De onderbouwing in het ervaringscertificaat

Vergelijkbare documenten
De onderbouwing in het ervaringscertificaat

De conclusie in het ervaringscertificaat

De conclusie in het ervaringscertificaat

De aanbeveling in het ervaringscertificaat

De aanbeveling in het ervaringscertificaat

Het loopbaandoel in het ervaringscertificaat

Autoschadehersteller. Crebonummer / PvB 01. Voertuig afleveringsklaarmaken na reparatie. Handleiding Proeve van Bekwaamheid

1e Autospuiter. Crebonummer PvB 01 8SPU-D01SO. Voorbewerken en spuiten van ondergronden. Handleiding Proeve van Bekwaamheid.

Portfoliobeoordeling. Mini-workshop 17 juni 2014, Brussel

Handleiding Proeve van Bekwaamheid voor de deelnemer. Dossiers VMBO

Crebonummer PvB 02 8HAT-DO2AO. Aandrijfsystemen en onderstellen. Handleiding Proeve van Bekwaamheid. Voor de deelnemer

Outdoor basic - aanleg

Assessmentprocedure. EVC procedure Master opleiding Archeologie. 1 v-3

Podiumtechnicus Niveau 3

c. De deelnemer ontvangt een factuur op naam als hij besloten heeft deel te willen nemen aan het traject. Bedrijven ontvangen een totaalfactuur.

Schrijfwijzer ervaringscertificaat MBO

TALENT SCORION. Digitaal EVC-centrum CompetentCity 1 METEN VOLGEN MATCHEN.

Beoordelingsformulier Certificaat B Duurzaamheid Kerntaak 1

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

Allround AV-medewerker Niveau 3

Machinevaardigheid. Inleiding

Naam/logo beoordelende organisatie. Beoordelingsrapport Onderzoek Kwaliteit EVC-procedures. Verlenging. [naam EVC-aanbieder] Datum:

Handleiding Nivometing SVMNIVO Kandidaat SCVM

Autospuiter. Crebonummer PvB 08. Applicatiefouten herstellen. Handleiding Proeve van Bekwaamheid. Voor de beoordelaar

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Beroepsprestatie 1.5 Zorg voor veiligheid in onverwachte situaties.

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

Uitvoeren publieksactiviteit

Aanleg tuin. Inleiding

Aanleg tuin. Inleiding

Animal events. Inleiding

Onderhoud openbaar groen

Outdoor Manager 1. Inleiding

1e Autospuiter. Crebonummer PvB 01 8SPU-D01SO. Voorbewerken en spuiten van ondergronden. Handleiding Proeve van Bekwaamheid

Beheer bos en natuurterrein

Handleiding Nivometing Kandidaat SVMNIVO

Formulier Beoordeling Proeve van Bekwaamheid

Doktersassistent (JANUARI-GROEPEN) Proeve van Bekwaamheid. Kerntaak 3. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

Competentieprofiel beoordelaar

Met loonwerk aan de slag

EVC-traject Wft-Pensioenverzekeringen WFTNIVO

Procedure certificering tandprothetici

Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 2

Verzamelformulier beroepsgerichte examens

Schrijfwijzer ervaringscertificaat. Branches

Consortium Beroepsonderwijs

Praktijkexamen Logistiek medewerker. Kerntaak 1 Ontvangt en slaat goederen op

Outdoor basic - aanleg

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten

Beoordelingsformulier PVB 1.1 Assisteren bij lessen/activiteiten. Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie 1

Handleiding EVC-procedure

Beoordelingsformulier Certificaat B Duurzaamheid Kerntaak 1

Beoordelingsformulier

Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 2

Gespreksdocument Handleiding Eindgesprek

Proeve van Bekwaamheid. Terugblikken en vooruitkijken (3) Crebonummer Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Doel training. Programma Programma Voordelen voor de kandidaat. Uitgangspunten EVC. Assessoren en EVC-begeleiders training

NMV- Criteria Eindgesprek

Competentieprofiel Assessor/Praktijkbeoordelaar Kern competentie Toelichting Praktijkbeoordelaar Voorbereiding assessment

