Nederlands Woordenschat Plant en groene leefomgeving Deel 1 van 2
Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Hanneke Jansen Inhoudelijke redactie: Edu Actief b.v. Titel: Assistent Plant of (groene) leefomgeving ISBN: 978 90 3724 209 6 Eerste druk/eerste oplage Beeld: Edu Actief b.v., Groenrijk, Johan ten Berge. Edu Actief b.v. 2016 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu Actief, te vinden op www.edu-actief.nl. 2
Inhoud Voorwoord 4 Hoofdstuk 1 6 Hoofdstuk 2 Zaaien en verspenen 19 Hoofdstuk 3 Stekken, scheuren en afleggen 32 Hoofdstuk 4 Snoeien 43 Hoofdstuk 5 Gazon onderhouden 52 Hoofdstuk 6 Vijver aanleggen 62 Hoofdstuk 7 Werken met gereedschap 72 Hoofdstuk 8 Herhaling 83 Eindopdracht en reflectie Begrippenlijsten 88 91 3
Voorwoord In dit werkboek leer je woorden. Die woorden kom je tegen in de praktijk. De woorden gaan over de groene leefomgeving. In dit werkboek oefen je met die woorden. Bij dit werkboek hoort een digitaal beeldwoordenboek. Daarin kun je alle woorden opzoeken. Je weet dan wat ze betekenen. Picto In dit boek zie je bij sommige opdrachten een picto. Een pictogram geeft je informatie over de opdracht. Hierna lees je wat de picto s betekenen. Bij dit picto ga je nadenken over een opdracht. Je denkt na over wat je straks gaat doen. Je gaat de opdracht voorbereiden. Bij dit picto ga je de opdracht uitvoeren. Je gaat bijvoorbeeld iets maken. Of je gaat iets doen. Bij dit picto ga je evalueren. Je controleert of je de opdracht goed hebt gedaan. Wat ging er goed en wat ging er minder goed? Wat vond je van de opdracht? Wat kon je eerst niet, wat je nu wel kunt? Wat ga je de volgende keer anders doen? 4
Voorwoord Bij dit picto ga je reflecteren. Je denkt na over wat je hebt geleerd. En wat dat betekent voor je toekomst. Wat ga je nu doen? Hoe gaat het verder? Bij dit picto ga je in gesprek. Om een opdracht na te bespreken kun je de StruX-kaarten gebruiken. Bij dit picto ga je iets bekijken op de website van StruX. Dit kan bijvoorbeeld een foto, formulier of film zijn. Volg deze stappen. 1. Ga naar www.strux.nl 2. Klik op de knop deelnemer. 3. Klik op Nederlands. 4. Klik op de foto van dit leer-werkboek. 5. Klik op de link van de opdracht. Misschien werk je met een portfolio. In je portfolio stop je bewijsstukken. Als je dit picto ziet, kun je een bewijsstuk toevoegen. Bespreek dit met je begeleider. Beeldwoordenboek In dit boek staan gekleurde woorden. Gekleurde woorden moet je kennen. Het zijn belangrijke woorden. Deze woorden kun je opzoeken in het beeldwoordenboek. Ga naar beeldwoordenboek.strux.nl. 5
Hoofdstuk 1 Dit hoofdstuk gaat over tuinieren. Opdracht 1 Lees de tekst. Je kunt een hoveniersbedrijf vragen om je tuin op te knappen. Maar Stijn en z n vader willen het zelf doen. Het is voorjaar, en dat is een goede tijd om de tuin op te knappen. De tuin is erg wild. Er staat heel wat onkruid in de tuin. Dat gaan ze wieden. Of ze gaan de grond schoffelen. Verder staan er mooie bomen, maar die moeten ze wel snoeien. De takken zijn veel te lang. Stijn en zijn vader willen ook nog wat planten in de tuin zetten. Achterin komen struiken. Die zijn wat hoger, dat geeft een mooie achtergrond. Ze willen ook wat vaste planten uitzoeken. Daar heb je ieder jaar plezier van. Verder zetten ze nog eenjarigen in potten en in de borders. Zo n tuin met bloemen langs de randen is altijd een prachtig gezicht. Ten slotte komt er ook nog een gazon in de tuin. Het is lekker om op het gras te kunnen zonnen. En een terras om te zitten. Stijn vindt een vlonder erg leuk. Die is van hout en geeft veel sfeer. Zijn vader heeft liever een terras van tegels. Dat blijft volgens hem langer mooi. Opdracht 2 Hoe ziet jullie tuin of balkon eruit? Welke klusjes doe je wel eens in de tuin? 6
Hoofdstuk 1 Wat is leuk om te doen in de tuin? En wat niet? Welke planten of bloemen vind je mooi? Wat lijkt je leuk aan werken in een tuincentrum? Of bij een hoveniersbedrijf? Opdracht 3 In dit hoofdstuk leer je de woorden: border onkruid wieden snoeien schoffelen eenjarigen vaste planten struiken. Zoek de woorden op in het Beeldwoordenboek. Bespreek de woorden samen met je docent. 7
Hoofdstuk 1 Opdracht 4 Bekijk de foto s. Kleur het onkruid rood. Zet een streep onder de vaste planten. Kleur het schoffelen groen. Trek een rondje om de struiken. Kleur de border blauw. Zet een kruisje bij de eenjarigen. Kleur het snoeien geel. Zet een dubbele streep onder het wieden. Schrijf het goede woord bij elke foto. 8
Hoofdstuk 1 Opdracht 5 Wie doet het goed? Kleur het rondje voor de goede zinnen. b Peter heeft een border op zijn overhemd. b Iris eet soep van een border. b Carel zet mooie bloemen in de border. b Eddie knipt het onkruid fijn voor door de stamppot. b Ali trekt het onkruid uit. b Olga koopt een bosje onkruid voor Wieke. b Rianne wiedt met een schoffel. b Lisa wiedt de vaste planten. b Jop wiedt het onkruid. b Els snoeit de viooltjes. b Wessel laat de kapper zijn haar snoeien. b Ruben snoeit de lange takken van de boom. b Joost gaat de vaste planten schoffelen. b Harold schoffelt op de dansvloer. b Stefan schoffelt het onkruid los. b Martin koopt alleen eenjarigen. Die komen volgend jaar weer op. b Richard koopt nooit eenjarigen. Die zijn binnen een paar weken weg. b Yassir koopt eenjarigen voor de borders en potten. b Yvonne zet vaste planten in de tuin. Dat geeft veel kleur. b Janine koopt nooit vaste planten. Die verwilderen veel te snel in de tuin. b Karin zet vaste planten in de vensterbank. b Gianni koopt een struikje bloemen. b Jamal snijdt de bloemkool in struiken. b Tessa koopt een mooie struik voor in de tuin. 9