FINANCIEEL ADMINISTRATIEVE BEROEPSVORMING 3 (CBA03.3/CREBO:50143)
sd.cba03.3.v2 ECABO, Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of gepubliceerd in enige vorm of wijze, hetzij elektronisch, kopieertechnisch, druktechnisch of fotografisch, zonder voorafgaande toestemming van ECABO. Correspondentie met betrekking tot overneming of reproductie: ECABO Postbus 1230 3800 BE AMERSFOORT
INHOUD Normeringsmodel met taxonomiecodes 1 3
Normeringsmodel met taxonomiecodes Deelkwalificatie Nr. Eindterm Taxonomiecode Waarde per eindterm 1.1 De kandidaat kan onderhavige berekeningen en handelingen uitvoeren aan de hand van een gegeven rekeningenschema en tevens met behulp van een geautomatiseerd systeem. Rc 0 2.1 De kandidaat kan het evenwichtsprincipe van een balans beschrijven. B 3 2.2 De kandidaat kan de boekingsregels verklaren. B 2 2.3 De kandidaat kan grootboekrekeningen plaatsen in het decimaal rekeningstelsel, met uitzondering van rubriek 5 en 6. B 3 2.4 De kandidaat kan de boekhoudcyclus beschrijven. B 6 2.5 De kandidaat kan documenten op volledigheid en correctheid controleren. Rc 6 2.6 De kandidaat kan facturen opstellen. Rc 2 3.1 De kandidaat kan vaste stambestanden muteren ten behoeve van de financiële administratie. 4.1 De kandidaat kan financiële mutaties m.b.t. het Eigen Vermogen verwerken met uitzondering van BV en NV. Rc 2 Rc 3 4.2 De kandidaat kan financiële mutaties m.b.t. de inkoop verwerken. Rc 7 4.3 De kandidaat kan financiële mutaties m.b.t. de verkoop verwerken. Rc 7 4.4 De kandidaat kan financiële mutaties m.b.t. het betalingsverkeer verwerken. Rc 6 4.5 De kandidaat kan permanentie toepassen op baten en lasten. Rc 3 4.6 De kandidaat kan financiële mutaties m.b.t. duurzame productiemiddelen verwerken. Rc 2 4.7 De kandidaat kan afschrijvingen op debiteuren verwerken. Rc 3 4.8 De kandidaat kan afschrijvingen op voorraden verwerken. Rc 3 4.9 De kandidaat kan directe kosten verwerken. Rc 2 4.10 De kandidaat kan indirecte kosten verwerken. Rc 2 5.1 De kandidaat kan de tariefgroep loonbelasting bepalen aan de hand van een loonbelastingverklaring.* 5.2 De kandidaat kan verschillende inhoudingen ten gevolge van de sociale wetgeving verklaren. Rc 1 B 4 5.3 De kandidaat kan bruto-salariscomponenten berekenen. Rc 5 5.4 De kandidaat kan netto-salarissen berekenen. Rc 5 1
Deelkwalificatie Nr. Eindterm Taxonomiecode Waarde per eindterm 5.5 De kandidaat kan op basis van aangeleverde gegevens de loon-/ salariskosten verwerken. 6.1 De kandidaat kan de administratieve organisatie betreffende inkopen omschrijven. 6.2 De kandidaat kan de administratieve organisatie betreffende verkopen omschrijven. 6.3 De kandidaat kan de administratieve organisatie betreffende het betalingsverkeer omschrijven. Rc 5 B 3 B 3 B 3 7.1 De kandidaat kan het doel van projectadministratie beschrijven. B 1 7.2 De kandidaat kan boekingen in een projectadministratie verrichten. Rc 3 8.1 De kandidaat kan gewenste output bewerken. Rc 1 9.1 De kandidaat kan verschillende archiefsystemen gebruiken. Rc 1 9.2 De kandidaat kan verschillende opbergsystemen gebruiken. Rc 1 9.3 De kandidaat kan een dossier samenstellen. Rc 1 9.4 De kandidaat kan de financiële stukken volgens de voorgeschreven archiveringsprocedure en de archiveringsregels archiveren. Rc 1 100 * In verband met gewijzigde wetgeving dient deze eindterm gelezen te worden als: De kandidaat kan de heffingskortingen bepalen. 2
3
4