Verzamelformulier beroepsgerichte examens

PORTFOLIO FITNESSTRAINER B NIVEAU 4

Houdingsaspecten 2.1: Voorkomen van (ver)storingen 2.2: Lokaliseren en verhelpen van (ver)storingen 1 e beoordeling 2 e beoordeling eindbeoordeling

Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 3

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

Proeve van Bekwaamheid Entree assistent dienstverlening en zorg

Agrarisch en groen loonwerk basis plus

Handleiding EVC Industrieel Produceren met Hout

Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 3

OPDRACHTFORMULIER. De opdrachtomschrijving. Hoe ga je de opdracht uitvoeren? Wanneer ga je de opdracht uitvoeren?

Industriële productie en planning

Academie voor Sportkader. Kwalificatieprofiel Wedstrijdadministratie (Official 2)

Algemene handleiding EVC-procedure CGO

Versie MEP-3 beoordeling Portfolio 1

CVT2 PvB 2.3 Assisteren bij activiteiten

Beoordelingsformulieren BPV

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

1.Overzicht 1.1.Specifieke examens Examenoverzicht opleiding: Zelfstandig werkend Kok Niveau 3 Opleidingsduur 3 jaar

Handleiding examinering student eind stage

Proeve van Bekwaamheid. Onderzoeken en presenteren. Crebonummer Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Opleidingsgebied ICT. Niveau Beginnend *zie omschrijving beoordelingscriteria Gevorderd* Bekwaam* Werkproces(sen) Beoordeling* 1 e 2 e eind

1e Autoschadehersteller. Crebonummer PvB 02 8HAT-DO2AO. Aandrijfsystemen en onderstellen. Handleiding Proeve van Bekwaamheid

Beoordelingsdocumenten portfolio Fitnesstrainer A

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

Algemene informatie over kwalificatie

Profiel EVC-assessor

Opleidingsgebied ICT. 2 e beoordeling: Eindbeoordeling:

Examen Assessment. Criterium Gericht Interview IBS Bodem en Bemesten. Opleiding LGGI, BBL Crebo 25555

EVC rapport - Ervaringscertificaat. EVC procedure Master opleiding Archeologie

Beoordelingsformulier beroepsproeve. Kandidaat. Examenlocatie. Assessoren. Proeve. De assessoren

Kerntaak 3 opleiding doktersassistent: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

Commercie niveau 4 Nul- en voortgangsmeting met voorwaardelijke opdracht bij de proeve van bekwaamheid met voorwaardelijke meting

Deelnemersinformatie Beoordeling Eerste Autotechnicus. Crebocode 93420, dossier

Gespreksdocument Inleiding Doel Werkwijze

De deelnemer voert complex loonwerk uit, zodat de klant tevreden en het loonbedrijf succesvol is.

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Opleiding Verzorgende IG PROEVE

Meewerken in de productie

Beroepsgerichte Examens Consortium Beroepsonderwijs serie 2014 Zorg & Welzijn Instructie voor de examenkandidaat

Keuzedeel mbo. Triage. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0289

Transcriptie:

Een goed en een slecht voorbeeld van een onderbouwing Operator A I

Inleiding Onderbouwing In deze toelichting wordt nader ingegaan op de onderbouwing in een ervaringscertificaat. We gebruiken hier de onderbouwing van een werkproces van het kwalificatiedossier Operator, uitstroom Operator A, niveau 2 (werkproces ), Crebonummer 90311. Cohort 2010 2011. De uitwerking van het werkproces zoals deze is opgenomen in het kwalificatiedossier, vindt u op www.kwalificatiesmbo.nl. Waar moet een goede onderbouwing aan voldoen? In de Schrijfwijzer ervaringscertificaat van het Kenniscentrum EVC wordt beschreven aan welke criteria ( kortoms ) de onderbouwing van een ervaringscertificaat moet voldoen: 1. Titels kerntaken en bijbehorende werkprocessen die de kandidaat beheerst. 2. Gaat uit van de kritische prestatie /gedragsindicatoren van deze werkprocessen. 3. Benoemt de concrete instrumenten / bewijzen waarmee deze indicatoren worden aangetoond. 4. Beschrijft wat er uit de bewijzen blijkt (met voorbeelden: concrete situaties). 5. Bevat de conclusie: het werkproces wordt beheerst.

