CONVENANT Voortijdig schoolverlaten (VSV) en arbeidstoeleiding Kwetsbare Jongeren Convenant tussen gemeenten en onderwijs in de regio Noordoost Brabant inzake het terugdringen van voortijdig schoolverlaten (VSV) en de arbeidstoeleiding van kwetsbare jongeren in de schooljaren 2016-2017 tot en met 2019-2020. Dit convenant is onderdeel van het regionale arbeidsprogramma onder Agrifood Capital werkt! De Partijen: 1. Namens de gemeenten arbeidsmarktregio Noordoost Brabant: a... b.. 2. Namens het VO a. b. 3. Namens het MBO a. b. 4. Namens het UWV a... Overwegende dat: - Het convenant VSV per 31 december 2016 afloopt; - Partijen, vooruitlopend op landelijke ontwikkelingen de samenwerking op een voortvarende wijze willen voortzetten.; - De aanpak voortijdig schoolverlaten en arbeidstoeleiding kwetsbare jongeren in 2016-2020 één van de vier programmalijnen is van het regionaal arbeidsmarktprogramma 2016-2020 dat deel uitmaakt van Agrifood Capital werkt!. - Dit convenant aanvullend is op de samenwerkingsovereenkomst van Agrifood Capital werkt!; - Het convenant het draagvlak voor de aanpak voortijdig schoolverlaten op regionaal niveau bij de gemeenten en onderwijsinstellingen onderstreept; - De RMC-contactgemeente afspraken maakt met onderwijsinstellingen, regiogemeenten en andere organisaties over de inzet en verantwoordelijkheid bij het voorkomen én bestrijden van voortijdig schoolverlaten en de arbeidstoeleiding van kwetsbare jongeren; - Zowel in de Wet op het voortgezet onderwijs als de Wet educatie en beroepsonderwijs wettelijke voorschriften zijn opgenomen over het voortijdig schoolverlaten. Op grond hiervan zijn gemeenten belast met de regionale meld- en coördinatie (RMC) functie voortijdig schoolverlaten. - Het RMC verantwoordelijk is voor het in beeld krijgen en houden van het aantal voortijdig schoolverlaters; - Op grond van de Leerplichtwet 1969 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de aanpak van ongeoorloofd schoolverzuim voor leerlingen van 5 tot 18 jaar. De Leerplichtwet geldt niet voor jongeren vanaf 16 jaar van het VSO, die uitstromen met een getuigschrift met uitstroomprofiel dagbesteding of arbeid. Jongeren vanaf 16 jaar die het praktijkonderwijs vanaf 16 met getuigschrift verlaten, vallen ook niet meer onder de Leerplichtwet; - De partijen het doel onderschrijven om zoveel mogelijk jongeren van het onderwijs toe te leiden naar, en te helpen plaatsen op, de betaalde arbeidsmarkt, regulier indien haalbaar, aangepast of gesubsidieerd indien noodzakelijk (voorkomen VSV); 1
- De partijen de wens uitspreken en het belang inzien om de samenwerking in het proces van arbeidsparticipatie voor (kwetsbare) jongeren uit het Voortgezet Speciaal Onderwijs; Praktijkonderwijs, VMBO en ROC Entreeopleiding en uitvallers niveau 2 voort te zetten; - De partners zich uitspreken dat zij zich zullen inzetten vanuit hun specifieke verantwoordelijkheden en deskundigheden en zich optimaal inspannen middelen en mogelijkheden voor het gezamenlijke doel aan te wenden; - Onderwijs de deskundigheid en de taken erkennen van UWV en Gemeenten m.b.t. arbeidsparticipatie; - Het bevoegd gezag van onderwijsinstellingen aan de gemeente relevante informatie verschaft ten behoeve van het voorkomen en terugdringen van voortijdig schoolverlaten én de arbeidstoeleiding van kwetsbare jongeren; - Gemeenten en UWV de deskundigheid en taken erkennen van het onderwijs in arbeidsvoorbereiding, arbeidsinpassing en/of diplomering. Het gaat om het verzorgen van onderwijs afgestemd op zelfredzaamheid en arbeidstoeleiding, allerlei soorten werkplekleren en stages, loopbaanbegeleiding en assessment, netwerkontwikkeling, branchegerichte cursussen en voorlichting, informatie en advies; - Per 1 januari 2015 gemeenten verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de Participatiewet en hiertoe de noodzakelijke