INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM

Vergelijkbare documenten
INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE ARMOEDE BESTRIJDING GEMEENTE DOETINCHEM

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE OLST-WIJHE

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE VLISSINGEN

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HEERHUGOWAARD 2018

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE RIDDERKERK 2018

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE RIDDERKERK 2019

*U * *U *

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WAALWIJK 2014

HERIJKING ARMOEDEBELEID GEMEENTE MONTFERLAND

EVALUATIE ARMOEDE EN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SOEST

INKOMENSEFFECTEN LANDELIJKE EN GEMEENTELIJKE MINIMAREGELINGEN

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE RIDDERKERK 2014

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250

EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OLST-WIJHE

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WIJK BIJ DUURSTEDE 2015

INVENTARISATIE DOELGROEP ARMOEDEBELEID AMELAND

EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OVERBETUWE

ARMOEDE-INDEX GEMEENTE KRIMPENERWAARD

Interne Memo nr. commissie MO G.E. Oude Kotte Datum: december 2014 Onderwerp: BOT-overleg armoedebeleid 2015 Afschrift aan: vul in

Minima-effectrapportage Bijlage I / 1

EEffecten minimabeleid. Nibud Corinne van Gaalen

Podium 6. Rechten van raadsleden (vragen, moties en dergelijke) 7. Informatie van de portefeuillehouder

Rondkomen van een minimuminkomen, kan dat? Corinne van Gaalen 20 september 2019

Nibud Minima-effectrapportage Begrotingen 1 / 8

Nibud minimumvoorbeeldbegrotingen

Nibud Minima-effectrapportage Begrotingen 1 / 7

Nibud Minima-effectrapportage Begrotingen 1 / 10

Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist

Nibud minimum-voorbeeldbegrotingen 2015 / 1

Nibud Minima-effectrapportage Begrotingen 1 / 9

Minima-effectrapportage Bijlage I - hoge huur/ 1

ARMOEDE IN DE GEMEENTE WOUDENBERG

Minima-effectrapportage gemeente Enschede De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Notitie draagkracht naar 120 %

Armoede in Voorschoten in beeld

Begrotingen na landelijke en lokale wijzigingen 1 / 10

Naam en telefoon. Sille Dohmen 5772 Afdeling. Portefeuillehouder

Minimum-voorbeeld begrotingen en kostendelersnorm. Nibud, 2013

Begrotingen TOTAAL UITGAVEN

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LEEUWARDEN 2017

Minima-effectrapportage gemeente Utrecht De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Minima-effectrapportage Gemeente Maastricht. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Inkomenseffecten van het basisinkomen 2.0

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2015

Minima Effect Rapportage Gemeente Apeldoorn Robin Stoof & Sanne Lamers Nibud

Minima-effectrapportage Bijlage I / 1

Minima-effectrapportage gemeente Utrecht De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Minima-effectrapportage gemeente Enschede 2017

SCENARIOANALYSE SOCIAAL DOMEIN GEMEENTE RIDDERKERK

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2017

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LEEUWARDEN

Effecten van zorgmaatregelen uit het regeerakkoord

Minima-effectrapportage gemeente Venlo. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Overzicht huidige minimaregelingen

aparte regeling Bereik:40,2% (bekeken op huishoudniveau) Regeling maatschappelijke participatie +228,6% Aantal: 208

Rapportages Nibud ten behoeve Onderzoek Armoedebeleid gemeente Roosendaal. Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

Betreft: Evaluatie minimaregelingen Albrandswaard Geachte raadsleden,

Vergeleken met gemiddeld in Nederland

Armoedemonitor Leidschendam-Voorburg 2012

Koopkrachtberekeningen Uitgewerkte voorbeelden januari 2017

Rapportages Nibud ten behoeve Onderzoek Armoedebeleid gemeente Etten-Leur

Minima-effectrapportage gemeente Leidschendam- Voorburg 2013

Armoedemonitor gemeente Menterwolde 2014

MEMO. Lokaal. Geachte raad,

Minima-effectrapportage gemeente X. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie

Gemeenteraad van Albrandswaard p/a de griffie

ARMOEDEMONITOR 2016 GEMEENTE DEN HAAG

Minima-effectrapportage gemeente Ede 2016

DRAAGKRACHT- BEREKENINGEN INKOMENSAFHANKELIJKE REGELINGEN Werksessie Raadscommissie , gemeente Valkenswaard

Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014

Armoedemonitor 2014 gemeente Zoetermeer

Koopkrachtverandering van ouderen

rapport Tussenrapportage onderzoek minimabeleid Leidschendam-Voorburg Rekenkamer Leidschendam-Voorburg Rijswijk Utrecht, 16 mei 2011

Uitgewerkte voorbeelden koopkracht Prinsjesdag 2012

Kerncijfers armoede in Amsterdam

Minima-effectrapportage gemeente Hilversum De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Vergeleken met gemiddeld in Nederland

Rapportages Nibud ten behoeve Onderzoek Armoedebeleid gemeente Moerdijk. Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen 2017

Koopkrachtverandering van ouderen

Rapportages Nibud ten behoeve Onderzoek Armoedebeleid gemeente Drimmelen

Onze hulp is noodhulp. De voedselpakketten delen we wekelijks uit, maar zijn niet genoeg voor een hele week eten. Wij vullen uw boodschappen aan.