1 Slecht voorbeeld onderbouwing Onderstaand voorbeeld is een slecht geschreven onderbouwing. Deze voldoet namelijk nog niet aan de criteria/ kortoms van een goede onderbouwing, zoals deze zijn opgesteld in de Schrijfwijzer ervaringscertificaat van het Kenniscentrum EVC. De heer X beheerst de vaardigheden en vakkennis die behoren bij de competenties van dit werkproces. Tijdens het werkplekbezoek en criteriumgericht interview kan hij probleemstellingen over de werking van apparatuur, veiligheid, handleidingen, tekeningen en schema s lezen, meet en regeltechniek op de juiste wijze aanpakken en oplossen. Tijdens de productie wisselt de heer X regelmatig informatie uit met de chef over de voortgang van de productie. Er zijn meer orders dan dat er capaciteit is en de heer X doet een voorstel om dit aan te pakken. De chef gaat akkoord met het voorstel. Uit het portfolio blijkt dat de heer X op de juiste manier gegevens registreert en rapporteert bij een beschadiging aan een van de CTP platen. De heer X is verantwoordelijk voor een juiste invoer van de gegevens in het production monitoring systeem Elara. Als bewijs hiervoor is bewijsstuk 2b functiebeschrijving van de heer X opgenomen in het portfolio. De heer X laat tijdens het werkplekassessment tevens zien welke gegevens hij invoert in Elara. Dit blijkt tevens uit bewijs 3a. De heer X toont aan de competentie Instructies en procedures opvolgen te beheersen. Dit blijkt uit een beoordeling door zijn chef: De heer X is zeer secuur in het invullen van onze dagrapportages, hij controleert de zet en bindplaten voorafgaand aan productie en houdt zich aan de productieplanningen. Bij (ver)storingen werkt de heer X volgens protocol. De heer X is daarnaast een prettige collega, die zorgt voor rust en een goede sfeer op de werkplaats. Het werkplekassessment, het portfolio en het CGI hebben de assessoren ervan overtuigd dat de kandidaat dit werkproces beheerst. 1.1 Toelichting slechte onderbouwing Hieronder nogmaals hetzelfde slechte voorbeeld van de onderbouwing van het werkproces Voorbereiden productieproces. In de lopende tekst van deze onderbouwing heeft een reviewer van het Kenniscentrum EVC opmerkingen ingevoegd die laten zien op welke punten deze onderbouwing verbeterd kan worden. De heer X beheerst de vaardigheden en vakkennis die behoren bij de competenties van dit werkproces. Dit is een rare zin en voegt niets toe. Dat de kandidaat het werkproces beheerst, komt onderaan de onderbouwing al terug. Tijdens het werkplekbezoek en criteriumgericht interview dit roept direct vragen op: wat heeft hij in het criteriumgericht interview aangetoond en wat in het werkplekbezoek? kan hij probleemstellingen over de werking van apparatuur, veiligheid, handleidingen, tekeningen en schema s lezen, meet en regeltechniek op de juiste wijze aanpakken en oplossen Hoewel dit wél relevant is, wordt er niet aangesloten bij de prestatie indicatoren van het kwalificatiedossier. Daarmee blijft onduidelijk over welke prestatie indicator dit iets zegt. Daarnaast

