Inhoudsopgave 1 INLEIDING 1 2 BELEIDSKADER 3 3 BESCHRIJVING BESTAANDE SITUATIE 9 4 RANDVOORWAARDEN OMGEVING EN MAATREGELEN 11



Vergelijkbare documenten
Beheersverordening Farmsumerhaven. Vastgesteld. 19 december 2013

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Duinkampen 23 te Paterswolde

Beheersverordening Krommeniedijk

TOELICHTING. op het wijzigingsplan Dwarsweg 17, behorende bij het bestemmingsplan Horstermeer van de gemeente Wijdemeren

Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN SPIJK

Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening. Gemeente Rucphen Vastgesteld

Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen provinciale weg N 996 en Spoorwegtraject Sauwerd Delfzijl te Loppersum

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

TOELICHTING. Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D

BESTEMMINGSPLAN BORNEOKADE 62b. Vastgesteld op 27 september 2011

Gemeente Bergen op Zoom

Toelichting 'Wijzigingsplan Eerste Weg 4' te Nieuw- en Sint Joosland

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

Notitie. 1 Inleiding. Figuur 1 Weergave voornemen 1 / 7

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat

GEMEENTE DELFZIJL REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN WAGENBORGEN

Verslag inspraak en vooroverleg. Voorontwerpbestemmingsplan. Bedrijventerreinzone Roerstreek

GEMEENTE EEMSMOND BESTEMMINGSPLAN UITHUIZERMEEDEN TORENSTRAAT 4

Beheersverordening Kornputkwartier

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering

Omgevingsvergunning Grassavanne Ong.

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 juni L. Gelissen

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen

Advies externe veiligheid

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

2. Toepassing wijzigingsbevoegdheid.

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

Zaandam Oost en West Toelichting

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b)

Advies externe veiligheid

Ruimtelijke onderbouwing Ontwerp - omgevingsvergunning Landelijk gebied Braamberg 5

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten

Onderwerp : Verklaring van geen Bedenkingen: bouwen loods aan de Middendijk 7 te Usquert

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit

LUCHTKWALITEITSONDERZOEK ONTWIKKELING LOCATIE AALVANGER EN UITBREIDING GEMEENTEHUIS TE HASSELT GEMEENTE ZWARTEWATERLAND. Auteurs : mro b.v.

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Toelichting. Bestemmingsplan. "Uitbreiding geluidzone Derde Merwedehaven"

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Staat van wijzigingen bestemmingsplan Oostelijke insteekhaven

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

Ruimtelijke Onderbouwing voor de herbouw van een schuur ten behoeve van bouwbedrijf Been, Kommisjewei 28 te Opeinde. Bestaande situatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Bestemmingsplan Waterdael III, herziening Boerenkamplaan 5. Gemeente Someren

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega

Ruimtelijke motivering. Molenstraat 1a te s-hertogenbosch. Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel

Ruimtelijke onderbouwing

Toelichting. Bestemmingsplan. "Uitbreiding geluidzone Derde Merwedehaven"

Bestemmingsplan Fietspad Vliegveldweg. Gemeente Beek

Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan "Gytsjerk 2006", R. van Nautaweg 10A (toevoeging aanduiding bedrijfswoning)

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik)

Externe veiligheid en verdubbeling / verbreding N366

Toelichting Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor de beheersverordening 1.2 Doel van de beheersverordening 1.3 Begrenzing van het plangebied

gelet op het bepaalde in artikel lid 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 6.5, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;

Raadsinformatiebrief Nr. :

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

Bestemmingsplan Heiligerlee en Westerlee, plan van wijziging IJsvereniging Heiligerlee V O O R O N T W E R P

Beheersverordening Gemengd gebied, Natte Natuurparel en Eerste Zeine

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2).

Onderwerp : Verklaring van geen Bedenkingen; Zonnepark zuidzijde van de dijk nabij de Kwelderweg te Eemshaven.

Reactienota zienswijze bestemmingsplan Meppel - Zuid

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728)

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord

Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening

Omgevingsvergunning Everard Meysterweg 12 (Gelegen Achter De Percelen Everard Meysterweg 14 T/M 20)

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP

Buitengebied 2009, partiële herziening De Wildert 4

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 29 maart M. Souren

Wet geluidhinder / Besluit geluidhinder / Besluit geluid milieubeheer. Tabel 1 Grenswaarden voor bestemde ligplaatsen

Beschikking Wet milieubeheer

Skuniadyk 14 te Bakhuizen

Wijzigingsplan Zandertje 17 te Breskens. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 24 september 2013 (NL.IMRO.9929.WBZandertje17-VA01)

Transcriptie:

Inhoudsopgave pagina 1 INLEIDING 1 1.1 INLEIDING BEHEERSVERORDENING 1 1.2 LIGGING PLANGEBIED 1 1.3 OPZET BEHEERSVERORDENING 2 1.4 LEESWIJZER 2 2 BELEIDSKADER 3 2.1 RIJKSBELEID 3 2.2 PROVINCIAAL BELEID 4 2.3 REGIONAAL BELEID 4 2.4 GEMEENTELIJK BELEID 6 2.5 CONCLUSIE 8 3 BESCHRIJVING BESTAANDE SITUATIE 9 3.1 ALGEMENE KENSCHETS 9 3.2 RUIMTELIJKE STRUCTUUR 9 4 RANDVOORWAARDEN OMGEVING EN MAATREGELEN 11 4.1 BEBOUWINGSBEELD 11 4.2 GEBRUIKSMOGELIJKHEDEN 11 4.3 VERKEER 11 4.4 BODEM 12 4.5 GELUID 12 4.6 LUCHTKWALITEIT 13 4.7 EXTERNE VEILIGHEID 14 4.8 WATERHUISHOUDING 15 4.9 ARCHEOLOGIE 16 4.10 FLORA EN FAUNA 16 5 JURIDISCHE TOELICHTING 17 5.1 INLEIDING 17 5.2 KEUZE VOOR BEHEERSVERORDENING 17 5.3 TOELICHTING OP DE REGELS 18 6 INSPRAAK EN OVERLEG 21

