Productschap Margarine, Vetten en Oliën 20 januari Nieuwjaarsspeech Wim Oosterhuis, voorzitter. Dames en heren,

Vergelijkbare documenten
MVO Internationaal Wim Oosterhuis

Verslag. Ministerie van LNV. Ministerie van VWS. Margarine-industrie. Productschap MVO. Aanwezig:

Marktontwikkelingen vloeibare biobrandstoffen

Het Productschap Tuinbouw. 13 november 2012 / Agnes van Ardenne

In het belang van sector en samenleving

Internationale handel visproducten

Tracking & Tracing: gevolgen van de GFL voor uienverpakkers en exporteurs 14 december 2004 Inge Neessen en Irma Schönherr

Manifest Task Force Duurzame Palmolie

Onderzoek naar het gebruik van frituurvet in de horeca (3)

GMP+ PRODUCTEN DEDICATED LOGISTIC SOLUTIONS

5 Rol sociale partners

Internationale varkensvleesmarkt

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Margarine, Vetten en Oliën

Maatschappij, Markt en Meerwaarde. Paul Jansen, Director Public Affairs Agri VION Food group

Productschap Margarine Vetten Oliën

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Overheid en voedingssector gaan samen voor -5% calorieën en verbeterde voeding Persconferentie 13 juni 2016

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5159/02 STUP 4

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 1,4 procent in Beperkte opwaartse bijstelling economische groei 2004

Onderzoek naar het gebruik van frituurvet in de horeca Effectmeting

natuurlijke oorsprong

Internationaal Palmolie-inkoopbeleid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

no.1 in Gezond Frituren

1. kwaliteitssystemen en voedselveiligheid 2. organiseren 3. projecten. 1 Kwaliteitssystemen & voedselveiligheid

EINDRAPPORTAGE % 72% 61% 53% 30%

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

RESULTATEN % 53% 30%

Rapportage duurzaamheid biobrandstoffen Rapportageperiode 1 januari t/m mei 2010

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

Draaiboek incident / crisismanagement in MVO keten

Praktische opdracht Economie Prijsveranderingen door de Euro

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De agrarische handel van Nederland in 2014

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken

Productschap. Margarine Vetten Oliën

Toekomstvisie. Productschap MVO

Op weg naar een duurzame sojateelt

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

Convenant herformulering vleeswaren

The new, reliable and innovative supplier of FEED FATS

Export-update Noord- en Zuid-Amerika - juli 2014

Presentatie netwerkbijeenkomst Nebafa 2013

toekomstvisie Productschap Margarine, Vetten en Oliën Productschap Margarine, Vetten en Oliën Ampèrelaan 4D Postbus GB Rijswijk Nederland

DE NEDERLANDSE OLIËN- EN VETTENINDUSTRIE

Exportprestaties van het industriële MKB in 2003

Meldingsplicht diervoederlaboratoria Verplichtingen uit Wet dieren en Diervoederhygiëneverordening bekend?

Jaarplan Inleiding... 1 Algemeen... 2 Duurzame ontwikkeling... 3

GMP+ Feed Certification scheme

ACTIVITEIT PRODUCTSCHAP AKKERBOUW RISKPLAZA DEEL A: OMSCHRIJVING RISKPLAZA. 14 juni 2013

ARTIKEL 95 BPR INFORMATIE HOLLAND WATER. Samenvatting:

De agrarische handel van Nederland in 2013

SBIR Verduurzamen voedselproductie

3 PLUIMVEE EN EIEREN. Beheerscomité Dierlijke Producten. Datum: 20/03/2014

Vetzuursamenstelling van bakkerijmargarines in Nederland in 2008

Bio-olie voor warmtekrachtkoppeling. Frank Bergmans

De agrarische handel van Nederland in 2012

IMPACTANALYSE RUSLAND

Relevantie, significantie en prioriteren van de MVO-kernthema s en onderwerpen

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

WAAR WIJ VOOR STAAN. Socialisten & Democraten in het Europees Parlement. Fractie van de Progressieve Alliantie van