verordeningen hebben vastgesteld. Bij de uitvoering van dit convenant dient rekening gehouden te worden met deze verordeningen; - Het voor de partijen een gedeeld belang is om de problemen en knelpunten voor een goede overgang naar de arbeidsmarkt gezamenlijk en eenduidig op te lossen en te voorkomen dat jongeren tussen wal en schip vallen. Dit conform wet- en regelgeving; - Het in het belang is van (kwetsbare) jongeren dat er goed wordt ingespeeld op de behoeften van werkgevers, werkgevers moeten kunnen rekenen op adequate ondersteuning vanuit gemeenten en onderwijs; - De samenwerking tussen de partijen een belangrijke bouwsteen is om te komen tot een toekomstbestendige arbeidsmarkt in Noordoost Brabant. Artikel 1: Begripsbepalingen - Voortijdig schoolverlater: een jongere tussen de 12 en 23 jaar die zonder startkwalificatie het reguliere onderwijs verlaat. - Kwetsbare jongeren: jongeren tussen de 16 en 23 jaar, die niet in staat zijn om een startkwalificatie te behalen. Zij stromen uit naar arbeid vanuit VSO, PRO, VMBO, entreeonderwijs en uitval MBO niveau 2. - Overbelaste jongeren: Jongeren tussen de 12 en 23 jaar, die beschikken over de capaciteiten om een startkwalificatie te behalen, maar die door een opeenstapeling van problemen (gedragsproblemen, psychische problemen, instabiele thuissituatie, schulden en criminaliteit in de directe omgeving) een groot risico lopen op zowel school- als maatschappelijke uitval. - Onderwijs: Partijen 2 tot en met 4 tezamen. - Contactgemeente: de gemeente die in contact staat met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met betrekking tot landelijke afspraken rondom de aanpak voortijdig schoolverlaten en de arbeidstoeleiding van kwetsbare jongeren. In onze regio is dat gemeente s-hertogenbosch. - Contactschool: de onderwijsinstelling die in contact staat met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met betrekking tot landelijke afspraken rondom de aanpak voortijdig schoolverlaten en de arbeidstoeleiding van kwetsbare jongeren. In onze regio is dit het Koning Willem 1 College. - Startkwalificatie: Minimaal een MBO niveau 2, havo of VWO diploma. - Stuurgroep VSV en kwetsbare jongeren: één van de programmalijn overleggen in Agrifood Capital werkt!. 2
Artikel 2: Doel - Het doel van het convenant is het borgen van bestuurlijke samenwerkingen tussen gemeenten en onderwijs in de regio Noordoost Brabant met het oog op de afname van voortijdig schoolverlaten en de toename van arbeidstoeleiding van kwetsbare jongeren. - Commitment van de partijen bij de uitvoering van het regionale programma, en de daaruit voortvloeiende actielijnen en planning te realiseren op de gebieden: 1. Overgang tussen onderwijsinstellingen; 2. Overbelaste jongeren (Plusvoorziening); 3a. Monitoring sluitende aanpak: Jongeren in beeld! 3b. Stage- en leerwerkplekken voor (kwetsbare) jongeren; 3c. Arbeidstoeleiding kwetsbare jongeren. In de bijlage bij dit convenant zit een uitgebreide omschrijving van de speerpunten en actielijnen. Artikel 3: Resultaten in 2020 - Aanpak kwetsbare jongeren: Alle jongeren die uitstromen uit VSO, PRO, VMBO, Entreeopleiding en uitvallers vanuit MBO 2 in de regio Noordoost Brabant doorstromen naar vervolgonderwijs, hebben een duurzame werkplek, een passende dagbesteding of zitten in een toeleidingstraject. Dit wordt gemonitord aan de hand van een 0-meting van inkomensgegevens op 1-10-2016. - Aanpak VSV: Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters is in het schooljaar 2019-2020 afgenomen ten opzichte van het schooljaar 2015-2016 op basis van de afspraken met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het landelijke streven is om in 2020 landelijk maximaal 20.000 nieuwe voortijdig schoolverlaters te hebben. De meting van het aantal voortijdig schoolverlaters verloopt via de meetsystematiek vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Artikel 4: Rollen en verantwoordelijkheden Uitvoering programmalijn: 1. De contactgemeente heeft in ieder geval tot taak a. Het aanjagen, elkaar aanspreken en monitoren van de voortgang van de samenwerkingsafspraken, zoals vastgelegd in dit convenant en haar bijlagen; b. Het zorg dragen voor de totstandkoming van een regionaal netwerk van gemeenten, onderwijsinstellingen en aanpalende organisaties. 