1 Inleiding 1.1 Inleiding beheersverordening In 2008 is de Wro in werking getreden en daarin is bepaald dat bestemmingsplannen op 1 juli 2013 niet ouder mogen zijn dan 10 jaar. Conform de Wro is de gemeente Delfzijl bezig haar bestemmingsplannen voor 1 juli 2013 te actualiseren. Als alternatief voor een nieuw bestemmingsplan bestaat de mogelijkheid een beheersverordening op te stellen. Het instrument beheersverordening, is een beheerregeling en kan interessant zijn voor bestaande gebieden waar geen ontwikkelingen zijn voorzien, zoals bijvoorbeeld woonwijken. Voor die situaties legt een beheersverordening de ruimtelijke mogelijkheden uit de vigerende bestemmingsplannen vast. In 2003 is het bestemmingsplan Farmsumerhaven vastgesteld. In dit bestemmingsplan zijn bescheiden ontwikkelmogelijkheden voor kleinschalige havengebonden bedrijvigheid bestemd naast de belangrijke functie als aanlegplaats voor schepen en de bescheiden overslagactiviteiten die er al tientallen jaren plaatsvonden. Er heeft zich ondertussen wat bedrijvigheid ontwikkeld, waarmee het plangebied voorzien is van een redelijk actuele planologische regeling. Toch, omdat het bestemmingsplan niet ouder mag zijn dan 10 jaar, moet er voor het plangebied Farmsumerhaven een actuele planologische regeling vastgesteld worden. De voorliggende beheersverordening is opgesteld voor de Farmsumerhaven. De verordening voorziet niet in nieuwe ontwikkelingen. Het vigerende bestemmingsplan voor deze kern is het bestemmingsplan Farmsumerhaven. Dit bestemmingsplan Farmsumerhaven is op 26 juni 2003 vastgesteld, op 7 oktober 2003 goedgekeurd door GS en was vanaf 11 december 2003 onherroepelijk. 1.2 Ligging plangebied Het plangebied omvat het gebied ten zuiden van de Farmsumse wijk Oosterveld, ten oosten van bedrijventerrein Farmsumerpoort en ten noorden van het nieuwe Eemskanaal. Op navolgend overzichtskaartje zijn de ligging en de begrenzing aangegeven. De begrenzing is zodanig dat het gehele geldende bestemmingsplan in het voorliggende plangebied valt. - 1 -

1.3 Opzet beheersverordening Een beheersverordening bestaat uit een toelichting, regels en een verbeelding. De verordening heeft betrekking op het plangebied zoals dat op de verbeelding is afgebeeld. Een nadere toelichting op het instrument 'beheersverordening' en de keuze hiervoor is opgenomen in hoofdstuk 5. 1.4 Leeswijzer De toelichting van de beheersverordening is als volgt opgebouwd. In het volgende hoofdstuk wordt ingegaan op het relevante rijksbeleid, provinciaal en gemeentelijk beleid. Vervolgens komen in hoofdstuk 3 de relevante landelijke, provinciale, regionale en gemeentelijke beleidskaders aan bod. De omgevingsaspecten zijn in hoofdstuk 4 weergegeven. Hoofdstuk 5 gaat in op de juridische aspecten. - 2 -

2 Beleidskader In het kader van deze beheersverordening is getoetst welke beleidstukken op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau relevant zijn. Per paragraaf wordt ingegaan op de verschillende beleidsstukken. 2.1 Rijksbeleid Nota Ruimte De Nota Ruimte is een strategische nota op hoofdlijnen waarin het nationaal ruimtelijke beleid en de bijbehorende doelstellingen tot 2020 (met een doorkijk naar de periode 2020-2030) zijn opgenomen. Hoofddoel is het scheppen van ruimte voor de ruimtevragende functies met als (sub)doel de bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland. Naast deregulering en decentralisatie hanteert de Nota ontwikkelingsplanologie en uitvoeringsgerichtheid. Volgend op het eerdere rijksbeleid is de Structuurvisie Infrastructuur en Milieu uitgebracht. De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 in werking getreden. Met de Structuurvisie zet het kabinet het roer om in het nationale ruimtelijke beleid. De nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vervangt verschillende bestaande nota s zoals de Nota Ruimte, de agenda Landschap en de agenda Vitaal Platteland. Hoewel het Rijk op veel punten van de ruimtelijke ordening terugtreedt, zijn er voor Delfzijl nog zeker punten waar ook vanuit het nationaal belang waarde aan wordt gehecht. Zo wordt Delfzijl als stedelijke regio gezien met concentratie van topsectoren. Voorts zijn van belang: Het Rijk delegeert het EHS-beleid sterker naar provincies. Wel blijft het Rijk waarde toekennen aan de bescherming van deze (herijkte) EHS, inclusief Natura 2000-gebieden en het Werelderfgoed (de Waddenzee); De ontwikkeling van een robuust kustlandschap ter vergroting van de waterveiligheid blijft een opgave van nationaal belang. Dit speelt ook in Delfzijl; Het versterken van de Energyport door het aanwijzen van locaties voor de vestiging van energiecentrales in de Eemshaven en het robuust en compleet maken van het hoofdenergienetwerk van de Eemshaven via Ems naar Diemen (noordwest-380kv-verbinding); Het aanwijzen van leidingstroken voor buisleidingen voor gas en het ruimtelijk reserveren van locaties voor ondergrondse opslag; Het aanwijzen van voorkeursgebieden van grootschalige windenergie in Noord-Nederland; In de structuurvisie wordt niet voorzien in uitbreiding van het landelijk wegennet; Tevens blijft het goederenvervoer over water van belang en daarvoor zijn de zeehavens, waaronder die van Delfzijl, van nationale betekenis. Het Rijk wil de maatschappelijke meerwaarde van de Nederlandse zeehavens als - 3 -