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorwoord. Henk Flipsen Directeur Nevedi

De internationale handel in goederen van Nederland in 2003

Aard, herkomst en duurzaamheidsaspecten van biobrandstoffen bestemd voor vervoer Rapportage 2011

miljoen gewerkte mensuren Verzuim ongevallen per

SCHAPEN EN GEITEN. Bijkomende informatie:

Duurzaamheidsrapport CCL Nutricontrol

Symposium Dag van de Garnaal. 31 oktober De coöperatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Behoort bij punt 5b. van de agenda van de 252 ste vergadering van het bestuur d.d. 18 november 2014

FLANDERS INVESTMENT & TRADE MARKTSTUDIE

Specifieke Productvoorwaarden D-24a1 Vetten, Oliën en Bijproducten Versie: 1.0 Datum: 20 januari 2017

Overzicht en perspectieven voor een duurzame ontwikkeling van asfalt in een economie in voortdurende verandering. Wim Teugels Nynas N.V.

Zoetermeer, 10 oktober 2013

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Beleidsplan NBB district Delft

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Lidmaatschap van de Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwarenindustrie

De importen van Latijns-Amerika en het Caribische gebied (LAC),

Maatschappelijke issues in de veehouderij. 20 november 2013 Anne-Corine Vlaardingerbroek

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Bijlage 1 GRI tabel 2016

Actieprogramma Task Force Duurzame Palmolie 2012

Ondernemen in crisistijd. Eddy Drent International Finance Manager

OVEREENKOMST. Verbeteren mineralenefficiëntie van melkveebedrijven via KringloopWijzer

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 november 2003 (14.11) (OR. fr) 14725/03 Interinstitutioneel dossier: (CNS) 2003/0271 AGRIORG 73 AGRIFIN 143

Minder starters in 2016

Duurzame Palmolie. Ontwikkelingen Nederland, Europa, Wereldwijd. 3 September Eddy Esselink

Transvetzuurgehalte in chips verlaagd

Marktbeeld appels en peren

Hierbij gaat voor de delegaties document D034098/02.

Antwoorden op vragen van WAC over zuiveldranken en -toetjes

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Warenwetregeling Vrijstelling vitaminepreparaten wordt als volgt gewijzigd:

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

De fosfaatbalans Huidige ontwikkelingen en toekomstvisie Schuiling, R. e.a. InnovatieNetwerkrapport nr E, Utrecht, februari 2011.

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Transcriptie:

Productschap Margarine, Vetten en Oliën 20 januari 2011 Nieuwjaarsspeech Wim Oosterhuis, voorzitter Dames en heren, Mede namens bestuur en medewerkers van het Productschap MVO mag ik u allen welkom heten op deze nieuwjaarsbijeenkomst. En ik maak graag van de gelegenheid gebruik om u een voorspoedig 2011 toe te wensen, zowel privé als zakelijk. Ik mag vandaag speciaal welkom heten de heer Alexander Rinnooij Kan, voorzitter van de Sociaal Economische Raad. Dames en heren, u weet wellicht dat de productschappen een speciale relatie hebben met de SER. Nu kun je in dit land tal van speciale relaties hebben, maar in ons geval is de relatie onder meer dat de productschappen onder toezicht staan van de SER. Dat klinkt niet zo positief. In ons geval echter valt het wel mee. Productschappen hebben bij wet de taak om de belangen van het betrokken bedrijfsleven, inclusief belangen van de daarbij betrokken werknemers, te behartigen met in acht name van het algemeen belang. De wetgever heeft de schappen daarbij in bepaalde zin, wetgevende bevoegdheden toegekend. Wetgevende bevoegdheden behoren in ons maatschappelijk bestel onderworpen te zijn aan democratische controle. Nu kun je zeggen dat de democratische toetsing gestalte krijgt in een goed functionerend bestuur. Een productschapsbestuur bestaat uit vertegenwoordigers namens betrokken brancheorganisaties en vakbonden. Dat mag de garantie zijn dat het met de behartiging van de sectorbelangen wel goed zit. Vanuit de positie van de wetgever gezien is dat echter nog geen garantie dat ook het algemeen belang daarmee op de juiste wijze gediend wordt. En om dat goed te zekeren oefent de SER, namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, toezicht uit op de schappen. Waarmee ik maar wil zeggen dat het ook met het behartigen van het algemeen belang bij de schappen wel goed zit. 1