2. De contactgemeente initieert minimaal eenmaal per jaar een bestuurlijk overleg tussen de gemeenten en de onderwijsinstellingen inzake de voortgang van het regionale programma aanpak voortijdig schoolverlaten en de arbeidstoeleiding van kwetsbare jongeren. Dit is de stuurgroep VSV en kwetsbare jongeren onder Agrifood Capital werkt!. 3. De betrokken partijen zijn zich ervan bewust dat de uitvoering van de speerpunten vragen om een gezamenlijke aanpak door onderwijs, gemeenten, UWV, netwerkpartners op het gebied van arbeidstoeleiding (SW, MEE etc.) en werkgevers. Waarbij kennis, faciliteiten en inzet van de diverse partners onontbeerlijk is. Insteek is DOEN zodat jongeren een passende positie op de arbeidsmarkt kunnen vinden; 4. Om de speerpunten uit dit convenant te realiseren, plegen de partijen de volgende inzet: a. Het beschikbaar stellen van capaciteit en expertise; b. Het beschikbaar stellen van (facilitaire) middelen en/of voorzieningen; c. Het uitwisselen van netwerken in het belang van jongeren; 3
d. Dragen de speerpunten uit dit samenwerkingsconvenant pro actief uit naar hun achterban/netwerk. e. Voeren de gemaakte afspraken in het regionaal programma pro actief uit om de resultaten te behalen. f. Zijn eigenaar van het regionaal programma om de resultaten te behalen. Onderwijs a. zet zich actief in om het opleidingsaanbod aan te laten sluiten bij de vraag van de werkgevers; b. zet zich actief in voor een sluitende aanpak van kwetsbare jongeren richting de arbeidsmarkt; c. zet zich actief in om jongeren arbeidsrijp te maken zodat jongeren (gedeeltelijk) zelfstandig kunnen deelnemen aan de maatschappij en het beroepsleven; d. voldoet aan de quotumregeling om banen intern in de organisatie te realiseren voor mensen met een arbeidsbeperking; e. zorgen voor een warme overdracht van onderwijs naar onderwijs voor VSVers en kwetsbare jongeren, onderwijs naar gemeenten of onderwijs naar werkgevers voor kwetsbare jongeren; f. zetten zich actief in om (onderling) kennis, kunde, netwerk, faciliteiten en middelen te delen voor optimalisatie in hun dienstverlening naar jongeren voor sluitende overgang naar een passende vervolgstap. Gemeenten a. zijn verantwoordelijk voor het realiseren van een sluitende keten voor kwetsbare jongeren. Dit mede door het in kaart brengen en houden van kwetsbare jongeren. Dit in samenwerking met de ketenpartners. b. zetten zich actief in voor de realisatie van (reguliere) banen voor (kwetsbare) jongeren; c. voldoen aan de quotumregeling om banen intern in de organisatie te realiseren voor mensen met een arbeidsbeperking; d. streven naar een uniforme regionale dienstverlening richting werkgevers en kwetsbare jongeren: a. sluiten aan bij de uitstroomgesprekken van het Voortgezet Speciaal Onderwijs, Praktijkonderwijs en de entreeopleidingen van het ROC. b. loonwaardemeting zodra er een contract inzicht is, ook al is dit tijdens het laatste schooljaar (sluitende overgang onderwijs arbeidsmarkt) en jongere is eventueel nog onder de 18; c. faciliteren in job coaching om de werkgever te ondersteunen in het proces om een kwetsbare jongere een baan aan te bieden en te laten behouden; d. passen, indien van toepassing, loonkostensubsidie toe. e. zetten zich gezamenlijk actief in om met WSP en voormalig SW bedrijven kwetsbare jongeren optimaal mogelijk richting een passende plek op de arbeidsmarkt te begeleiden zodat ze (gedeeltelijk) zelfstandig kunnen functioneren; UWV a. zet zich actief in op een adequate informatie voorziening en dienstverlening richting gemeenten en onderwijs zover hun verantwoordelijkheid bij de kwetsbare doelgroep gaat; 4