vervoersknooppunten en als vestigingsplaats voor industrie en dienstverlening voor Nederland optimaliseren. 2.2 Provinciaal beleid Het provinciale ruimtelijke beleid is verwoord in het Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013 dat op 17 juni 2009 door Provinciale Staten is vastgesteld. Hierin staat het provinciale omgevingsbeleid verwoord op het gebied van milieu, verkeer en vervoer, water en ruimtelijke ordening. Belangrijke onderwerpen zijn de bescherming van de karakteristieken van het Groninger landschap, ruimte voor ontwikkeling, leefbaarheid op het platteland en duurzame energie. 2.3 Regionaal beleid Havenvisie 2030 Groningen Seaports heeft in de Havenvisie 2030 een visie ontvouwt op de ontwikkeling van de havens Eemshaven en Delfzijl en de aangrenzende industrieterreinen tot 2030. In het eindbeeld in 2030 is de Eemsdelta het belangrijkste groene haven- en industriegebied van Noord-Nederland. De energie- en datasector in de Eemshaven is van groot internationaal belang. De chemie en recycling industrie in Delfzijl is volledig biobased. Door de krachtige verbinding van Energy- en Dataport Eemshaven met het Biobased chemie- en recyclecluster in Delfzijl, wordt samen één efficiënt en concurrerend groen havencomplex gevormd. Overheden, bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties werken hierbij nauw samen. Daardoor is er vanuit het bedrijfsleven en de kennisinstellingen een adequaat antwoord op de vraag naar kennis, techniek en menskracht. Dit, samen met de uitstekende bereikbaarheid, de kwaliteit van de leefomgeving en de ligging aan Werelderfgoed Waddenzee maakt de Eemsdelta tot een aantrekkelijke vestigingsplaats voor (nieuwe) bedrijven en (nieuwe) inwoners. In de visie zijn diverse acties geformuleerd op de thema s Groei, Leefomgeving, Kennis, Samenwerken en Doen. Economische visie Eemsdelta 2030 Het economisch beleid van de gemeente Delfzijl is neergelegd in de Economische visie Eemsdelta 2030. Deze visie is opgesteld door de DEAL-gemeenten (samenwerkingsverband tussen de gemeenten Delfzijl, Eemsmond, Appingedam en Loppersum) en de provincie Groningen gezamenlijk. In de visie worden zes kansrijke economische sectoren voor de Eemsdelta onderscheiden en toegelicht. Deze sectoren zijn energie, chemie, havens & logistiek, agrocluster/agrobusiness, industriële dienstverlening, recycling en zorg & welzijn. Voor deze beheersverordening is met name de sector havens & logistiek van belang. De Eemsdelta beschikt over twee zeehavens, Delfzijl en Eemshaven, met een geheel eigen profiel. Daarnaast zijn er een aantal goed bereikbare binnenhavens zoals Oosterhornhaven en dus ook de Farmsumerhaven. Gezamenlijk zijn deze havens - 4 -

goed voor een jaarlijkse overslag van 8 miljoen ton (2011). De havens van Delfzijl hebben een aanwijsbare functie voor de omliggende industrie. De chemische en industriële bedrijven in Delfzijl gebruiken de zee- en binnenhavens voor de aan- en afvoer van hun grondstoffen en eindproducten. De voornaamste stromen via Delfzijl zijn zout en bouwmaterialen. Ontwikkelingsperspectief Appingedam-Delfzijl 2030 Binnen de regio Eemsdelta vindt door de vier deelnemende gemeenten (Delfzijl, Appingedam, Eemsmond en Loppersum) in samenspraak met de provincie Groningen intensief overleg plaats over een regionale aanpak van maatschappelijke opgaven. In het POP 2009-2013 wordt aangegeven, dat de provincie een actieve rol als ontwikkelaar en/of regisseur wil spelen bij de gebiedsgerichte opgave in de Eemsdelta. In de regio worden goede kansen voor economische ontwikkeling gezien. De dynamiek van de Eemsdelta-havens en het stedelijke centrum Delfzijl-Appingedam moet worden versterkt. De sterke daling en verandering van omvang en samenstelling van de bevolking én de veranderende woningbehoefte vragen om een samenhangende en integrale visie op wonen, werken en verblijven. De gemeenten Appingedam en Delfzijl hebben met het oog daarop als stedelijk gebied binnen de regio Eemsdelta een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Het ontwikkelingsperspectief is door de gemeenteraad op 24 september 2009 vastgesteld. Daarin staat de ontwikkeling van een sterk stedelijk netwerk centraal. Het ontwikkelingsperspectief geeft aan dat de havens van Delfzijl het belangrijkste visitekaartje vormen. Een betere ontsluiting, een sterkere promotie en een grotere beleving kunnen die functie versterken. Een betere betrokkenheid tussen haven en binnenstad is belangrijk. Dat kan ondermeer door nieuwe verbindingen aan te leggen. Wat de binnenstad zelf betreft, wijst het ontwikkelingsperspectief op de belangrijke regionale verzorgingsfunctie van Delfzijl. Beleid waterschap Hunze en Aa s Beheerplan waterschap Hunze en Aa s (2010-2015) Het waterbeheerplan van het waterschap geeft in hoofdlijnen het waterschapsbeleid voor een periode van vijf jaar weer. Het plan van het waterschap beschrijft de zorgtaken waterkeringen, water kwantiteitsbeheer en water kwaliteitsbeheer. In het plan worden de provinciale functietoekenningen uit het POP naar functies van het waterbeheer vertaald. Het waterbeheerplan is een inspanningsverplichting. Het beheer is uitgeschreven naar de thema s waterkeringen, watersystemen, vaarwegen en waterzuivering. Keur 2010 De Keur is een verordening van het waterschap, waarin aangegeven wordt welke activiteiten wel of niet mogen en wat verplicht is. De regels zijn zo opgesteld dat het waterschap zijn taken goed kan uitvoeren, zoals de waterbeheersing en de - 5 -