Minima-effectrapportage Regionale Sociale Dienst Pentasz Mergelland

Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in Nibud, september 2013

Armoedemonitor Voorschoten 2012

Wat heeft een bijstandsmoeder nu echt?

Koopkrachtverandering van ouderen

Koopkrachtberekeningen voor 2016 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2015

Nibud Vaste Lasten 2019

Inkomenseffecten Participatiewet en kostendelersnorm WWB. Nibud, 2013

BIJLAGE 4 ARMOEDEMONITOR 2015 GEMEENTE NOORDWIJK

Minima-effectrapportage gemeente Veenendaal 2014

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009

Minima-effectrapportage gemeente Gouda 2015

ARMOEDEMONITOR 2018 GEMEENTE RIDDERKERK

Evaluatie armoederegelingen 2017 Ridderkerk

Raadsvoorstel agendapunt

Transcriptie:

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM

Inkomens Effect Rapportage gemeente Hattem Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens en werkenden met lage inkomens in de gemeente Hattem. Colofon Opdrachtgever Gemeente Hattem Datum Maart 2015 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp Harry Piepers KWIZ Stavangerweg 23-5 9723 JC Groningen 050-5252473 contact@kwiz.nl Uitgave Deze publicatie is een uitgave van KWIZ B.V.. Het overnemen van cijfers en / of teksten is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld. Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd en / of openbaar gemaakt worden in welke vorm dan ook zonder voorafgaande toestemming van KWIZ B.V..

Inhoudsopgave Inleiding... 2 1. Onderzoeksmethodiek... 3 1.1. Lokale minimaregelingen... 3 1.2. Huishoudens en inkomensgrenzen... 4 1.3. Inkomsten... 4 1.4. Uitgaven... 5 2. Inkomenseffecten voor en na werkaanvaarding... 6 2.1. Vrije bestedingen... 6 2.2. Inkomenseffecten gemeentelijk armoedebeleid... 7 2.3. Inkomenseffecten na werkaanvaarding vanuit uitkeringssituatie... 7 3. Scenario s armoede en re-integratiebeleid... 9 3.1. Verruiming inkomensgrenzen lokaal minimabeleid... 9 3.2. Invoering / verruiming premiebeleid... 10 3.3. Omvang doelgroepen armoede- en re-integratiebeleid... 10 3.4. Kosten verruiming inkomensgrenzen lokaal minimabeleid... 11 3.5. Kosten invoering premiebeleid... 11 Bijlage 1. Inkomenseffect tabellen... 12 1

Inleiding Met de komst van de participatie wet hebben lokale overheden meer mogelijkheden gekregen om hun armoede en re-integratiebeleid in samenhang vorm te geven. Instrumenten die hiervoor ingezet kunnen worden zijn de aanpassing van inkomensgrenzen van lokale voorzieningen, de draagkrachtgrenzen voor bijzondere bijstand en het premiebeleid bij de uitstroom naar werk. De gemeente Hattem heeft in de afgelopen jaren haar lokale armoedebeleid op een aantal punten verruimd. Om zicht te krijgen op de inkomenseffecten van dit beleid en de gevolgen die dit heeft voor de bestedingsruimte na werkaanvaarding vanuit een uitkeringssituatie is besloten hier onderzoek naar uit te laten voeren. In deze rapportage worden de volgende onderzoeksvragen beantwoordt: Hoe groot is de bestedingsruimte van huishoudens met inkomens op het wettelijke sociale minimum en in welke mate draagt het lokale armoedebeleid hier aan bij; Welke inkomenseffecten op de bestedingsruimte van huishoudens treden er op na werkaanvaarding vanuit een uitkeringssituatie; Welke gevolgen hebben verruiming van de inkomensgrenzen van het armoede- en premiebeleid op de inkomenspositie van werkenden met een laag inkomen. Welke kosten zijn er gemoeid met eventuele aanpassingen in het armoedebeleid, bijzondere bijstandsbeleid en het premiebeleid. Inhoud van de rapportage In het eerste hoofdstuk van deze rapportage worden de lokale inkomensondersteunende instrumenten voor huishoudens met minimuminkomens beschreven. In hoofdstuk 2 geven we de bestedingsruimte weer die overblijft na het gebruik van deze voorzieningen en bespreken we de inkomenseffecten die optreden na werkaanvaarding. In hoofdstuk 3 gaan we in op de wijze waarop het armoedebeleid, het bijzondere bijstandsbeleid en het premiebeleid kan worden ingericht om werken lonend te maken. 2

