Advies Conceptnota Visie 2050: een langetermijnstrategie voor Vlaanderen Brussel, 20 november 2015 SARWGG_ADV_DEF_20151120_VISIE 2050 Strategische Adviesraad Welzijn Gezondheid Gezin Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@sarwgg.be www.sarwgg.be
Adviesvraag: Over de conceptnota Visie 2050: een langetermijnstrategie voor Vlaanderen Adviesvrager: Geert Bourgeois - Minister-president van de Vlaamse Regering Ontvangst adviesvraag: 28 september 2015 Adviestermijn: t.e.m. 1 december 2015 Goedkeuring raad: 20 november 2015 2
Inhoud Krachtlijnen van het advies... 4 Advies over de conceptnota Visie 2050: een langetermijnstrategie voor Vlaanderen... 5 1 Algemene waardering... 5 2 De toekomst van Vlaanderen gaat over mensen... 6 3 Nieuw model voor zorg en ondersteuning... 7 4 Voorwaarden voor de realisatie van de visie... 8 5 Meer ruimte voor debat... 9 3
Krachtlijnen van het advies Het is volgens de Strategische Adviesraad Welzijn, Gezondheid en Gezin goed dat de Vlaamse regering nadenkt over een leidraad voor het langetermijnbeleid in Vlaanderen. Toch voldoet de uitgewerkte Visie 2050 niet aan de verwachtingen. De raad nodigt de Vlaamse regering daarom uit om haar toekomstvisie bij te sturen, rekening houdend met de suggesties die aangereikt worden. Realistische beleidsdoelstellingen zijn volgens de raad beter gebaat bij een tijdshorizon van 10 tot 20 jaar. De blik van de huidige toekomstverkenning, die gericht is op het jaar 2050, reikt te ver. De raad is van mening dat het uitgangspunt voor elke visieontwikkeling in Vlaanderen kwaliteit van leven moet zijn. Het nastreven van een optimale levenskwaliteit voor iedereen vereist een transversale aanpak. Het toekomstig model van zorg en ondersteuning moet een hefboom vormen voor de realisatie van Integrale zorg en ondersteuning. Vooruitgang naar een nieuw model moet ook inzetten op elk van de vijf principes van Maatschappelijk verantwoorde zorg: kwaliteit, performantie, toegankelijkheid, sociale rechtvaardigheid en relevantie. Wil Vlaanderen langetermijnambities realiseren, dan ziet de raad noodzakelijke voorwaarden die vervuld moeten worden, zoals het verdiepen van solidariteit door actief te werken aan inclusie, het versterken van de maatschappelijke participatie en overleg en samenwerking tussen beleidsdomeinen en beleidsniveaus. Het is hierbij belangrijk om vermaatschappelijking duidelijk te definiëren. De raad herhaalt de definitie die hij hierover opstelde in de visienota Integrale zorg en ondersteuning, namelijk Vermaatschappelijking van de zorg is verschuiving binnen de zorg waarbij ernaar gestreefd wordt om mensen met beperkingen (van lichamelijke, verstandelijke of psychische aard), chronisch zieken, kwetsbare ouderen, jongeren met gedrags- en emotionele problemen, mensen die in armoede leven, met al hun mogelijkheden en kwetsbaarheden een eigen zinvolle plek in de samenleving te laten innemen, hen daarbij waar nodig te ondersteunen en de zorg zoveel mogelijk geïntegreerd in de gemeenschap te laten verlopen. De Visie 2050 schetst een beeld van de samenleving waarin we willen leven. Dit toekomstbeeld vraagt volgens de raad een veel breder debat, waarbij de sociale en solidaire inslag meer richtinggevend zijn. 4
Advies over de conceptnota Visie 2050: een langetermijnstrategie voor Vlaanderen De SAR WGG beperkt zich in dit advies tot de elementen uit de conceptnota die het dichtst aanleunen bij het beleidsdomein Welzijn, Gezondheid en Gezin. 