bescherming van sloten, kanalen, stuwen en gemalen. In veel gevallen is voor werken nabij water of dijken een watervergunning nodig op basis van de Keur. Deze watervergunning kan worden aangevraagd via www.hunzeenaas.nl of via www.omgevingsloket.nl. 2.4 Gemeentelijk beleid Kleur Bekennen Deze nota borduurt voort op zowel de Ontwikkelingsvisie Delfzijl (2006) als de Ontwikkelingsvisie Appingedam-Delfzijl 2030. De nota Kleur Bekennen Onderweg naar een Investeringsprogramma 2010-2020, door de gemeenteraad vastgesteld op 23 juni 2011, doet dat vooral vanuit de invalshoek van de investeringen waar de gemeente de komende jaren voor komt te staan. Op basis van de situatie in de gemeente en gelet op de economische crisis en de demografische ontwikkelingen wordt ingezet op een viertal speerpunten: Inzet op werkgelegenheid; Zorg voor de meest kwetsbare groepen; Een nieuw samenspel tussen burger en overheid; Het voortbouwen en behoedzaam doorwerken aan enkele in gang gezette ontwikkelingen. Kleur Bekennen hecht veel waarde aan de versterking van de ruimtelijke kwaliteit en stelt zich dan ook tot doel om het gezicht van Delfzijl te verbeteren. Duurzaam bouwen en klimaatbeleid De Nota Duurzaam Bouwen is het geactualiseerde duurzaam bouwen-beleid (DuBo) van de gemeente Delfzijl. Het vorige beleid op dit gebied was opgenomen in het Plan van Aanpak Duurzaam Bouwen (1997) en het Convenant Duurzaam Bouwen van de provincie Groningen. De ambities van dit nieuwe DuBo-beleid zijn een combinatie van de ambities uit het oude Plan van Aanpak en de toevoeging van een aantal nieuwe elementen. Er doen zich immers nu en in de komende jaren nieuwe kansen voor, die Delfzijl wil benutten. Duurzaam Bouwen is een manier van bouwen, die is gericht op een gezond en verantwoord woon- en leefklimaat binnen- en buitenshuis. Dit betekent een gezond leefklimaat in de woning of het gebouw en een zodanige inrichting van de buitenruimte dat aan onze behoeften van comfort en welzijn wordt voldaan zonder schaarse grondstoffen te verspillen. De ambitie van de gemeente Delfzijl is, gegeven de grote veranderingsopgave in de woningvoorraad voor de komende jaren, om zoveel mogelijk duurzaam te bouwen en duurzaam te renoveren. Ruimtelijke visie Maritieme zone Delfzijl De combinatie van optredende zeespiegelstijging en bodemdaling stelt steeds hogere eisen aan de waterkering, sluizen en gemalen van Delfzijl. Bovendien zijn er functionele ontwikkelingen als bevolkingskrimp die invloed hebben op het functioneren - 6 -

van zowel de binnenstad als de wijken. Met het oog daarop hebben betrokken partners (gemeente, waterschappen, Rijkswaterstaat, provincie) geconstateerd dat de ruimtelijke situatie verbetering behoeft. Vanaf 2009 is door de betrokken partijen een visie ontwikkeld (project Marconi) om een gezamenlijk en integraal antwoord te vinden op genoemde problemen. Er wordt uitgegaan van: Veiligheid tegen overstromingen; Wonen bij zee; Werken in de havens, industrieën en in het toerisme; Natuur van het waddengebied; Ontwikkeling waterrecreatie; Beleving van het maritiem karakter; Benutting duurzame energie; Duurzame ontwikkeling gericht op het werelderfgoedgebied. Een en ander betekent ook een aantal ruimtelijke consequenties, zoals een ruimtereservering langs de primaire kering, passend boezembeheer met vergroting van sluizen in combinatie met nieuwe functionele ontwikkelingen, onderzoek naar mogelijkheden/wenselijkheden van een schermdijk e.d. Onderzoek naar deze aspecten vindt plaats. De ruimtelijke regelgeving zal op het resultaat worden afgestemd. Beleidsvisie Externe Veiligheid De raad van de gemeente Delfzijl heeft op 26 januari 2012 de Beleidsvisie Externe Veiligheid vastgesteld. In de visie is het externe veiligheidsbeleid van de gemeente verwoord. De visie is een vervolg op de beleidsnota Richting aan Risico s (2006). De ambitie van de gemeente is het bieden van een veilige werk- en leefomgeving waarbij ambities worden gekoppeld aan de functie van het gebied. Uitgangspunt is dat wonen en risicovolle activiteiten zo veel mogelijk worden gescheiden. Via de inrichting van het gebied moet worden voorkomen dat er kwetsbare objecten, zoals woningen, in de directe nabijheid van risicovolle bedrijven of transportroutes worden gebouwd. Of andersom, dat er risicovolle bedrijven in de nabijheid van kwetsbare objecten worden gelokaliseerd. De door de gemeente gemaakte keuzes zijn in hoofdlijnen: Geen nieuwe risicovolle bedrijvigheid in woongebieden; Geen grote uitbreidingen van kwetsbare functies binnen het invloedsgebied van risicovolle activiteiten in de kleine kernen; Geen nieuwe risicovolle activiteiten in het buitengebied, met uitzondering van LPG-tankstations en installaties in agrarische bedrijven; Concentratie van risicovolle bedrijvigheid op Oosterhorn; Aansluiting zoeken bij bestaande beleidskaders; Onderzoek naar de mogelijkheid van een Veiligheidcontour op Oosterhorn; - 7 -

Geen verhoging van het directe risico als gevolg van het vervoer gevaarlijke stoffen per spoor voor objecten langs het goederentraject Baaisterhoofd- Oosterhoorn. De gemeente kiest in haar beleid voor een gebiedsgerichte benadering waarbij de veiligheidsambities worden gedifferentieerd naar gebiedstype. Planologisch beleid Op 23 december 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders de beleidsregels Planologisch beleid gemeente Delfzijl vastgesteld. Doelstelling van deze beleidsregels is duidelijkheid en uniformiteit te creëren. De regels zijn voor het gehele grondgebied van de gemeente van toepassing en worden ook in nieuwe bestemmingsplannen opgenomen. De bouwregels behorende bij dit bestemmingsplan zijn in overeenstemming met deze beleidsregels. De beleidsregels zijn op 14 januari 2008 bekend gemaakt en in werking getreden. 2.5 Conclusie Gelet op de uitgangspunten van deze beheersverordening, voortzetting van de bestaande situatie, inclusief de planologische mogelijkheden is met name stilgestaan bij beleid dat eventuele consequenties voor de beheersverordening kan of dient te hebben. Omdat de beheersverordening toeziet op het beheer van de bestaande situatie is de conclusie is dat bovengenoemde beleidsaspecten de totstandkoming van de beheersverordening niet in de weg staan. - 8 -