1. Onderzoeksmethodiek In dit hoofdstuk beschrijven we de methodiek om de effecten van het lokale armoedebeleid te meten op het inkomen van huishoudens in de gemeente Hattem. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen zes type huishoudens en drie inkomensgrenzen. We starten met een overzicht en een korte toelichting op de verschillende inkomensondersteunende regelingen die de gemeente Hattem kent. 1.1. Lokale minimaregelingen Het minimabeleid bestaat uit landelijke en gemeentelijke regelingen. Onder de landelijke regelingen vallen onder andere de kinderbijslagen en verschillende toeslagen die worden uitgevoerd door de belastingdienst. Daarnaast is er lokaal beleid mogelijk op drie onderdelen: 1. Individuele inkomenstoeslag; 2. Individuele bijzondere bijstand; 3. Minimaregelingen en kwijtschelding van gemeentelijke heffingen. Onderstaand beschrijven we alle inkomensondersteunende en participatie bevorderende regelingen die de gemeente Hattem kent. We beginnen met de wettelijk verplichte regelingen. Tabel 1.1.1 Beschrijving wettelijke regelingen minimabeleid gemeente Hattem. Omschrijving Inkomensgrens Bedrag Kwijtschelding lokale heffingen Kwijtschelding van gemeentelijke afvalstoffenheffing, rioolafvoerrechten en waterschapsbelasting. Individuele bijzondere bijstand Vergoeding van bijzondere en noodzakelijke extra kosten. Individuele inkomenstoeslag Extra inkomensondersteuning voor mensen die langdurig minima zijn en geen uitzicht hebben op werk. Bedoeld voor mensen tussen de 21 en 65 jaar. Tot 100 % Wsm 1 of uitsluitend AOWinkomen. Tot 120 % Wsm - Minimaal 36 maanden tot 120 % Wsm - Alleenstaande: 370 per kalenderjaar. Alleenstaande ouder: 475 per kalenderjaar. Meerpersoons huishouden: 530 per kalenderjaar. Naast deze verplichte regelingen voor minima kunnen minima in de gemeente Hattem ook gebruikmaken van de activiteitenbijdrage en de collectieve zorgverzekering. 1 Het wettelijke sociale minimum is de bijstandsnorm voor het huishoudtype waarvan iemand deel uitmaakt. 3

Tabel 1.1.2 Beschrijving lokale regelingen minimabeleid gemeente Hattem. Omschrijving Inkomensgrens Bedrag Collectieve zorgverzekering In samenwerking met Menzis kunnen minima korting krijgen op de basispremie. Dit pakket is afgestemd op de behoeften van mensen met een hoge zorgvraag en veel zorgkosten. De gemeente betaalt een deel eigen risico. Activiteitenbijdrage Tegemoetkoming in de kosten van bijvoorbeeld een abonnement, (sport)lidmaatschap, kortingskaart van de NS of een schoolreisje. Tot 120 % Wsm Tot 120 % Wsm Afhankelijk van gekozen pakket. Maximaal 156 per persoon per jaar. 1.2. Huishoudens en inkomensgrenzen In deze rapportage wordt voor een aantal huishoudtypen de inkomenseffecten berekend. Het gaat om de volgende huishoudens: alleenstaande, jonger dan 65 jaar; alleenstaande ouder met kinderen (4-12 jaar); meerpersoonshuishoudens jonger dan 65 jaar, zonder kinderen (twee volwassenen); meerpersoonshuishoudens jonger dan 65 jaar, met kinderen (4-12 jaar); alleenstaande, 65+; meerpersoonshuishoudens, 65+ (twee volwassenen). 1.3. Inkomsten We maken in deze rapportage onderscheid in: netto inkomsten uit werk of een uitkering of combinatie van beiden; extra inkomsten uit landelijke regelingen o huurtoeslag o zorgtoeslag o kindgebonden budget o kinderopvangtoeslag o heffingskorting o kinderbijslag; extra inkomsten uit gemeentelijke regelingen o kwijtschelding gemeentelijke heffingen en belastingen o individuele inkomenstoeslag o activiteitenregeling. Verstrekkingen aan bijzondere bijstand zijn niet opgenomen omdat deze worden verstrekt voor extra kosten. Daarnaast is ook de collectieve zorgverzekering niet opgenomen omdat slechts enkele minima van deze regeling gebruik maken. Voor de inkomenseffecten wordt er vanuit gegaan dat een huishouden gebruik maakt van alle bovengenoemde regelingen en ook de maximale bedragen per regeling ontvangt. 4

1.4. Uitgaven Inhoudelijk gezien zijn er vier soorten uitgaven te onderscheiden: vaste lasten. Dit zijn uitgaven die regelmatig terugkomen. Er ligt meestal een contract aan ten grondslag. Voorbeelden zijn huur, energiekosten en verzekeringen; reserveringsuitgaven. Dit zijn uitgaven die niet regelmatig voorkomen en waarvan de hoogte vooraf niet bekend is. Er moet in principe een bedrag voor gereserveerd worden. Voorbeelden zijn kosten voor inventaris en kleding; huishoudelijke uitgaven. Dit zijn terugkerende uitgaven aan voeding, persoonlijke verzorging en dergelijke; uitgaven voor vrije bestedingen. Dit zijn uitgaven voor openbaar vervoer, lidmaatschap van een sport of andere vereniging, lidmaatschap bibliotheek, een krant, zakgeld voor kinderen en recreatie. Voor de uitgaven is waar mogelijk uitgegaan van lokale tarieven. Voorbeelden hiervan zijn de huur, energiekosten, water en de lokale heffingen. De andere bedragen zijn gebaseerd op landelijke normbedragen van het Nibud. 5