EINDTERM: 1.1 Taxonomiecode: Waarde: 0 punten De kandidaat kan onderhavige berekeningen en handelingen uitvoeren aan de hand van een gegeven rekeningenschema en tevens met behulp van een geautomatiseerd systeem. Rc 1.1.1 Uitvoeren berekeningen met een geautomatiseerd systeem ten behoeve van: - 2.1, vaststellen Eigen Vermogen - 2.5-2.6, factuurbedragen - 4.1 t/m 4.10, bedragen journaalposten i.s.m.:. vaste verrekenprijs. kortingen. bedragen per periode. afschrijving met vast percentage. totalen/resultaten. kostprijs - 5.3 t/m 5.5. bruto- en nettosalaris en salarisloonkosten - kan worden getoetst in combinatie met de eindtermen:. 2.1,. 2.5-2.6,. 4.1 t/m 4.10 en. 5.3 t/m 5.5 5
EINDTERM: 2.1 De kandidaat kan het evenwichtsprincipe van een balans beschrijven. Taxonomiecode: B Waarde: 3 punten 2.1.1. Beschrijven het evenwichtsprincipe van een balans - met onderscheid naar de plaats op de balans van de onderdelen:. vaste activa. vlottende activa. liquide middelen. langlopende en kortlopende schulden - inclusief het vaststellen van het Eigen Vermogen met het evenwichtsprincipe - voor een handelsonderneming, dienstverlenende instelling en productieonderneming - inclusief een omschrijving van:. vaste activa. soorten (im)materieel. waardering en wijze van afschrijving. vlottende activa. soorten (vorderingen, voorraden, liquide middelen). langlopende schulden. soorten (leningen, hypotheken) - kan worden getoetst in combinatie met eindterm 4.1 6
EINDTERM: 2.1 (vervolg) De kandidaat kan het evenwichtsprincipe van een balans beschrijven. Taxonomiecode: B Waarde: 3 punten Nr. Inhoud Beheersingsniveau Toetsvoorwaarden. kortlopende schulden. soorten (leningen, crediteuren, overlopende passiva, belastingen) 7
EINDTERM: 2.2 De kandidaat kan de boekingsregels verklaren. Taxonomiecode: B Waarde: 2 punten 2.2.1 Verklaren de boekingsregels t.a.v.: - de rekeningen van bezit, schuld en Eigen Vermogen - de rekeningen privé en de daaraan gekoppelde hulprekeningen. kosten- en opbrengstenrekeningen - voor een handelsonderneming, dienstverlenende instelling en productieonderneming - herkent financiële feiten en gevolgen voor de:. rekeningen van bezit, schuld en Eigen Vermogen. rekeningen Privé en de daaraan gekoppelde hulprekeningen. kosten- en opbrengstenrekeningen - aan de hand van gegeven boekingsstukken - kan worden getoetst in combinatie met eindterm 4.1 t/m 4.10 8
EINDTERM: 2.3 De kandidaat kan grootboekrekeningen plaatsen in het decimaal rekeningstelsel, met uitzondering van rubriek 5 en 6. Taxonomiecode: B Waarde: 3 punten 2.3.1 Onderverdelen de rubrieken 0, 1, 2, 3, 4, 7, 8 en 9 in balans- en resultatenrubrieken - voor een handelsonderneming, dienstverlenende instelling en productieonderneming - aan de hand van gegeven rubrieken met omschrijving - kan worden getoetst in combinatie met eindterm 4.1 t/m 4.10 2.3.2 Plaatsen grootboekrekeningen in de rubrieken 0, 1, 2, 3, 4, 7, 8 en 9 - voor een handelsonderneming, dienstverlenende instelling en productieonderneming - aan de hand van omschrijvingen van grootboekrekeningen - kan worden getoetst in combinatie met eindterm 4.1 t/m 4.10 9
EINDTERM: 2.4 De kandidaat kan de boekhoudcyclus beschrijven. Taxonomiecode: B Waarde: 6 punten 2.4.1 Beschrijven de boekhoudcyclus: - openen grootboek - coderen financiële feiten - bijwerken subgrootboeken - verwerken coderingen in het grootboek - opstellen kolommenbalans - van beginbalans tot eindbalans en V&Wrekening - inclusief omschrijven structuur journaalposten - ten behoeve van correctieboekingen aangeven welke delen van de cyclus gecorrigeerd moeten worden - voor een handelsonderneming, dienstverlenende instelling en productieonderneming - voor het systeem van dubbel boekhouden - aan de hand van gegeven (foutieve) boekingen - kan worden getoetst in combinatie met eindterm 4.1 t/m 4.10 (correcties) 10
