mijn botten gezond?

Anti-hormonale therapie

De overgang. Handleiding voor begeleiders. Het beste uit jezelf. Philadelphia voor medewerkers

Hormonale therapie bij kanker

Informatie. voor patiënten over de behandeling van borstkanker met het medicijn Femara

Gynaecologie / Verloskunde. Patiënteninformatie. Myomen. Slingeland Ziekenhuis

Wilhelmina Ziekenhuis Assen. Vertrouwd en dichtbij. Informatie voor patiënten. Myomen (vleesbomen)

Mammacare Hormoonbehandeling

Wie is er bang voor de overgang?

De overgang. Albert Schweitzer ziekenhuis december 2007 pavo 0593

Hormonale therapie bij kanker

Hormoontherapie bij borstkanker

Endocriene therapie bij borstkanker

DE OVERGANG. Fred Balder, huisarts

Inleiding Hormonale veranderingen

Inleiding Hormonale veranderingen...2

Folder premenstrueel syndroom Concept augustus 2014 Ellen Nijkamp, Clasien van der Houwen Gebaseerd op richtlijn premenstrueel syndroom 2012

Patiënteninformatie. Premenstrueel syndroom (PMS)

Gynaecologie Premenstrueel syndroom (PMS)

Overgangsklachten. Gynaecologie

3.3 Borstkanker bij de man

premenstrueel syndroom (PMS)

Hormonale behandeling van prostaatkanker

Pre-menstrueel syndroom

Premenstrueel syndroom (PMS) Poli Gynaecologie

Behandelwijzer hormoontherapie bij borstkanker

premenstrueel syndroom (PMS)

Trastuzumab (Herceptin )

Onderzoek en behandeling van myomen Afdeling gynaecologie.

Behandeling borstkanker

Premenstrueel syndroom (PMS)

Het begin en de duur van de overgang Menstruaties tijdens de overgang

Overgang Inhoudsopgave 2. Hormonale veranderingen 1. Inleiding

Overgang. Gynaecologie. Klachten en behandeling

Gynaecologie Het premenstrueel syndroom (PMS)

Wanneer mag men Fem7 50µg, Fem7 75µg en Fem7 100µg niet gebruiken? U mag Fem7 niet gebruiken:

Inhoud 1. Inleiding Hormonale veranderingen Het begin en de duur van de overgang Menstruaties tijdens de overgang

De overgang. Inleiding. Hormonale veranderingen. Het begin en de duur van de overgang

Bloedverlies na de overgang

Hormonen, hormoongebruik en pilgebruik bij BRCA1/2 mutatie draagsters

De overgang. Gynaecologie. Beter voor elkaar

Wat houdt de overgang nu eigenlijk precies in?

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie PATIËNTENVOORLICHTING

Menopauze. Gynaecologie

2. Injecties 3. Hoe verloopt het in de praktijk? 4. Hoe verlopen de echocontroles? 5. Bent u zwanger? 6. Risico s

De overgang. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Hormonale behandeling van prostaatkanker

Myomen. Ziekenhuis Gelderse Vallei

De overgang. Gynaecologie

Anastrozole Teva 1 mg filmomhulde tabletten Anastrozole

De overgang Inleiding Hormonale veranderingen

Transcriptie:

Maatschap Chirurgie Hormonale therapie bij borstkanker

Algemeen Uw specialist heeft met u besproken dat u in aanmerking komt voor een aanvullende (preventieve) hormonale behandeling. In deze folder kunt meer lezen over de werking en bijwerkingen van deze therapie. Wat zijn hormonen? Het woord hormoon komt van het Griekse woord hormaein, dat aansporen, in beweging zetten betekent. Hormonen zijn stoffen die in het lichaam boodschappen overbrengen. Deze stoffen worden in het lichaam zelf gemaakt, door bepaalde klieren, organen en weefsels, bijvoorbeeld de eierstokken. Een belangrijke groep hormonen zijn de geslachtshormonen. Bij vrouwen hebben de borsten en het baarmoederslijmvlies geslachtshormonen nodig voor hun groei en ontwikkeling. Vanaf de eerste menstruatie produceren de eierstokken de geslachtshormonen oestrogeen en progesteron. De aanmaak van deze twee hormonen in de eierstokken staat onder invloed van weer andere hormonen, die worden gemaakt in de hersenen. Tegen de tijd dat de vrouw de overgang nadert, produceren de eierstokken geleidelijk steeds minder oestrogeen totdat de aanmaak van oestrogeen in de eierstokken uiteindelijk helemaal stopt en de menstruaties wegblijven. Dit betekent niet dat het lichaam dan helemaal geen oestrogeen meer aanmaakt. Er worden nog wel kleine hoeveelheden vrouwelijke geslachtshormonen gemaakt. Dat gaat via het vetweefsel. Deze productie van oestrogenen via het vetweefsel is veel lager dan die in de eierstokken voor de overgang. Hormoongevoelige tumor Het borstklierweefsel staat onder de invloed van oestrogenen: bv. tijdens de zwangerschap worden de borsten groter door toename van het volume aan klierweefsel. Op de cellen van normaal borstklierweefsel zitten vele soorten receptoren waaronder de zogenaamde Oestrogeenreceptor waarop oestrogenen kunnen vastkoppelen om zodoende de cel te stimuleren om te groeien. Het borstklierweefsel is dus gevoelig voor oestrogenen. Borstkanker ontstaat uit een kwaadaardige verandering van oorspronkelijk normaal borstklierweefsel. Het kan dus zijn dat deze borstkankercellen dezelfde oestrogeenreceptoren bezitten. Wanneer borstkankerweefsel oestrogeenreceptoren bezit wordt dit aangeduid als oestrogeenreceptorpositief. Veel borstkankercellen, maar niet altijd(!), zijn net zoals het originele borstklierweefsel gevoelig voor vrouwelijke hormonen Wat is hormonale therapie? Hormonale therapie is een behandeling, die er voor zorgt dat minder oestrogeen en progesteron wordt aangemaakt óf dat deze hormonen minder goed hun werk kunnen doen. Zo kan de groei en de vermeerdering van 2

borstkankercellen worden geremd of voorkomen. Eigenlijk zou men beter kunnen spreken van een anti-hormonale therapie. Hormonale therapie kan op verschillende manieren worden toegepast. Meestal bestaat hormonale therapie uit een behandeling met medicijnen Bij vrouwen kunnen ook de eierstokken worden weggenomen of tijdelijk worden stilgelegd met behulp van medicijnen. Werking van de medicijnen Er zijn verschillende medicijnen die bij hormonale therapie gebruikt kunnen worden. Elk medicijn heeft een andere werking: 1. Werking via de hormoonreceptoren Er is een groep medicijnen, die zorgt dat het hormoon oestrogeen zich niet meer kan binden aan de receptoren van de kankercellen. Zo wordt de groeistimulerende werking van oestrogeen tegengegaan. Medicijnen die volgens dit principe werken zijn tamoxifen en fulvestrant. 2. Werking via de enzymen (anastrozol, aromasin en letrozol) Na de overgang of als de eierstokken zijn verwijderd of geblokkeerd, wordt in het vet- en spierweefsel nog oestrogeen gemaakt Er is een groep medicijnen, aromataseremmers genoemd, die deze manier van aanmaak van oestrogeen tegenhoudt. De volgende medicijnen behoren tot de aromataseremmers: anastrozol, aromasin en letrozol. 3. Werking via de hersenen De productie van de geslachtshormonen staat onder invloed van een hormoon dat op bepaalde plaatsen van de hersenen worden geproduceerd. Er is een groep medicijnen, die het proces van aanmaak van dit hormoon in de hersenen onderdrukt en er zo voor zorgt dat de productie van geslachtshormonen wordt geblokkeerd. Deze medicijnen heten Lh-Rh analogen. De hormoonproductie in de eierstokken wordt daardoor uitgeschakeld. Voorbeelden hiervan zijn Zoladex (Gosereline), Suprecur (Brusereline) en Lucrin (Leuproreline). Algemene bijwerkingen en gevolgen van de hormonale therapie bij borstkanker De bijwerkingen komen overeen met overgangsklachten. De natuurlijke overgang is voor elke vrouw verschillend; de een heeft veel klachten terwijl de andere vrouw er buiten het uitblijven van de menstruaties nauwelijks iets van merkt. Hetzelfde geldt voor de klachten die worden veroorzaakt door de hormonale therapie. Bij vrouwen die nog niet in de overgang zijn, zijn de klachten vaak wat heftiger door de plotselinge sterke daling van de oestrogeenspiegel in het bloed. Bij vrouwen die in de overgangsfase zijn, is de oestrogeenspiegel al wat lager waardoor de klachten vaak minder heftig zijn. Reeds bestaande overgangsklachten kunnen wel wat toenemen. Bij vrouwen die de overgang al achter de rug hebben, kunnen overgangsklachten weer iets terugkomen. De meeste klachten kunnen na zo n drie maanden, 3