Het voorgaande geeft aan dat er in de wet wijze woorden zijn opgenomen omtrent de taken van schappen, ook al wordt daar hier en daar tegenwoordig anders over gedacht. Maar dames en heren, de SER doet meer. De hoofdtaak van de SER is om gevraagd of ongevraagd studie te maken en visies te formuleren op de belangrijke sociaal economische vraagstukken die zich vandaag en/of in de toekomst in ons land voordoen, in nationale of internationale context. En zo heeft de SER eind 2008 een verklaring uitgegeven betreffende Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. In deze verklaring is het belang van verdere stimulering en facilitering van maatschappelijk verantwoord ondernemen nog eens onderstreept. Hierbij werd ook vastgesteld dat in en door de sterk geïnternationaliseerde wereldeconomie de complexiteit van ketenbeheer enorm is toegenomen. In het verlengde van genoemde verklaring heeft de SER eind 2009, bij monde van zijn voorzitter, de schappen opgeroepen om hun inspanningen op het gebied van ketenbeheer in het licht van maatschappelijk verantwoord ondernemen, verder te intensiveren. Eén van de beleidsterreinen dat binnen de sector Margarine, Vetten en Oliën reeds sedert een aantal jaren een speerpunt vormt, is het werken aan optimalisering van duurzame grondstoffenvoorziening en duurzame productieprocessen, met als resultaat duurzame, dus maatschappelijk verantwoorde producten. Het Productschap MVO heeft daarin, in goede afstemming met de brancheorganisaties, een initiërende, coördinerende en ondersteunende rol. Deze rol wordt door het bedrijfsleven, overheid en maatschappelijke organisaties positief gewaardeerd. Er kunnen zich echter ook bottle necks voordoen b.v. omdat schappen met name nationaal opererende organisaties zijn terwijl de problematiek sterk geïnternationaliseerd is. Kortom we zijn benieuwd naar de nadere uitwerking van de visie van de SER op het opereren van productschappen in dezen, door de heer Rinnooij Kan. Dames en heren, het jaar 2010 is voor de meeste bedrijven in de MVO sector een jaar van voorzichtig herstel geweest. De importvolumes van MVO producten stegen weer licht, de exportvolumes kenden nog een lichte daling. De importwaarde steeg echter weer met ruim 2

12%, terwijl de exportwaarde steeg met ruim 5%. We zien hier met name een weerspiegeling van de grondstofprijzen die vanaf de tweede helft van 2010 weer een behoorlijke stijging doormaken. De oliezadencrush heeft weer een lichte groei doorgemaakt, vooral door de opnieuw toegenomen verwerking van raapzaad. De verwerking van soja bonen bleef stabiel ten opzichte van 2009. De verwerking van zonnebloenpitten die in 2009 een aanmerkelijke stijging doormaakte, daalde in 2010 weer naar het gemiddelde van voorgaande jaren. De productie van bewerkte oliën en vetten bleef nagenoeg gelijk aan die in 2009. De sector dierlijke vetten kon profiteren van de stijgende prijzen voor plantaardige oliën. Zowel in volume als omzet deed de sector het goed. De leveringen aan zowel de diervoederindustrie als aan de energiesector ontwikkelden zich positief. Voor de margarine industrie bleef de afzet binnen de Europese Unie nagenoeg stabiel. De export naar derde landen ontwikkelde zich echter opnieuw positief. Dames en heren, voeding en gezondheid in relatie tot de inname van oliën en vetten is één van de speerpunten in het beleid van Productschap en sector MVO. Dienaangaande kon in 2010 een belangrijk punt worden gemarkeerd n.l. de presentatie van het eindrapport van de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling. De Task Force is in 2003 van start gegaan op initiatief van het Productschap MVO, in eerste instantie als Task Force Transvetzuren. Twee jaar later is de doelstelling verbreed door zich naast de verlaging van transvetten in de voeding, ook te richten op vermindering van het aandeel verzadigde vetzuren. Zo kwam de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling tot stand als samenwerkingsverband tussen Productschap MVO en betrokken brancheorganisaties. Deze organisaties committeerden zich aan concrete doelstellingen ter verbetering van de vetzuursamenstelling, te bereiken uiterlijk 2010. Het is een traject geweest van grote inspanningen door de betrokken bedrijven. Complexe herformuleringen van productsamenstellingen met behoud van de 3