EINDTERM: 2.5 De kandidaat kan documenten op volledigheid en correctheid controleren. Waarde: 6 punten 2.5.1. Controleren boekingsstukken op volledigheid en correctheid - inclusief sorteren naar hun aard in:. binnenkomende facturen/creditnota's. uitgaande facturen/creditnota's. kasstukken. bankstukken. memoriaalstukken - inclusief controleberekeningen ten behoeve van factuur - conform wettelijke eisen - volledigheid t.a.v. de boekingsperiode - aan de hand van gegeven boekingsstukken 11
EINDTERM: 2.6 De kandidaat kan facturen opstellen. Waarde: 2 punten 2.6.1 Opstellen facturen - met behulp van standaard factuurlay-out - rekening houdend met kortingen, bijkomende kosten (vracht, emballage, verzekeringen, verzending, administratie), kredietbeperking en OB - aan de hand van ordergegevens - zowel handmatig als geautomatiseerd - kan worden getoetst in combinatie met eindterm 4.3 12
EINDTERM: 3.1 De kandidaat kan vaste stambestanden muteren ten behoeve van de financiële administratie. Waarde: 2 punten 3.1.1 Muteren vaste stambestanden ten behoeve van de financiële administratie: - grootboekrekeningen - eenheden (percentages, condities, limieten) - debiteuren en crediteuren - aan de hand van concrete mutaties in een bestaande administratie - zowel handmatig als geautomatiseerd 13
EINDTERM: 4.1 De kandidaat kan financiële mutaties m.b.t. het Eigen Vermogen verwerken met uitzondering van BV en NV. Waarde: 3 punten 4.1.1 Verwerken financiële mutaties m.b.t. het Eigen Vermogen: - overboeking van het saldo van de rekening privé en het saldoresultaat lopend boekjaar naar de rekening Eigen Vermogen - overboeking van de winstverdeling en de saldi van de rekeningen privé aan het eind van een jaar naar de vermogensrekeningen (V.O.F., C.V.) - boeking van het in- en uittreden van een beherende en/of commanditaire vennoot - met uitzondering van BV en NV - inclusief berekenen Eigen Vermogen door:. opstellen eindbalans in scontro-vorm. opstellen V&W-rekening in staffelvorm. opstellen correctieboekingen ten behoeve van afsluiting (deze in overleg met leidinggevende) - inclusief archiveren boekingsstukken - aan de hand van (nog in te voeren) boekingsstukken - aan de hand van gegeven (deel) kolommenbalans - aan de hand van het saldo V&W-rekening en de rekening privé - zowel handmatig als geautomatiseerd 14
EINDTERM: 4.2 De kandidaat kan financiële mutaties m.b.t. de inkoop verwerken. Waarde: 7 punten 4.2.1 Verwerken financiële mutaties met betrekking tot de inkoop - inclusief bijwerken subadministratie crediteuren - inclusief bijwerken voorraad-/inkoopadministratie - inclusief voorinkoopcontracten - met gebruikmaking van de vaste verrekenprijs en de grootboekrekening prijsverschillen - inclusief muteren vaste verrekenprijs - inclusief inkoopfacturen voor:. statiegeld. cadeaubonnen. kosten (elektronisch) spaarsysteem - inclusief controle factuur met magazijngegevens/order en correctie (verzoek/creditfactuur) - zowel bij gelijktijdige ontvangst goederen/factuur als afzonderlijke ontvangst - inclusief aanmaken betaalopdracht voor de bank/giro - inclusief archiveren boekingsstukken - aan de hand van gegeven boekingsstukken. inkoopfacturen. creditfacturen. betalingsafschriften (kas, bank). inkooporders/-contracten. goederenontvangstbon/-boek - zowel handmatig als geautomatiseerd - deze eindterm wordt bij voorkeur getoetst in combinatie met eindterm 4.4 15