4 Diaconessenhuis Leiden wanneer het lichaam gewend raakt aan de veranderde hormoonbalans, weer wat afnemen. Bijwerkingen die bij alle vormen van hormonale therapie kunnen voorkomen: opvliegers; een opvlieger kan een aantal seconden duren, maar ook een aantal minuten aanhouden. Vaak gaat een opvlieger samen met een verhoogde hartslag en transpireren. Vooral s nachts kan het transpireren heftig zijn. Stress kan zorgen voor meer én hevigere opvliegers. misselijkheid, vooral aan het begin van de behandeling; droge vagina; door de afname van oestrogeen worden de slijmvliezen droger en dunner. De slijmvliezen van ogen, neus en mond, maar vooral de slijmvliezen van de vagina kunnen klachten geven. Zo wordt de vagina gevoeliger voor irritaties. onregelmatige of tijdelijke wegblijvende menstruatie; afname van de seksuele interesse; gewichtstoename; duizeligheid; spier en gewrichtspijn; hoofdpijn; stemmingswisseling. Sommige vrouwen geven aan vaak prikkelbaar te zijn, makkelijker geïrriteerd te raken, soms zodanig dat ze zichzelf niet herkennen. depressieve klachten. Er kunnen sombere gevoelens ontstaan. Dit kan een direct gevolg zijn van de overgang, maar ook van de confrontatie met het hele ziekte- en behandelproces. vaginaal bloedverlies; meld dit aan uw behandeld arts. dunner wordend hoofdhaar en toename van de lichaamsbeharing. Dit komt door de verandering in de balans tussen mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen. Behandelingsspecifieke bijwerkingen Naast algemene bijwerkingen zijn er ook nog enkele behandelingsspecifieke bijwerkingen. Nolvadex (Tamoxifen): Bevordert de bloedstolling. Dit verhoogt in lichte mate het risico op bloedpropjes in de bloedvaten(= trombose). Mocht u bloedverdunners (gaan) gebruiken, denkt u er dan aan dat u bij de behandeld arts en de trombosedienst meldt dat u nolvadex(tamoxifen) gebruikt. Bij een jarenlang gebruik van Tamoxifen neemt het risico op het ontstaan van baarmoederkanker licht toe. Dit risico weegt meestal niet op tegen de kans op een positief effect van Tamoxifen op borstkanker. Na de overgang vermindert Nolvadex (Tamoxifen) het risico op botontkalking. Wijze van inname: De tablet (Tamoxifen) moet één keer per dag in hun geheel worden ingenomen. Om de kans te verkleinen dat u het medicijn vergeet in te nemen,