is het omgaan met probleemstellingen nog geen bewijs dat een EVC kandidaat bekwaam is in een concrete beroepssituatie, voor het onderbouwen van prestatie indicatoren is dus een zwaardere bewijslast nodig. Tijdens de productie wisselt de heer X regelmatig informatie uit met de chef over de voortgang van de productie. Er zijn meer orders dan dat er capaciteit is en de heer X doet een voorstel om dit aan te pakken. Hoe ziet dit voorstel er dan uit? Werk zoveel mogelijk met concrete voorbeelden van wat de assessor heeft gezien/gehoord/gelezen dat hem ervan overtuigde van de bekwaamheid van de kandidaat op dit onderdeel. De chef gaat akkoord met het voorstel. Op het eerste oog lijkt dit misschien een prima stukje onderbouwing, echter, uit welk bewijs/instrument blijkt dit? Waarschijnlijk heeft de assessor dit geconstateerd tijdens een werkplekbezoek. Benoem dit concreet zodat men begrijpt over welk bewijs/instrument het hier gaat. Daarnaast valt op dat het onduidelijk is wat hier wordt aangetoond. Vermoedelijk wordt hiermee de prestatie indicator overlegt met leidinggevende en collega s aangetoond, maar de lezer moet dit zelf afleiden. Uit het portfolio over welk document in het portfolio gaat het hier? Is het een beoordelingsformulier, een STAR verslag, een dagrapportage? Benoem dit concreet. blijkt dat de heer X op de juiste manier gegevens registreert en rapporteert bij een beschadiging aan een van de CTP platen wat is er dan gezien/gehoord/gelezen? Met andere woorden: waar blijkt dat uit?. De heer X is verantwoordelijk voor pas op met is verantwoordelijk voor, dat iemand ergens verantwoordelijk voor is, wil nog niet zeggen dat hij/zij hiertoe ook bekwaam is een juiste invoer van de gegevens in het production monitoring systeem Elara. Als bewijs hiervoor is bewijsstuk 2b functiebeschrijving ook een functiebeschrijving is geen goed bewijs. Het zegt enkel iets over wat iemand zou moeten kunnen om zijn / haar functie goed uit te voeren, niet of dat een kandidaat ook daadwerkelijk bekwaam is. Verwijs overigens niet met nummers naar bewijsstukken. Dit suggereert dat deze bewijsstukken als bijlagen zijn bijgevoegd en dat is bij een ervaringscertificaat niet het geval. van de heer X opgenomen in het portfolio. De heer X laat tijdens het werkplekassessment tevens zien welke gegevens hij invoert in Elara. En om wat voor gegevens gaat het dan? Deed hij dat goed? Dit blijkt tevens uit bewijs 3a. Hier wordt wederom met een nummer verwezen naar een bewijsstuk. De lezer beschikt hier niet over, dus beschrijf het bewijs concreet en geef aan wat er uit het bewijs bleek dat de assessor overtuigde. De heer X toont aan de competentie Instructies en procedures opvolgen te beheersen bij het onderbouwen van een werkproces dient aangesloten te worden bij de prestatie indicatoren uit het kwalificatiedossier. De competenties hebben per werkproces hun eigen uitwerking. Dit blijkt uit een beoordeling door zijn chef is dit een verslag wat is opgenomen in het portfolio? Benoem dit concreter: De heer X is zeer secuur in het invullen van onze dagrapportages, hij controleert de zeten bindplaten voorafgaand aan productie en houdt zich aan de productieplanningen. Bij (ver)storingen werkt de heer X volgens protocol. De heer X is daarnaast een prettige collega, die zorgt voor rust en een goede sfeer op de werkplaats De laatste zin is buitengewoon vriendelijk, maar niet relevant voor deze prestatie indicator of zelfs voor het werkproces, laat dergelijk zaken achterwege.. Het werkplekassessment, het portfolio en het CGI het opsommen van de bewijslast hoeft hier niet hebben de assessoren ervan overtuigd het gaat er niet om dat de assessoren overtuigd zijn, het gaat er om dat de kandidaat bekwaam is dat de kandidaat noem de kandidaat liever de heer X dit werkproces beheerst. Sluit liever af met de heer X beheerst het werkproces.