3 Beschrijving bestaande situatie 3.1 Algemene kenschets Het plangebied wordt begrensd door het Eemskanaal, het Afwateringskanaal, de groenstrook ten zuiden van de IJzerweg en het bedrijventerrein Seendweg. Een deel van het Eemskanaal en een deel van het Afwateringskanaal liggen binnen het plangebied. Ten westen van het plangebied ligt het bedrijventerrein Farmsumerpoort. De Farmsumerhaven vervult al tientallen jaren een belangrijke functie als ligplaats voor schepen. Daarnaast vinden er overslagactiviteiten plaats. De haven is nadrukkelijk niet bedoeld als jachthaven. 3.2 Ruimtelijke structuur Groningen Seaports heeft voorafgaand aan het opstellen van het bestemmingsplan uit 2003 acquisitie gepleegd voor het plangebed. Met het bestemmingsplan is vervolgens mogelijk gemaakt dat geïnteresseerde havengebonden kleinschalige bedrijven zich hebben kunnen vestigen. Er staan momenteel drie bedrijfsgebouwen, die zich bevinden zich aan de noordzijde van het plangebied. Aan een bedrijfsbestemming in de noordoostelijke punt van het bestemmingsplan is in 2003 goedkeuring onthouden door GS, waardoor hier het bestemmingsplan Oosterveld Koveltemp (1983) nog geldt. In dat bestemmingsplan ligt daar de bestemming Groenvoorziening. Ook is er een nieuwe brug aangelegd over het Afwateringskanaal die zorgt voor de aansluiting met Farmsumerpoort via de IJzerweg. Die was deels al opgenomen in het bestemmingsplan Farmsumerhaven, maar een deel is vervangen door het recentere bestemmingsplan Farmsumerpoort (2006). De plangrens ligt daardoor nu strak langs het valk bestemd voor bedrijven. De aanleg van de brug was een onderdeel van het Revitaliseringproject Farmsumerpoort en heeft als doel de ontsluiting van het bedrijventerrein te verbeteren. De waterloop die vanaf het Afwateringskanaal in oostelijke richting loopt is voor een groot deel noordelijker komen te liggen, verder van de bedrijfbebouwing af, aan de noordzijde van de IJzerweg. De IJzerweg, het verlegde deel van de waterloop en de groenstrook ten noorden van de bedrijven vallen nu allemaal buiten het beheersverordeningsgebied, want liggen binnen het bestemmingsplan Farmsumerpoort. Naast de ontsluiting via de IJzerweg vanaf Farmsumerpoort, is het plangebied ontsloten via de Seendweg. Veel verkeer richting Farmsumerpoort/-haven rijdt daardoor eerst door de woonwijk Oosterveld. Gezien het beperkte aantal (kleinschalige) bedrijven aan de Farmsumerhaven, dragen deze bedrijven beperkt bij aan de verkeersdruk aldaar. De doorgaande ontsluiting takt aan op de wegen langs de laad-en-loskades, die zich aan de noord- en westzijde van het water van de - 9 -

binnenhaven bevinden. Aan een laad-en-loskade aan de zuidzijde is destijds goedkeuring onthouden door GS. Ook hier geldt dus nog het bestemmingsplan Oosterveld Koveltemp en kent de bestemming groenvoorziening. Het Afwateringskanaal is niet direct aangesloten op het Eemskanaal, maar wordt hiervan gescheiden door een groenstrook. Groen scheidt het water ook van de wegen en bedrijfbebouwing. - 10 -

4 Randvoorwaarden omgeving en maatregelen In dit hoofdstuk wordt beschreven op welke wijze rekening is gehouden met de in en rond het verordeningsgebied voorkomende relevante omgevingsaspecten. Naast milieutechnische kenmerken moet ook gedacht worden aan de gewenste stedenbouwkundige inrichting en functionele invulling van het gebied. Omdat deze beheersverordening enkel de bestaande planologische situatie voortzet, is de onderzoeksopgave van beperkte omvang. 4.1 Bebouwingsbeeld De in het beheersgebied toegestane bebouwing bestaat, op wat nutsvoorzieningen en kunstwerken na, primair uit de bedrijfsgebouwen binnen het besluitvak Bedrijf. De huidige bebouwing zit al dicht tegen het planologische maximum uit het bestemmingsplan Farmsumerpoort aan. In de beheersverordening is de maximale omvang voor bedrijfsgebouwen vertaald, zoals deze ook in de planregels van het bestemmingsplan Farmsumerpoort golden. Hiermee is de bestaande situatie vastgelegd, met beperkte ontwikkelmogelijkheden. 4.2 Gebruiksmogelijkheden Ten aanzien van de binnen een besluitvak toegelaten bouwwerken, werken en andere gebruiksvormen is uitgegaan van de regeling in het bestemmingsplan Farmsumerpoort. De regelingen zijn vertaald naar de huidige standaarden. Dit geldt tevens voor de bij de regels als bijlage opgenomen Staat van bedrijven, waarin de toegestane bedrijfscategorieën zijn opgenomen. De toegestane bedrijven zijn primair haven- en scheepvaartgebonden. 4.3 Verkeer In de planperiode van het bestemmingsplan Farmsumerhaven is middels de brug over het Afwateringskanaal de IJzerweg doorgetrokken van de Farmsumerhaven naar bedrijventerrein Farmsumerpoort. Dit omdat de Farmsumerhaven anders alleen te bereiken was via de Proosdij en Seendweg, voor een deel dus door bewoond gebied. Door de brug werd de Farmsumerhaven ook vanuit het westen ontsloten. Het nadelige effect was dat Farmsumerpoort hierdoor ook via de Proosdij en Seendweg bereikbaar werd. Hierdoor nam het vrachtverkeer daar toe, mede omdat navigatieapparatuur daar langs leidde. Door verkeersremmende maatregelen aldaar en bebording aan de Hogelandsterweg die vrachtverkeer waarschuwt de navigatie uit te zetten en vrachtverkeer richting de juiste ontsluiting leidt, is deze ongewenste verkeersaantrekkende werking teruggedrongen. - 11 -