adviseren wij u een tijdstip te kiezen dat voor uzelf zo gunstig mogelijk is. Dit kan s ochtends, s middags of s avonds zijn. Aromataseremmers: Dit is een aromataseremmer waarbij sprake kan zijn van de volgende bijwerkingen: spier- en gewrichtsklachten; botontkalking (osteoporose; Wijze van inname: Kies een vast tijdstip dat voor uzelf zo gunstig mogelijk is. Bij hormonale therapie vanwege borstkanker kan verder ook sprake zijn van de volgende bijwerkingen: Vervroegde overgangsklachten, of toename van overgangsklachten als u bij de start van de hormoontherapie al in de overgang was. Klachten die bij de overgang horen zijn: opvliegers, minder zin in vrijen, onregelmatige menstruatie en botontkalking. Gewichtstoename. Uw gewicht kan toenemen door het vasthouden van vocht. Dit probleem is in het algemeen op te lossen met vochtafdrijvende middelen en/of weinig tot geen zout te gebruiken. Sommige vrouwen komen echter blijvend enkele kilo s aan. Verminderde vochtproductie van de vagina, waardoor het vrijen minder prettig en moeilijker is. Het gebruik van een glijmiddel kan een oplossing zijn. Het slijmvlies van de vagina wordt door een verminderde vochtproductie gevoeliger voor infecties. Bij een infectie is vaak sprake van jeuk en afscheiding. Er zijn medicijnen die deze infecties tegengaan. Een verhoogde kans op osteoporose voor vrouwen in de overgang Als u al in de overgang was, kan de hormoontherapie met aromataseremmers het risico op botontkalking soms vergroten. Als het proces van botontkalking al gaande is, kunnen de medicijnen uit de groep van de aromataseremmers dit proces versnellen. Daarom wordt voordat u met het gebruik van de medicijnen uit deze groep start, eerst een botdichtheidmeting (DEXA-scan) gedaan. Deze meting maakt duidelijk of er al sprake is van botontkalking. Mocht dit het geval zijn, dan wordt met u gesproken over de medicijnen die u kunt gebruiken om het proces van de botontkalking te remmen. Maatregelen die u zelf kunt nemen om de risico s van botontkalking te beperken zijn: Inname van voldoende calcium, dat wil zeggen 1200-1500 mg per dag via de voeding. Dit komt overeen met 4 keer per dag een melkproduct met extra calcium erin of 5 keer per dag een gewoon melkproduct. Als u meer dan 2500 mg inneemt wordt het schadelijk. Inname van voldoende vitamine D, dat wil zeggen 400-800 eenheden per dag. Als u uw brood belegt met boter, margarine of halvarine en u 5

uw vlees bakt in een bak- of braadproduct, krijgt u voldoende vitamine D via de voeding binnen. Ook 30 minuten buiten in zonlicht zorgt voor opname van voldoende. Matig gebruik van alcohol en cafeïnehoudende producten. Niet roken; Minimaal een half uur per dag bewegen; Vitamine D. Om de aanwezigheid van osteoporose te meten en te volgen zal de specialist of de nurse practitioner een botdichtheidmeting laten verrichten (BMD). Dit gebeurt bij: Vrouwen jonger dan 40 jaar die nog niet in de overgang zijn en behandeld worden met een LHRH analoog, of bij wie de eierstokken verwijderd zijn; Vrouwen, die nog niet in de overgang zijn, en die reeds een jaar behandeld worden met nolvadex (Tamoxifen) en bij wie sprake is van uitval van de functie van de eierstokken; Vrouwen die de overgang al hebben gehad en die aromataseremmers gebruiken. Afhankelijk van de botdichtheidsmeting bespreekt de specialist of de nurse practitioner met u of u aanvullende medicatie nodig hebt en wanneer de botdichtheidsmeting herhaald moet worden. Controle en begeleiding Het advies dat u krijgt voor de hormonale behandeling, is afgestemd in het multidisciplinair overleg voor oncologische patiënten, en is gebaseerd op landelijke richtlijnen. De risico s van het eventueel niet volgen van de hormoontherapie worden ook met u besproken. Tijdens de behandeling zult u afwisselend door de specialist en de nurse practitioner gecontroleerd worden op de werking en de bijwerkingen van de hormoontherapie. Wanneer moet u contact opnemen? Wanneer u last krijgt van bijwerkingen, kijk het dan eerst enkele dagen tot weken aan als dat mogelijk is. Vaak verdwijnen de klachten na verloop van tijd weer als uw lichaam zich op de behandeling heeft ingesteld. Bespreek de bijwerkingen die u ondervindt in ieder geval tijdens uw controleafspraak in het Diaconessenhuis. Uw specialist kan u tips geven om de hinder die u van bijwerkingen ondervindt te verminderen. Bij vragen en/of onacceptabele bijwerkingen kunt u altijd eerder contact opnemen met de mammacareverpleegkundige/nurse practitioner. 6

Direct contact opnemen Bij bepaalde klachten zoals verdenking trombosebeen- of arm en/of een longembolie moet u direct contact opnemen! Ook bij menstruatie en vaginaal bloedverlies. Heeft u vragen naar aanleiding van deze brochure, kunt terecht bij de behandeld specialist en/of nurse practitioner/mammacareverpleegkundige, Diaconessenhuis Leiden. Telefoon 071 517 81 78, pieper 21210 of 21257. Maatschap Chirurgie Telefoonnummer: 071-517 83 36 0712/5019889/DIA1201 7