Wanneer we de onderdelen in deze onderbouwing een kleur geven om in één oogopslag de structuur van de onderbouwing te zien, valt op dat de genoemde onderdelen onvoldoende aanwezig zijn en de onderbouwing niet logisch is opgebouwd. Gaat uit van de kritische prestatie /gedragsindicatoren van deze werkprocessen. Benoemt de concrete instrumenten / bewijzen waarmee deze indicatoren worden aangetoond. Beschrijft wat er uit de bewijzen blijkt (met voorbeelden: concrete situaties). De heer X beheerst de vaardigheden en vakkennis die behoren bij de competenties van dit werkproces. Tijdens het werkplekbezoek en criteriumgericht interview kan hij probleemstellingen over de werking van apparatuur, veiligheid, handleidingen, tekeningen en schema s lezen, meet en regeltechniek op de juiste wijze aanpakken en oplossen. Tijdens de productie wisselt de heer X regelmatig informatie uit met de chef over de voortgang van de productie. Er zijn meer orders dan dat er capaciteit is en de heer X doet een voorstel om dit aan te pakken. De chef gaat akkoord met het voorstel. Uit het portfolio blijkt dat de heer X op de juiste manier gegevens registreert en rapporteert bij een beschadiging aan een van de CTP platen. De heer X is verantwoordelijk voor een juiste invoer van de gegevens in het production monitoring systeem Elara. Als bewijs hiervoor is bewijsstuk 2b functiebeschrijving van de heer X opgenomen in het portfolio. De heer X laat tijdens het werkplekassessment tevens zien welke gegevens hij invoert in Elara. Dit blijkt tevens uit bewijs 3a. De heer X toont aan de competentie Instructies en procedures opvolgen te beheersen. Dit blijkt uit een beoordeling door zijn chef: De heer X is zeer secuur in het invullen van onze dagrapportages, hij controleert de zet en bindplaten voorafgaand aan productie en houdt zich aan de productieplanningen. Bij (ver)storingen werkt de heer X volgens protocol. De heer X is daarnaast een prettige collega, die zorgt voor rust en een goede sfeer op de werkplaats. Het werkplekassessment, het portfolio en het CGI hebben de assessoren ervan overtuigd dat de kandidaat dit werkproces beheerst. Hieronder wordt per criterium/ kortom aangegeven waarom deze onderbouwing nog niet voldoet. Dit biedt tevens inzicht in de punten waarop deze onderbouwing verbeterd kan worden. 1. Titels kerntaken en bijbehorende werkprocessen die de kandidaat beheerst: De titel van dit werkproces staat boven de onderbouwing:. 2. Gaat uit van de kritische prestatie /gedragsindicatoren van deze werkprocessen: Er wordt aangegeven dat De heer X de vaardigheden en vakkennis bij de competenties van dit werkproces beheerst. Deze zin zegt echter niets over de prestatie indicatoren. De opsomming van onderwerpen waarover deze kandidaat probleemstellingen wist op te lossen doet dat evenmin. In het voorbeeld op de vorige pagina, waarin de prestatie indicatoren rood zijn gemaakt, valt op dat er slechts twee prestatie indicatoren te herleiden zijn: 1. Op de juiste manier gegevens registreren en rapporteren 2. Instructies en procedures opvolgen