De Farmsumerhaven heeft aldus een beperkte verkeersdruk en omdat de beheersverordening geen significante toename van bedrijvigheid mogelijk maakt, zal de verkeersituatie daardoor ook niet in het geding komen. 4.4 Bodem Diffuse bodemkwaliteit Op de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Delfzijl (2010) wordt het gebied aangegeven als industrie, dat gekenmerkt wordt door een schone diffuse bodemkwaliteit, echter wel potentieel verdachte locaties kent (puntverontreinigingen). De kwaliteit van de grond in het beheersgebied zal in het generieke kader voldoen aan de bodemkwaliteitsklasse Achtergrondwaarde. Puntverontreinigingen De bekende onderzoekslocaties binnen het gebied zijn onverdacht, reeds gesaneerd of slechts licht verontreinigd. Uit onderzoek van Tauw (2005) blijkt dat aan de Tagrijn ter plaatse van de overslagkade een sterke verontreiniging aan chroom aanwezig is. Nader onderzoek wordt hier aanbevolen zodra er dynamiek plaatsvindt. Grondverzet bij (mogelijke) verontreinigingen Bij verdachte locaties dient men indien grondverzet of dynamische activiteiten (omgevingsvergunning) gaan plaatsvinden een vooronderzoek en/of een verkennend onderzoek uitgevoerd te worden. Het vooronderzoek dient conform de NEN 5725 (Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader bodemonderzoek). Tijdens dit onderzoek worden gegevens verzameld omtrent het vroegere, huidige en toekomstige gebruik van de locatie, de plaatselijke bodemopbouw, de geohydrologische situatie en (eventueel) financieel/juridische aspecten, zodat zo mogelijk de veroorzaker van de verontreiniging aansprakelijk kan worden gesteld. Het verkennend onderzoek dient conform de NEN 5740 (Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek - Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond) uitgevoerd te worden. Hierbij wordt de onderzoeksstrategie bepaald op basis van een vooropgestelde hypothese (onverdacht/verdacht). Daarna wordt het onderzoek verricht, bodem- en grondwatermonsters genomen, geanalyseerd en geïnterpreteerd. Bij de reeds bekende bodemverontreinigingen dient, indien dynamische activiteiten gaan plaatsvinden, contact opgenomen te worden met het bevoegd gezag, de provincie Groningen of de gemeente Delfzijl (afhankelijk of het een ernstig geval van bodemverontreiniging betreft). 4.5 Geluid De Farmsumerhaven is gelegen binnen de geluidszone Industrieterrein Oosterhorn. Het gebied maakt dus geen deel uit van dit gezoneerd industrieterrein en vestiging van inrichtingen wordt daarom afzonderlijk op de akoestische aspecten beoordeeld. Voor het bestemmingsplan Farmsumerpoort is daartoe destijds door DHV (2002) een - 12 -

geluidsrapport opgesteld. Dit rapport voldoet nog steeds, omdat de uitgangspunten ongewijzigd zijn. Het rapport gaat in op de geprognosticeerde geluidssituatie na vestiging van een vijftal bedrijven die met het bestemmingsplan mogelijk werden gemaakt. In het onderzoek zijn aannamen gedaan voor de geluidsproductie van die bedrijven in relatie tot de aanvaardbare geluidsniveaus bij woningen in de omgeving. De woningen ten noorden van het plangebied liggen op een bedrijventerrein. Ook noordwestelijk van het gebied bevindt zich een bedrijventerrein. Gegeven de omgevingskarakteristiek en het feit dat er (nog) geen integraal gemeentelijk geluidsplan is, is het hanteren van de voorkeursgrenswaarde van 50 db(a) etmaalwaarde voor de woningen aanvaardbaar. Aan de zuidzijde, aan de overkant van het Eemskanaal, staan twee boerderijen. Omdat deze boerderijen ten gevolge van het geluid van de grote industrieterreinen zuidelijk van Delfzijl al worden belast met meer dan 55 db(a) etmaalwaarde, is hier een geluidsbelasting van 45 db(a) aanvaardbaar. Gebleken is dat er akoestisch geen bezwaren zijn tegen de vestiging van zelfs redelijk zware bedrijven, zoals een overdekte scheepswerf, opslag- en distributiebedrijven met vrachtwagen- heftruckbewegingen en overdekte metaalbewerking. Hierbij moet worden aangetekend dat de bedrijven wellicht niet de gehele nachtperiode in bedrijf kunnen zijn. Bij de invulling van de terreinen met nieuwe bedrijfsbebouwing moet de geluidsruimte worden bewaakt. Dit gebeurt bij de vergunningverlening aan die bedrijven. 4.6 Luchtkwaliteit Met de inwerkingtreding van een wijziging van de Wet Milieubeheer op 15 november 2007 is een nieuw wettelijk stelsel voor luchtkwaliteitseisen in werking getreden. De hoofdlijnen van deze nieuwe regelgeving zijn nu te vinden in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer. Door deze wijziging zijn een aantal algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen komen te vervallen. De regelgeving gaat uit van een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en gevolgen voor de luchtkwaliteit. Projecten die niet in betekende mate (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging, hoeven niet afzonderlijk meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor de buitenlucht. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen situaties zonder en met het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het Besluit NIMB legt vast wanneer een project in betekende mate bijdraagt aan de concentratie van een bepaalde stof. Er zijn twee mogelijkheden om aannemelijk te maken dat een project binnen de NIBMgrens blijft. Of door aan te tonen dat een project binnen de grenzen van een categorie - 13 -