2. Inkomenseffecten voor en na werkaanvaarding In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de effecten van landelijke toeslagen en het lokale armoedebeleid op het inkomen van huishoudens met een inkomen tot maximaal 130 procent van het sociaal minimum. Ook geven we weer in welke mate het inkomen stijgt na werkaanvaarding vanuit een bijstandssituatie. 2.1. Vrije bestedingen De volgende tabel geeft per inkomensgroep het bedrag weer dat maandelijks overblijft na alle uitgaven. Hierbij willen we benadrukken dat het gaat om basale uitgaven. Kosten voor bijvoorbeeld roken en huisdieren zijn hier niet bij inbegrepen. Bij het bepalen van de gemeentelijke bijdrage is er vanuit gegaan dat het huishouden van alle gemeentelijke regelingen gebruik maakt. Tabel 2.1.1 Overzicht vrije bestedingen (in euro s) per huishoudtype naar inkomen. Huishoudtype 100 % Wsm 120 % Wsm 130 % Wsm > 3 jaar 120 % Wsm Alleenstaande Exclusief gemeente -128-25 35-25 Inclusief gemeente -82-12 35 19 Alleenstaande ouder, 2 kinderen (4 12 jaar) Exclusief gemeente -19 91 135 91 Inclusief gemeente 61 130 135 170 Meerpersoons zonder kinderen Exclusief gemeente -248-183 -148-228 Inclusief gemeente -181-157 -148-157 Meerpersoons, 2 kinderen (4 12 jaar) Exclusief gemeente -253-182 -163-227 Inclusief gemeente -160-130 -163-130 Alleenstaande (ouder dan 65) Exclusief gemeente -7 158 266 158 Inclusief gemeente 38 171 266 171 Meerpersoons (ouder dan 65) Exclusief gemeente -131 89 164 89 Inclusief gemeente -64 115 164 115 Het vrij te besteden bedrag verschilt aanzienlijk tussen de huishoudtypes. Onder huishoudens met een inkomen tot 120 procent van het sociaal minimum zien we bijvoorbeeld dat een meerpersoonshuishouden met twee jonge kinderen elke maand 130 tekort komt. Terwijl een alleenstaande ouder met twee kinderen maandelijks 130 vrij te besteden heeft. Alleenstaande ouders hebben van de huishoudens onder de 65 jaar maandelijks het meest te besteden. Dit wordt vooral veroorzaakt door de landelijke heffingskortingen en het kindgebonden budget. Ouderen met een inkomen boven de bijstandsnorm houden maandelijks geld over. Hier zien we duidelijk terug dat deze groep tot voor kort speerpunt van kabinetsbeleid is geweest. De gemeentelijke bijdrage zorgt ervoor dat een aantal huishoudgroepen maandelijks rond kunnen komen. In de volgende paragraaf gaan we verder in op deze effecten van gemeentelijke inkomensondersteuning. 6

2.2. Inkomenseffecten gemeentelijk armoedebeleid In deze paragraaf worden de effecten van het lokale armoedebeleid weergegeven. De bedragen zijn een optelsom van de gemeentelijke minimaregelingen en de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Daarnaast staat voor elk huishoudtype het effect van deze gemeentelijke bijdrage weergegeven. Dit is de verhouding van de inkomsten die worden verkregen vanuit de gemeentelijke regeling tot de maandelijkse uitgaven van dat huishoudtype. Tabel 2.2.1 Maandelijkse bijdrage gemeentelijke ondersteuning en het effect op de uitgaven. Huishoudtype 100% Wsm Effect bijdrage 120% Wsm Effect bijdrage > 3 jaar 120% Effect bijdrage Wsm Alleenstaande < 65 46 4% 13 1% 44 3% Alleenstaande ouder, 2 kinderen 80 5% 39 2% 79 4% Meerpersoons zonder kinderen < 65 67 4% 26 1% 70 4% Meerpersoons, 2 kinderen 93 5% 52 2% 96 5% Alleenstaande > 65 46 4% 13 1% 13 1% Meerpersoons > 65 67 4% 26 1% 26 1% De gemeentelijke regelingen hebben uiteraard voor alle minimahuishoudens een positief effect op de financiële positie. Het effect van de bijdrage op de totale uitgaven naar huishoudtype is het grootst voor huishoudens met kinderen. 2.3. Inkomenseffecten na werkaanvaarding vanuit uitkeringssituatie Een hoger inkomen kan ten koste gaan van bijvoorbeeld de hoogte van de huur- en zorgtoeslag. Daarnaast kan een huishouden het recht op gemeentelijke voorzieningen verliezen. De volgende tabel geeft weer in hoeverre het maandelijkse besteedbare inkomen stijgt of daalt na werkaanvaarding vanuit een uitkeringssituatie. 7