b. zet zich vanuit het WSP in om kwetsbare jongeren zo optimaal mogelijk richting een passende plek op de arbeidsmarkt te begeleiden zodat ze (gedeeltelijk) zelfstandig kunnen functioneren Artikel 5: Financiële afspraken - De contactschool en de contactgemeente maken, namens de onderwijs en gemeenten, aanspraak op subsidie vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor de aanpak voortijdig schoolverlaten en arbeidstoeleiding van kwetsbare jongeren. De bijlage bij het convenant dient hiervoor als leidraad. De subsidie voor de regio Noordoost Brabant kan in 2017 en 2018 maximaal 1.283.393,= bedragen én in 2019 en 2020 1.235.017 per jaar. De hoogte van het bedrag is afhankelijk van de daadwerkelijke verlening door het ministerie. - Het ministerie heeft voorwaarden opgenomen om in aanmerking te komen voor de subsidie. Bij de uitvoering van het regionaal programma zijn de partijen zich bewust dat zij zich aan deze voorwaarden moeten houden. - De contactschool en de contactgemeente zijn verantwoordelijk voor de verantwoording van de besteding van de subsidie richting het ministerie. - Partijen zijn verantwoordelijk om tijdig inzichtelijk te maken aan de contactschool en de contactgemeente waar de subsidie aan worden besteed middels rapportages. - Ook ESF ARNO wordt ingezet voor de uitvoering van de speerpunten en het behalen van de resultaten. De verantwoording hiervan verloopt via Agrifood Capital Werkt!. - Indien bij de uitvoering van de speerpunten meer middelen nodig zijn dan er beschikbaar zijn uit de subsidie dan bepalen de partijen of er andere subsidie mogelijkheden zijn of maken de partijen in overleg middelen vrij. Artikel 6: Bevordering van naleving - Partijen treden in overleg over de naleving van dit convenant binnen een maand nadat een partij de wens daartoe aan een andere partij schriftelijk heeft medegedeeld. - Indien één of meerdere bepalingen van dit convenant onverbindend blijken te zijn, treden partijen in overleg om het convenant zo te wijzigen, dat het geen onverbindende bepalingen meer bevat en dat het doel dat met dit convenant wordt beoogd zoveel mogelijk wordt bereikt. Artikel 7: Geschilbeslechting - Een partij die meent dat er een geschil over de uitvoering van dit convenant bestaat, deelt dat schriftelijk mee aan de andere partijen. De mededeling bevat een aanduiding van het geschil. - Geschillen in de zin van dit convenant kunnen allen betrekking hebben op: o De wijze waarop het convenant wordt uitgevoerd; o De nakoming van hetgeen in het convenant is geregeld; o De uitleg van het convenant en de bijbehorende afspraken. - Binnen tien werkdagen na de dagtekening van de mededeling, bedoeld als in het eerste lid, zendt elke partij zijn zienswijze omtrent het geschil alsmede een voorstel voor een oplossing daarvan aan andere partijen. - Partijen overleggen over een oplossing van een geschil, indien partijen daartoe de wens kenbaar maken, onder leiding van een onafhankelijke voorzitter. - Partijen dragen hun eigen kosten, voortvloeiend uit de procedure, bedoeld in het eerste tot en met het derde lid. De kosten van een onafhankelijke voorzitter wordt gelijkelijk verdeeld. Artikel 9: Looptijd - Dit convenant treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening tot en met 31 december 2020. 5
- Elke partij kan dit convenant met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden schriftelijk opzeggen, indien zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden dat het billijkheidshalve behoort te worden beëindigd. Bij de opzegging wordt de verandering in omstandigheden gemeld. Bijlagen Bijlage 1 Regionaal programma aanpak VSV en arbeidstoeleiding kwetsbare jongeren. 6