uit de regeling NIBM blijft of op een andere manier aannemelijk te maken dat een project voldoet aan de 1%-grenscriterium. Deze 1%-grens wordt gedefinieerd als 1 % van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM 10) of stikstofdioxide (PM²). Dit komt overeen met 1,2 microgram/m³ voor zowel fijn stof als stikstofdioxide. Omdat de beheersverordening de bestaande regeling overneemt, wordt hiermee niet een grotere bijdrage aan luchtvervuiling mogelijk gemaakt. Daarmee valt de beheersverordening binnen de NIBM-grens. Het milieuaspect luchtkwaliteit is daarom geen relevant aspect voor de beheersverordening. 4.7 Externe veiligheid Plaatsgebonden risico Het plangebied is niet gelegen in de PR 10-6 contour van een BEVI-inrichting. Er wordt dus voldaan aan de grenswaarden voor het plaatsgebonden risico. Invloedsgebied BEVI-inrichtingen Er bevinden zich in het plangebied geen risicovolle inrichtingen. De beheersverordening maakt ze ook niet mogelijk. Het plangebied van de beheersverordening is wel gelegen in het invloedsgebied van een BEVI-inrichting. De verordening voorziet niet in nieuwe ontwikkelingen. Met deze beheersverordening wordt de bestaande planologische situatie voortgezet. Het groepsrisico zal niet of nauwelijks worden beïnvloed. Het vaststellen van de beheersverordening vormt voor het aspect externe veiligheid geen belemmering. Provinciaal en landelijk basisnet Ten aanzien van het provinciaal basisnet Groningen en het landelijk basisnet en het plangebied kan het volgende worden geconcludeerd. De PR max en de 30-meterzone uit het provinciaal basisnet Groningen en de (geadviseerde) PR max en het PAG uit het toekomstige basisnet reiken niet tot het plangebied. Bovengenoemde zones zijn voor het plangebied geen belemmering voor het aspect externe veiligheid. Basisnet water Op het vervoer van gevaarlijke stoffen via binnenvaart over het Eemskanaal is het Basisnet water van toepassing. Het Eemskanaal is hierin een zwarte waterweg. Geen van de Groninger vaarwegen heeft een PR max die buiten die buiten de vaarweg ligt. Wel geldt er voor zwarte vaarwegen een plasbrandaandachtsgebied van 25 meter gemeten vanaf de waterlijn (oever) landinwaarts. Verder geldt voor zwarte vaarwegen dat geen nieuwe bestemmingen binnen de waterlijn mogelijk worden gemaakt. Ook worden er binnen het plasbrandaandachtsgebied geen nieuwe kwetsbare objecten toegestaan. Een groepsrisicoberekening is voorts niet nodig vanwege de beperkte bevolkingsdichtheid (<1500 pers/ha dubbelzijdig of < 2250 pers/ha enkelzijdig). Ook worden woonboten nadrukkelijk uitgesloten in het beheersgebied. - 14 -

Spoor De Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen geeft aan dat het gebied waarbinnen ruimtelijke beperkingen gelden is beperkt tot het gebied van 200 meter vanaf de infrastructuur. Onderhavige situatie ligt op een afstand van meer dan 200 meter van de N991 en het spoortraject Sauwerd Chemiepark Delfzijl en dus is er geen sprake van ruimtelijke belemmeringen voor wat betreft het aspect externe veiligheid. Het invloedsgebied van het spoortraject Sauwerd Chemiepark Delfzijl bedraagt 1500 meter. Het plangebied is gelegen op een afstand van circa 670 meter van het spoortraject Sauwerd Chemiepark Delfzijl. Dit is buiten de 200-meterzone, waarbinnen de verantwoording van het groepsrisico moet worden opgesteld, maar binnen het invloedsgebied van 1500 meter. Gezien de afstand van het plangebied tot het spoortraject Sauwerd Chemiepark Delfzijl en het plangebied zal het groepsrisico niet of nauwelijks worden beïnvloed. Wanneer ruimtelijke plannen binnen het invloedsgebied van een transportroute maar buiten 200 meter van de transportroute worden gerealiseerd dient te worden ingegaan op de aspecten bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid. Leidingen De hogedrukaardgastransportleidingen en de K1 NAM-leiding, die buiten het plangebied liggen, vormen geen belemmering voor het voor het aspect externe veiligheid. Bestrijdbaarheid Uit beoordeling van de bestrijdbaarheid blijkt, dat de bereikbaarheid en de bluswatervoorzieningen over het algemeen voldoende zijn. Hierdoor geeft het aspect bestrijdbaarheid geen aanleiding tot het treffen van maatregelen in het plangebied. Zelfredzaamheid Uit de beoordeling van de zelfredzaamheid blijkt, dat in het plangebied geen sprake is van langdurig verblijf van verminderd zelfredzame personen en dat de ontvluchtingsen signaleringsmogelijkheden voldoende zijn. Hierdoor geeft het aspect zelfredzaamheid geen aanleiding tot het treffen van maatregelen in het plangebied. Conclusie Al met al vormt externe veiligheid geen relevant milieuaspect voor de beheersverordening. 4.8 Waterhuishouding Het waterschap Hunze & Aa s is momenteel bezig met het opstellen van inrichtingsplannen voor het boezemsysteem Duurswold. Het beheersgebied maakt onderdeel uit van het boezemsysteem. Delen van het Afwateringskanaal zijn in het - 15 -