Tabel 2.3.1 Vergelijking inkomenspositie in euro s van inkomens op 100, 120 en 130% wsm. Huishoudtype Netto inkomen Bijdrage Rijk 2 Bijdrage gemeente Totaal inkomen Toename tov 100% Toename tov 100% Alleenstaande 100% Wsm 961 295 46 1.302 120% Wsm 1.153 278 13 1.444 142 + 11% 130% Wsm 1.249 241 0 1.490 188 + 14% Alleenstaande ouder, 2 kinderen 3 100% Wsm 961 737 80 1.778 120% Wsm 1.153 727 39 1.919 141 + 8% 130% Wsm 1.249 674 0 1.924 146 + 8% Meerpersoons zonder kinderen 100% Wsm 1.373 402 67 1.842 120% Wsm 1.648 265 26 1.939 96 + 5% 130% Wsm 1.785 163 0 1.948 106 + 6% Meerpersoons, 2 kinderen 4 100% Wsm 1.373 553 93 2.019 120% Wsm 1.648 422 52 2.122 103 + 5% 130% Wsm 1.785 304 0 2.089 70 + 3% Als alleenstaanden vanuit een bijstandssituatie werk aanvaarden waarbij 120 procent van het Wsm verdiend wordt dan hebben zij maandelijks 143 meer te besteden. Een groei van 11 procent in inkomen. Vergeleken met andere huishoudtypes gaan alleenstaanden er netto het meest op vooruit wanneer zij werk aanvaarden. Alleenstaande ouders met twee kinderen op de basisschool gaan er na werkaanvaarding 141 op vooruit wanneer zij met hun baan 120 procent Wsm verdienen. Als zij met een baan 130 procent Wsm verdienen, gaan ze er netto weinig meer op vooruit. Beide inkomensposities betekenen een inkomensgroei van 8 procent ten opzichte van de bijstandsnorm. In deze berekening is er vanuit gegaan dat beide kinderen maandelijks 40 uur buitenschools opgevangen worden. Voor een (echt)paar zonder kinderen geldt dat zij er maar 5 procent op vooruit gaan als hun inkomen stijgt van de bijstandsnorm naar 120 procent Wsm. Bij een stijging naar 130 procent Wsm is deze stijging 6 procent. Meerpersoonshuishoudens met kinderen op de basisschool gaan er 103 in de maand op vooruit als een van beide partners gaat werken tegen een salaris van 120 procent Wsm. Bij betaling tegen 130 procent Wsm gaan zij er minder op vooruit: 70. Procentueel houden meerpersoonshuishoudens met kinderen het minst over na werkaanvaarding in vergelijking tot de andere huishoudtypen. De daling van de zorgtoeslag en het kindgebonden budget hebben hier de meeste invloed op. 2 Voor de huurtoeslag is uitgegaan van een huur van 470 voor een alleenstaande en 525 voor de overige huishoudens. De inkomensafhankelijke combinatiekorting is omgerekend naar een netto inkomensvoordeel van 36,5 procent. 3 Voor alleenstaande ouders gaan we er vanuit dat iemand met een inkomen tot de bijstandsnorm niet werkt en dus geen kinderopvang nodig heeft. Voor alleenstaande ouders met een hoger inkomen zijn we uitgegaan van 40 uur buitenschoolse opvang per kind per maand tegen een tarief van 6,55. De kosten hiervan zijn in de kolom bijdrage rijk verrekend met de te ontvangen kinderopvangtoeslag. 4 In een meerpersoonshuishouden met twee jonge kinderen en een inkomen tot 120 of 130 procent Wsm zal slechts één van beide partners werken. Anders is het huishoudinkomen hoger. Daarom gaan we er voor dit huishoudtype dan ook vanuit dat zij geen kinderopvang nodig hebben omdat één van beide partners thuis is voor de kinderen. 8

3. Scenario s armoede en re-integratiebeleid De gemeente Hattem kan een aantal instrumenten inzetten om ervoor te zorgen dat werken ten opzichte van een bijstandsuitkeringssituatie altijd lonend is. In dit hoofdstuk werken we deze mogelijkheden uit. 3.1. Verruiming inkomensgrenzen lokaal minimabeleid Een eerste instrument om een mogelijke armoedeval na werkaanvaarding te voorkomen is het verhogen van de inkomensgrenzen van zoveel mogelijk lokale regelingen. De huidige grens voor de regelingen in de gemeente staat vast op 120 procent Wsm. Verruiming zou dus betekenen dat de grens voor de bijzondere bijstand, collectieve zorgverzekering en activiteitenregeling wordt opgetrokken naar 130 procent Wsm. Onderstaand wordt uitgewerkt wat de effecten van verruiming naar 130 procent van de lokale inkomensgrenzen voor huishoudens met dergelijk inkomen zijn. Daarbij gaan we uit van de aanname dat de te verstrekken bedragen voor het gemeentelijk armoedebeleid gelijk blijven. Tabel 3.1.1 Effecten verruiming inkomensgrenzen minimabeleid. Huishoudtype Netto inkomen Bijdrage Rijk Bijdrage gemeente Totaal inkomen Toename tov 100% Wsm Toename % tov 100% Wsm Alleenstaande 100% Wsm 961 295 46 1.302 120% Wsm 1.153 278 13 1.444 142 + 11% 130% Wsm 1.249 241 13 1.503 201 + 15% Alleenstaande ouder, 2 kinderen 100% Wsm 961 737 80 1.778 120% Wsm 1.153 727 39 1.919 141 + 8% 130% Wsm 1.249 674 39 1.963 185 + 10% Meerpersoons zonder kinderen 100% Wsm 1.373 402 67 1.842 120% Wsm 1.648 265 26 1.939 96 + 5% 130% Wsm 1.785 163 26 1.974 132 + 7% Meerpersoons, 2 kinderen 100% Wsm 1.373 553 93 2.019 120% Wsm 1.648 422 52 2.122 103 + 5% 130% Wsm 1.785 304 52 2.141 122 + 6% Wanneer de lokale inkomensgrenzen worden verruimd heeft dit voor minima met een inkomen tot 130 procent Wsm een kleine extra inkomensstijging tussen de 13 en 52 tot gevolg. Deze extra stijging valt echter in het niet als we dit afzetten tegen de vermindering van bijdragen uit landelijke regelingen. Van het extra salaris dat verdiend wordt valt tussen de 40 en 60 procent weg als gevolg van de daling van de bijdrage uit landelijke regelingen. 9