Het opvolgen van instructies en procedures is echter een competentie. De competenties hebben per werkproces hun eigen uitwerking (de prestatie indicatoren). In de onderbouwing dient aangesloten te worden bij de prestatie indicatoren uit het kwalificatiedossier. Dat er slechts twee prestatie indicatoren te herleiden zijn, betekent dat onvoldoende wordt aangesloten bij de prestatie indicatoren óf dat dit werkproces niet voldoende is afgedekt. Dit klopt allebei: o Dat de heer X tijdens de regelmatig informatie uitwisselt met de chef over de voortgang van de productie is een voorbeeld van de prestatie indicator overlegt met collega s en leidinggevende. Deze prestatie indicator is echter onvoldoende te herleiden. Daardoor is het niet meteen duidelijk wat hiermee wordt aangetoond. o De prestatie indicatoren klaarmaken van materialen, gereedschappen en apparatuur en gebruiken van informatie uit de overdracht en aanpassen apparatuur (zie kwalificatiedossier), komen niet terug in deze onderbouwing. Daarmee wordt het werkproces onvoldoende afgedekt. 3. Benoemt de concrete instrumenten / bewijzen waarmee deze indicatoren worden aangetoond. Het portfolio: dit is te generiek. Hier dient beschreven te worden om welk document het gaat. De functiebeschrijving van de heer X in het portfolio: een functiebeschrijving is geen goed bewijs. Het zegt enkel iets over wat iemand zou moeten kunnen om zijn / haar functie goed uit te voeren, niet of dat een kandidaat ook daadwerkelijk bekwaam is. Er wordt tevens met een nummer verwezen naar het bewijs (2b). Het ervaringscertificaat is een op zichzelf staand document, waarbij bijlagen niet zijn toegevoegd. Beoordeling chef: het is onduidelijk welke bewijs dit betreft. Dit dient concreter benoemd te worden. Bewijs 3a. Het wordt niet duidelijk welk bewijs het hier betreft. Tevens doet het vermoeden dat het bewijs als bijlage is bijgevoegd. Dat is in een ervaringscertificaat nooit het geval, dus beschrijf het bewijs concreet. In de onderbouwing wordt tevens aangegeven dat de kandidaat overlegt met zijn chef. Hier wordt echter niet duidelijk op wel bewijs of instrument de assessor zich baseert. 4. Beschrijft wat er uit de bewijzen blijkt (met voorbeelden: concrete situaties). Wat direct opvalt, is dat er weinig tekst groen is. Dit betekent dat deze onderbouwing dus onvoldoende beschrijft wat er uit de bewijzen blijkt. Ook de tekst die wél groen is, voldoet nog niet. In de onderbouwing wordt aangegeven dat de heer X een voorstel doet om met het capaciteitsprobleem om te gaan. Voor een overtuigende onderbouwing zou het goed zijn om te benoemen wélk voorstel de heer X hier dan doet. Hetzelfde geldt voor de gegevens die de heer X invoert in het systeem. Om als lezer overtuigd te raken van de bekwaamheid van de kandidaat, wil je hier wat meer lezen: om welke gegevens gaat het dan? Met andere woorden: maak concreter waaruit blijkt dat de kandidaat bekwaam is. In het laatste stuk van de onderbouwing wordt de beoordeling van de chef geciteerd. Het is goed om een citaat op te nemen, maar dit citaat beperkt zich niet tot dat wat relevant is voor dit werkproces. Dat de heer X een prettige collega is, is hier niet relevant. Bewijs 3a wordt niet toegelicht. Het wordt niet duidelijk wat dit voor een bewijs is (zie 4), maar ook niet wat hier uit blijkt. 5. Bevat de conclusie: het werkproces wordt beheerst: De afsluiting van deze onderbouwing roept vragen op: het gaat er niet om dat de assessoren overtuigd zijn, het gaat er om dat de kandidaat bekwaam is. Sluit af met de heer X beheerst het werkproces.