concept-inrichtingsplan aangewezen als zoekgebied voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers in het kader van KRW, vanuit het oogpunt om de waterkwaliteit te verbeteren. Uitgaande van het verbeteren van de waterkwaliteit wordt in dat kader gestreefd naar afkoppeling van regenwater van het riool. In het Afvalwaterplan DAL-W², welke op 24 januari 2013 is vastgesteld, is het na te streven afkoppeltempo weergegeven. Aan de hand daarvan wordt een pakket van maatregelen opgesteld welke de komende 5 jaar uitgevoerd dienen te worden om aan de gestelde eisen te kunnen (blijven) voldoen. Watertoets De onderhavige beheersverordening heeft een conserverend karakter. De bestaande situatie opnieuw vastgelegd, waardoor de gemeente de beschikking krijgt over een moderne planologische regeling. Voorts biedt het plan beperkte ontwikkelmogelijkheden voor de bedrijfsgebouwen. In gevallen waarbij de uitbreiding een ingreep betreft van een toename van verhard oppervlak van meer dan 150 m² binnen de bebouwde kom geldt een watervergunningsplicht. 4.9 Archeologie Het beheersgebied heeft in de herziene Archeologische verwachtingskaart en beleidsadvieskaart gemeente Delfzijl een lage verwachtingswaarde. Archeologie is daarom geen relevant milieukundig aspect voor deze beheersverordening. 4.10 Flora en fauna Het beheersgebied is gelegen in de bebouwde kom van Famrsum en is reeds bestaand haven- en industrieterrein. Het terrein is niet gelegen in gebied waarop de Flora- en Faunawet en de Habitatrichtlijnen van toepassing zijn en is geen Natura 2000-gebied. Ook heeft het plangebied geen externe werking naar een zodanig gebied. Door het vaststellen van deze beheersverordening ontstaan daarom geen nadelige gevolgen voor de flora en fauna. - 16 -

5 Juridische toelichting 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de keuze voor het instrument beheersverordening uiteengezet en een uitleg gegeven bij de planologische regeling. 5.2 Keuze voor beheersverordening De Wet ruimtelijke ordening (Wro) biedt gemeenten de mogelijkheid om in plaats van een bestemmingsplan een beheersverordening voor een gebied vast te stellen. Een beheersverordening vormt, net als het bestemmingsplan, het kader waaraan onder andere omgevingsvergunningaanvragen worden getoetst en op basis waarvan de gemeente handhavend kan optreden op het moment dat in strijd met bepalingen uit de verordening wordt gehandeld (denk aan illegale gebruiksvormen of illegale bebouwing). De Wro heeft een bovengrens gesteld voor gebieden waarvoor de verordening kan worden toegepast. Een beheersverordening betreft een regeling voor het beheer van het gebied overeenkomstig het bestaande gebruik. Een beheerverordening is juridisch vergelijkbaar met een bestemmingsplan met een conserverende inhoud. Onder beheerregeling wordt zowel een regeling voor de daadwerkelijk aanwezige situatie verstaan, als een regeling voor planologische ruimte. De gemeente kiest er daarom voor om voor dit plangebied geen bestemmingsplan, maar een beheersverordening vast te stellen. Deze beheersverordening heeft tot doel de bestaande situatie te beheren. De gemeente verwacht dat deze beheersverordening een looptijd van hooguit enkele jaren zal kennen. Bij de actualisering van het bestemmingsplan van het aan het plangebied grenzende bedrijventerrein Farmsumerpoort, voorzien in 2014/2015, zal ook de Farmsumerhaven mee worden genomen. De verwachte looptijd wordt overigens niet juridisch vastgelegd, zodat de beheersverordening kan blijven functioneren mocht de actualisering langer op zich wachten. De gemeente is van mening dat gelet op het bovenstaande sprake is van een gebied waar geen sprake is van grote ruimtelijke ontwikkelingen gedurende de verwachte looptijd van de beheersverordening. De beheersverordening is om die reden een geschikt instrument voor dit gebied. Gebleken is dat het huidige planologische kader van onderhavig plangebied nog voldoende actueel is. Er is daarom voor gekozen uit te gaan van de huidige planologische mogelijkheden. Binnen de huidige regeling worden geen ongewenste ontwikkelingen en mogelijkheden geboden, waardoor het huidige bestemmingsplan de basis is voor deze verordening. - 17 -

5.3 Toelichting op de regels De beheersverordening bestaat uit drie onderdelen: de toelichting, de regels en de verbeelding. De laatste twee onderdelen vormen samen het juridische deel van de beheersverordening. De toelichting bij bet plan is wel door de wet voorgeschreven, maar maakt geen juridisch onderdeel uit van de beheersverordening. Bij de opzet van de verbeelding gekozen voor een systeem waarbij de op de verbeelding aangegeven zes besluitvlakken te zien zijn; bedrijven, groen, laad-enloswal, leiding gas, verkeer en water - vaarweg. Uitgangspunten regeling De beheersverordening is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: beheer van de bestaande legale situatie (gebruik en bouwen); (in principe) het behoud van de planologische ruimte zoals deze in het geldende plan is opgenomen en de in de tussentijd verleende vrijstellingen/afwijkingen. Zowel het behoud van de bestaande situatie als het behoud van de planologische ruimte vormen de onderlegger voor de beheersverordening. Om de planologische ruimte uit de vigerende plannen in deze verordening over te nemen, is de regeling uit de vigerende plannen in deze verordening overgenomen. In de regeling is expliciet bepaald dat indien de bestaande legale situatie afwijkt van hetgeen op het kaartbeeld en/of in de regels is bepaald, de bestaande legale situatie alsnog is toegestaan. Artikelen 1 en 2: begrippen en wijze van meten Ten behoeve van de rechtszekerheid is in de eerste twee artikelen een aantal begripsomschrijvingen gegeven, evenals aanwijzingen voor de wijze van meten. Het gaat hierbij vooral om het verminderen van de kans op interpretatieverschillen. Artikel 3: Bedrijf Het besluitvak Bedrijf is bestemd voor haven- en scheepvaartgebonden bedrijven. In de Staat van bedrijven (bijlage van de regels) staan de toegestane bedrijfscategorieën. Artikel 4: Groen Het besluitvak Groen is een verzameling voor groenvoorzieningen en omvat alle daarbij voorkomende elementen zoals fiets- en voetpaden en dergelijke en ondergeschikt eventuele nutsvoorzieningen alsmede de aanleg van kabels en leidingen. - 18 -