3.2. Invoering premiebeleid Sommige gemeenten verstrekken minima die van de bijstand uitstromen naar werk een premie. De gemeente Hattem heeft op dit moment geen premiebeleid. Een uitstroompremie kan werkaanvaarding van bijstandsgerechtigden bevorderen omdat dit een deel van de armoedeval opvangt. De volgende tabel geeft het maandelijkse inkomenseffect na werkaanvaarding weer bij een premiebeleid van 1.000 in het eerste jaar na werkaanvaarding. Tabel 3.2.1 Netto inkomen in euro s na werkaanvaarding inclusief uitstroompremie. Huishoudtype Netto inkomen Bijdrage Rijk Bijdrage gemeente Totaal inkomen Toename tov 100% Wsm Toename % tov 100% Wsm Alleenstaande 100% Wsm 961 295 46 1.302 120% Wsm 1.153 278 96 1.528 226 + 17% 130% Wsm 1.249 241 96 1.587 285 + 22% Alleenstaande ouder, 2 kinderen 100% Wsm 961 737 80 1.778 120% Wsm 1.153 727 122 2.002 224 + 13% 130% Wsm 1.249 674 122 2.046 268 + 15% Meerpersoons zonder kinderen 100% Wsm 1.373 402 67 1.842 120% Wsm 1.648 265 109 2.022 180 + 10% 130% Wsm 1.785 163 109 2.057 215 + 12% Meerpersoons, 2 kinderen 100% Wsm 1.373 553 93 2.019 120% Wsm 1.648 422 135 2.205 186 + 9% 130% Wsm 1.785 304 135 2.225 206 + 10% Een uitstroompremie van 1.000 per jaar leidt voor geen enkel huishoudtype tot een evenredige groei van hun netto inkomen. Voor meerpersoonshuishoudens en met name die met twee jonge kinderen (4 12 jaar) is de prikkel om zelfstandig een inkomen te verwerven het kleinst. Alleenstaanden gaan er in totaal het meest op vooruit wanneer zij gaan werken. 3.3. Omvang doelgroepen armoede- en re-integratiebeleid De volgende tabel geeft het aantal huishoudens met inkomens tot 130 procent Wsm in de gemeente Hattem weer die volgens het CBS 5 minstens één jaar lang een dergelijk inkomen hadden. Tabel 3.3.1 Aantal huishoudens met langdurig laag inkomen. Inkomen t.o.v. Wsm CBS 2012 Doelgroep 2014 Aantal huishoudens Aantal huishoudens Tot 100% Wsm 200 250 Tot 110% Wsm 300 350 Tot 120% Wsm 400 375 Tot 130% Wsm Onbekend 400 De jaargegevens van het CBS moeten bewerkt worden om tot een goede inschatting van de doelgroep te komen. Zo bestaat de doelgroep met een inkomen tot 100 procent Wsm op basis van een in- en uitstroom van 30 procent op jaarbasis uit ongeveer 250 huishoudens. In de 5 Bron: CBS Statline. Laag en langdurig laag inkomen. Laatste publicatie december 2014. 10