1 Algemene waardering In een tijd waarin demografische, maatschappelijke, wetenschappelijke, technologische, economische, ecologische, politieke en bestuurlijke veranderingen in snel tempo plaatsvinden, is het lovenswaardig dat de Vlaamse regering nadenkt over een leidraad voor het langetermijnbeleid in Vlaanderen. De SAR WGG steunt de oefening om vooruit te kijken, toekomstplannen te maken en strategieën uit te denken die legislaturen overschrijden. De raad is evenwel van mening dat de beschreven Visie 2050 niet aan de verwachtingen voldoet. De SAR WGG nodigt de Vlaamse regering daarom uit om haar langetermijnvisie bij te sturen, rekening houdend met de suggesties die aangereikt worden. De raad zal deze visie ook zelf verder concretiseren, onder meer in adviezen over lange termijn zorg en ondersteuning en over nieuw professionalisme in de zorg en ondersteuning. De uitdagingen waarvoor we staan zijn niet gering en moeilijk te voorspellen. De richting en snelheid van veranderingen blijven vaak lang onzeker. En ook het mens- en wereldbeeld verandert doorheen de tijd. Ook de organisatie van zorg en ondersteuning in welzijn, gezondheid en gezin ontwikkelt zich niet los van de samenleving en de vele genoemde veranderingen die hierop en op elkaar inwerken. Van een visienota die beleidsmatig bezig is met de toekomst wordt daarom veel meer dynamiek verwacht. Langetermijndenken moet voor de raad sterker gevoed worden vanuit een waaier aan innovatieve scenario s, ambitie en verbeeldingskracht. De visie laat echter weinig opening voor bijsturing en het inspelen op onverwachte wendingen. Het voorgaande maakt ook dat de blik van de toekomstverkenning, die gericht is op het jaar 2050, volgens de SAR WGG veel te ver reikt. Realistische beleidsdoelstellingen zijn beter gebaat bij een tijdshorizon van 10 tot 20 jaar. De toekomst en context van de samenleving, en daarbij ook van zorg en ondersteuning, zijn door de erg lange tijdshorizon zeer moeilijk in te schatten. De raad verwijst hierbij naar de toekomstverkenningen van de Vlaamse raad voor Wetenschap en Innovatie die gericht zijn op het jaar 2025 (VRWI, 2014) en naar de Nederlandse Raad voor Volksgezondheid en Zorg die in hun advies over een toekomstig zorgbeleid een tijdshorizon van 25 jaar vooropstellen (Nederlandse Raad voor Volksgezondheid en Zorg, 2014). Vervolgens vrezen we dat met voorliggende Visie 2050 niet naar een meetbaar en responsabiliserend beleid toegewerkt wordt. Er worden geen concrete beleidsdoelstellingen vooropgesteld, de formulering is vrijblijvend en er is geen helder tijdsperspectief met een onderscheid wat op korte, dan wel op middellange en lange termijn beoogd wordt. En ook de samenhang met andere langetermijnprocessen is onduidelijk. 5
Ten slotte benadrukt de raad dat de beleidsmaatregelen die nu en in de (nabije) toekomst genomen worden de langetermijnambities van de Vlaamse regering op zijn minst moeten ondersteunen. Zij mogen de vooropgestelde toekomstperspectieven geenszins bemoeilijken. 2 De toekomst van Vlaanderen gaat over mensen De Vlaamse regering gaat uit van vooruitgangsoptimisme maar vult dit erg eenzijdig in. Het lijkt alsof de toekomstige samenleving enkel vorm krijgt door technologische innovaties en economische ontwikkelingen. De maatschappij en hoe ze kan evolueren wordt sterk vanuit een marktlogica beschreven, met een klantrelatie tussen burger en overheid en meer nadruk op kwantitatieve vooruitgang dan op de kwalitatieve dimensie ervan. Verder wordt in de Visie 2050 geen onderscheid gemaakt tussen disruptive technology en disruptive innovation. Disruptive innovation in zorg en welzijn creëert nieuwe netwerken en organisatieculturen, met mogelijks een verhoging van de waarde en resultaten van zorg en ondersteuning tot gevolg. Binnen zorg en welzijn is de meest disruptive innovation momenteel de versterking van de positie van de persoon met zorgbehoefte en de diversiteit en flexibiliteit van aanpak die dit teweegbrengt bij sociale ondernemers in zorg en welzijn. De raad merkt ook op dat de conceptnota heel wat belangrijke uitdagingen aanhaalt waarop de voorgestelde visie geen of slechts een beperkt antwoord biedt. Zo wordt verwezen naar de toenemende diversiteit, het gevaar dat digitalisering tot meer eenzaamheid kan leiden, het risico op een samenleving en zorgsysteem met twee snelheden, Dit toont aan dat het scala aan innovaties voor de toekomst veel ruimer moet gaan dan technologische vernieuwingen en economische vooruitgang. Zonder de stuwende kracht van technologische en economische innovatie teniet te doen, wil de SAR WGG dan ook een ander toekomstbeeld naar voren schuiven, één waarin de toekomst van Vlaanderen