voor de consument herkenbare en gewaardeerde producteigenschappen moesten worden gerealiseerd. Het is dan ook een prestatie van belang te noemen dat de doelstellingen zijn gehaald. Op 16 november heeft de voorzitter van de Task Force, Claudia Oomen, met gepaste trots de eindrapportage overhandigd aan Paul Huijts, Directeur Generaal van het Ministerie van VWS. U zult straks een korte video impressie zien van dit gebeuren. De Task Force heeft naast de materiëel bereikte resultaten ook een grote bijdrage geleverd aan de imago verbetering van oliën en vetten in voeding. In plaats van het idee dat vetten slecht zijn voor de gezondheid, raakt de consument er steeds meer van overtuigd dat goede voeding gepaard gaat met het gebruik van goede oliën en vetten. En dat is een belangrijk resultaat voor de gehele MVO sector. Dames en heren, hiervòòr heb ik reeds opgemerkt dat bevordering van duurzame grondstofvoorziening ook een belangrijk speerpunt is voor onze sector en in het beleid van MVO. Uit de aard der zaken is dit letterlijk een zaak van internationaal overleg. Immers de enige bedrijfstak binnen de MVO sector die een aanzienlijk deel van de benodigde grondstoffen binnenslands kan aankopen, is de dierlijk vetsector. Nagenoeg 100% van de andere grondstoffen worden geïmporteerd, waarbij voor de belangrijkste producten palmolie en soja, Zuid Oost Azië respectievelijk Noord en Zuid Amerika de belangrijkste oorsprongsgebieden zijn. De processen om te komen tot afspraken met producenten over de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om een product als duurzaam geproduceerd te kwalificeren, zijn ingewikkeld en taai. Maar geleidelijk lukt dat. Zo is er sinds eind 2008 duurzaam geproduceerde palmolie op de markt. Gecertificeerd op criteria zoals overeengekomen binnen de Round Table on Sustainable Palm Oil. En deze ontwikkeling gaat door. In 2010 is de gecertificeerde productiecapaciteit gestegen naar 3,4 mln ton, en dat is 7,5% van de wereldproductie. Maar dan begint het eigenlijk pas. Want hoe overtuig je de consument dat hij moet kiezen voor duurzame palmolie? En daar eigenlijk ook nog iets meer voor moet betalen? Een product dat die consument als zodanig niet of nauwelijks 4