categorie tot 110 procent Wsm verwachten we op basis van recent door KWIZ uitgevoerd armoedeonderzoek in diverse gemeenten een doelgroep van 350 huishoudens voor Hattem. In de categorieën daarboven zijn dit, gecorrigeerd voor huishoudens die een vermogen boven de WWB grens hebben respectievelijk rond de 425 en 450 economische eenheden op jaarbasis. 3.4. Kosten verruiming inkomensgrenzen lokaal minimabeleid Het gemiddelde bedrag dat een huishouden jaarlijks ontvangt verschilt per huishoudtype. Zo krijgen alleenstaanden maximaal 156,- per jaar en paren met kinderen maximaal 624,-. (activiteitenbijdrage). Op basis van het aandeel alleenstaande huishoudens in Hattem van 27 procent 6 ontvangt ieder huishouden maximaal 498,- aan activiteitenbijdrage per jaar. Tabel 3.4.1 Kosten verruiming inkomensgrens. Kosten Inkomen t.o.v. Wsm Aantal huishoudens Verzilveringsaandeel 120 tot 130% Wsm 25 60% 7.470 Gecorrigeerd voor een verzilveringspercentage van 60 procent liggen de extra programmakosten die gemoeid zijn met een verruiming van het armoedebeleid van 120 naar 130 procent Wsm rond de 7.500,-. 3.5. Kosten invoering premiebeleid In de afgelopen jaren zijn in de gemeente Hattem jaarlijks rond de 55 personen uitgestroomd naar werk vanuit de bijstand 7. Het is te verwachten dat door invoering van een uitstroompremie, in combinatie met de aantrekkende economie, dit aantal (licht) stijgt tot ongeveer 65 personen op jaarbasis. De kosten voor de invoering van een dergelijk premiebeleid bedragen dan 65.000,-. 6 Bron: CBS Statline. 7 Bron: kernkaart.nl. 11

Bijlage 1. Inkomenseffect tabellen In deze bijlage staan de inkomenseffect tabellen. De tabellen geven een overzicht van de maandelijkse inkomsten en uitgaven per type huishouden, bij gebruikmaking van alle landelijke en lokale regelingen. De bedragen die horen bij de huishoudelijke uitgaven en reserveringsuitgaven zijn afkomstig van het Nibud. Tabel B1.1 Alleenstaande zonder kinderen, jonger dan 65. Categorie 100 % 110 % 120 % Langdurig Wsm Wsm Wsm 120 % Wsm Inkomsten Netto inkomen 915 979 1.068 1.068 Vakantietoeslag 46 78 85 85 Heffingskortingen 0 0 0 0 Huurtoeslag 217 217 200 200 Zorgtoeslag 78 78 78 78 Kinderbijslag 0 0 0 0 Kindgebonden budget 0 0 0 0 Kinderopvangtoeslag 0 0 0 0 Activiteitenbijdrage 13 13 13 13 Individuele inkomenstoeslag 0 0 0 31 Totaal inkomsten 1.269 1.365 1.444 1.475 Vaste lasten Huur 470 470 470 470 Gas, water, elektra 100 100 100 100 Telefoon, internet, kabel 62 62 62 62 Gemeentelijke heffingen 0 33 33 33 Premie zorgverzekering 131 131 131 131 Overige verzekeringen 24 24 24 24 BSO en ouderbijdrage 0 0 0 0 Totaal vaste lasten 787 820 820 820 Reserveringsuitgaven 193 193 193 193 Huishoudelijke uitgaven 258 258 258 258 Totaal uitgaven 1.238 1.271 1.271 1.271 Blijft maandelijks over 31 94 173 204 Vrije bestedingen 113 185 185 185 Restant -82-91 -12 19 12

Tabel B1.2 Alleenstaande ouder, 2 kinderen (4 12 jaar). Categorie 100 % 110 % 120 % Langdurig Wsm Wsm Wsm 120 % Wsm Inkomsten Netto inkomen 915 979 1.068 1.068 Vakantietoeslag 46 78 85 85 Heffingskortingen 0 43 45 45 Huurtoeslag 253 253 253 253 Zorgtoeslag 78 78 78 78 Kinderbijslag 169 169 169 169 Kindgebonden budget 406 406 406 406 Kinderopvangtoeslag 0 469 469 469 Activiteitenbijdrage 39 39 39 39 Individuele inkomenstoeslag 0 0 0 40 Totaal inkomsten 1.906 2.514 2.612 2.651 Vaste lasten Huur 525 525 525 525 Gas, water, elektra 180 180 180 180 Telefoon, internet, kabel 62 62 62 62 Gemeentelijke heffingen 0 41 41 41 Premie zorgverzekering 131 131 131 131 Overige verzekeringen 31 31 31 31 BSO en ouderbijdrage 6 530 530 530 Totaal vaste lasten 935 1.500 1.500 1.500 Reserveringsuitgaven 269 269 269 269 Huishoudelijke uitgaven 437 437 437 437 Totaal uitgaven 1.641 2.206 2.206 2.206 Blijft maandelijks over 265 308 406 446 Vrije bestedingen 204 269 276 276 Restant 61 39 130 170 13