EINDTERM: 4.3 De kandidaat kan financiële mutaties m.b.t. de verkoop verwerken. Waarde: 7 punten 4.3.1 Verwerken financiële mutaties met betrekking tot de verkoop - inclusief controle factuur met magazijngegevens/order en correctie/creditfactuur - inclusief bijwerken subadministratie debiteuren - inclusief bijwerken voorraad-/verkoopadministratie - inclusief afroepcontracten (-orders) - met gebruikmaking van de vaste verrekenprijs en de grootboekrekening prijsverschillen - inclusief muteren vaste verrekenprijs - inclusief facturen voor:. contante verkopen. statiegeld. cadeaubonnen - zowel bij gelijktijdige verzending goederen en factuur als afzonderlijke verzending - inclusief archiveren boekingsstukken - aan de hand van gegeven boekingsstukken. verkoopfacturen. creditfacturen. ontvangstafschriften (kas, bank). verkooporders/afroepcontracten. goederenafgiftebon/-boek - zowel handmatig als geautomatiseerd - deze eindterm wordt bij voorkeur getoetst in combinatie met eindterm 4.4 16
EINDTERM: 4.4 De kandidaat kan financiële mutaties m.b.t. het betalingsverkeer verwerken. Waarde: 6 punten 4.4.1 Verwerken financiële mutaties met betrekking tot het betalingsverkeer: - ontvangsten - betalingen - voor inkoopfactuur inclusief controle van de factuur met magazijngegevens/order en correctie(verzoek) - rekening houdend met bankkosten en koersverschillen - zowel giraal als contant - bij contante verrekening diverse wijzen van betalen:. cheques. (accept)giro. chipkaart/pinpas/chipknip e.d.. creditcard/klantenkaart inclusief kosten - inclusief boeken kasmutaties bij contante betalingen. kasstukken in inkomsten- en uitgavenkolom. coderen. verwerken betaling. kasstaat afsluiten. kasverschil verwerken - inclusief archiveren boekingsstukken - aan de hand van (nog in te voeren) boekingsstukken - zowel handmatig als geautomatiseerd - aan de hand van kasmutatiestaat - deze eindterm wordt bij voorkeur getoetst in combinatie met eindterm 4.2 en 4.3 17
EINDTERM: 4.5 De kandidaat kan permanentie toepassen op baten en lasten. Waarde: 3 punten 4.5.1 Toepassen permanentie bij boekingen van baten en lasten: - (ver)huur, abonnementen, verzekeringen, interest e.d. - voorzieningen - transitorische posten onderscheiden in anticipatieposten en uitstelposten - berekenen van periodieke baten en lasten - gebruikmakend van de transitorische rekeningen in rubriek 1 bij:. continu gebruik. gebruik alleen bij einde boekjaar - inclusief noodzakelijke correctieboekingen - aan de hand van boekingsstukken - zowel handmatig als geautomatiseerd 18
EINDTERM: 4.6 De kandidaat kan financiële mutaties m.b.t. duurzame productiemiddelen verwerken. Waarde: 2 punten 4.6.1 Verwerken financiële mutaties m.b.t. duurzame productiemiddelen: - aankoop duurzame productiemiddelen - afschrijving duurzame productiemiddelen. vast percentage van:. aanschaffingsprijs. boekwaarde - buitengebruikstelling duurzaam productiemiddel - inclusief vaststellen resultaat bij verkoop van duurzaam productiemiddel - inclusief samenstellen jaaroverzicht van afschrijvingsgegevens - inclusief archiveren boekingsstukken - aan de hand van boekingsstukken - zowel handmatig als geautomatiseerd 19
EINDTERM: 4.7 De kandidaat kan afschrijvingen op debiteuren verwerken. Waarde: 3 punten 4.7.1 Verwerken afschrijvingen op debiteuren - rechtstreeks op de resultatenrekening of ten laste van de rekening Voorziening dubieuze debiteuren - inclusief verwerken terug te vorderen OB - inclusief samenstellen periodiek overzicht gegevens dubieuze debiteuren - inclusief archiveren boekingsstukken - aan de hand van boekingsstukken - aan de hand van regels omtrent afschrijving - zowel handmatig als geautomatiseerd 20
