Nederlands. Luisteren. Voor 1F Deel 1 van 2

Transcriptie

1 Nederlands Luisteren Voor 1F Deel 1 van 2

2 Colofon Uitgeverij: Edu Actief.v Auteur: Mieke Lens Inhoudelijke redactie: Ina Berlet Titel: Nederlands Luisteren voor 1F deel 1 van 2 ISBN: Edu Actief.v Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensestand, of openaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht ( Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO ( De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke epalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het geruik van deze uitgave verklaart u kennis te heen genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu Actief, te vinden op 2

3 Inhoud Voorwoord 4 Hoofdstuk 1 6 Hoofdstuk 2 Luisteren voor praktijk, stage en werk 22 Hoofdstuk 3 Luisteren in het dagelijks leven 35 Hoofdstuk 4 Luisteren in de vrije tijd 48 Hoofdstuk 5 Herhaling 57 Eindopdracht en reflectie 61 3

4 Voorwoord Dit leer-werkoek gaat over luisteren. Je hoort de hele dag geluiden en pratende mensen. Maar je luistertniet altijd overal naar. Luisteren is horen met aandacht. Je luistert als je iets wilt weten of onthouden. Op school luister je naar uitleg. Bijvooreeld over je rooster. Of hoe je een agenda geruikt. Bij praktijk of op stage luister je naar instructies. Die instructies gaanover de taken die je moet uitvoeren. In het dagelijks leven luister je ijvooreeld naar een ericht op je voic . Of naar een keuzemenu op de telefoon. En je kijkt en luistert naar reclame op tv of op de radio. In je vrije tijd luister en kijk je ijvooreeld naar programma s op radio, tv of internet. Picto In dit oek zie je ij sommige opdrachten een picto. Een pictogram geeft je informatie over de opdracht. Hierna lees je wat de picto s etekenen. Bij dit picto ga je nadenken over een opdracht. Je denkt na over wat je straks gaat doen. Je gaat de opdracht voorereiden. Bij dit picto ga je de opdracht uitvoeren. Je gaat ijvooreeld iets maken. Of je gaat iets doen. Bij dit picto ga je evalueren. Je controleert of je de opdracht goed het gedaan. Wat ging er goed en wat ging er minder goed? Wat vond je van de opdracht? Wat kon je eerst niet, wat je nu wel kunt? Wat ga je de volgende keer anders doen? 4

5 Voorwoord Bij dit picto ga je reflecteren. Je denkt na over wat je het geleerd. En wat dat etekent voor je toekomst. Wat ga je nu doen? Hoe gaat het verder? Bij dit picto ga je in gesprek. Om een opdracht na te espreken kun je de StruX-kaarten geruiken. Bij dit picto ga je iets ekijken op de wesite van StruX. Dit kan ijvooreeld een foto, formulier of film zijn. Volg deze stappen. 1. Ga naar 2. Klik op de knop deelnemer. 3. Klik op Nederlands 1F. 4. Klik op de foto van dit leer-werkoek. 5. Klik op de link van de opdracht. Misschien werk je met een portfolio. In je portfolio stop je ewijsstukken. Als je dit picto ziet, kun je een ewijsstuk toevoegen. Bespreek dit met je egeleider. Beeldwoordenoek In dit oek staan gekleurde woorden. Gekleurde woorden moet je kennen. Het zijn elangrijke woorden. Deze woorden kun je opzoeken in het eeldwoordenoek. Ga naar eeldwoordenoek.strux.nl. 5

6 Hoofdstuk 1 Dit hoofdstuk gaat over luisteren op school. Je luistert ijvooreeld naar uitleg over het rooster. Of hoe je de agenda moet invullen. In dit hoofdstuk leer je: wat het verschil is tussen horen en luisteren wat luisterdoelen zijn hoe je gericht kunt luisteren hoe je aantekeningen maakt tijdens het luisteren. Horen en luisteren Je hoort de hele dag geluiden. Verkeer, zingende vogels, pratende mensen, muzieken nog veel meer. Je hoort die geluiden, maar je denkt er niet ij na. Je het er geen speciaal doel ij. Luisteren is anders dan horen. Luisteren gaat niet vanzelf. Wil je goed luisteren? Dan moet je een doel of een reden heen Stel jezelf de vraag: wat wil ik weten? Of: waarom ga ik luisteren? je concentreren op wat je wilt horen Je luistert niet naar alles, maar gericht op je doel. Stel jezelf de vraag: waar luister ik naar? aandacht heen voor wat je hoort om eter te onthouden. Weet je? Je hoort de hele dag geluiden. Maar je luistert niet naar alles wat je hoort. Luisteren is horen met een doel en met aandacht. 6

7 Hoofdstuk 1 Opdracht 1 Doe je ogen dicht. Luister 1 minuut aandachtig naar de geluiden om je heen. Doe je ogen weer open. Welke geluiden he je gehoord? Schrijf er 3 op Opdracht 2 Welke geluiden he jij vandaag gehoord? Noem steeds 1 vooreeld. Toen je vanochtend wakker werd Toen je op weg naar school was Toen je op het schoolplein was 7

8 Hoofdstuk 1 Luisteren met een doel Luisteren is horen met een doel en met aandacht. Wanneer luister je? Je luistert als je: iets wilt weten of onthouden,ijvooreeld: informatie uit een les iets moet doen of uitvoeren, ijvooreeld: een taak iets interessants of elangrijks hoort, ijvooreeld: nieuws, een roddel, of een mening van iemand het fijn vindt om te luisteren, ijvooreeld: naar muziek waar je van houdt, een grapje of een goed verhaal. Luisterdoelen zijn: informatie krijgen instructie krijgen mening(en) van anderen horen voor je plezier, als ontspanning Opdracht 3 Waar he jij vandaag echt naar geluisterd? Noem 2 dingen Met welk doel he jij daarnaar geluisterd? Wanneer vind je het moeilijk om te luisteren? 8

9 Hoofdstuk 1 Opdracht 4 Kies de juiste luisterdoelen. Vul het schema in. Kies uit: a. instructie krijgen. mening(en) horen c. ontspanning d. informatie krijgen Je luistert/kijkt naar Luisterdoel Het weerericht Een spelprogramma op tv Aanwijzingen voor schoonmaken van de keuken Wat jouw uurman vindt van een epaald twitterericht De stem en de manier van spreken Iedereen spreekt op zijn eigen manier: hoog of laag hard of zacht snel of langzaam. Luisteren en egrijpen gaat eter als de spreker: duidelijk spreekt niet te zacht en niet te hard praat niet te snel praat op de juiste toon praat. 9

10 Hoofdstuk 1 Opdracht 5 Ga naar en klik op de link van deze opdracht. Luister naar het fragment. Hoe klinkt de stem van de spreker? Kruis het goede antwoord aan. De spreker: is een man is een vrouw is jong is oud heeft een hoge stem heeft een lage stem spreekt zacht spreekt hard Opdracht 6 Ga naar en klik op de link van deze opdracht. Luister naar het fragment. Let op de manier van spreken. Kruis het goede antwoord aan. De spreker spreekt: langzaam snel duidelijk onduidelijk Kon je de spreker goed verstaan? Ja/nee, want Luister nog 1 keer naar het fragment. Let nu op wat de spreker zegt. Wanneer sla je jouw huiswerk op? Wanneer plan je jouw huiswerk? Wat doe je als je klaar ent met een opdracht? 10