Tabel B1.3 Meerpersoonshuishouden zonder kinderen, jonger dan 65. Categorie 100 % 110 % 120 % Langdurig Wsm Wsm Wsm 120 % Wsm Inkomsten Netto inkomen 1.308 1.398 1.526 1.526 Vakantietoeslag 65 112 122 122 Heffingskortingen 0 0 0 0 Huurtoeslag 253 226 166 166 Zorgtoeslag 149 132 99 99 Kinderbijslag 0 0 0 0 Kindgebonden budget 0 0 0 0 Kinderopvangtoeslag 0 0 0 0 Activiteitenbijdrage 26 26 26 26 Individuele inkomenstoeslag 0 0 0 44 Totaal inkomsten 1.801 1.894 1.939 1.983 Vaste lasten Huur 525 525 525 525 Gas, water, elektra 148 148 148 148 Telefoon, internet, kabel 62 62 62 62 Gemeentelijke heffingen 0 41 41 41 Premie zorgverzekering 262 262 262 262 Overige verzekeringen 34 34 34 34 BSO en ouderbijdrage 0 0 0 0 Totaal vaste lasten 1.031 1.072 1.072 1.072 Reserveringsuitgaven 300 300 300 300 Huishoudelijke uitgaven 479 479 479 479 Totaal uitgaven 1.810 1.851 1.851 1.851 Blijft maandelijks over -9 43 88 132 Vrije bestedingen 172 245 245 245 Restant -181-202 -157-113 14

Tabel B1.4 Meerpersoonshuishouden, 2 kinderen (4 12 jaar). Categorie 100 % 110 % 120 % Langdurig Wsm Wsm Wsm 120 % Wsm Inkomsten Netto inkomen 1.308 1.398 1.526 1.526 Vakantietoeslag 65 112 122 122 Heffingskortingen 0 31 31 31 Huurtoeslag 253 226 166 166 Zorgtoeslag 149 132 99 99 Kinderbijslag 169 169 169 169 Kindgebonden budget 151 143 126 126 Kinderopvangtoeslag 0 0 0 0 Activiteitenbijdrage 52 52 52 52 Individuele inkomenstoeslag 0 0 0 44 Totaal inkomsten 2.147 2.264 2.291 2.291 Vaste lasten Huur 525 525 525 525 Gas, water, elektra 195 195 195 195 Telefoon, internet, kabel 62 62 62 62 Gemeentelijke heffingen 0 41 41 41 Premie zorgverzekering 262 262 262 262 Overige verzekeringen 38 38 38 38 BSO en ouderbijdrage 6 6 6 6 Totaal vaste lasten 1.088 1.129 1.129 1.129 Reserveringsuitgaven 374 374 374 374 Huishoudelijke uitgaven 582 582 582 582 Totaal uitgaven 2.044 2.085 2.085 2.085 Blijft maandelijks over 103 178 206 206 Vrije bestedingen 263 332 336 336 Restant -160-154 -130-130 15

Tabel B1.5 Alleenstaande, ouder dan 65. Categorie 100 % 110 % 120 % Langdurig Wsm Wsm Wsm 120 % Wsm Inkomsten Netto inkomen 1.026 1.097 1.197 1.197 Vakantietoeslag 51 88 96 96 Heffingskortingen 0 0 0 0 Huurtoeslag 219 219 219 219 Zorgtoeslag 78 78 78 78 Kinderbijslag 0 0 0 0 Kindgebonden budget 0 0 0 0 Kinderopvangtoeslag 0 0 0 0 Activiteitenbijdrage 13 13 13 13 Individuele inkomenstoeslag 0 0 0 0 Totaal inkomsten 1.387 1.495 1.602 1.602 Vaste lasten Huur 470 470 470 470 Gas, water, elektra 123 123 123 123 Telefoon, internet, kabel 62 62 62 62 Gemeentelijke heffingen 0 33 33 33 Premie zorgverzekering 131 131 131 131 Overige verzekeringen 17 17 17 17 BSO en ouderbijdrage 0 0 0 0 Totaal vaste lasten 803 835 835 835 Reserveringsuitgaven 193 193 193 193 Huishoudelijke uitgaven 240 240 240 240 Totaal uitgaven 1.236 1.268 1.268 1.268 Blijft maandelijks over 151 226 334 334 Vrije bestedingen 113 163 163 163 Restant 38 63 171 171 16

Tabel B1.6 Meerpersoonshuishouden, ouder dan 65. Categorie 100 % 110 % 120 % Langdurig Wsm Wsm Wsm 120 % Wsm Inkomsten Netto inkomen 1.402 1.499 1.636 1.636 Vakantietoeslag 70 120 131 131 Heffingskortingen 0 0 0 0 Huurtoeslag 256 256 256 256 Zorgtoeslag 149 147 124 124 Kinderbijslag 0 0 0 0 Kindgebonden budget 0 0 0 0 Kinderopvangtoeslag 0 0 0 0 Activiteitenbijdrage 26 26 26 26 Individuele inkomenstoeslag 0 0 0 0 Totaal inkomsten 1.903 2.048 2.172 2.172 Vaste lasten Huur 525 525 525 525 Gas, water, elektra 182 182 182 182 Telefoon, internet, kabel 62 62 62 62 Gemeentelijke heffingen 0 41 41 41 Premie zorgverzekering 262 262 262 262 Overige verzekeringen 21 21 21 21 BSO en ouderbijdrage 0 0 0 0 Totaal vaste lasten 1.052 1.093 1.093 1.093 Reserveringsuitgaven 300 300 300 300 Huishoudelijke uitgaven 443 443 443 443 Totaal uitgaven 1.795 1.836 1.836 1.836 Blijft maandelijks over 108 212 337 337 Vrije bestedingen 172 222 222 222 Restant -64-10 115 115 17