EINDTERM: 4.8 De kandidaat kan afschrijvingen op voorraden verwerken. Waarde: 3 punten 4.8.1 Verwerken afschrijvingen van incourante voorraden - rechtstreeks op de resultatenrekening of ten laste van de rekening Voorziening incourante voorraden - inclusief samenstellen periodiek overzicht gegevens afschrijving voorraden - inclusief archiveren boekingsstukken - aan de hand van boekingsstukken - aan de hand van regels omtrent afschrijving - zowel handmatig als geautomatiseerd 21
EINDTERM: 4.9 De kandidaat kan directe kosten verwerken. Waarde: 2 punten 4.9.1 Verwerken directe kosten m.b.t.: - inkoop - productie - magazijn - verkoop - direct of via rubriek 4 overboekingsrekening naar rubriek 6, 7 en 8 - inclusief vaststellen resultaat en overboeking naar rubriek 9 - inclusief archiveren boekingsstukken - aan de hand van boekingsstukken - aan de hand van een boekingsmethode - deze eindterm wordt bij voorkeur getoetst in combinatie met eindterm 4.10 - zowel handmatig als geautomatiseerd 22
EINDTERM: 4.10 De kandidaat kan indirecte kosten verwerken. Waarde: 2 punten 4.10.1 Verwerken indirecte kosten voor: - inkoop - productie - magazijn - verkoop - via rubriek 4 overboekingsrekening naar rubriek 5 kostenplaatsen - inclusief archiveren boekingsstukken - via opslagmethode en via kostenplaatsenmethode - aan de hand van boekingsstukken - aan de hand van een boekingsmethode - deze eindterm wordt bij voorkeur getoetst in combinatie met eindterm 4.9 - zowel handmatig als geautomatiseerd 23
EINDTERM: 5.1 De kandidaat kan de tariefgroep loonbelasting bepalen aan de hand van een loonbelastingverklaring.* Waarde: 1 punt 5.1.1 Bepalen de loonheffingskorting - met aantoonbare kennis van de begrippen:. belastingplichtige. inhoudingsplichtige. SoFi-nummer. loonheffingskorting - met aantoonbaar inzicht in:. de verschillende heffingskortingen. de studenten- en scholierenregeling - aan de hand van een loonbelastingverklaring - deze eindterm wordt bij voorkeur getoetst in combinatie met eindterm 5.2, 5.3, 5.4 en 5.5 * In verband met gewijzigde wetgeving dient deze eindterm gelezen te worden als: De kandidaat kan de heffingskortingen bepalen. 24
EINDTERM: 5.2 De kandidaat kan verschillende inhoudingen ten gevolge van de sociale wetgeving verklaren. Taxonomiecode: B Waarde: 4 punten 5.2.1 Verklaren inhoudingen ten gevolge van de sociale wetgeving: - werknemersverzekeringen. WAO. ZFW. WW. ZW - volksverzekeringen. AOW. AWBZ. ANW. AAW - onderscheiden premieplichtige en uitkeringsgerechtigde(n) - onderscheiden werkgevers- en werknemersdeel - inclusief hoogte franchise - inclusief maximum premiegrenzen - aangeven aan welke instantie afgedragen wordt:. belastingdienst. uitvoering werknemersverzekeringen (uwv) - aan de hand van mutatieformulieren voor de salarisadministratie - aan de hand van verstrekte informatie van de overheid, belastingdienst en de uitvoering werknemersverzekeringen (uwv) - deze eindterm wordt bij voorkeur getoetst in combinatie met eindterm 5.1, 5.3, 5.4 en 5.5 25