weet te herkennen omdat het hoofdzakelijk als ingrediënt wordt toegepast in tal van producten. Na een langzame start in 2008/2009 is de verkoop van duurzame palmolie wereldwijd in 2010 verdrievoudigd tot 1,3 mln ton. Een mooi resultaat, maar ten opzichte van de gegroeide productiecapaciteit nog te weinig. In 2010 hebben de branche organisaties van de in Nederland gevestigde schakels in de palmolieketen, van raffinadeurs tot retailbedrijven, zich samen met het Productschap MVO verenigd in de Task Force Duurzame Palmolie. Deze Task Force heeft in november 2010 een manifest opgesteld waarbij de betrokken organisaties zich hebben gecommitteerd om uiterlijk eind 2015 alle voor de Nederlandse markt bestemde palmolie duurzaam te doen zijn. Het manifest is eind november aangeboden aan Staatssecretaris Bleker, die het met grote waardering voor dit initiatief in ontvangst heeft genomen. Eenzelfde initiatief is ook genomen terzake van duurzame soja. Het proces is hier zo ver gevorderd dat in 2011 de eerste gecertificeerde soja zal worden geleverd, die voldoet aan de criteria van de Round Table on Responsable Soy. En in Nederland heeft de Task Force Duurzame Soja afgesproken dat in 2015 alle in Nederland gebruikte soja duurzaam moet zijn, volgens de criteria van de RTRS. In deze Task Force zijn naast MVO, nagenoeg alle bedrijven en brancheverenigingen uit de sojaketen vertegenwoordigd, zodat ook deze afspraak zoden aan de dijk zet. Niet onvermeld mag blijven dat de diervoedersector als belangrijke verbruiker van soja, sedert vorig jaar al doende is om een stroom soja op gang te krijgen vanuit Zuid Amerika naar Europa die aan RTRS criteria voldoet. Dames en heren, dit zijn belangrijke stappen vooruit. Maar het blijft een geweldige uitdaging om vast te houden aan onze opzet om de meanstream geproduceerde palmolie en soja, wereldwijd duurzaam geproduceerd te krijgen. Want als dat niet lukt jagen we het Nederlandse bedrijfsleven op extra kosten, maar wordt er nauwelijks een bijdrage geleverd aan de doelstelling om de wereldproductie en consumptie van palmolie en soja te verduurzamen. Dames en heren, een ander onderwerp. Drie weken geleden werden wij geconfronteerd met de dioxine affaire in Duitsland. En helaas moet ik zeggen 5

dat er weer een link gelegd kon worden met het gebruik van voedervetten in diervoeding; vetten die in hoge mate besmet bleken te zijn met dioxine. Hoe dit heeft kunnen gebeuren is nog niet duidelijk. Het niveau van de dioxinebesmetting was zodanig dat dit op geen enkele wijze gerelateerd kan worden aan de natuurlijke eigenschappen van oorspronkelijke dierlijke of plantaardige oliën en vetten, ook niet na normaal uitgevoerde bewerkingen. Dus moet er een externe oorzaak zijn, voortkomend uit ondeskundig handelen of mogelijk zelfs bewuste bijmengingen. Gebleken is dat de betrokken leveranciers allemaal GMP en QS gecertificeerd zijn. Reden dus om de toegepaste procedures scherp te controleren. Het betreffende diervoeder of de gewraakte voedervetten zijn niet in Nederland geproduceerd of afgezet. Maar je stelt jezelf wel weer onmiddellijk de vraag, had dit ook in Nederland kunnen gebeuren? Of hebben wij onze zaakjes zodanig onder controle dat dit hier onmogelijk is. Juist omdat in het verleden in de oliën en vettensector, weliswaar buiten Nederland, enkele forse overtredingen hebben gespeeld, is dit een gevoelig dossier. Maatregelen om de voedselveiligheid te borgen hebben binnen de sector dan ook voortdurend de aandacht. Als voorbeeld moge dienen dat MVO in 2008 in goed overleg met het betrokken bedrijfsleven, een verordening heeft opgesteld, welke aanwending van alle soorten gebruikte frituurvetten in diervoeder verbood. Dit ging betreffende de industrieel gebruikte vetten echter uit boven de Europese wetgeving en om die reden werd de verordening van overheidswege niet geaccepteerd. Het bedrijfsleven heeft vervolgens op initiatief van MVO de eigen verantwoordelijkheid genomen en dezelfde regelgeving in een convenant afgesproken. Dit wordt in goed overleg met de VWA ook in de bedrijfscontroles meegenomen en dus gehandhaafd. Na het bekend worden van het Duitse dioxine probleem heeft MVO op de kortst mogelijke termijn de Nederlandse oliën en vetten producenten en aanverwante bedrijven, in enkele sessies bijeengeroepen. Daarbij werd 6