2 Goed voorbeeld onderbouwing Onderstaand voorbeeld is een goed geschreven onderbouwing. Deze voldoet namelijk aan de criteria/ kortoms van een goede onderbouwing, zoals deze zijn opgesteld in de Schrijfwijzer ervaringscertificaat van het Kenniscentrum EVC. De heer X overlegt over de werkzaamheden bij het voorbereiden van het productieproces. Dit blijkt uit het werkplekassessment dat op 10 juli 2011 werd afgenomen. Tijdens het werkplekassessment is er te weinig capaciteit in de productie en er moeten keuzes gemaakt worden. De heer X stelt zijn chef voor om een aantal kleine en snelle orders voorrang te geven, omdat volgende orders hierdoor maar weinig vertraging opleveren. Zijn chef vindt het een goed voorstel en gaat akkoord. De heer X toont aan gegevens te registreren en rapporteren. Tijdens het werkplekassessment licht de heer X aan de hand van het programma voor production monitoring Elara uit welke gegevens hij invoert in het systeem tijdens alle stappen bij het starten van een order. De heer X laat de orders zien die klaarstaan en voert de starttijd en het productienummer in. Hij bewerkt de indeling van de order en verzendt deze naar de CTP aflegpositie. In het portfolio is de dagrapportage opgenomen, die de heer X invulde toen een van de CTP platen beschadigd raakte. Deze rapportage is volledig en correct ingevuld en is ondertekend door zijn leidinggevende. De heer X gebruikt de informatie uit de overdracht en past de apparatuur aan. In het werkplekassessment laat hij namelijk zien hoe hij bij de start van zijn dienst de productieplanning en orders oproept uit het production monitoring systeem Elara. Tijdens het Criterium Gericht Interview legt hij uit wanneer hij kiest voor een enkele of dubbele productie, waarbij één, dan wel twee identieke platen op de drukcilinder plaatst. Een dubbele productie heeft een kortere doorlooptijd, maar is duurder en wordt dus alleen ingezet bij meerdere orders met hoge prioriteit, zodat de persen op tijd klaar zijn voor de volgende order. Dat de heer X bekwaam is in het aanpassen van de persen blijkt ook uit het GOC certificaat Rollenkrantenpers (2005) dat is opgenomen in het portfolio. Tijdens het werkplekassessment blijkt dat de heer X materialen, gereedschappen en apparatuur klaar maakt voor gebruik. Na de werkoverdracht controleert de heer X namelijk de drie zetplaten, de chemie, de chemiearm en de bindplaten. In het CGI legt hij uit dat hij aan de hand van de productieplanning berekent hij hoeveel materiaal er nodig is en hoeveel er aanwezig is. Als blijkt dat hij tekortkomt gaat komen, geeft hij dat door aan zijn chef zodat er bijtijds bijbesteld kan worden. De heer X werkt volgens instructies en procedures wat blijkt uit een functioneringsverslag geschreven door zijn chef. Dit verslag is opgenomen in het portfolio en er staat in: De heer X is zeer secuur in het invullen van onze dagrapportages, hij controleert de zet en bindplaten voorafgaand aan productie en houdt zich aan de productieplanningen. Bij (ver)storingen werkt de heer X volgens protocol. Kleine verstoringen lost hij zelf op en rapporteert deze, grotere verstoringen worden direct teruggekoppeld naar de werkplaatschef. In het CGI werd een casus voorgelegd waarin de heer X een defecte zetplaat zou moeten vervangen. De heer X legt de assessoren stapsgewijs uit hoe hij hierbij te werk gaat en welke veiligheidsvoorschriften hij naleeft. De heer X beheerst dit werkproces.