over mensen gaat. De raad is van mening dat het uitgangspunt voor elke visieontwikkeling in Vlaanderen kwaliteit van leven moet zijn. Kwaliteit van leven gaat om veel meer dan gezondheid en welzijn. Het gaat over hoe mensen (nog of terug) kunnen functioneren en kunnen deelnemen aan het maatschappelijke en sociale leven. Het nastreven van een optimale levenskwaliteit voor iedereen in Vlaanderen is dan ook een langetermijnvisie die duidelijk een transversale aanpak vereist. Door te denken in termen van kwaliteit van leven moeten we ook vragen stellen bij de wenselijkheid van sommige van de beschreven trends in de Visie 2050. De SAR WGG uit vooral bezorgdheden omtrent de individualisering en dreigende depersonalisering die de nota in zich draagt. Wil de overheid en willen wij werken naar een toekomstbeeld waar zorg op afstand de norm is, waar technologie de banden tussen mensen en met zorgverleners moet versterken, waar individualisering eerder als een na te streven doel gezien wordt, waar mensen gevraagd worden om (fundamentele) keuzes te maken over hun individuele toekomst op basis van allerhande voorspellende onderzoeken over en monitoring van de eigen gezondheid die zij (kunnen) ondergaan,? 6
Deze Visie 2050 voor Vlaanderen schetst een beeld van de samenleving waarin we later willen leven. Maar het formuleren van onze gezamenlijke toekomstdroom vraagt volgens de raad een veel breder debat, waarbij de sociale en solidaire inslag veel meer richtinggevend zijn. Het is vanuit dit kader dat Vlaanderen ook weloverwogen moet inzetten op: De mogelijkheden om zorg en ondersteuning te vermaatschappelijken en meer inclusief te organiseren. Het bieden van kansen en ondersteuning aan zwakkere burgers, en niet alleen te werken aan een samenleving gericht op sterke, actieve en betrokken burgers. Een solidaire samenleving, die blijvend investeert in kleine en grote sociale netwerken. Vermaatschappelijking kan enkel en alleen begrepen worden zoals de definitie die de SAR WGG hierover opstelde in de visienota Integrale zorg en ondersteuning, namelijk Vermaatschappelijking van de zorg is verschuiving binnen de zorg waarbij ernaar gestreefd wordt om mensen met beperkingen (van lichamelijke, verstandelijke of psychische aard), chronisch zieken, kwetsbare ouderen, jongeren met gedrags- en emotionele problemen, mensen die in armoede leven, met al hun mogelijkheden en kwetsbaarheden een eigen zinvolle plek in de samenleving te laten innemen, hen daarbij waar nodig te ondersteunen en de zorg zoveel mogelijk geïntegreerd in de gemeenschap te laten verlopen. 3 Nieuw model voor zorg en ondersteuning Streven naar een optimale kwaliteit van leven houdt in dat de toekomstvisie over zorg en welzijn gericht moet zijn op het werken naar een model dat een hefboom zal zijn voor de realisatie van Integrale zorg en ondersteuning. Dergelijk nieuw model moet worden uitgebouwd volgens de principes van Maatschappelijk verantwoorde zorg: kwaliteit, performantie, toegankelijkheid, sociale rechtvaardigheid en relevantie. Elk van deze vijf uitgangspunten is even belangrijk, ze zijn interdependent. Vooruitgang naar een nieuw model van zorg en ondersteuning moet daarom tegelijkertijd inzetten op elk van de vijf principes 1. Het debat over het zorg- en welzijnsmodel van de toekomst moet dan gaan over de verschillende maatschappelijke doelstellingen voor zorg en ondersteuning (bv. wat is relevante zorg?), en niet enkel gestuurd worden door budgettaire berekeningen en economische en technologische vooruitzichten. We lezen voorts dat de Vlaamse regering in 2050 een maatschappelijk aanvaard evenwicht wil bereiken tussen solidariteit, met gelijke basiszorg, en betaalbaarheid vanuit collectieve en eigen middelen. De raad vraagt de betekenis van dit toekomstperspectief duidelijk te stellen. Het principe van basiszorg, begrepen als een minimaal basispakket, wordt door de raad niet gesteund. Wel ijveren we voor gelijkwaardige zorg en ondersteuning voor iedereen: elke persoon met zorgbehoefte moet beroep kunnen doen op zorg en ondersteuning op maat. De SAR WGG bepleit de omschakeling naar een vraaggerichte en behoeftegestuurde zorg en 1 De SAR WGG bracht twee visienota s uit die een nieuw model voor zorg en ondersteuning uitgebreid beschrijven: de visienota Maatschappelijk verantwoorde zorg (24 februari 2011) en de visienota Integrale zorg en ondersteuning (7 december 2012). 7