EINDTERM: 5.3 De kandidaat kan bruto-salariscomponenten berekenen. Waarde: 5 punten 5.3.1 Berekenen bruto-salariscomponenten, opbouw als volgt: - brutoloon op grond van urenregistratie en tarief in mindering: -/- pensioen-, VUT/FPU-premie en spaarloon = premiegrondslag/brutoloon voor sociale verzekeringswetten + werkgeversdeel ziekenfonds -/- premie WAO, WW, ZW (werknemersdeel) = loon voor overhevelingstoeslag + overhevelingstoeslag = bruto loon voor tabel Loonbelasting - inclusief toeslagen - opbouw berekening uit het hoofd - aan de hand van urenregistratie en salarisschalen - met behulp van een geautomatiseerd systeem of handmatig - deze eindterm wordt bij voorkeur getoetst in combinatie met eindterm 5.1, 5.2, 5.4 en 5.5 26
EINDTERM: 5.4 De kandidaat kan netto-salarissen berekenen. Waarde: 5 punten 5.4.1 Berekenen netto-salarissen: = bruto-loon + overhevelingstoeslag -/- pensioen-/vutpremie en spaarloon -/- loonbelasting (zie 5.3) -/- ZFW -/- sociale lasten - opbouw berekening uit het hoofd - loonheffingskorting, belastingtabellen en gegeven percentages/bedragen premies - met behulp van een model loonstaat - met behulp van geautomatiseerd systeem of handmatig - deze eindterm wordt bij voorkeur getoetst in combinatie met eindterm 5.1, 5.2, 5.3 en 5.5 27
EINDTERM: 5.5 De kandidaat kan op basis van aangeleverde gegevens de loon-/salariskosten verwerken. Waarde: 5 punten 5.5.1 Verwerken loon-/salariskosten op onderstaande grootboekrekeningen: - rubriek 1. te betalen loonheffing. te betalen pensioenpremie. te betalen sociale lasten. te betalen lonen - rubriek 2. tussenrekening lonen (incl. overhevelingstoeslag) - rubriek 4. indirecte lonen - rubriek 6. directe lonen - onderscheid naar directe en indirecte loonkosten - rekening houden met permanentie - aan de hand van loonbetalingsregister/-staat - aan de hand van loonverdeelregister/-staat - deze eindterm wordt bij voorkeur getoetst in combinatie met eindterm 5.1, 5.2, 5.3 en 5.4 28
EINDTERM: 6.1 De kandidaat kan de administratieve organisatie betreffende inkopen omschrijven. Taxonomiecode: B Waarde: 3 punten 6.1.1 Omschrijven de administratieve organisatie betreffende inkopen, vanaf bestelling tot en met financiële afwikkeling - inclusief procesbeschrijving m.b.v. een stroomschema - inclusief beschrijving formulierenomloop bij:. bestellingen. binnenkomst goederen en controle. signaleringen en samenstellen overzichten. (credit)facturen - aan de hand van een voorbeeld - deze eindterm wordt bij voorkeur getoetst in combinatie met eindterm 6.2 en 6.3 29
EINDTERM: 6.2 De kandidaat kan de administratieve organisatie betreffende verkopen omschrijven. Taxonomiecode: B Waarde: 3 punten 6.2.1 Omschrijven de administratieve organisatie betreffende verkopen, vanaf bestelling tot en met financiële afwikkeling - inclusief procesbeschrijving m.b.v. een stroomschema - inclusief beschrijving formulierenomloop bij:. bestellingen. uitgifte goederen. signaleringen, inventarisatie en samenstellen overzichten. (credit)facturen - aan de hand van een voorbeeld - deze eindterm wordt bij voorkeur getoetst in combinatie met eindterm 6.1 en 6.3 30
EINDTERM: 6.3 De kandidaat kan de administratieve organisatie betreffende het betalingsverkeer omschrijven. Taxonomiecode: B Waarde: 3 punten 6.3.1 Omschrijven de administratieve organisatie betreffende het betalingsverkeer - inclusief het belang van:. administratieve organisatie. taakverdeling. functiescheiding. interne controle - inclusief procesbeschrijving, met behulp van een stroomschema, inzake:. betalingsverkeer zelf. controle op betalingsverkeer. archivering documenten - inclusief beschrijving formulierenomloop bij:. ontvangstafschriften. betalingsafschriften. betalingsopdrachten - aan de hand van een voorbeeld - deze eindterm wordt bij voorkeur getoetst in combinatie met eindterm 6.1 en 6.2 31