2.1 Toelichting goede aanbeveling Wanneer we de onderdelen in deze onderbouwing een kleur geven om in één oogopslag de structuur van de onderbouwing te zien, valt op dat de genoemde onderdelen voldoende aanwezig zijn en de onderbouwing logisch is opgebouwd. Gaat uit van de kritische prestatie /gedragsindicatoren van deze werkprocessen. Benoemt de concrete instrumenten / bewijzen waarmee deze indicatoren worden aangetoond. Beschrijft wat er uit de bewijzen blijkt (met voorbeelden: concrete situaties). De heer X overlegt over de werkzaamheden bij het voorbereiden van het productieproces. Dit blijkt uit het werkplekassessment dat op 10 juli 2011 werd afgenomen. Tijdens het werkplekassessment is er te weinig capaciteit in de productie en er moeten keuzes gemaakt worden. De heer X stelt zijn chef voor om een aantal kleine en snelle orders voorrang te geven, omdat volgende orders hierdoor maar weinig vertraging opleveren. Zijn chef vindt het een goed voorstel en gaat akkoord. De heer X toont aan gegevens te registreren en rapporteren. Tijdens het werkplekassessment licht de heer X aan de hand van het programma voor production monitoring Elara uit welke gegevens hij invoert in het systeem tijdens alle stappen bij het starten van een order. De heer X laat de orders zien die klaarstaan en voert de starttijd en het productienummer in. Hij bewerkt de indeling van de order en verzendt deze naar de CTP aflegpositie. In het portfolio is de dagrapportage opgenomen, die de heer X invulde toen een van de CTP platen beschadigd raakte. Deze rapportage is volledig en correct ingevuld en is ondertekend door zijn leidinggevende. De heer X gebruikt de informatie uit de overdracht en past de apparatuur aan. In het werkplekassessment laat hij namelijk zien hoe hij bij de start van zijn dienst de productieplanning en orders oproept uit het production monitoring systeem Elara. Tijdens het Criterium Gericht Interview legt hij uit wanneer hij kiest voor een enkele of dubbele productie, waarbij één, dan wel twee identieke platen op de drukcilinder plaatst. Een dubbele productie heeft een kortere doorlooptijd, maar is duurder en wordt dus alleen ingezet bij meerdere orders met hoge prioriteit, zodat de persen op tijd klaar zijn voor de volgende order. Dat de heer X bekwaam is in het aanpassen van de persen blijkt ook uit het GOC certificaat Rollenkrantenpers (2005) dat is opgenomen in het portfolio. Tijdens het werkplekassessment blijkt dat de heer X materialen, gereedschappen en apparatuur klaar maakt voor gebruik. Na de werkoverdracht controleert de heer X namelijk de drie zetplaten, de chemie, de chemiearm en de bindplaten. In het CGI legt hij uit dat hij aan de hand van de productieplanning berekent hij hoeveel materiaal er nodig is en hoeveel er aanwezig is. Als blijkt dat hij tekortkomt gaat komen, geeft hij dat door aan zijn chef zodat er bijtijds bijbesteld kan worden. De heer X werkt volgens instructies en procedures wat blijkt uit een functioneringsverslag geschreven door zijn chef. Dit verslag is opgenomen in het portfolio en er staat in: De heer X is zeer secuur in het invullen van onze dagrapportages, hij controleert de zet en bindplaten voorafgaand aan productie en houdt zich aan de productieplanningen. Bij (ver)storingen werkt de heer X volgens protocol. Kleine verstoringen lost hij zelf op en rapporteert deze, grotere verstoringen worden direct teruggekoppeld naar de werkplaatschef. In het CGI werd een casus voorgelegd waarin de heer X een defecte zetplaat zou moeten vervangen. De heer X legt de assessoren stapsgewijs uit hoe hij hierbij te werk gaat en welke veiligheidsvoorschriften hij naleeft. De heer X beheerst dit werkproces.

Hieronder wordt per criterium/ kortom aangegeven waarom dit een goede onderbouwing is. 1. Titels kerntaken en bijbehorende werkprocessen die de kandidaat beheerst: De titel van dit werkproces staat boven de onderbouwing:. 2. Gaat uit van de kritische prestatie /gedragsindicatoren van deze werkprocessen. Dit werkproces bestaat uit vijf prestatie indicatoren (zie bijlage: uitwerking werkproces). Alle vijf deze prestatie indicatoren komen herkenbaar terug in deze onderbouwing. Daarnaast worden ze alle vijf afzonderlijk onderbouwd. Een lezer/ontvanger van het ervaringscertificaat ziet op deze manier direct de relatie met het kwalificatiedossier. 3. Benoemt de concrete instrumenten / bewijzen waarmee deze indicatoren worden aangetoond. De instrumenten en bewijzen in deze onderbouwing worden concreet benoemd. Bijvoorbeeld de dagrapportage die door de heer X is opgesteld toen een van de CTP platen beschadigd raakte. Een lezer begrijpt waar het hier om gaat. Anders zou het zijn wanneer naar document verwezen werd met dagrapportage of middels een generieke verwijzing naar het portfolio. 4. Beschrijft wat er uit de bewijzen blijkt (met voorbeelden: concrete situaties). In deze onderbouwing wordt goed omschreven wat de assessor heeft gezien/gehoord/gelezen in de verschillende instrumenten en bewijzen dat hem/haar overtuigde van de bekwaamheid van de kandidaat. Bijvoorbeeld de toelichting op de beoordeling van de manager waarin een citaat wordt gegeven ( De heer X is zeer secuur in het invullen van onze dagrapportages etc.). 5. Bevat de conclusie: het werkproces wordt beheerst: Deze onderbouwing bevat inderdaad de conclusie: De heer X beheerst dit werkproces.