indringend stilgestaan bij de mogelijke oorzaken van het Duitse probleem en deze werden vervolgens getoetst aan de voedselveiligheidsvoorschriften en maatregelen zoals die bij ons van toepassing zijn. Dit met daarbij de vraag of er iets te leren of te verbeteren zou zijn. Intussen heeft het dioxineprobleem ook de politiek niet onberoerd gelaten. In Duitsland staan politieke relaties tussen Bondsregering en enkele deelstaatregeringen onder druk vanwege het vraagstuk van de verantwoordelijkheidsverdeling in dezen. De Europese Commissie volgt de ontwikkelingen in Duitsland op de voet en heeft nu het Europese bedrijfsleven opgeroepen om zeer snel met voorstellen tot maatregelen te komen om dit soort crises te voorkomen. Zou daar niet op korte termijn op gereageerd worden dan dreigt de Commissie zelf maatregelen te treffen. Europese branche organisaties hebben daarop het Productschap MVO gevraagd om vanuit Nederland, door het bedrijfsleven gedragen voorstellen in Brussel in te dienen. Nergens in Europa beschikt men over een ketenorganisatie als in dit geval het Productschap MVO, die in samenwerking met de branche organisaties en bedrijven, zo snel kan schakelen dat binnen een week een gedragen visie in Brussel ligt. Gistermiddag om 17.00 uur afgeleverd! Met dank aan het zeer gemotiveerde bedrijfsleven en de staf van MVO! Inhoudelijke kern van de voorstellen: Evaluatie van de regelgeving heeft niet geleid tot de noodzaak van grote aanpassingen. Wel wordt voorgesteld om de bemonstering van partijen en de controle daarop, mede in relatie tot oorsprong, beter te structureren en te intensiveren. Ook worden voorstellen gedaan om de labeling van partijen sterk te verbeteren. Dames en heren, MVO heeft het afgelopen jaar tussen de normale werkzaamheden door, hard gewerkt aan het opstellen van een nieuwe toekomstvisie voor de komende vijf jaar. Deze visie is in nauw overleg met branche organisaties, vakbonden en bedrijven tot stand gekomen. 7

Het is de agenda op hoofdlijnen voor de komende jaren en de basis voor de jaarplannen zoals die telkenjare door het Productschap worden opgesteld en uitgevoerd. Graag maak ik van de gelegenheid gebruik om, nu hij hier toch is, straks een exemplaar van deze toekomstvisie aan de voorzitter van de SER aan te bieden. Dan weet die in elk geval na lezing, dat hij zich over de toekomst van MVO geen zorgen behoeft te maken. En voor u allen is er een exemplaar beschikbaar als u de receptie vanavond verlaat. Dames en heren, eigenlijk had ik nog wat verder willen ingaan op de situatie betreffende de PBO en de Productschappen. De actualiteit had echter prioriteit. Nog heel kort: Zeer recent is bekend gemaakt dat de meeste productschappen een samenwerking aangaan op het punt van medebewind, organisatieondersteunende activiteiten ook wel back office genoemd, en gezamelijke huisvesting. MVO heeft geen medebewind meer, maar ons bestuur heeft gezegd: MVO doet graag mee in deze samenwerking als dit leidt tot grotere efficiency en onder voorwaarde van behoud van zelfstandigheid en eigen identiteit. En tenslotte dames en heren, er komt dit jaar weer een draagvlakonderzoek aangaande de schappen. Dat moet uit hoofde van de wet. Concreet betekent dit dat u in de loop van dit jaar een aantal vragen voorgelegd krijgt over wat u vindt over het takenpakket van het Productschap MVO en de wijze waarop MVO dit uitvoert. Maar de kernvraag is eigenlijk simpel: vindt u het Productschap MVO voor uw bedrijf een nuttige organisatie waar u mee verder wilt, of kan dit schap beter verdwijnen. Ik hoop dat uw ervaringen met MVO, ook weer het afgelopen jaar, en de visie die is ontwikkeld over wat er komende jaren te doen staat, u de overtuiging geeft dat MVO een club is waar u wat mee kunt. Dank voor uw aandacht. 8