EINDTERM: 7.1 De kandidaat kan het doel van projectadministratie beschrijven. Taxonomiecode: B Waarde: 1 punt 7.1.1 Beschrijven doel van projectadministratie - inclusief kenmerken projecten en projectadministratie - inclusief verschillen met reguliere financiële administratie - deze eindterm wordt bij voorkeur getoetst in combinatie met eindterm 7.2 32
EINDTERM: 7.2 De kandidaat kan boekingen in een projectadministratie verrichten. Waarde: 3 punten 7.2.1 Verrichten boekingen in een projectadministratie ten behoeve van voor- en nacalculatie: - directe kosten. loon. materiaal - indirecte kosten. toeslagen - inclusief:. bepalen van de resultaten per project. archiveren boekingsstukken - aan de hand van boekingsbescheiden - met behulp van een applicatie voor projectadministratie - deze eindterm wordt bij voorkeur getoetst in combinatie met eindterm 7.1 33
EINDTERM: 8.1 De kandidaat kan gewenste output bewerken. Waarde: 1 punt 8.1.1 Bewerken output ten behoeve van signalering, verdere verwerking, analyse, archivering en controle: - invoer- en verwerkingsverslagen - overzicht openstaande posten - saldilijsten debiteuren en crediteuren - betaalstaten - kolommenbalans - inclusief correctieboekingen ten behoeve van afsluitingen - de output moet geschikt zijn voor:. controle. signalering. correctie. opstellen correctieboekingen. archivering. verwerking - inclusief archiveren documenten - met behulp van een geautomatiseerd systeem 34
EINDTERM: 9.1 De kandidaat kan verschillende archiefsystemen gebruiken. Waarde: 1 punt 9.1.1 Gebruiken archiefsystemen voor diverse documenten van de bedrijfsadministratie - volgens wettelijke voorschriften t.a.v.:. sociale wetgeving. belastingwetgeving. privacywetgeving. bewaarplicht. bewaartermijnen - volgens bedrijfsvoorschriften - inclusief opschonen - gegeven diverse documenten van de bedrijfsadministratie - deze eindterm wordt bij voorkeur getoetst in combinatie met eindterm 9.2, 9.3 en 9.4 en in combinatie met eindterm 4.1 t/m 4.4, 4.6 t/m 4.10, 7.2, 8.1 35
EINDTERM: 9.2 De kandidaat kan verschillende opbergsystemen gebruiken. Waarde: 1 punt 9.2.1 Gebruiken opbergsystemen ten behoeve van archivering - volgens de voorgeschreven procedure - gegeven diverse documenten van de bedrijfsadministratie - volgens in het bedrijf aanwezige systeem - deze eindterm wordt bij voorkeur getoetst in combinatie met eindterm 9.1, 9.3 en 9.4 en in combinatie met eindterm 4.1 t/m 4.4, 4.6 t/m 4.10, 7.2, 8.1 36
EINDTERM: 9.3 De kandidaat kan een dossier samenstellen. Waarde: 1 punt 9.3.1 Samenstellen een dossier voor diverse onderdelen van de bedrijfsadministratie - overeenkomstig de informatiebehoefte van de organisatie, bijv. met betrekking tot:. belastingaangifte. accountantscontrole. relatiebeheer. credit management - gegeven diverse documenten van de bedrijfsadministratie - deze eindterm wordt bij voorkeur getoetst in combinatie met eindterm 9.1, 9.2 en 9.4 en in combinatie met eindterm 4.1 t/m 4.4, 4.6 t/m 4.10, 7.2, 8.1 37
EINDTERM: 9.4 De kandidaat kan de financiële stukken volgens de voorgeschreven archiveringsprocedure en de archiveringsregels archiveren. Waarde: 1 punt 9.4.1 Archiveren financiële stukken - volgens de in het bedrijf voorgeschreven archiveringsprocedure - gegeven diverse documenten van de bedrijfsadministratie - deze eindterm wordt bij voorkeur getoetst in combinatie met eindterm 9.1, 9.2 en 9.3 en in combinatie met eindterm 4.1 t/m 4.4, 4.6 t/m 4.10, 7.2, 8.1 38