ondersteuning. Daarbij vormen vragen, behoeften en noden van burgers het vertrekpunt waarrond de zorg en ondersteuning wordt georganiseerd. 4 Voorwaarden voor de realisatie van de visie Wil Vlaanderen langetermijnambities realiseren, dan zien we enkele noodzakelijke voorwaarden die vervuld moeten worden, zoals: Verdiepen van solidariteit door actief te werken aan inclusie In de Visie 2050 lezen we één van de cruciale uitdagingen van vandaag en de toekomst, namelijk dat niet iedereen kan meegenieten van de stijgende welvaart. Hoewel de extreme armoede wereldwijd afneemt, stijgt de inkomensongelijkheid tussen de landen maar ook binnen de meeste landen, relatief en absoluut (p.14). Het wegwerken van de structurele oorzaken van armoede en sociale uitsluiting vormt dan ook een uitermate belangrijke voorwaarde om te komen tot een samenleving waarin werkelijk iedereen meetelt. Versterken van de maatschappelijke participatie De raad mist een visie op de betrokkenheid van burgers, het middenveld en de relevante actoren bij het inkleuren van het toekomstbeeld. Een brede en actieve betrokkenheid is nodig om draagvlak te creëren over de langetermijnstrategie voor Vlaanderen en de visie 2050 op een participatieve manier te realiseren. Linken met andere overheden en beleidsniveaus De SAR WGG roept op om meer beleidsdomeinoverschrijdend te werken, onder meer rond wonen, armoedebestrijding, ruimtelijke ordening, milieu, arbeidsmarktbeleid en mobiliteit. Hoewel in de conceptnota verschillende raakpunten aanwezig zijn om op zulke wijze te werken, is er voor een beleidsdomeinoverschrijdende aanpak nog een grote nood aan het uitwerken van een overleg- en samenwerkingskader en een duidelijke coördinatiestructuur. De aanpak van belangrijke maatschappelijke uitdagingen dient veel meer transversaal te gebeuren. Wil de Vlaamse regering de zeven transitieprioriteiten die zij voorstelt effectief realiseren, zijn ook overleg, verbindingen en samenwerkingsverbanden met andere beleidsniveaus nodig. Een visie op de samenwerking van het Vlaamse beleidsniveau met de Europese, federale en lokale overheden ontbreekt in de conceptnota. De linken met de Europese context en het Europese en lokale beleidsniveau worden volgens de raad onderbelicht. 8
5 Meer ruimte voor debat Enkele ontwikkelingen uit de Visie 2050 vragen eerst om een breed maatschappelijk debat alvorens hierrond beleid gemaakt kan worden. De raad haalt het voorbeeld aan van de gepersonaliseerde geneeskunde (p.7 en 28) waarvan de wenselijkheid, mogelijkheden en beperkingen nog onvoldoende bediscussieerd zijn. De discussie hierover dient sociale, economische, ethische en wetenschappelijke kritische reflecties te bekijken. In plaats van gepersonaliseerde geneeskunde, spreken we trouwens beter van precisie-geneeskunde. De conceptnota stelt niet de nodige kritische vragen over de afweging tussen doelmatigheid en solidariteit, over de invloed van de toenemende voorspelbaarheid van gezondheid, over het recht op privacy versus de publieke belangen, over hoe mensen zichzelf, de maatschappij en de toekomst zien in een veranderende technologische context, Het zou ook goed zijn moest Vlaanderen een vooruitstrevende rol kunnen spelen in het ontwikkelen van kaders waarbinnen technologische ontwikkelingen ingezet worden om de kwaliteit van leven van burgers te optimaliseren. Een debat moet gevoerd worden over hoe Vlaanderen in de toekomst de technologie ten dienste van de mens kan stellen en technologie ons niet voorbijloopt. Voor de raad moeten technologische innovaties aan een aantal bewegingen net een krachtige ondersteuning geven: regie in handen van de persoon met zorgbehoefte, vermaatschappelijking van de zorg, toegankelijkheid van de zorg, zorg op maat, 9